Productieve Creativiteit, presentatie van Dany Jacobs (Amsterdam, 7 februari 2008) gehouden tijdens het AIM08 event van de Amsterdamse Innovatie Motor (AIM). Copyright: Dany Jacobs.

1. Productieve Creativiteit Dany Jacobs Amsterdam 7 februari 2008

2. Creativiteit en innovatie zijn veel grijpbaarder dan men meestal beweert

3. Niemand zit te wachten op pure creativiteit Het draait om effectiviteit, toegevoegde waarde, productieve creativiteit

4. “ maak het jezelf niet te moeilijk” “ maak het jezelf niet te gemakkellijk” de meeste innovatie bouwt voort op iets bekend af en toe zul je met iets meer vernieuwends moeten komen

5. Wet van Yerkes & Dodson (1908): meer activering leidt niet altijd tot meer prestatie ook Donald Hebb, Daniel Berlyne: hypothese van ‘optimale arousal’ activering (arousal) aandacht - efficiency niet spannend genoeg, vervelend te spannend  stress ‘ optimale arousal’

6. een leuke paradox: Innovatie moet er vooral uitzien als wat we al kennen innovatie : iets nieuws met een (meestal marginale) toegevoegde waarde

7. Een iets moeilijker innovatief idee Bijv. om het probleem van de werkloosheid van laaggeschoolden aan te pakken in Noord-Nederland het traditioneel ‘innovatieve’ voorstel: een ICT-cluster

8. Een soort Las Vegas/Torremolinos in Noord-Nederland

9. Wat is ‘echte’ innovatie? Alleen radicale innovatie?  99% van de innovatie is (gelukkig) marginaal

10. een ‘fuzzy’ benadering van innovatie 0 0.5 1.0 electrificatie beperkte stylistische innovatie nieuw automodel nieuwe soort auto’s nieuw autoconcept internet

11. 100% innovatie is ondenkbaar Ludwig Wittgenstein “ Als leeuwen konden spreken, zouden we ze niet begrijpen”

12. Hoe radicaler en meer omvattend een innovatie, hoe groter de breuk met het bestaande waardensysteem hoe groter dus de onzekerheid en het risico

13. Hoe meer radicale innovatie aanpakken? Co-evolutionair denken

14. vanuit evolutionair standpunt gaat het bij succes (succesvolle selectie) om de succesvolle ‘fit’ tussen een innovatie en haar selectie-omgeving survival of the fittest ‘ overleven van de meest passende’

16. Wat bepaalt fitness in een economische omgeving? Waarde Eigenschappen v/e product  Cultuur A  V

17. Waarde

20. De perfecte match is degene die (net?) niet past fit? het mag wel spannend zijn

21. Wet van Yerkes & Dodson (1908): meer activering leidt niet altijd tot meer prestatie ook Donald Hebb, Daniel Berlyne: hypothese van ‘optimale arousal’ activering (arousal) aandacht - efficiency niet spannend genoeg, vervelend te spannend  stress ‘ optimale arousal’

22. Co-evolutionair denken en meebewegen

23. ( Bruno Latour, 1987) ‘ innovator’ sociogram = sociale omgeving technogram = technische omgeving onderhandelen, ‘vertalen’, herdefiniëren sociale constructie van innovatie ~ co-evolutie o experimenteren, ‘trial and error’ productieve creativiteit

24. ( Bruno Latour, 1987) ‘ innovator’ sociogram = sociale omgeving technogram = technische omgeving onderhandelen, ‘vertalen’, herdefiniëren sociale constructie van innovatie ~ co-evolutie o experimenteren, ‘trial and error’ inspelen op veranderingen in de maatschappij productieve creativiteit

26. een mountain bike in Nederland? het gaat ook om het begrijpen van dromen en fantasieën

27. innovatie tijdens de ‘diffusie’ potentiële gebruikers ‘ one value fits all’ potentiële gebruikers ~ verschillende waarden I II III (Bela Gold 1983)

28. Radicale innovatie letterlijk begrijpbaar maken Culturele soortvorming

29. Hoe radicaler en meer omvattend een innovatie, hoe groter de breuk met het bestaande waardensysteem  belang van soortvorming (en dan helpt het om niet alleen te zijn)

31. soortvorming & experts Monet Vlaminck Pollock romantische school  impressionisme  fauvisme, expressionisme  abstract expressionisme  pop art 

32. Nog een keer de ellende opvoeren Selectie- omgevingen begrijpen

33. hybride selectie Innovaties worden geselecteerd in een complex van selectiesystemen , elk met zijn eigen waardensysteem

35. hybride selectie: waardering via een combinatie van selectie-systemen ondernemingen interne hiërarchische selectie aanbod van innovaties geclusterde consumenten (voor-) selectie door distri-buteurs, experts markt-selectie beïnvloed door experts, opinieleiders, peers gediversificeerd waardensysteem externe hiërarchische selectie (bijv. subsidies) vooral belangrijk bij meer radicale innovatie

36. waardensystemen en selectiesystemen consu-menten  marktselectie mode-bedrijven stoffen  marktselectie       in de keten  marktselectie machines designers mode-bladen onafhankel. journalisten machines energie expert- invloed papier expert- invloed peer- beïnvloeding grond-stoffen peer- beïnvoeding scholen marktselectie s = hierarchische selectie s s vb. mode en modebladen s

37. Concluderend

38. ‘ innovator’ Cultuur Techniek onderhandelen, ‘vertalen’, herdefiniëren sociale constructie van innovatie ~ co-evolutie o experimenteren, ‘trial and error’ inspelen op veranderingen in de maatschappij = selectie goed begrijpen productieve creativiteit