Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Speech de toekomst van het primair onderwijs, a.w.duit oktober 2010
1. 1
De brede school als integraal kindcentrum en leergemeenschap in de toekomst (A.W. Duit, 2010)
De toekomst van het primair onderwijs:
De brede school als uitingsvorm van onze huidige maatschappij
wordt in de toekomst een integraal kindcentrum en leergemeenschap
Mijn naam is Anneke Duit. Ik werk als leerkracht in groep 8 van de Gabrie Mehen
School in de wijk Kattenbroek. Dit is een van de scholen van Stichting PCBO
Amersfoort. Ook bij deze school kwam de uitnodiging van Thieme Meulenhoff voor
de opening van de nieuwe vestiging in Amersfoort. Daarbij was de vraag van deze
uitgever om een visie op de toekomst van het primair onder woorden te brengen. Een
inzending zou geselecteerd worden voor de opening van vandaag. ‘Zo’n uitdaging
lijkt mij net iets voor jou’, zei de directeur van mijn school.
Hij had gelijk: Ik vind het leuk om mijn visie onder woorden te mogen brengen.
Vanuit mijn ervaring als leerkracht, maar ook vanwege mijn studie Onderwijskunde.
Ik ben dit jaar afgestudeerd als onderwijskundige aan de Universiteit van Utrecht. Ik
ben juist gaan studeren vanwege mijn vraag hoe het onderwijs zich kan aanpassen
aan de veranderende maatschappij. Het is daarom boeiend om nu mijn beeld op de
toekomst van het primair onderwijs te mogen verwoorden en die is als volgt:
De samenleving verandert steeds en dat vraagt om een verbreding van de
scholen. Een basisschool kan niet meer op de traditionele manier lesgeven van ’s
ochtends half negen tot ’s middags drie uur. Er is behoefte aan kindercentra! Daarin
werken onderwijs en opvang van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds -het hele jaar door-
aan opvoeding en ondersteuning van die opvoeding. Er wordt samengewerkt met bv
gezondheidszorg en recreatie. Dit alles gebeurt om een brede ontwikkeling, een
succesvolle schoolloopbaan en levenslang leren te stimuleren. De school wordt zo
een leer- gemeenschap, voor iedereen die betrokken is bij dat kindcentrum. Het
vormt dé uitdaging voor elke organisatie in en rond het onderwijs, zoals een
uitgeverij. Graag licht ik dit hier toe.
2. 2
De brede school als integraal kindcentrum en leergemeenschap in de toekomst (A.W. Duit, 2010)
De verbreding van scholen is ontstaan aan het eind van de vorige eeuw
Voor een visie op de toekomst van het primair onderwijs is de ontwikkeling van de brede
school van belang. Dit kan je bekijken vanuit internationaal, nationaal en locaal oogpunt.
Maar als eerste begin ik met het historisch perspectief: het onderwijs van de vorige eeuw
past niet meer bij deze tijd, doordat de samenleving verandert.
De maatschappij is nu meer gericht op het individu, dat zie je bijvoorbeeld in steden
waar buitenwijken lijken op slaapwijken van werkenden. De natuurlijke omgeving voor
kinderen om te spelen neemt af. Ouders vinden het onveiliger op straat en daarom gebeurt
het spelen vaak onder toezicht. Bij dat spelen oefenen kinderen het gedrag dat nodig is om
te leren op een informele manier. Door minder natuurlijke oefenmomenten wordt dat
leergedrag nu ook op school geoefend. Het leergedrag wordt beter door aan te sluiten bij de
omgeving van het kind. De school beperkt zich dus niet meer tot het schoolse, formele leren,
mede omdat de fabrieksmatige onderwijsbenadering uit de vorige eeuw leidt tot verveling bij
kinderen.
Door de bredere functie verandert de school in een leercentrum van de gemeenschap
Internationaal gezien zijn er vele benaderingen van onderwijs en opvang, daarbij zijn twee
uitersten: een sociaal pedagogische en een onderwijsvoorbereidende traditie. Die sociaal
pedagogische richt zich op de hele ontwikkeling van het kind. Het stimuleert een brede
ontwikkeling en levenslang leren. Dit zie je bijvoorbeeld in Scandinavië, Duitsland en
Frankrijk. De onderwijs- voorbereidende traditie wil een betere voorbereiding op de
schoolloopbaan. In achterstandsituaties wordt zo gestreefd naar gelijke kansen in landen als
de Verenigde Staten, Engeland en Nederland. Het doel is een goed opgeleide bevolking .
Neem de V.S., daar wordt bestrijding van achterstand aangepakt via zogenaamde
‘gemeenschapsscholen’ met samenwerking tussen onderwijs, gezondheidszorg en recreatie.
De school als centrum van de gemeenschap .Er zijn voorschoolse programma’s, naschoolse
activiteiten en het leren binnen en buiten de school vormt een geheel. Belangrijk is de
betrokkenheid van ouders en de samenwerking met hen te stimuleren. Ook is er aandacht
voor veiligheid en binding om een succesvolle schoolcarrière te bevorderen. Uit onderzoek
blijkt dat deze scholen een positief effect hebben op de kinderen, gezinnen, scholen en
gemeenschap. In Nederland is het onderwijsbeleid voor dat soort brede scholen dan ook
gericht op het stimuleren van die gemeenschap, samenwerking en levenslang leren. Door
die bredere functie zijn deze scholen ook buiten de traditionele schooltijden open en
veranderen in een leercentrum van de gemeenschap.
3. 3
De brede school als integraal kindcentrum en leergemeenschap in de toekomst (A.W. Duit, 2010)
In Nederland is de brede school nog geen eenduidig concept.
Nationaal gezien is de brede schoolontwikkeling gestart om onderwijsachterstand te
bestrijden. Kansarme kinderen krijgen kansen om zich te ontwikkelen met de school als leer-
centrum in de wijk. Kinderen doen naschoolse activiteiten gericht op sport en cultuur. Breder
onderwijs ontstaat door een verlengde schooldag. Het zorgt voor betere vrije tijdsbesteding,
sociale samenhang en verbinding tussen het leren binnen- en buiten de school. Dit alles ter
voorbereiding op het functioneren in de maatschappij. Voor risicokinderen is er aandacht via
integraal jeugdbeleid, jeugdzorg en onderwijs werken dus samen. Aan de opvangbehoefte
van ouders wordt tegemoet gekomen met voor-, tussen- en naschoolse opvang, hierdoor
verbetert de arbeidsparticipatie. Dit is allemaal gericht op betere kansen, een kansenprofiel.
Een profiel wordt gekozen bij de start van een brede school en heeft als focus
kansen, zorg, de wijk, verrijking of opvang. De profielkeuze gebeurt op grond van de
wijkpopulatie en bepaalt de hoogte van de gemeentelijke subsidie. Na die keuze volgt het
ontwikkelen van een pedagogische visie, doorgaande lijn en structurele samenwerking. Dan
wordt dat profiel losgelaten voor een eigen, uniek profiel met activiteiten uit alle profielen. In
ons land is geen eenduidig brede schoolconcept; wel diverse doelen, samenwerkingsvormen
en activiteiten. In de praktijk zijn er direct activiteiten uit meer profielen. Beter is om te starten
met een eigen, uniek profiel op basis van een gezamenlijke missie dat aansluit bij de context.
Een voorbeeld uit de huidige praktijk: de brede schoolontwilkkeling in Amersfoort
Onze veranderende samenleving vraagt om een verbreding van het onderwijs dat past bij de
context van de school, geen standaard onderwijs meer. Afhankelijk van de wijkpopulatie is er
een meer onderwijs voorbereidende of juist sociaal pedagogische aanpak nodig. Dit verlangt
maatwerk van de organisaties in en rondom het onderwijs
In Amersfoort bijvoorbeeld wil de gemeente in alle wijken een brede school volgens
het ABC concept. Dit betekent een Amersfoortse Brede Combinatie, samenwerking tussen
alle onderwijs -, welzijn en zorgvoorzieningen in een wijk. De gemeente wil een profiel
gericht op kansen, de wijk of verrijking. Maar sluiten die profielen genoeg aan bij een wijk? Is
samenwerking tussen al die voorzieningen realistisch? Kan een wijk als Kattenbroek, met
een verrijkingsprofiel én overlast van jongeren, niet een combinatieprofiel krijgen met
bijbehorende subsidie? Verrijkende activiteiten met een wijk- verbindend element is
complexer, vraagt om aanvullende financiën. En is samenwerking tussen scholen, die ook
concurrenten zijn, altijd haalbaar? Hetzelfde geldt voor de opvang.
In alle wijken in Amersfoort is brede schoolontwikkeling en de samenwerking in meer
4. 4
De brede school als integraal kindcentrum en leergemeenschap in de toekomst (A.W. Duit, 2010)
of mindere mate succesvol. Het gezamenlijk belang is soms strijdig aan het individuele
belang van de partners. Dit is elders in ons land ook zo en beïnvloedt het succes van de
brede school. Afhankelijk van de locale situatie dient een brede school een of meer scholen
en een of meer opvangorganisaties te omvatten. Soms is meer brede scholen in een wijk
beter. Het is namelijk effectiever om samen te werken met partners die de meerwaarde zien
en daarom het gezamenlijke belang van de brede school echt dienen.
De toekomst: de brede school als integraal kindercentrum en leergemeenschap
Uit dit alles blijkt dat de brede school in plaatsen als Amersfoort volop in ontwikkeling is,
maar hoe ziet het primair onderwijs in Nederland er over tien jaar dan uit? Bij de ene brede
school verloopt de ontwikkeling succesvoller dan bij de andere, het is goed om van elkaar te
leren; een uitgever kan hierbij van betekenis zijn door in te spelen op behaalde successen.
Zo blijkt uit het onderzoek, dat ik heb gedaan in Almere en Apeldoorn, dat voor het
succes van een brede school een gezamenlijk gedragen missie cruciaal is. Er moet worden
gekeken naar haalbare samenwerking. Dat kan betekenen dat er meer brede scholen in een
wijk komen. Zo wordt aangesloten bij de context van de school en bij de behoeften van de
wijkpopulatie. In de toekomst wordt de school zo tot een kindcentrum in de wijk, dat bijna het
hele jaar open is van ’s ochtends tot ’s avonds.
Wat betekent dat voor mij als leerkracht? In zo’n brede school ontvangen kinderen
nog steeds onderwijs, maar er is sprake van maatwerk en geen standaardonderwijs. Ook is
er opvang met verrijkende vrije tijdsbesteding op gebied van sport en cultuur. Indien nodig is
er bestrijding van onderwijsachterstand, ondersteuning qua zorg en wijkgerichte activiteiten.
Het onderwijs werkt samen met andere partners, waarbij het kind centraal staat. Zo wordt
tegemoet gekomen aan de vraag naar onderwijs en de behoeften qua opvang, zorg, kansen,
de wijk en verrijking. Er zijn activiteiten uit alle profielen, afhankelijk van de missie en op
grond van de behoeften van de wijkpopulatie. Een uitgever kan aansluiten en ondersteunen
bij die bijbehorende aanpak.
Tot slot: In zo’n integraal kindcentrum zijn een of meer scholen, die samenwerken
met opvang en andere wijkvoorzieningen, afhankelijk van de locale situatie. Het wordt
centraal aangestuurd vanuit onderwijs en opvang. Zo wordt aan opvoeding en bijbehorende
ondersteuning gewerkt. Om dit alles te realiseren is het nodig te leren van en met elkaar over
de opgedane ervaringen met brede scholen. In ieder geval moet er vanuit een gezamenlijke
gedragen missie worden gewerkt om te komen tot de gewenste effecten. Zo kan zowel brede
ontwikkeling, levenslang leren als schoolloopbaansucces worden bevorderd. Dit alles vormt
5. 5
De brede school als integraal kindcentrum en leergemeenschap in de toekomst (A.W. Duit, 2010)
een uitdaging voor elke organisatie in en rondom het onderwijs. Graag lever ik ook als
onderwijskundige hieraan mijn bijdrage. (Zie daarvoor www.eduan.nl) Immers door samen te
leren van en met elkaar kan de brede school zich ontwikkelen tot een integraal kindcentrum
en een leergemeenschap voor alle betrokkenen!
Literatuur
Duit, A.W. (2009). De effectiviteit van een brede schoolprofiel. Utrecht: Universiteit Utrecht (Masterthesis).
Emmelot, Y. , & Veen, I. van der (2003). Brede basisscholen uitgelicht. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut
(SCO-rapport 680).
Emmelot, Y. , Veen, I. van der, & Ledoux, G. (2006). De brede school: kenmerken, verwachtingen en
mogelijkheden. Pedagogiek, 26 (1), 64-81.
Gemeente Amersfoort (2007). Informatiepakket ABC-scholen. Amersfoort: Gemeente Amersfoort.
Grinten, M. van der, Walraven, M. , Broekhof, K. , Hoogeveen, K. , & Studulski, F. (2007). Handboek brede
school 0-12 jaar. Utrecht: Oberon/Sardes, USP bv.
Kendall, M. (2005). Lifelong Learning Really Matters for Elementary Education in the 21st Century. Education
and Information Technologies, 10 (3), 289-296.
Kruiter, J. (2002). Groningen Community Schools. Influence on a child behaviour problems and education at
home. Groningen: GION.
Kruiter, J. , Oomen, C. , Grinten, M. van der, Dubbelman, E. , & Zuidam, M. (2007). Brede scholen in
Nederland -Jaarbericht 2007. Utrecht: Oberon, USP bv.
Lewis, J. (2006). The school’s role in encouraring behaviour for learning outside the classroom that supports
learning within. A response to the ‘Every Child Matters’ and Extended Schools inititatives. Support for
Learning, 21 (4), 175- 181.
Magolda, P. , & Ebben, K. (2007). From schools to community learning centers: A program evaluation of a
school reform process. Evaluation and Program Planning, 30, 351-363.
Onderwijsraad (2008). Een rijk programma voor ieder kind. Den Haag: OBT bv.
Reigeluth, C. M. (1999). What is Instructional-Design Theory and How is it Changing? In C. M. Reigeluth (Ed.),
Instructional-Design Theories and Models, Volume II. (pp. 5-29). Mahwah, NJ: LEA.
Suárez-Orozco, M. M. (2005). Rethinking Education In the Global Era. Phi Delta Kappan, 87 (3), 209-212.