AFWAARDERING VAN
ONZAKELIJKE LENINGEN
denk aan aftrek
levensonderhoud
voor kinderen
profiteer van
investeringsaftrek
in 2010
fiscaal vriendelijk
aandelen schenken
1. NIEuWs
Amersfoort Arnhem Ede Hoofddorp Leusden Nieuwegein www.crop.nl
Deze nieuwsbrief is een uitgave van CROP registeraccountants en CROP belastingadviseurs
NR
1
jAARGANG 15
Februari 2010
denk aan aftrek
levensonderhoud
voor kinderen
tIP
profiteer van
investeringsaftrek
in 2010
fiscaal vriendelijk
aandelen schenken
AFWAARDERING VAN
ONZAKELIJKE LENINGEN
2. 2
3 AFWAARDERING VAN ONZAKELIJKE LENINGEN
4 Denk aan aftrek levensonderhoud
voor kinderen
6 Profiteer van investeringsaftrek in 2010
8 Grensoverschrijdende prestaties:
denk aan ICP-opgaaf!
9 Fiscaal vriendelijk aandelen schenken
10 Belastingdienst strenger met boetes
11 Man en vrouw in de onderneming?
Let op de taakverdeling!
12 Fiscale actualiteiten eigen woning
13 12 Tips
119
Inhoud
pand doorschuiven
van privé naar de BV
12
4
6
5
3. 3
AFWAARDERING VAN
ONZAKELIJKE LENINGEN
In deze economisch zware tijden
blijkt helaas dat de financiële
gegoedheid van vele debiteuren
steeds vaker in het geding is.
Als geldverstrekker bestaat dan de
mogelijkheid om -als pleister op de
wonde- de lening af te waarderen,
waarbij u het verlies ten laste van
uw fiscale winst kan brengen.
De fiscus echter heeft haar vizier
gericht op afwaarderingen van
leningen. Immers de belangen
kunnen groot zijn. In de praktijk
blijkt al snel sprake te zijn van een
zogenaamde ‘onzakelijke lening’.
En dat kan verstrekkende gevolgen
hebben.
Onzakelijke leningen
Een onzakelijke lening is een
lening waarbij -al dan niet bewust-
onzakelijke voorwaarden worden
overeengekomen.
Hiervan kan sprake zijn indien:
• de leningsvoorwaarden slechts
mondeling zijn overeengeko-
men en niet schriftelijk zijn
vastgelegd;
• er geen of een te lage rente
vergoeding is overeengekomen;
• de rente niet jaarlijks wordt
voldaan;
• er geen of onvoldoende
zekerheden zijn bedongen;
• er geen aflossingsschema
is opgesteld.
Indien sprake is van een of meer-
dere van deze elementen is de
kans groot dat de fiscus zich op
het standpunt stelt dat de lening
‘onzakelijk’ is. De fiscus baseert zich
hierbij met name op een arrest van
de Hoge Raad van 9 mei 2008.
Gelieerde verhoudingen
Onzakelijke leningen zullen zelden
voorkomen tussen onafhankelijke
derden. Omdat afspraken tussen
onafhankelijke derden geacht wor-
den per definitie zakelijk te zijn.
Een bevoordeling zal alsdan niet
aan de orde zijn. Meestal worden
leningafspraken tussen derden ook
schriftelijk vastgelegd.
Dit wordt anders als er ‘gelieerde
verhoudingen’ in het spel zijn.
Hierbij valt onder andere te denken
aan leningen tussen BV’s, waarin
ook een aandelenbelang speelt.
Denk hierbij aan leningen tussen
een houdster BV en een werk BV en
leningen tussen zuster BV’s. Maar
het kan ook aan de orde komen
bij leningverhoudingen tussen de
directeur/(aanmerkelijk belang) aan-
deelhouder en zijn ‘eigen’ BV. Vaak
genoeg blijkt dat er geen of onvol-
doende vastleggingen zijn met alle
gevolgen van dien.
Afwaardering en rente
Afwaardering van onzakelijke
leningen heeft in de huidige tijd de
warme belangstelling van de fis-
cus. Hoewel de fiscus het wellicht
zal ontkennen, lijkt het een nieuw
landelijk speerpunt te zijn bij de
aangifteregeling of een belasting-
controle. Bij onzakelijke leningen
zal de fiscus de afwaardering fis-
caal niet accepteren, hetgeen leidt
tot een hogere winst dan wel een
lager verlies. Bovendien bestaat de
kans van een rentecorrectie bij de
gelieerde schuldeiser. Is het rente-
percentage onzakelijk dan worden
de rentebaten verhoogd naar een
zakelijk percentage. Dat de rente
niet feitelijk wordt betaald is volgens
de fiscus geen reden de rente direct
weer te ‘voorzien’. Aan de aftrekkant
kan de regeling beperking renteaftrek
een rol spelen. Dit alles kan leiden
tot extra belastbare rente bij de
schuldeiser en niet aftrekbaarheid
bij de schuldenaar hetgeen uiteraard
een ongewenste dubbele heffing tot
gevolg heeft.
Toekomstige en bestaande
leningen
Om een fiscale correctie op een
-toekomstige- afwaardering of op
de overeengekomen rente te voor-
komen is het van essentieel belang
om de voorwaarden waaronder een
lening wordt aangegaan op zijn minst
schriftelijk vast te leggen. Dit geldt
overigens ook voor onderlinge
rekening-courantverhoudingen.
Let daarbij met name op de zakelijke
condities, zoals zekerheden, aflos-
sing en rentepercentage. Vergelijk
daarbij zoveel mogelijk met wat een
onafhankelijke derde (bijvoorbeeld
een bank) zou eisen. Mocht dit pro-
blemen opleveren dan is verstrekken
van kapitaal een alternatief.
Voor bestaande -mogelijk onzake
lijke- leningen is het altijd zinvol
om te bezien of vastlegging met
(aanvullende) zakelijke voorwaarden
nog mogelijk is, waarbij desgewenst
afstemming met de fiscus kan
plaatsvinden omtrent de zakelijk-
heid. Bij een mogelijke toekom-
stige afwaardering is dan de fiscale
houdbaarheid gewaarborgd.
Uw fiscaal en/of juridisch adviseur bij
CROP kan u hierin uiteraard bijstaan.
Wellicht heeft u als directeur van een BV in het verleden een lening verstrekt
aan een dochtervennootschap of is bij een bedrijfsovername door een zoon
of dochter een deel van de koopsom aan uw BV schuldig gebleven. U had daar-
bij ten tijde van de verstrekking alle vertrouwen in de vermogenspositie van
de debiteur.
Let op!!
De kosten van een
energie-advies komen
ook voor aftrek in
aanmerking.
4. 4
Wie komen in aanmerking?
In aanmerking komen bijvoorbeeld gescheiden ouders
die kinderen hebben onder de 18 jaar of ouders van
kinderen boven de 18 jaar die studeren en geen studie
financiering hebben. De aftrek is mogelijk wanneer
uw kind:
• aan het begin van een kwartaal jonger is dan 30 jaar;
• in dat kwartaal niet zelf kon voorzien in zijn
levensonderhoud;
• geen studiefinanciering, tegemoetkoming in de
studiekosten of een vergelijkbare (buitenlandse)
regeling kreeg.
Bovendien:
• niemand in uw huishouden in dat kwartaal
kinderbijslag of een vergelijkbare buitenlandse
uitkering voor dit kind kreeg;
• uw uitgaven voor levensonderhoud in dat
kwartaal minimaal € 408 per kind waren.
Wat is aftrekbaar?
Als u aan het begin van een kwartaal aan al deze
voorwaarden voldoet, dan mag u van de uitgaven
voor levensonderhoud een vast bedrag aftrekken.
Het bedrag dat afgetrokken mag worden is voor 2009
minimaal € 290 (2010: € 295) en maximaal € 1.050
(2010: € 1.065) per kind per kwartaal. Hoe hoog het
vaste aftrekbedrag is, hangt af van de leeftijd van uw
kind en uw uitgaven voor levensonderhoud.
Uitgaven voor levensonderhoud
Dit zijn bijvoorbeeld uitgaven voor kleding, voeding,
huur, kost en inwoning, verzekering, contributies,
schoolgeld en sobere inrichtingskosten, maar hieronder
vallen ook de kosten van kinderalimentatie en de kosten
van het halen en brengen van het kind wanneer het
naar u of de andere ouder gaat.
Ziektekosten zijn in de regel niet aftrekbaar omdat
hier een aparte aftrekregeling voor bestaat. Sommige
kosten, zoals een bril voor uw kind, kunnen toch onder
levensonderhoud vallen omdat deze kosten vanaf
1 januari 2009 zijn uitgesloten van de aftrekregeling
voor ziektekosten.
Belastingdienst houdt u in de gaten
De Belastingdienst gaat dit jaar extra controleren op
belastingaangiften waarin de aftrekpost voor uitgaven
aan het levensonderhoud voor kinderen onder de
30 jaar wordt opgevoerd. De extra controle betekent
dat de fiscus zeker wil weten of u wel recht hebt op
deze aftrek en of u de berekening juist hebt uitgevoerd.
Het is dan ook verstandig om bewijsstukken te bewaren
waarmee u kunt aantonen dat u voorziet in het levens-
onderhoud van uw kind.
Denk aan aftrek
levensonderhoud
voor kinderen
Alle belastingplichtigen
Let op!!
Voor de uitgaven
levensonderhoud
geldt geen drempel
voor aftrek!
De vaste aftrekbe-
dragen zijn steeds
geheel aftrekbaar,
als voldaan is aan
bovenstaande
voorwaarden.
Draagt u bij aan kos-
ten voor bijvoorbeeld
voeding en kleding
van kinderen die jon-
ger zijn dan dertig
jaar? Dit kan u een
aftrekpost bij de fiscus
opleveren. Om hiervan
te profiteren mag u
als ouder geen kinder
bijslag ontvangen en
mag het kind geen
eigen inkomen hebben,
zoals studiefinancie
ring. Bovendien moet
u op kwartaalbasis
minimaal € 408 in de
kosten bijdragen.
5. 5
De terbeschikkingstellingsregeling
betekent dat de huurinkomsten en
de waardestijging van het pand bij
u belast zijn in box 1. Daar staat
tegenover dat de jaarlijkse kosten
en de afschrijving op het pand in
diezelfde box aftrekbaar zijn. Deze
regeling is niet altijd aantrekkelijk,
bijvoorbeeld vanwege de adminis-
tratieve lasten. Om die reden geldt
in 2010 een fiscale faciliteit. U kunt
het pand doorschuiven naar de BV,
zonder heffing van inkomstenbe-
lasting en overdrachtsbelasting.
Wat zijn de voorwaarden?
Doorschuiving van
de boekwaarde
Het pand moet worden ingebracht
in de BV, door middel van door-
schuiving van de boekwaarde.
De met het pand samenhangende
schuld moet dus ook worden
ingebracht in dezelfde BV. U heeft
hiervoor de medewerking nodig
van de financier (uw bank).
Inbreng tegen uitreiking
van aandelen
De inbreng moet in principe plaats-
vinden tegen uitreiking van aandelen
in de BV. Een beperkte credite-
ring van € 2.500 is wel mogelijk.
Ook een agiostorting is mogelijk
en bent u enig aandeelhouder dan
is de inbreng tegen uitreiking van
aandelen niet vereist. Er kan dan
worden volstaan met een informele
kapitaalstorting. In alle situaties is
de voorwaarde wel dat u de aan-
delen niet vervreemdt gedurende
drie jaren na de inbreng. Deze voor-
waarde geldt ook bij agiostorting.
Minimaal voor 90%
aandeelhouder
Na de inbreng moet u direct of
indirect voor tenminste 90% van
het totaal geplaatste aandelen-
kapitaal aandeelhouder zijn van
de BV. Deze voorwaarde kan
problemen opleveren bij mede-
eigendom. In sommige gevallen
moet een nieuwe BV worden opge-
richt. Echtgenoten die in algehele
gemeenschap van goederen zijn
gehuwd hoeven dat niet, mits het
pand en de aandelen in dezelfde
verhouding op naam van beiden
staan.
Inbreng alleen in 2010
De inbreng moet plaatsvinden in
2010, dus vóór 1 januari 2011.
Bovendien moet u samen met
uw BV bij de Belastingdienst een
DGA
verzoek indienen om toepassing
van de inbrengfaciliteit. Wordt er
gestort op aandelen dan is een
inbrengbeschrijving nodig, die is
ondertekend door het bestuur van
de BV, alsmede een verklaring van
uw accountant. Bovendien moet het
pand worden getaxeerd. Bent u enig
aandeelhouder en wordt volstaan
met een informele kapitaalstorting,
dan is een inbrengbeschrijving en
een accountantsverklaring niet nodig.
Vrijstelling voor de
overdrachtsbelasting
Voor de overdrachtsbelasting geldt
als extra voorwaarde dat u het pand
al vóór 1 september 2009 aan de B.V.
ter beschikking stelde. De inbreng-
vrijstelling wordt teruggenomen
als het pand binnen drie jaar na de
inbreng worden vervreemd of als
de inbrenger binnen drie jaar na de
inbreng niet meer tenminste 90%
van de aandelen in de BV bezit.
Wel of niet inbrengen?
Deze vraag is niet met een simpel
ja of nee te beantwoorden. Zo is
vanaf dit jaar 12% van het resul-
taat uit een terbeschikkingstelling
vrijgesteld van inkomstenbelasting.
Ook mag u voortaan binnen de
terbeschikkingstellingsregeling een
herinvesterings-en kostenegalisatie-
reserve vormen. Aan de andere kant
moet normaal gesproken bij beëin-
diging van de terbeschikkingstelling
van het pand direct worden afge-
rekend en daarvoor zijn niet altijd
de financiële middelen beschikbaar.
Bovendien is de vrijstelling in de
overdrachtsbelasting een aantrek-
kelijke reden om gebruik te maken
van de eenmalige inbrengfaciliteit.
Al deze afwegingen spelen een rol.
CROP onderzoekt graag voor u
wat in uw situatie de beste optie is.
Neem hiervoor contact op met uw
contactpersoon bij CROP.
Let op!!
In de meeste geval-
len is het verstandig
om het pand met
terugwerkende kracht
in te brengen per
1 januari 2010. Zorg
in dat geval tijdig voor
een intentieverklaring/
voorovereenkomst.
doorschuiven
van privé naar de BV
Veel directeur-grootaandeel-
houders (dga’s) verhuren een
pand in privé aan hun BV. Is dat
bij u het geval dan heeft u te
maken met de terbeschikking-
stellingsregeling.Pand
6. 6
INVEstEERt u IN 2010 VOOR mEER DAN
€ 2.200 IN BEDRIJFsmIDDELEN, mAAK DAN
GEBRuIK VAN DE INVEstERINGsAFtREK. DIt
Is EEN ExtRA AFtREKPOst tER GROOttE VAN
EEN DEEL VAN hEt INVEstERINGsBEDRAG.
drie sOOrten investeringsaftrek
De investeringsaftrek bestaat uit drie onderdelen:
• de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kIA).
Bedoeld voor investeringen in nieuwe of gebruikte
bedrijfsmiddelen. De kIA is in 2010 fors uitgebreid.
• de energie-investeringsaftrek (EIA). Investeringen
in nieuwe bedrijfsmiddelen die vermeld staan op
de zogenoemde Energielijst van de Belastingdienst.
Zie:www.senternovem.nl/eia/energielijst/
• de milieu-investeringsaftrek (MIA). Investeringen
in nieuwe bedrijfsmiddelen die vermeld staan op
de zogenoemde Milieulijst MIA/VAMIL van de
Belastingdienst.
Zie:www.senternovem.nl/vamil_mia/milieulijst/
U kunt voor dezelfde investering geen energie-investe-
ringsaftrek én milieu-investeringsaftrek tegelijk krijgen.
Een combinatie met de kleinschaligheidsinvesteringsaf-
trek mag wel.
kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kia)
De kleinschaligheidsaftrek is vanaf 2010 ruimer.
De kIA geldt voor de eenmanszaak, BV, VOF en CV.
Het aftrekpercentage is gerelateerd aan de totale
investeringen in een jaar. Het hoogste percentage is
verhoogd naar 28%. De ondernemer kan van de kIA
profiteren met investeringen tot € 300.000.
Nieuw is ook dat zeer zuinige personenauto’s, waar-
onder elektrische auto’s, met ingang van 1 januari
2010 in aanmerking komen voor de kIA.
De investeringsaftrek geldt overigens niet voor alle
investeringen. Vraag uw accountant of belastingadvi-
seur naar de beperkingen en mogelijkheden. Verkoopt
u de investering weer binnen vijf jaar dan kan het zo
zijn dat u de aftrek deels moet terugbetalen. Dit heet
desinvesteringsbijtelling.
energie-investeringsaftrek (eia)
Ondernemers die investeren in energiezuinige tech-
nieken kunnen belastingvoordeel behalen met de EIA.
Van deze bedrijfsmiddelen is 44% extra aftrekbaar van
de winst wanneer het bedrag aan energie-investeringen
minimaal € 2.200 is. Uiteraard moet het bedrijfsmid-
del op de Energielijst staan en is het nog niet eerder
gebruikt.
In 2010 is het voor ondernemers aantrekkelijk om
in energiebesparing van hun bedrijfsgebouwen te
investeren. Hier vallen bijvoorbeeld diverse installaties
voor verlichting onder. Ook klimaatbesparingssyste-
men en warmte-terugwinningsinstallaties staan op de
Energielijst.
milieu-investeringsaftrek (mia)
Ondernemers kunnen in 2010 weer fiscaal voordelig
investeren in milieuvriendelijke technieken als zij
gebruik maken van de Milieu-investeringsaftrek (MIA)
en Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen
(Vamil). Het bedrijfsmiddel moet op de milieu-
lijst staan en voor de MIA geldt bovendien dat het
LEt OP!!
De kosten van een
energie-advies komen
ook voor aftrek in
aanmerking.
PROFItEER VAN
INVEstERINGsAFtREK
IN 2010
7. 7
bedrag aan milieu-investeringen minimaal € 2.200
bedraagt. De aftrek kan hier oplopen tot 40% van
het investeringsbedrag.
Hogere aftrek
In verband met de crisismaatregelen geldt sinds juni
2009 voor veel investeringen een hoger aftrekpercen-
tage. Deze hogere aftrekmogelijkheden blijven in 2010
gehandhaafd. Daarnaast kunnen ondernemers die
niet tot de visserij, land- of tuinbouw behoren, in 2010
gebruik maken van 20 procent extra MIA, mits ze vóór
de economische crisis financieel gezond waren en tot
een maximum van 500.000 euro extra steun per onder-
neming. Om in aanmerking te komen, moeten zij een
modelverklaring van de belastingdienst meesturen met
het meldingsformulier. De modelverklaring is te vinden
op www.belastingdienst.nl/download/2445.html.
VAMIL
Met de Vamil kunt u een milieu-investering op een
willekeurig moment afschrijven. Door een snellere
afschrijving behaalt u rente- en liquiditeitsvoordeel.
In verliessituaties kan het uitstellen van afschrijving
juist gunstig zijn.
Investeringen ter bevordering van de
economische ontwikkeling
Om bedrijven te stimuleren ook tijdens de econo-
mische crisis te blijven investeren is er een tijdelijke
regeling Willekeurige Afschrijving voor investeringen
Let op!!
Een voorwaarde voor toepassing van zowel de EIA, als de MIA en
de VAMIL is dat de investering tijdig wordt aangemeld bij het Bureau
Investeringsregelingen en Willekeurige afschrijving (IRWA) te Breda.
U vindt het meldingsformulieren op de website van Agentschap NL
(voorheen: Senter-Novem) te Zwolle.
http://www.senternovem.nl/mmfiles/Meldingsformulier%20EIA%20
2010_tcm24-324911.pdf (voor de EIA) en
http://www.senternovem.nl/vamil_mia/publicaties/aanvraagformu-
lieren_mia_en_vamil.asp (voor de MIA en VAMIL).
U kunt uw belastingadviseur of accountant ook machtigen om de
aanvraag voor u te doen. Meld de investering op tijd:
• aanvraagtermijn aanschafkosten:
Stuur het formulier in binnen drie maanden na de opdracht
voor de aanschaf.
• aanvraagtermijn voortbrengingskosten:
Het Bureau IRWA moet uw melding ontvangen hebben binnen
drie maanden na het eind van het kalenderkwartaal waarin de
voortbrengingskosten zijn gemaakt. Neemt u het bedrijfsmid-
del waarvoor de voortbrengingskosten zijn gemakt in de loon
van datzelfde kalenderkwartaal in gebruik? Meld de kosten
dan binnen drie maanden na de datum van ingebruikneming.
in bedrijfsmiddelen die voldoen aan de volgende
voorwaarden:
1. Het bedrijfsmiddel is niet eerder gebruikt, en
2. Het bedrijfsmiddel is aangeschaft/voortgebracht in
• 2009 en in gebruik genomen
vóór 1 januari 2012 of
• 2010 en in gebruik genomen
vóór 1 januari 2013
3. Op het bedrijfsmiddel wordt niet uit andere
hoofde willekeurig afgeschreven en
4. Het bedrijfsmiddel is niet uitgesloten van wille
keurige afschrijving. Denk hierbij aan gebouwen,
woonschepen, bromfietsen, motorrijwielen,
personenauto’s (met uitzondering van zeer zui-
nige personenauto’s) die niet bestemd zijn voor
beroepsvervoer, immateriële activa, dieren en
bedrijfmiddelen die bestemd zijn om (indirect)
hoofdzakelijk ter beschikking te worden gesteld
aan derden (met uitzondering van kortstondige
verhuur aan opeenvolgende huurders).
Wordt aan bovengenoemde voorwaarden voldaan,
dan kan de willekeurige afschrijving alleen plaatsvinden
in 2009 en 2010 (bij aanschaf/voortbrenging in 2009)
en 2010 en 2011 (bij aanschaf/voortbrenging in 2010).
De willekeurige afschrijving bedraagt maximaal 50%
van de af te schrijven aanschaffings-/voortbrengings-
kosten per jaar.
ondernemer
8. 8
BENt u ALs ONDERNEmER
GRENsOVERschRIJDEND
BEZIG DAN hEEFt u EEN
LIstING-VERPLIchtING. DIt
hOuDt IN DAt u PERIODIEK
EEN APARt FORmuLIER
mOEt INDIENEN BIJ DE
BELAstINGDIENst, WAAROP
DE GRENsOVERschRIJDEN-
DE DIENstEN OF LEVERIN-
GEN AAN ANDERE ONDER-
NEmERs IN DE Eu ZIJN
VERmELD. DOEt u DIt NIEt,
DAN RIsKEERt u EEN BOEtE
VAN mAxImAAL € 4.537.
eÉn Opgaaf vOOr
intracOmmunautaire prestaties
Ondernemers die goederen leveren aan een
ander EU-land zijn al jaren bekend met de
opgaaf intracommunautaire leveringen (ICL).
Omdat voortaan ook dienstverleners met
grensoverschrijdende diensten een opgaaf
moeten doen is de ICL vervangen door de
opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP).
grensOverschrijdende diensten
Met ingang van 1 januari 2010 is de plaats
van dienst voor de omzetbelasting veranderd.
In de meeste gevallen geeft de ondernemer
die de diensten afneemt, de btw aan in eigen
land. Dit betekent dat u als dienstverlener
voortaan facturen zonder btw verstuurt aan
uw buitenlandse afnemer (ondernemer). Wel
moet u op de factuur vermelden dat de btw is
verlegd en heeft u het btw-identificatienum-
mer van de afnemer nodig. Dit nummer moet
u ook op de factuur vermelden en heeft u
nodig voor de opgaaf ICP.
termijnen vOOr Opgaaf icp
U moet periodiek de opgaaf ICP indienen.
Dit kan via het beveiligde gedeelte van de
internetsite van de Belastingdienst. Nadat u
bent ingelogd, vindt u de opgaaf terug onder
de overige formulieren. Ook CROP kan de
opgaaf voor u verzorgen. In dat geval gaat
de opgaaf via een zogenoemd BAPI-kanaal.
Bij een onvolledige of onjuiste opgaaf ICP
ontvangt u een mededeling waarin u wordt
verzocht om de ontbrekende of onjuiste
ge-gevens aan te vullen of te herstellen.
Wanneer u opgaaf ICP moet doen hangt
af van uw situatie:
Heeft u in de tweede maand van het kwar-
taal de grens van € 100.000 aan intracommu-
nautaire leveringen overschreden? Dan doet u
eenmalig na twee maanden opgaaf en vervol-
gens maandelijks. Is de omzet per jaar lager
dan € 15.000, dan mag u onder voorwaarden
de ICP-opgaaf per jaar doen.
GRENSOVERSCHRIjDENDE PREStAtIES:
DENK AAN IcP-OPGAAF!
intracommunautaire diensten en
leveringen
Omzet intracommunautaire
prestaties per kwartaal
termijn icp-opgaaf
Diensten n.v.t. Per maand, maar mag
ook per kwartaal
Leveringen € 100.000 Per kwartaal
€ 100.000 Per maand
ONDERNEmER
LEt OP!!
De opgaaf ICP is pas vanaf half april 2010
beschikbaar via het beveiligde internetge-
deelte van de Belastingdienst. Dit betekent
dat u op dit moment nog geen maandop-
gaaf ICP kunt doen. Over het eerste kwar-
taal van 2010 mag u daarom een kwartaal-
opgaaf doen, ook als u in die periode de
grens van € 100.000 heeft overschreden.
Wordt er via het BAPI-kanaal opgaaf ICP
gedaan, dan is de maandopgaaf wel vereist.
eU
9. 9
Fiscaal vriendelijk
aandelen schenken
Wanneer u aandelen in uw BV schenkt, dan moest u in
het verleden 25% inkomstenbelasting (box 2) betalen
over de waarde van de aandelen verminderd met de
verkrijgingsprijs. Vanaf 2010 is in de inkomstenbelas-
ting een doorschuiffaciliteit opgenomen. De verschul-
digde inkomstenbelasting hoeft niet direct te worden
afgerekend, maar de claim mag onder voorwaarden
worden doorgeschoven naar de verkrijger van de
aandelen.
Wat zijn de voorwaarden?
Het doorschuiven van de claim kan alleen als de BV
waarin de aandelen worden verkregen een materiële
onderneming drijft. In de onderneming moeten daad-
werkelijk bedrijfsactiviteiten plaatsvinden in plaats
van alleen maar vermogensbeheer. Wel mag het in de
onderneming aanwezige beleggingsvermogen mee-
genomen worden tot een maximum van 5% van de
waarde van het ondernemingsvermogen.
Aanvullende eisen aan de verkrijger
De verkrijger moet een binnenlandse particulier zijn.
Daarnaast geldt de eis dat de verkrijger al drie jaar
voor de schenking bij de BV in dienstbetrekking is of
al drie jaar statutair bestuurder is van de BV. Onder
voorwaarden kan ook gebruik worden gemaakt van
de doorschuiffaciliteit als de verkrijger in dienstbetrek-
king is bij de werk-BV en de aandelen in de holding
worden geschonken.
Vereenvoudigd voorbeeld
doorschuiffaciliteit
Stel, vader heeft een BV en wil zijn aanmerkelijk
belangaandelen schenken aan zijn zoon.
De verkrijgingsprijs van de aandelen was € 18.000 en
de aandelen zijn op dit moment € 80.000 waard. Van
dit bedrag heeft € 60.000 betrekking op de materiële
onderneming en € 20.000 op het beleggingsvermo-
gen. De doorschuiffaciliteit mag nu worden toegepast
op € 63.000. Dit bedrag is opgebouwd uit € 60.000
dat betrekking heeft op de materiële onderneming
en 5% van € 60.000, oftewel € 3.000. Er is namelijk
beleggingsvermogen aanwezig en daarom mag hier-
voor 5% van de waarde van het ondernemingsver-
mogen worden meegenomen. Vader zou dus moeten
afrekenen over € 17.000 (€ 80.000 waarde van de
aandelen - € 63.000). Omdat hier de verkrijgingsprijs
van € 18.000 op in mindering mag worden gebracht,
hoeft vader dus niet af te rekenen in box 2.
De doorschuiffaciliteit in combinatie met
doorschuiven tbs-pand naar de BV
In deze nieuwsbrief vindt u ook een artikel over het
doorschuiven van een terbeschikking gesteld pand
van privé naar de BV. Maakt u van deze mogelijkheid
gebruik dan valt dit pand in het ondernemingsvermo-
gen van de BV. De doorschuiffaciliteit bij schenking
van de aandelen ziet dan ook op de waarde van het
pand. U moet het pand dan wel hebben ingebracht in
een materiële onderneming. Heeft u het pand inge-
bracht in een nieuw opgerichte BV waarin verder geen
activiteiten plaatsvinden, dan kunt u geen gebruik
maken van de doorschuiffaciliteit.
Verzoek aan de Belastingdienst
Wilt u gebruik maken van de doorschuiffaciliteit,
dan moet u samen met de verkrijger een schriftelijk
verzoek indienen bij de Belastingdienst.
Let op!!
De doorschuiffaciliteit
bestaat al langer bij
vererving van aande-
len. Vanaf 2010 wordt
ook hier de eis gesteld
dat de BV een materi-
ële onderneming moet
drijven.
DGA
10. 10
DE BELAstINGDIENst hEEFt hAAR BOEtEBELEID AANGE-
schERPt. DE BOEtE VOOR hEt NIEt OF NIEt OP tIJD DOEN
VAN DE BELAstINGAANGIFtE Is VANAF 1 JANuARI 2010 FORs
OmhOOG GEGAAN. ONDERNEmER EN PARtIcuLIER BEtALEN
VOORtAAN BIJ DIt VERZuIm tOt mAxImAAL € 4920 (WAs
€ 1134). NIEuW Is DAt DE BELAstINGDIENst VOORtAAN OOK
EEN BOEtE KAN OPLEGGEN ALs ER tEN ONREchtE GEEN BIJ-
tELLING hEEFt PLAAtsGEVONDEN VOOR hEt PRIVéGEBRuIK
VAN DE AutO VAN DE ZAAK.
te laat indienen van de
aangifte inkOmsten- en
vennOOtschapsbelasting
Als het de eerste keer is dat een
ondernemer niet of niet op tijd aan-
gifte vennootschapsbelasting doet,
is de fiscus de helft milder: € 2.460
(was € 567). toch nog altijd een fors
bedrag. Bij de inkomstenbelasting
blijft de Belastingdienst voor vroege
overtreders hetzelfde beleid voeren:
bij de eerste keer een boete van
€ 226. De tweede keer bedraagt de
boete € 984.
Voortaan worden deze boetes elke
vijf jaar aangepast aan de inflatie.
Het ministerie van Financiën heeft
voor speciale groepen belasting-
plichtigen waaronder de automo-
bilisten en zwartspaarders aparte
boetebedragen of –percentages
vastgesteld.
geen pardOn vOOr
zwartspaarders
Met ingang van 1 juli 2009 is de
boete voor het niet aangeven van
bezittingen in box 3, zoals spaar-
geld of huizen in het buitenland,
verhoogd tot maximaal 300 procent
van de verschuldigde belasting. In
eerste instantie zal bij grove schuld
bij een navorderingsaanslag die
betrekking heeft op box III-inkomen
een boete worden opgelegd van
75%. Is sprake van opzet, dan zal
de boete 150% bedragen. Bij recidi-
ve kunnen deze boeten dus worden
verdubbeld tot maximaal 300%.
Belastingplichtigen die gebruik
maken van de zogenoemde inkeer-
regeling, waarbij vrijwillig het zwart
vermogen wordt aangegeven, kon-
den tot 1 januari 2010 een boete
vermijden. Maar sinds die datum
kan een boete van 15 procent (van
de verschuldigde belasting) worden
opgelegd, wanneer de belasting-
plichtige inkeert nadat twee jaar of
meer zijn verstreken na het beboet-
bare feit. Een belastingplichtige
heeft dus nog slechts twee jaar de
tijd om zonder boete openheid van
zaken te geven na het doen van een
te lage aangifte inkomstenbelasting,
vennootschapsbelasting of erf- en
schenkbelasting.
bOete bij niet aangeven van
de bijtelling privÉgebruik
autO van de zaak
De verzuimboete voor het (gedeel-
telijk) niet of (tijdig) betalen van
een aangiftebelasting, zoals de
loonheffingen en de omzetbelas-
ting, bedraagt € 492. Als blijkt dat
er ten onrechte geen bijtelling heeft
plaatsgevonden voor het privé-
gebruik auto van de zaak wordt
een boete opgelegd van € 3.936
(80% van het wettelijk maximum
€ 4.920). In bijzondere gevallen kan
een boete van maximaal € 4.920
worden opgelegd. De vergrijpboete
bij een naheffingsaanslag bedraagt
in dat geval 40% (van de naheffing)
als sprake is van grove schuld en
80% als sprake is van opzet. De ver-
grijpboete wordt echter 100%,
indien er een onjuiste of onvolledige
rittenregistratie is overlegd.
tOt slOt
Heeft de Belastingdienst u een
boete opgelegd, neem dan zo snel
mogelijk contact op met uw belas-
tingadviseur. Hij of zij kan beoorde-
len of de boete niet te hoog is en zo
nodig bezwaar maken.
BELAstINGDIENst
stRENGER MEt BOEtEs
ALLE BELAstINGPLIchtIGEN
LEt OP!!
Ook als u de ver-
schuldigde belas-
ting niet of niet op
tijd betaalt kan de
Belastingdienst een
boete opleggen.
te laat indienen van de
aangifte inkOmsten- en
vennOOtschapsbelasting
Als het de eerste keer is dat een
ondernemer niet of niet op tijd aan-
gifte vennootschapsbelasting doet,
is de fiscus de helft milder: € 2.460
(was € 567). toch nog altijd een fors
bedrag. Bij de inkomstenbelasting
€
11. Man en vrouw in
de onderneming?
Let op de taakverdeling!
Ongebruikelijk samenwerkingsverband
Sommige werkzaamheden tellen namelijk niet mee
voor het urencriterium. Samenwerkingsverbanden van
echtgenoten kunnen zo zijn ingericht dat ze ongebrui-
kelijk zouden zijn voor niet-echtgenoten. Als er sprake
is van zo’n ongebruikelijk samenwerkingsverband,
kan dat betekenen dat één partner niet in aanmerking
komt voor de zelfstandigenaftrek en andere onderne-
mersfaciliteiten. Of hiervan sprake is, hangt af van de
werkzaamheden die de partners verrichten. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen ‘hoofdactiviteiten’, ‘niet-
ondersteunende werkzaamheden’ en ‘overige werk-
zaamheden’, die enigszins gelijk verdeeld moeten zijn.
Wanneer een partner bijvoorbeeld alleen administra-
tief werk in een kwekerij doet, is dat niet voldoende.
Man en vrouw moeten allebei gelijkwaardig bezig zijn
met het bedrijf, allebei ondernemer zijn. Een man/
vrouw-firma tussen bijvoorbeeld een tandarts en
een tandarts-assistente wordt hiermee fiscaal gezien
ongebruikelijk. De tandarts-assistente krijgt in dit
voorbeeld niet de zelfstandigenaftrek.
Werkzaamheden
Waar moet u aan denken bij de juiste verdeling
aan hoofdwerkzaamheden en ondersteunende
activiteiten?
Tot de ondersteunende werkzaamheden behoren
o.a. het voeren van de administratie, schoonmaak-
werkzaamheden en het oppakken van de telefoon.
Bij hoofdactiviteiten moet u denken aan het maken
van offertes, het aantrekken van werknemers en
de communicatie met klanten en leveranciers.
Het is raadzaam de taakverdeling gelijk te verdelen
en op papier te zetten. Daaruit moet blijken wie
welke taken heeft binnen de firma. Bij een eventueel
meningsverschil met de fiscus ligt de bewijsvoering
bij de firma.
Voorbeeld
Dat de inspecteur en de rechter zwaar tillen aan goed bewijsmate-
riaal laat een zaak zien die onlangs diende voor het gerechtshof in
Leeuwarden. Man, vrouw en zoon zijn met hun drieën in firmaverband
eigenaar van een sloopbedrijf en groothandel in antieke bouwmateri-
alen. De vrouw, het ‘visitekaartje’ van het bedrijf, kon aan de rechter
niet duidelijk maken dat zij voldoende uren aan de hoofdactiviteiten
besteedde. Zij kon geen gespecificeerde urenadministratie overleggen
maar slechts een eenvoudige opsomming van werkzaamheden.
Hoewel deze vrouw ongetwijfeld meer dan 1225 uur in het bedrijf stak,
kreeg ze geen zelfstandigenaftrek!
Als ondernemer heeft u recht op de ondernemersaftrek als u voldoet
aan het urencriterium. Dit houdt in dat u minimaal 1225 uren besteedt
aan de onderneming en voor meer dan 50% van uw totale arbeidstijd.
Het urencriterium bepaalt of u recht heeft op de zelfstandigenaftrek.
Bij een samenwerkingsverband tussen echtgenoten, bijvoorbeeld in
een man/vrouw-firma, kunt u hiervan beiden profiteren. Maar let op,
er zitten addertjes onder het gras!
ondernemer
11
12. 12
Als eigenwoningbezitter wilt u natuur-
lijk op de hoogte blijven van alle ont-
wikkelingen rondom de eigen woning.
In 2010 is een aantal fiscale regels
gewijzigd. Hoog tijd voor een update!
Eigenwoningforfait hoger
voor dure woningen
Eigenwoningbezitters moeten het eigenwoningforfait
bij hun inkomen tellen. Daar staat tegenover dat u
bepaalde kosten, zoals de hypotheekrente, in aftrek
kunt brengen. Het eigenwoningforfait is een percentage
van de woz-waarde. Ligt deze tussen de € 75.000 en
€ 1.010.000, dan is het percentage 0,55%. Is de woz-
waarde hoger, dan is het eigenwoningforfait € 5.555 +
0,80% van de woz-waarde boven € 1.010.000.
Hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur
Door de economische crisis is het nog steeds moeilijk
om een huis te verkopen. Steeds meer huiseigenaren
besluiten dan ook om hun oude woning te gaan ver-
huren. De woning verhuist inclusief eigenwoningschuld
naar box 3 en u heeft voor deze woning geen recht
meer op hypotheekrenteaftrek. Speciaal voor deze situ-
atie is nu een tegemoetkoming geregeld. Als de woning
na de verhuurperiode opnieuw leegstaat, dan is weer
hypotheekrenteaftrek voor deze woning mogelijk. De
hypotheekrente kan nog worden afgetrokken tot maxi-
maal twee jaar na het kalenderjaar waarin u zelf de
woning heeft verlaten. De tegemoetkoming geldt ook
in situaties waarin de verhuur al vóór 1 januari 2010 is
aangevangen.
Woz-waarde steeds belangrijker
Zowel bij de bepaling van het eigenwoningforfait,
als voor de waardering van woningen in box 3, is de
woz-waarde bindend. Deze waarde wordt dus steeds
belangrijker. Binnen acht weken na aanvang van het
jaar, ontvangt u van de gemeente de woz-beschikking.
Vaak is deze verwerkt in het aanslagbiljet gemeentelijke
belastingen. Bent u het niet eens met de vastgestelde
waarde, maak dan tijdig (binnen zes weken) bezwaar.
Bijleenregeling eigen woning
in 2010 eenvoudiger
Door de bijleenregeling bent u verplicht om de over-
waarde die u behaald bij de verkoop van uw woning
te gebruiken voor u nieuw aangekochte woning.
De bijleenregeling is nu op drie punten vereenvoudigd.
De termijn voor de eigenwoningreserve is van vijf jaar
naar drie jaar gegaan. De bijleenregeling is hierdoor
minder vaak van toepassing.
De goedkoperwonenregeling is afgeschaft.
De renteaftrek voor meegefinancierde kosten wordt
uitgebreid. Ook doorstromers op de woningmarkt
mogen voortaan de rente over meegefinancierde kosten
(bijvoorbeeld afsluitprovisie, notaris- en taxatiekosten)
aftrekken.
De winterschilder mag weer komen
Het schilderen, stukadoren en aanbrengen van behang
aan woningen van twee jaar of ouder, vallen sinds 15
september 2009 onder het verlaagde btw-tarief van 6%.
Het lage tarief geldt ook bij het laten aanbrengen van
isolatiemateriaal aan dak, muur en vloeren van woningen
ouder dan twee jaar. Vanaf 2010 valt ook het schoon-
maakwerk in de woning onder het verlaagde tarief.
Fiscale actualiteiten
eigen woning
Alle belastingplichtigen
-/+
WAO
waarde
Let op!!
Voor schoon-
maakwerkzaam-
heden aan de
buitenkant van
woningen, zoals
gevelreiniging en
glazenwassen,
en voor speci-
fieke schoon-
maakdiensten
binnen woningen
zoals schoor-
steenvegen en
CV-reiniging,
geldt het alge-
mene btw-tarief
van 19%.
Let op!!
In de meeste
gevallen is
bezwaar pas
aantrekkelijk
als de werke-
lijke waarde ten
minste € 10.000
lager is.
13. 13
maXimaal drie maanden heffingsrente
Het percentage heffingsrente en invorderingsrente is
voor het eerste kwartaal 2010 vastgesteld op 2,50%.
Over de door de Belastingdienst in rekening te brengen
heffingsrente, heeft de Hoge Raad in september 2009
een belangrijke uitspraak gedaan. Door deze uitspraak
mag de Belastingdienst u voortaan heffingsrente bereke-
nen over een periode tot maximaal drie maanden nadat
u de aangifte (of het verzoek om een voorlopige aan-
slag) heeft ingediend. Het uitgangspunt is namelijk dat
de belastingdienst de (voorlopige) aanslag binnen drie
maanden moet hebben opgelegd.
ALLE BELAstINGPLIchtIGEN
WERKGEVER ONDERNEmER
ALLE BELAstINGPLIchtIGEN
dwangsOm als de belastingdienst
te laat beslist
Als u een aanvraag of een bezwaar tegen een
aanslag bij de Belastingdienst indient, dan moet u
binnen de wettelijke termijn een beslissing ontvan-
gen. Gebeurt dit niet, dan kunt u de Belastingdienst
in gebreke stellen en een dwangsom eisen. Op de
site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.
nl) kunt u het formulier “Dwangsom bij niet tijdig
beslissen” downloaden. Met dit formulier verzoekt
u de Belastingdienst om alsnog binnen 2 weken
een beslissing te nemen en geeft u aan dat u een
dwangsom eist, als u niet binnen deze termijn een
beslissing ontvangt. De dwangsom kan oplopen
tot maximaal € 1.260.
deeltijd-ww verlengd
tOt 1 april 2010
De deeltijd-WW wordt verlengd tot 1 april
2010, maar de regeling stopt eerder als het
beschikbare geld op is. Dat heeft minister
Donner van Sociale Zaken bekend gemaakt.
Met behulp van de deeltijd-WW krijgen
gezonde bedrijven, die tijdelijk minder
werk hebben, de mogelijkheid om hun vak-
krachten te behouden. Wilt u meer weten
over de regeling, kijk dan eens op de site
van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (www. minszw.nl).
btw-privÉgebruik autO: maak tijdig bezwaar
Rijdt u of uw personeel in een auto van de zaak, dan heeft
u in de laatste btw-aangifte van het jaar een correctie voor
het privégebruik moeten opgeven. In de meeste gevallen
bedraagt de correctie 12% x 25% x cataloguswaarde van
de auto. In 2008 heeft de Hoge Raad aan het Europese Hof
van justitie gevraagd of Nederland de correctie op deze
manier wel mag toepassen. tot nu toe is hier nog geen dui-
delijkheid over. Om uw rechten te behouden, is het daarom
verstandig om tijdig bezwaar te maken.
1 2
3
12 tIPs1e kwartaal 2010
4
12 tIPs +
14. 14
vrijstelling Overdrachtsbelasting
mOnumenten vervallen
De vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de
verkrijging van rijksmonumenten die vanaf 1 mei
2009 ook voor particulieren gold (en daarvoor alleen
voor rechtspersonen), is per 1 januari 2010 vervallen.
Zowel particulieren als rechtspersonen betalen
dus per 1 januari 2010 overdrachtsbelasting bij de
verkrijging van monumentaal pand. De vrijstelling zal
worden vervangen door een gerichte subsidie van het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
wajOng-adviesvOuchers
vOOr mkb-bedrijven
Mkb-bedrijven kunnen vanaf 15 februari 2010 een
Wajong-adviesvoucher aanvragen. Een re-integratie-
bedrijf kan met de voucher voor een werkgever
onderzoeken of er mogelijkheden zijn een jongehan-
dicapte een baan bij een reguliere werkgever aan te
bieden. Het ministerie van Sociale Zaken vergoedt
de kosten van het onderzoek tot een maximum van
€ 2.500. Bedrijven kunnen de voucher aanvragen bij
Agentschap NL (voorheen: SenterNovem)
(www.nlinnovatie.nl/wajong-vouchers). Er zijn tot
14 februari 2011 duizend adviesvouchers beschikbaar.
dienstenlOket van start Op antwOOrd vOOr bedrijven
De centrale ondernemerssite van de overheid, Antwoord voor Bedrijven
(www.antwoordvoorbedrijven.nl), heeft het Dienstenloket geopend.
Het Dienstenloket maakt het voor ondernemers mogelijk om via de
zogeheten Berichtenbox vragen te stellen en vergunningen aan te vra-
gen in Nederland en andere Europese lidstaten.
Het dienstenloket is een gevolg van de Europese Dienstenrichtlijn. Doel
van deze richtlijn is dat dienstverleners gemakkelijk overal in de EU aan
de slag kunnen. De richtlijn neemt belemmeringen zoals regelgeving,
administratieve lasten en hoge kosten, weg of vermindert ze. Alle lidsta-
ten zijn tevens verplicht een elektronisch loket in te richten waar dienst-
verleners informatie vinden en procedures af kunnen wikkelen die nodig
zijn om in een land aan de slag te kunnen. Nederland is het eerste land
in de EU wat een dergelijk loket heeft ingericht.
pensiOen-bv mag OOk in
eu-lidstaat gevestigd zijn
Als directeur-grootaandeelhouder heeft u
de mogelijkheid om uw pensioen ‘in eigen
beheer’ uit te voeren, dat wil zeggen in uw
eigen BV of in een aparte pensioen-BV. Aan
‘eigen beheer’ worden wel een aantal voor-
waarden gesteld. Wilt u weten welke dit zijn,
neem dan contact op met uw belastingad-
viseur. Vanaf 2010 mag een pensioen-BV
ook zijn gevestigd in een andere lidstaat van
de Europese Unie, of in een bij ministeriële
regeling aangewezen andere staat binnen de
Europese Economische Ruimte.
7 8
5 6 ONDERNEmER
ALLE BELAstINGPLIchtINGEN
DGA
WERKGEVER
12 tIPs+
12 tIPs1e kwartaal 2010
15. 15
check uw brandstOfverbruik en catalOguswaarde
De Rijksdienst voor het Wegverkeer (www.rdw.nl) heeft haar
online-service uitgebreid. Vanaf januari 2010 treft u, als u het
kenteken van de auto ingeeft, naast de technische en milieu-
gegevens van het voertuig, voortaan ook de catalogusprijs.
Het gaat alleen om voertuigen die vanaf 1 januari 2010 voor
het eerst op naam zijn gezet. Voor oudere auto’s moet u, voor
de cataloguswaarde, nog steeds uitgaan van de historische
prijslijsten van de officiële importeurs.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft ook het brandstofver-
bruiksboekje 2010 gepubliceerd. In het boekje staat het verbruik
en de CO2-uitstoot van vrijwel alle nieuwe auto’s op een rij.
Het boekje kan u, als koper, helpen bij de keuze voor een nieuwe,
zuinige en milieuvriendelijke auto en is gratis te downloaden.
kleinebanenregeling vOOr jOnge werklOze
Met de kleinebanenregeling doet de regering een poging om
jeugdwerkloosheid te bestrijden. De regeling houdt in dat een
werkgever voor een werknemer jonger dan 23 jaar met een kleine
baan, geen premies werknemersverzekeringen hoeft te betalen.
Ook wordt voor die werknemer de inkomensafhankelijke bijdrage
Zorgverzekeringswet op nul gezet. U hoeft als werkgever dan ook
geen vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage te geven.
U moet wél gewoon loonbelasting/premie volksverzekeringen
inhouden en afdragen.
Van een kleine baan is sprake als het loon voor een 22-jarige niet
meer bedraagt dan maximaal € 600 per maand. Voor lagere leef-
tijden gelden lagere bedragen. De regeling geldt (voorlopig) voor
één jaar, dus tot 1 januari 2011.
aftrek alimentatieverplichtingen aan banden
Staatssecretaris De jager heeft de dubbele aftrek van
alimentatieverplichtingen en periodieke giften gerepa-
reerd. Vanaf 30 december 2009 is het niet meer moge-
lijk om de toekomstige alimentatieverplichting en de
verplichting tot een periodieke gift als schuld in box 3
op te nemen. Deze verplichtingen kunnen nog wel als
een box 3-schuld op waardepeildatum 1 januari 2009
worden opgevoerd, maar niet meer op waardepeildatum
31 december 2009. Uiteraard mag u de door u betaalde
partneralimentatie wel als persoonsgebonden aftrekpost
in aanmerking blijven nemen en ook de jaarlijkse gift
blijft aftrekbaar in box 1.
studerende werknemers
de mOeite waard
De afdrachtvermindering onderwijs is
bedoeld om onderwijs te stimuleren.
Deze afdrachtvermindering is in 2010
uitgebreid met de afdrachtvermindering
voor verhoging van het opleidingsniveau
van de werknemer. Deze afdrachtvermin-
dering bedraagt € 500 per werknemer,
geldt voor één jaar en uitsluitend voor
opleidingen die in 2010 zijn gestart.
10
11
9
12
ALLE BELAstINGPLIchtINGEN ALLE BELAstINGPLIchtINGEN
WERKGEVER WERKGEVER
ONDERNEmER
Btw-privégebruik auto:
maak tijdig bezwaar
16. AmERsFOORt
Uraniumweg 23 3812 Rj Amersfoort
Postbus 468 3800 AL Amersfoort
tel. (033) 463 57 27 amersfoort@crop.nl
ARNhEm
Mr. E.N. van kleffensstraat 4 6842 CV Arnhem
Postbus 1210 6801 BE Arnhem
t (026) 351 02 28 arnhem@crop.nl
EDE
Rubensstraat 169 6717 VE Ede
t (0318) 648 148 ede@crop.nl
hOOFDDORP
Opaallaan 1208 2132 LN Hoofddorp
Postbus 245 2130 AE Hoofddorp
t (023) 562 62 48 hoofddorp@crop.nl
LEusDEN
Storkstraat 24 3833 LB Leusden
Postbus 102 3830 AC Leusden
t (033) 495 25 00 leusden@crop.nl
NIEuWEGEIN
Marconibaan 59 B 3439 MR Nieuwegein
Postbus 584 3430 AN Nieuwegein
t (030) 604 00 35 nieuwegein@crop.nl
cOLOFON
Nieuwsbrief is een uitgave van
CROP registeraccountants en
CROP belastingadviseurs
realisatie:
BenedenBoven
Marketing en Communicatie
Barneveld
benedenboven.nl
CROP registeraccountants en
CROP belastingadviseurs streven
steeds naar betrouwbaarheid van de
gepubliceerde informatie. Niettemin
kunnen wij geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor eventueel in deze
uitgave voorkomende onjuistheden.