2. Inhoudsopgave
Inhoudsopgave .................................................................................................................................... 2
Inleiding ............................................................................................................................................... 3
Wat is rsi?............................................................................................................................................ 4
Hoe ontstaat rsi? ................................................................................................................................. 4
Hoe herkent u rsi-klachten? ................................................................................................................ 4
Hoe voorkomt u rsi? ............................................................................................................................ 5
Het instellen of aanpassen van de werkplek ....................................................................................... 6
Rsi-preventieoefeningen ..................................................................................................................... 7
Werkplekadvies ErgoProfs 2
3. Inleiding
ErgoProfs heeft in opdracht van uw werkgever een werkplekonderzoek uitgevoerd met betrekking tot
uw werkplek. Deze handleiding fungeert als naslagwerk voor het uitgevoerde werkplekonderzoek. Alle
informatie, richtlijnen en tips die u hebt gekregen tijdens het individuele werkplekadvies kunt u hierin
terugvinden. In dit naslagwerk gaan we tevens in op het ontstaan van rsi (Repetitive Strain Injury).
Hoe herkent u rsi? En hoe kunt u het voorkomen? We sluiten af met diverse rsi-preventieoefeningen.
De wijze waarop de werkplek is ingericht en de instellingen van het meubilair zijn van essentieel
belang bij het voorkomen van rug-, schouder-, nek- en armklachten. Tot de ergonomische werkplek
behoren onder andere een instelbare stoel en tafel. Het hebben van dit meubilair is echter niet
voldoende. Ook de wijze waarop het meubilair is ingesteld en de inrichting van de werkplek helpt
klachten te voorkomen.
Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken. Binnen het veilige gebied tussen de wettelijke
richtlijnen en normen dient een dynamische werkplek te ontstaan waar de medewerker zelf invloed op
heeft. Zo kan de kwaliteit van de werkplek, en het werk, verhoogd worden.
Werkplekadvies ErgoProfs 3
4. Wat is rsi?
De term rsi wordt het meest gebruikt voor cumulatief letsel van spieren, pezen en zenuwen in de
armen, schouders en nek. Al geruime tijd is ‘KANS’ de nieuwe verzamelnaam voor rsi. KANS staat
voor klachten van armen, nek en schouders. Deze term is tot stand gekomen omdat rsi de lading niet
volledig dekt. In de praktijk wordt er vaak nog vaak gesproken over rsi, omdat deze term meer
bekendheid heeft en in de volksmond gebruikt wordt.
Rsi of KANS wordt veroorzaakt door een combinatie van overmatig gebruik, voortdurend terugkerende
bewegingen en een eenzijdige (verkeerde) houding. Dit is niet alleen van toepassing tijdens het werk
maar ook tijdens andere dagelijkse activiteiten. Vermoeidheid en (werk)stress spelen hierbij een
belangrijke rol.
Hoe ontstaat rsi?
Het menselijk lichaam is er niet op gemaakt om gedurende een langere periode statisch werk te
verrichten. Uit medisch onderzoek is gebleken dat tijdens licht statische arbeid de doorbloeding van
de spieren met 80 procent afneemt. Dit betekent dat de spieren nog maar een vijfde van de normale
hoeveelheid zuurstof krijgen toegediend. Dat kan leiden tot een ophoping van afvalstoffen in het
spierweefsel. Het aanmaken van afvalstoffen bij spierspanning is een natuurlijk proces, bij
ontspanning en een goede doorbloeding voert het lichaam deze afvalstoffen normaliter weer af.
Wanneer de doorbloeding vermindert, kan het lichaam de afvalstoffen niet meer goed afvoeren. Dit
veroorzaakt in veel gevallen de eerste pijnklachten. Wanneer de pijnklachten erger worden, spreken
we van rsi-klachten.
Hoe herkent u rsi-klachten?
De klachten bij rsi zijn zeer divers. Voorbeelden van rsi-klachten zijn pijn, overgevoeligheid,
vermoeidheid, tintelingen, stijfheid, een verminderde beweeglijkheid van gewrichten en een afname
van de spierkracht. Het optreden van de symptomen van rsi is in drie fases te onderscheiden:
Fase 1
In fase één zijn de klachten nog niet ernstig van aard. Er is sprake van pijn en vermoeidheid aan de
polsen, handen, vingers, armen, schouders of nek. De klachten treden vooral op tijdens het werk of na
een lange periode van werken. De klachten zijn plaatselijk en kunnen gepaard gaan met kramp of een
doof gevoel. In dit stadium is er een duidelijke relatie tussen het verrichten van werkzaamheden en de
pijn. De pijn treedt vooral op na langdurig werken. Deze rsi-klachten worden dan ook snel minder
wanneer u stopt met werken.
Werkplekadvies ErgoProfs 4
5. De pijn kan ook optreden tijdens of na een zeer stressvolle periode. Dit komt doordat de spieren
onbewust worden aangespannen bij stress. Hierdoor vermindert de doorbloeding van de spieren.
Stress is een veel voorkomende oorzaak van rsi.
Fase 2
In fase twee wordt de relatie tussen werk en pijn minder duidelijk. Ook ‘s avonds en in het weekend
blijft de pijn aanwezig. Er vindt meer uitstraling plaats naar omliggende gebieden waarbij soms
tintelingen en krachtsverlies optreden.
Fase 3
In fase drie is er sprake van zeer ernstige rsi-klachten. In deze fase is de pijn altijd aanwezig. Er treedt
een verlammend gevoel op met duidelijke tintelingen. Vaak kunnen er zelfs geen lichte
werkzaamheden meer verricht worden. Ook het verrichten van gewone klusjes in huis is vaak niet
meer mogelijk.
Omdat rsi-gerelateerde klachten chronisch kunnen zijn en tot langdurig verzuim kunnen leiden, is
vroegtijdige herkenning zeer belangrijk. Voorkomen is natuurlijk nog beter, te meer omdat volledige
genezing in een aantal gevallen niet meer mogelijk is.
Hoe voorkomt u rsi?
Een goed ingerichte werkplek is zeer belangrijk, maar biedt helaas geen garantie voor het voorkomen
van rsi. Veel klachten ontstaan door een verkeerde werkhouding. Deze klachten kunnen versterkt
worden door een hoge stressfactor.
Om rsi bij beeldschermwerk zo veel mogelijk te voorkomen, kunt u een vijftal factoren positief
beïnvloeden:
Let op de werktaken
Zorg voor een uitgebalanceerd takenpakket. Zorg voor afwisseling in de beeldscherm-, lees-, schrijf-,
telefoneer- en overlegwerkzaamheden. Afwisseling van zittend en staand werk is belangrijk. Neem
regelmatig korte pauzes van minimaal vijf minuten. Gebruik deze tijd bijvoorbeeld om koffie te halen,
even naar een collega te lopen in plaats van te e-mailen of eventuele kopieerwerkzaamheden te
verrichten.
Let op de werktijden
Zorg voor regelmatige en natuurlijke pauzes en beperk het totaal aantal uren beeldschermwerk op
een dag tot maximaal zes uur. Natuurlijke pauzes ontstaan door beeldschermtaken en andere
werkzaamheden met elkaar af te wisselen.
Werkplekadvies ErgoProfs 5
6. Let op de werkdruk
Vermijd pieken in de werkdruk door in te spelen op voorziene periodes van hoge werkdruk. Een hoge
werkdruk kan op verschillende manieren worden vermeden. Vraag naar duidelijkheid met betrekking
tot deadlines. Neem als werknemer ook het initiatief om de werkdruk te bespreken.
Let op de werkplek
Zorg samen met uw werkgever voor een ergonomisch optimale werkplek. Let daarbij ook op zaken als
verlichting en binnenklimaat. Tot de ergonomische werkplek behoren onder andere een instelbare
stoel en tafel. Belangrijk is om bij beeldschermwerk de onderarmen te ondersteunen zodat de
schouder- en nekspieren ontspannen blijven. Hulpmiddelen zoals een documenthouder kunnen nuttig
zijn.
Let op de Werkwijze
Zorg ervoor dat werkzaamheden op de minst belastende manier worden uitgevoerd.
Het instellen of aanpassen van de werkplek
De hoogte van de zitting
Zorg dat u met de voeten plat op de grond kunt zitten of plaats een voetensteun,
Zorg dat de hoek tussen boven- en onderbeen 90 graden is,
Zorg dat de bovenbenen en knieën niet worden afgekneld. Stel de zitdiepte zo in dat er enige
ruimte (een vuist) is tussen de zitting en het onderbeen.
De rugleuning
De onderrug dient ter hoogte van de lendeholte (‘broekriemhoogte’) de meeste ondersteuning
te krijgen,
Stel de hoogte van de leuning hierop in.
Armleuningen
Bij het ontspannen van de armen dient de arm in een hoek van 90 graden te kunnen hangen,
waarbij de schouders laag hangen en de onderarmen nog voldoende ondersteund worden
door de armleuning,
Ontspan uw schouders, voorkom te allen tijde dat u met opgetrokken schouders achter het
toetsenbord zit.
Werktafel of bureau
De hoogte van de armleuning van de stoel moet gelijk zijn aan de hoogte van het bureau. Pas
zo nodig de hoogte van het werkblad aan. Indien het werkblad niet in hoogte verstelbaar is
past u de hoogte van uw stoel aan. U kunt dan eventueel gebruik maken van een voetenbank.
Werkplekadvies ErgoProfs 6
7. Bij een te laag werkblad zijn blokjes of uitschuifpoten soms een oplossing. Zorg voor
voldoende beenruimte,
Let op; pas nooit de hoogte van de armleuningen aan de hoogte van het bureaublad aan.
Opstelling van het beeldscherm
Zorg dat uw beeldscherm recht voor u staat opgesteld,
Plaats het beeldscherm op enige afstand van het venster (liefst meer dan drie meter) en
dwars op het raam om hinderlijke spiegelingen te voorkomen. Als dat niet mogelijk is, maak
dan gebruik van lichtwering,
Zorg dat het beeldscherm tussen de 55 à 75 cm van uw ogen afstaat. Dit is ongeveer gelijk
aan uw armlengte. Zorg dat de bovenste regel van het beeldscherm op ooghoogte staat,
Gebruik eventueel een monitorverhoging om de hoogte van het beeldscherm goed in te
stellen.
Toetsenbord
Ga recht voor het toetsenbord zitten en plaats het toetsenbord acht à tien cm van de rand van
het werkblad,
Probeer tijdens het typen uw polsen recht te houden. Voorkom dat de pols te ver naar
achteren buigt, waardoor klachten kunnen ontstaan. Het gebruik van de toetsenbordpootjes
en een polssteun wordt over het algemeen afgeraden.
Rsi-preventieoefeningen
De kans op rsi gerelateerde klachten kan aanzienlijk verminderd worden door regelmatig (enkele
malen per dag rsi-preventieoefeningen te doen. Deze oefeningen kunnen voor, tijdens en na het werk
uitgevoerd worden. Het zijn makkelijke en praktische oefeningen die maar enkele minuten in beslag
nemen.
Zwaaioefening
1. Ga iets voorovergebogen staan en laat de
armen langs het lichaam hangen. Zwaai
vervolgens beide armen ontspannen van links
naar rechts en andersom (links naar voren en
rechts naar achter en omgekeerd).
2. Laat uw armen hangen. Zwaai uw armen
vervolgens omhoog en omlaag waarbij u als het
ware een grote cirkel uitbeeldt. Uw handen
komen boven uw hoofd weer bij elkaar. Houd bij deze oefening de schouders laag. Herhaal dit
twintig keer.
Werkplekadvies ErgoProfs 7
8. Schouderoefening
1. Adem diep in en trek daarbij de schouders op. Laat de schouders, tijdens de uitademing
vallen. Herhaal dit minimaal tien keer.
*
2. Breng tijdens een inademing de schouders naar voren en omhoog (zonder de rug te
krommen). Duw de schouders tijdens de uitademing naar achteren en omlaag.
3. Leg de handen in de nek; de ellenbogen wijzen naar buiten. Adem diep in en breng de
ellenbogen tijdens de uitademing zo ver mogelijk naar achter.
Nekoefeningen
1. Buig het hoofd voorover (kin naar de borst)
waarbij de rug niet kromt. Houd dit minimaal tien
seconden vast en breng het hoofd dan weer
rechtop. Herhaal dit drie keer. Leg hierbij
eventueel de handen ontspannen op het
achterhoofd om de rek iets te versterken.
2. Buig het hoofd opzij richting de schouder.
Ontspan hierbij beide schouders. Leg eventueel
uw arm op het hoofd voor extra rek. Houd deze
houding minimaal tien seconden vast en breng
het hoofd dan weer rechtop. Herhaal dit drie
keer, waarbij u deze oefening aan beide kanten
toepast.
Werkplekadvies ErgoProfs 8
9. Armoefeningen
1. Strek een arm voor u uit. De binnenkant van de hand wijst naar de grond. Met uw andere
hand buigt u de hand naar beneden, tot u voldoende rek voelt.
2. Strek een arm voor u uit. De binnenkant van de hand wijst nu naar boven. Met uw andere
hand buigt u de hand naar beneden, tot u voldoende rek voelt.
Polsoefening
Draai rondjes met de polsen.
Oefening voor de vingers
Maak een vuist en ontspan de hand vervolgens. Herhaal dit enkele keren.
Werkplekadvies ErgoProfs 9