SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  45
Korevaar van Dijk 27 mei 2011
Onderwerpen Stand van zaken deelgeschilprocedure Verkeersaansprakelijkheid Stand van zaken betreffende Arbeidsinspectie Schadebeperkingsplicht Verjaring
1. Stand van zaken deelgeschilprocedure Rechtbank Breda 2 mei 2011 LJN BQ 3210 Verklaring voor recht dat klachten, ziekten, kwalen en gebreken toegerekend  moeten worden aan het ongeval en verzoek benoeming nieuwe deskundige. Ongeval 15 september 1999; aansluitend arbeidsongeschikt, bezoek aan  huisarts en GGZ. Behandelend psychiater zegt dat slachtoffer de klachten  presenteerde op een zeer theatrale wijze en dat deze presentatie en de ernst  van het ongeval absoluut niet in verhouding staan. Geen psychiatrisch  ziektebeeld. Theatrale persoonlijkheidsstoornis.
Expertise door neuroloog en psychiater in 2005. Geen psychiatrisch  syndroom;  aanpassing stoornis met stoornissen van verdrag DD simulatie. Geen restverschijnselen ongeval. Neuroloog legt ook geen relatie tussen klachten en ongeval. Verzoeker zoekt aansluiting bij Zwolse Algemeene/De Greef. Geen van de  deskundigen heeft aangegeven dat de klachten voor het ongeval aanwezig  waren of dat deze ook zonder ongeval zouden zijn opgetreden. Ruime  toerekening van toepassing. Geen hoge eisen te stellen aan het bewijs. Het  kan niet zo zijn, dat iemand als verzoeker die voor het ongeval een normaal  leven heeft geleidt en onmiddellijk daarna arbeidsongeschikt wordt en allerlei  psychische klachten ontwikkeld, welke jaren later nog bestaan, toch geacht  moet worden niets te mankeren en geen ongevalsgerelateer- de klachten te hebben, zegt verzoeker.
ASR beroept zich op de deskundigenberichten. Rechtbank beroept zich op art. 150 RV, benadeelde moet stellen en  aannemelijk maken dat er een causaal verband is tussen het onrechtmatig  handelen en de schade. Verschil met Zwolse Algemeene/De Greef: beide deskundigen concludeerden dat de subjectieve klachten herkenbaar waren als een postwhiplash-  syndroom en de presentatie van de klachten was reëel. Daar ging het om een  syndroom waarvan algemeen bekend is dat het moeilijk of slechts in beperkte  mate tot concreet waarneembare medische stoornissen valt te herleiden.
In deze zaak waren de klachten voor de deskundige niet herkenbaar en niet  passend bij een nader omschreven syndroom. Geen van de deskundigen  heeft geconstateerd dat sprake was van klachten die reëel, niet ingebeeld,  niet voorgewend en niet overdreven zijn. Causaal verband onvoldoende onderbouwd. Geen nieuwe  deskundigenberichten. Inmiddels vaste jurisprudentie: degene die zich  beroept op onjuistheid van de inhoud van een deskundigenbericht moet met  zwaarwegende en steekhoudende bezwaren tegen eerder uitgebrachte  rapporten komen (eenzijdige deskundige inschakelen). Kosten: de kosten van de verzoekschriftprocedure zijn buitengerechtelijk. ASR  zegt dat er maximaal € 2.000,00 toegewezen kan worden,  kijkend naar de dubbele redelijkheidstoets.
De rechtbank: onder verwijzing naar het oordeel dat in deze zaak de  buitengerechtelijke onderhandelingsfase in beginsel is geëindigd met het  expertiserapport van psychiater T kunnen de onderhavige proceskosten niet  als redelijke kosten in de zin van art. 6:96 lid 2 worden gekwalificeerd. Na het  uitbrengen van het deskundigenrapport door de psychiater bestond er geen  grond meer tot het in alle redelijkheid maken van verdere buitengerechtelijke  kosten.
Rechtbank Breda 2 mei 2011 LJN BQ 3226 Ongeval 15 december 2000; ernstig letsel aan rechterarm en schouder  alsmede linkerduim. Studeerde rechten. Verzocht wordt om vast te stellen op  welk bedrag de schade aan een jachtgeweer, beschadigd bij de aanrijding kan  worden vastgesteld en op welk bedrag de schade als gevolg van verlies  verdienvermogen kan worden vastgesteld. Unigarant stelt dat verzoeker niet ontvankelijk moet worden verklaard. Want  als deze twee schadeposten zijn afgewikkeld is de hele zaak afgewikkeld. Het  verzoek ziet derhalve niet op een deelgeschil. Verder is het geschilpunt ter  zake het geweer dan ook niet ontvankelijk nu dit geschil niet ziet op schade  als gevolg van dood of letsel.
Rechtbank betreffende het geweer: betreffende de gestelde schade aan het  geweer is sprake van een nauwe samenhang met de gestelde letselschade,  het geweer lag in de auto op het moment van het ongeval. Het is ook niet  praktisch om in deze deelgeschillenprocedure alleen over de gestelde  letselschade te oordelen en niet over de daarmee samenhangende claim  betreffende het geweer. De wet deelgeschilprocedure werpt geen beletselen  op voor de rechter om ook te oordelen over persoonlijke goederen die een persoon bij zich heeft ten tijde van het letselveroorzakende feit. Vordering geweer is dus wel ontvankelijk; het verzoek wordt echter  afgewezen omdat er onvoldoende bewijs is geleverd betreffende de omvang  van de schade aan het geweer.
Verlies arbeidsvermogen: deskundige voorlichting is noodzakelijk.  Belastbaarheid door verzekeringsgeneeskundige; arbeidsdeskundige  beoordeling; beoordeling van de gegevens die aan het NRL voorgelegd  moeten worden. Beoordeling zal derhalve een aanzienlijke investering in tijd  en geld vergen. Verder van belang: dit zijn nog de enige twee geschilpunten. Zou de  rechtbank ter zake deze resterende geschilpunten een beslissing nemen, dan  betreft dit een beslissing over het volledige tussen partijen nog bestaande  geschil ter zake de vergoeding van de letselschade en betreft het geen  beslissing op een onderdeel van het geschil op basis waarvan partijen de  buitengerechtelijke onderhandelingen weer kunnen oppakken en definitief afronden.
Het verzoek zal onvoldoende bijdragen aan de totstandkoming van een  vaststellingsovereenkomst. Verzoek wordt afgewezen. Kosten begroot op € 3.165,82.
Rechtbank Roermond 9 februari 2011 LJN BQ 3182 Ongeval 4 november 2006;  Verkeersongeval en klachten; Bevoorschotting opgeschort; Verzoeker vraagt om een voorschot. Het verzoekschrift heeft geen betrekking  op het medische geschil tussen partijen.
De rechtbank benadrukt dat de rechterlijke uitspraak partijen in staat moet  stellen om de buitengerechtelijke onderhandelingen weer op te pakken en  mogelijk definitief af te ronden. Wanneer er geen concrete aanwijzingen zijn  dat bij beide partijen de bereidheid tot het voeren van buitengerechtelijke onderhandelingen aanwezig is, bestaat er in beginsel onvoldoende  perspectief op een buitengerechtelijke afwikkeling van de schade en zal het  verzoek dienen te worden afgewezen omdat de verzochte beslissing  onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een  vaststellingsovereenkomst.
Nog los van het bovenstaande, moet worden geoordeeld dat de verzochte  beslissing betreffende bevoorschotting in het geheel niet kan bijdragen aan  de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Met bevoorschotting  wordt immers geen einde gemaakt aan het diepgaande meningsverschil  tussen partijen over het causale verband, welk meningsverschil klaarblijkelijk  in de weg staat aan verdere buitengerechtelijke onderhandelingen en het  bereiken van een overeenkomst. De kosten worden niet toegewezen. Het is niet redelijk dat deze kosten zijn  gemaakt.  Er volgt geen veroordeling in de proceskosten. Ofschoon door verzoeker  onterecht naar de onderhavige procedure is gegrepen, levert dat nog geen  onrechtmatigheid op , hetgeen in de onderhavige procedure wel is vereist wil  de wederpartij van de benadeelde in de proceskosten veroor- deelt kunnen worden.
Rechtbank Rotterdam 20 april 2011 LJN BQ1679 Ongeval 29 juli 2008. Neurologische expertise 12 maart 2010. Letsel van het rechterbovenbeen.  Contusie van de weke delen. Pijnsyndroom met functiebeperking direct  gevolg van het letsel. Geen neurologische stoornissen in strikte zin.  Aanvullende vragen gesteld. 14 september 2010 reactie op de aanvullende  vragen. Verzoeker vraagt om de rapporten als bindend uitgangspunt te laten gelden. Hiertussen door speelt dat 1 van de verweerders in deze zaak een voorlopig  deskundigenbericht door een orthopeed heeft aangevraagd.
Die verweerder stelt dat dit deelgeschil het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht niet mag doorkruisen. De rechter is van oordeel dat het rapport van de deskundige voldoet aan de  eisen die mogen worden gesteld aan een voorlopig deskundigenonderzoek. Partijen hebben mogen reageren. De rapportage is dan ook deugdelijk tot  stand gekomen. Verweersters hadden, wilden zij dit rapport weerleggen,  bijvoorbeeld met een ander deskundigenrapport aan moeten komen. Het verzoek van verweerster tot het benoemen van een orthopedisch  deskundige is in strijd met een goede procesorde. De kosten van verzoeker worden vergoed op basis van een uurtarief van  € 237,60 vermeerderd met 6% kantoorkosten en 19% btw.
Rechtbank Rotterdam 13 april 2011 LJN BQ1123 7 februari 2008 polikliniek van Oogziekenhuis. Verandering van oogdruppels.  Roodheid van het oog. Hierna is de gezichtsscherpte van zijn enige goede  rechteroog gedaald. Klachtenprocedure: klachtencommissie vraagt onderzoek aan door oogarts  verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum. Oogarts heeft patiënt zo goed mogelijk proberen uit te leggen dat het veranderen van de oogdruppels naar  alle waarschijnlijkheid niet de vermindering van de gezichtsscherpte heeft  veroorzaakt. De veranderingen van zijn netvlies waren immers al aanwezig   toen de oogdruppels werden veranderd.
Dan is er nog een brief van een arts in het dossier van 6 mei 2009. De vraag  waar het om gaat is of het indruppelen van Xalatan het macula oedeem bij  patiënt heeft geïnitieerd. In het farmacotherapeutisch kompas leest deze arts dat voorzichtigheid is  geboden bij ernstige of instabiele astma. Een verband tussen het gebruik van  Xalatan en het ontstaan van macula oedeem kan niet worden uitgesloten. Deze dokter vindt dat er een risicofactor bij is gekomen (er waren al wat  risicofactoren). De klachtencommissie benoemd een nieuwe deskundige van het Academisch  Ziekenhuis Maastricht. Deze deskundige zegt dat het bijzonder  onwaarschijnlijk is dat het gebruik van Xalatandruppels heeft geleid tot CME  en visusdaling aan het rechteroog.  Klacht wordt ongegrond verklaard.
De verzoeker schakelt zelf iemand in. Deze deskundige constateert een  bloeding. Hier is geen nader onderzoek naar verricht en dat is onzorgvuldig. Onmiddellijke diagnostiek zou een visusdaling hebben verminderd, het proces  was tot stilstand gekomen. Maar er zou sowieso schade zijn geweest. Patiënt  is de kans op het behoud van een betere visus onthouden. Er wordt een deelgeschil gestart. Een verzoek dat er in essentie toe strekt dat  wordt vastgesteld dat het Oogziekenhuis aansprakelijk is, is te beschouwen  als een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen partijen rechtens geldt.
Partijen hebben nog niet onderhandeld. Dat staat behandeling van een deelgeschil niet in de weg. Juist het feit dat partijen van mening verschillen  over de aansprakelijkheid kan een forse drempel zijn voor het op gang komen  van de onderhandelingen. Zou het enkele feit dat de onderhandelingen nog niet op gang zijn gekomen  juist door het verschil van inzicht over de aansprakelijkheid tot gevolg hebben  dat een verzoeker in zijn verzoek niet kan worden ontvangen, dan zou de door  de wetgever beoogde mogelijkheid ook aansprakelijkheid in een deelgeschil  aan de orde te stellen illusoir worden. Het punt in deze zaak is dat het gaat om een eenzijdig deskundigenbericht.  Verzoeker heeft gezegd dat het Oogziekenhuis geen gebruik heeft gemaakt  van de mogelijkheid tot het stellen van aanvullende vragen.
Ook is geen bezwaar opgeworpen tegen de persoon van de deskundige. Men heeft ook niet om een disclosure statement gevraagd. MediRisk heeft wel gereageerd op de rapportages, maar dit betekend niet  zonder meer dat daarmee met de benoeming van de deskundige werd ingestemd. De rechter stelt dat verzoeker zonder twijfel aan zijn stelplicht heeft voldaan.  Daar gaat het echter niet om. De vraag is of aan de rapportages van de  deskundige meer waarde dient toe te komen. Dat is niet het geval. Er is niet in  gezamenlijk overleg gekomen tot het aanzoeken van deze deskundige. Om tot een beslissing te kunnen komen moet een deskundigenonderzoek  gelast worden en is wellicht nadere bewijsvoering nodig.  Daar leent dit deelgeschil zich niet voor.
Het verzoek een nader deskundigenonderzoek te gelasten zou op zichzelf  wellicht toewijsbaar zijn als verzoeker daarin concreter was geweest, namen  had genoemd, vragen gesteld. De bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van de  vaststellingsovereenkomst weegt niet zodanig op tegen de kosten en het  tijdsverloop van de procedure dat het moet worden toegewezen. Kosten: toewijzing van € 3.136,00.
Rechtbank Arnhem 2 mei 2011 LJN BQ3863 Ongeval 14 maart 2008. SVI bij RVS. RVS zegt dat er sprake is van fraude na video-observatie. De  klachten en beperkingen die verzoekster stelt als gevolg van het ongeval  bestaan niet werkelijk.  Er volgt een onafhankelijk deskundigenbericht door neuroloog dr. J. Vos. Die  zegt dat er sprake is van ongevalgevolgen. Het verzoekschrift trekt ertoe RVS te verplichten de schaderegeling ter hand  te nemen op basis van de conclusies van dr. Vos alsmede een  ongevallenuitkering te doen op basis van de polis. Alsmede de vermelding van  verzoekster en haar echtgenoot door te laten halen uit alle  zogenaamde zwarte lijst registers.
Verzoekster maakt aanspraak op schadevergoeding uit hoofde van   verzekeringsovereenkomsten. Zij wenst derhalve in deze nakoming. Van op de  wet gegronde aansprakelijkheid is geen sprake. Verzoekster houdt RVS dus  niet aansprakelijk zoals bedoeld in art. 1019 W Rechtsvordering. Uit de  parumentaire geschiedenis van de wet blijkt niet dat beoogd is een geschil  over polisdekking onder de werking van de wet te brengen. Waar de rol van  verzekeraars daarin aan bod komt is dat steeds als verzekeraar van de  aansprakelijke partij en niet als verzekeraar van de benadeelde. Niet ontvankelijk in het verzoek. Geen kostentoewijzing.
Rechtbank Alkmaar 17 februari 2011 LJN BP4916 Ongeval 26 juni 2002. Deskundigenberichten. Vaststaat dat verzoeker geen  inkomen kan genereren. Deelgeschil gaat over inkomen zonder ongeval.  Univé: eerste zes maanden van het ongeval € 4.029,00 bruto aan inkomen. Dit  is minder dan verzoek thans ontvangt. Zwakke positie op de arbeidsmarkt,  alleen lagere schoolopleiding. Van 1989 tot 1999 een bijstandsuitkering. Voor het ongeval 2,5 jaar werkzaam, maar blijkens de loonspecificaties meer  verzuim dan gewerkt. Pre-existente rugproblematiek, gok-,  alcohol- en drugsverslaving en pre-existente depressies.
Verzoeker ontkent rug- en psychische problematiek en legt brieven over van  huisarts en chirurgen.  Rechtbank: vergelijking van hypothetische situatie zonder ongeval met  feitelijke inkomenssituatie. Gaat om redelijke verwachting van de rechter  omtrent toekomstige ontwikkelingen. Betreffende rugproblemen 1 keer een afspraak in 1988, geen  vervolgafspraken. 1997 en 1998 alcohol- en drugsprobleem en depressief.  Maar zegt de huisarts, voor het ongeval aan het werk en in balans. Huisarts  maakt geen melding van gok-, alcohol- en drugsverslaving en pre-existente  depressies.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het enkele feit  dat verzoeker voor het ongeval drugs en alcohol zou hebben gebruikt en  depressief is geweest, hetgeen vier á vijf jaar voor het ongeval problematisch  was, dan wel dat hij zou hebben gegokt, niet zonder meer de conclusie  rechtvaardigt dat hij dan ook verslaafd en daardoor arbeidsongeschikt zou zijn  geweest ten tijde van het ongeval. Wel onzekerheid over de toekomstige ontwikkelingen. Er zou een arbeidsovereenkomst gesloten worden met een oom. Zou die een bestendig  karakter hebben gehad? Er wordt daarom enkel gekeken naar het inkomen  dat verzoeker voor het ongeval heeft verdiend. Dat was gedurende 2,5 jaar  € 17.528,00 per jaar.
Rechtbank ‘s-Gravenhage 30 maart 2011 LJN BQ0359 Bij werkzaamheden aan een pand is een plafondplaat naar beneden gevallen. Het enkele feit dat geen buitengerechtelijke onderhandelingen zijn gevoerd is  onvoldoende om te stellen dat de oplossing van de aansprakelijkheidsvraag  niet bij kan dragen aan het tot stand komen van een  vaststellingsovereenkomst. Echter: als gevolg van het gebrek aan eerdere  buitengerechtelijke onderhandelingen ontbreken in dit geval wel concrete  aanwijzingen dat partijen na een oordeel over de aansprakelijkheid tot een  vaststellingsovereenkomst zouden kunnen komen.
Verder zijn de stukken onvoldoende om vast te stellen dat het plafond  gebrekkig was. De bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van een  vaststellingsovereenkomst is zodanig onzeker dat dat niet opweegt tegen de  kosten en het tijdsverloop van de procedure. De kosten worden wel toegewezen.
Rechtbank Rotterdam 6 april 2011 LJN BQ0244 Verkeersongeval 8 november 2007. WAM-verzekeraar London. SVI en  rechtsbijstandsverzekering bij Achmea. London aansprakelijk gesteld. Aansprakelijkheid erkend.  Belangenbehartiger (Jurilex) zond aan de vertegenwoordiger van London een  e-mailbericht waarin stond: De afhandeling van de zaak loopt thans via  Achmea Personenschade, bij wie cliënt een zogenaamde inzittenden  beschermingsverzekering heeft afgesloten. Mettertijd zal Achmea zich tot u  wenden in verband met regres. Jurilex en Achmea Personenschade regelen de schade op  € 8.500,00.
Regresvordering Achmea Personenschade op London. London maakt  € 12.500,00 aan Achmea Personenschade over.  Deelgeschil: London verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat  London aangemerkt dient te worden als aansprakelijke partij zoals genoemd  in art. 4 van de vaststellingsovereenkomst (daarin staat natuurlijk dat de  regeling treft voor alle aansprakelijke partijen). Wat partijen verdeeld houdt is de vraag of de vaststellingsovereenkomst  medekwijting van London inhoudt. London hoeft in deze zaak niet te gaan betalen aan het slachtoffer.
Rechtbank ‘s-Gravenhage 28 februari 2011 LJN BP8863 Ongeval 23 april 1994. Slachtoffer is dan 5 jaar oud. Gevraagd wordt Delta  Lloyd te veroordelen van zowat € 100.000,00. Negen verschillende  schadeposten.Niet geschikt voor een deelgeschil.
Rechtbank Utrecht 9 februari 2011 LJN BP5568 Medische fout; volledige of proportionele aansprakelijkheid; noodzaak 24 - uurs zorg; Veel geschillen, Jaap Sap ziet het toch als deelgeschil. Dit is dus per rechtbank  verschillend. Casus: moeder loopt letsel op door een medische kunstfout. Zij vordert  vergoeding van kosten verzorging en verhuizing. Zij woonde bij een van haar  dochters.  Zij gaat na het letsel bij een andere dochter wonen die daartoe een grotere woning heeft gekocht. En deze heeft verbouwd.
Verder is volgens rapportage 24-uurs zorg nodig. CIZ zegt dat er geen  behoefte is aan 24-uurs zorg. De rechtbank zegt dat het rapport van CIZ, nu er  sprake is van een aansprakelijke partij die de schade dient te vergoeden, niet  van doorslaggevende betekenis is. CIZ hanteert een ander toetsingskader.  Moeder woonde voor het letsel zelfstandig, zelfstandig in een eigen kamer en  kon gebruikmaken van de overige ruimten van het huis van haar dochter. Zij  hoeft nu niet in een verzorgingshuis te gaan wonen. Mantelzorg: als het normaal en gebruikelijk is dat zij wordt verricht door  professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners, ook al wordt  het werk verricht door personen die daarvoor geen kosten in  rekening brengen.
Verhuizing en aanpassing woning: art. 6:107 BW voorziet in de mogelijkheid tot kosten die een derde maakt ten behoeve van het slachtoffer door deze  derde zelf kunnen worden gevorderd van de aansprakelijke partij indien de  gekwetste deze kosten, indien hij ze zelf zou hebben gemaakt, zou kunnen  vorderen van die aansprakelijke partij. Aankoop van de woning valt niet onder het bereik van art. 6:107 BW  bedoelde schade. Immers het gaat hier om een verschuiving in het vermogen  van de dochter, althans een door haar gedane investering. Deze investering  zou voor moeder, zou zij die zelf ten behoeven van een dochter hebben  gedaan, niet vorderbaar zijn ten opzichte van het ziekenhuis, nu  het niet  alleen haar eigendom en/of vermogen niet raakt, maar ook omdat het een  woonsituatie betreft die niet vergelijkbaar is met die  voorafgaande aan het ongeval.
Er moet ook rekening mee worden gehouden dat er voor gekozen is moeder  niet naar een verzorgingshuis te laten gaan. Er moet dan wel een goede  afweging van kosten gemaakt worden. De verbouwingskosten worden  toegewezen. Aanschaf van de woning niet.
Rechtbank Haarlem 17 februari 2011 LJN BP5388 Verzoeker vraagt vergoeding van diverse schadeposten. Het is de  kantonrechter echter gebleken dat partijen tot nu toe me name hebben  gedebatteerd  over de klachten van verzoeker, de diagnose en het causaal  verband. Slechts zijdelings zijn de schadecomponenten in het verzoekschrift  aan de orde gekomen. En ze zijn te vaag en te ruim geformuleerd. Kunnen  niet aan de orde komen in een deelgeschil.
Rechtbank ‘s-Gravenhage 11 februari 2011 LJN BP5395 Ongeval 13 september 2009 op rijwielpad. Met voorhoofd tegen op enige  afstand van het rijwielpad in de berm opgestapelde betonnen platen gevallen.  Feitelijke toedracht is nog in het geschil. Rechtbank kan daarom geen  beslissing nemen.
Rechtbank Utrecht 23 maart 2011 LJN BQ0094 In deze zaak wordt gevraagd om vaststelling van het smartengeld en om  vaststelling van de buitengerechtelijke kosten van € 15.067,00 door MediRisk en de rechtbank doet beiden in het kader van de deelgeschilprocedure.
Rechtbank Alkmaar 9 maart 2011 LJN BP 9365 Ongeval 5 mei 2001. Slachtoffer 21 jaar oud. Kort verband vrijwilliger bij defensie. Daar stopt hij omdat hij het werk te onregelmatig en te onvoorspelbaar vindt. Hij heeft ernstig letsel. Daar is geen twijfel over.  Er vinden vervolgens tussen 20 januari 2002 en 21 oktober 2005 vele  gesprekken plaats met de heer De Ridder van Heling & Partners  waarbij het  slachtoffer diverse keren wisselt betreffende het soort functie dat hij zou  willen verrichten. Beveiliger of een opleiding op het gebied van sport;  vervolgens een functie bij de politie, brandweer of marechaussee; vervolgens  uitdeuker en spuiter; vervolgens scholing tot reisadviseur;  vervolgens een functie bij de douane, de marechaussee, de brandweer of de  politie; vervolgens beveiligingsmedewerker.
Hij wordt in contact gebracht met een opleidingscentrum en begint in  september 2004 een opleiding tot beveiliger 2. De opleiding bevalt goed, zo is  het eerste bericht. Hij begint een stage bij de Holland Secureupe Group op  Schiphol. Op 27 april 2005 blijkt hij echter niet tevreden over het werk als  beveiliger. De werkzaamheden op het stageadres bevallen hem niet. Laatste  werkdag 3 augustus 2005. Dan vertrekt hij naar Curaçao om hand- en  spandiensten te verrichten binnen het bedrijf van een vriendin.  Juni 2007 berekening NRL. En dan vervolgens een procedure over het verlies  arbeidsvermogen. De rechtbank zegt, dat er gedurende een bepaalde periode zeker sprake is  geweest van verlies verdiencapaciteit maar dat eiser gelet op alle medische  informatie wel in staat wordt geacht in een inkomen te  voorzien.
Wanneer een slachtoffer, zijn eventuele predispositie mede in aanmerking  genomen, nalaat alles in het werk te stellen wat redelijkerwijs van hem kan  worden gevergd om bij te dragen aan het herstelproces, kan dat van invloed  zijn op de hoogte van de schadevergoeding. Hij mocht er langer over doen  dan een gemiddeld mens. Maar gezien de leeftijd waarop hij het ongeluk  kreeg en zijn op dat moment beperkte arbeidsverleden mag hij zijn  persoonlijke voorkeuren tot in zekere mate wel aanpassen aan de door het  ongeval gewijzigde omstandigheden. Hij mocht tien jaar zoeken naar een  nieuwe rol in het leven. En die tien jaar zijn nu voorbij. Vanaf datum vonnis  wordt er uitgegaan van het inkomen dat hij had kunnen werken als  beveiligingsbeambte. Dat wordt in mindering gebracht op hetgeen hij  theoretisch als brandweerman zou hebben verdiend. En dan  wordt er een deskundige benoemd
Gerechtshof Arnhem 8 februari 2011 LJN BP3821 Dit betreft een schadestaatprocedure, vaststelling schade na bedrijfsongeval,  eigen schuld. In deze zaak heeft het slachtoffer geen beroep gedaan op het  arbeidsongeschiktheidspensioen van het notarieel pensioenfonds. Als zij dat  wel had gedaan had zij waarschijnlijk geen schade gehad. WAO-uitkering en het invaliditeitspensioen zouden samen een dusdanig  inkomen hebben opgeleverd dat het gelijk zou zijn aan het salaris van  kandidaat-notaris.  Vraag cliënten altijd naar andere verzekeringen.
Hoge Raad 11 maart 2011 LJN BP1413 Dit arrest gaat over verjaring in geval van voortdurende schade. De termijn  van 5 jaar gaat lopen op het dat het schadeveroorzakende feit zich heeft  voorgedaan. Ook al is de betreffende schadepost op dat moment nog niet  bekend.  Er kan natuurlijk een uitzondering zijn (dat is mijn uitleg), namelijk dat er een  verborgen schade is. Men krijgt een ongeluk. En zes jaar later wordt  vastgesteld dat er bij dat ongeluk X, Y of Z is beschadigd. Maar ik vrees dat dit  een vrij theoretische discussie is.
Vragen?

Contenu connexe

Similaire à Presentatie Letselschade (27 mei 2011) door mr. Ferda van Benthem

Medische aansprakelijkheid - R ten Hoopen
Medische aansprakelijkheid - R ten HoopenMedische aansprakelijkheid - R ten Hoopen
Medische aansprakelijkheid - R ten HoopenKNMG Limburg
 
RSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. nootRSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. nootJim Faas
 
Presentatie letselschadesite
Presentatie letselschadesitePresentatie letselschadesite
Presentatie letselschadesiteFerda van Benthem
 
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)weerokoster
 
Gz no 5 2012
Gz no 5 2012Gz no 5 2012
Gz no 5 2012Boskamp42
 
Sheets 080211 Linked
Sheets 080211 LinkedSheets 080211 Linked
Sheets 080211 Linkeddies4132
 
Men m 1387-6236_2014_017_002_003
Men m 1387-6236_2014_017_002_003Men m 1387-6236_2014_017_002_003
Men m 1387-6236_2014_017_002_003MaverickAdvocaten
 
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...Casper Dekker
 
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvorderingVerslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvorderingsiegfried van hoek
 
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011dies4132
 
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011dies4132
 
Schadecoach uw claimexpert
Schadecoach uw claimexpertSchadecoach uw claimexpert
Schadecoach uw claimexpertfritsiefrits
 
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van StateEigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van StateThierry Debels
 
VUB heeft probleem met visitatierapport
VUB heeft probleem met visitatierapportVUB heeft probleem met visitatierapport
VUB heeft probleem met visitatierapportThierry Debels
 
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraarsSp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraarsMike de Groot
 

Similaire à Presentatie Letselschade (27 mei 2011) door mr. Ferda van Benthem (20)

Slachtoffers in de kou na medische fout
Slachtoffers in de kou na medische foutSlachtoffers in de kou na medische fout
Slachtoffers in de kou na medische fout
 
Medische aansprakelijkheid - R ten Hoopen
Medische aansprakelijkheid - R ten HoopenMedische aansprakelijkheid - R ten Hoopen
Medische aansprakelijkheid - R ten Hoopen
 
RSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. nootRSV 2016_27_uitspraak incl. noot
RSV 2016_27_uitspraak incl. noot
 
Presentatie letselschadesite
Presentatie letselschadesitePresentatie letselschadesite
Presentatie letselschadesite
 
Presentatie Letselzaken
Presentatie LetselzakenPresentatie Letselzaken
Presentatie Letselzaken
 
Reasonable Expectations
Reasonable ExpectationsReasonable Expectations
Reasonable Expectations
 
Presentatie letselschadesite
Presentatie letselschadesitePresentatie letselschadesite
Presentatie letselschadesite
 
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
 
Gz no 5 2012
Gz no 5 2012Gz no 5 2012
Gz no 5 2012
 
Sheets 080211 Linked
Sheets 080211 LinkedSheets 080211 Linked
Sheets 080211 Linked
 
Definitieve uitspraak sanches 12 april 2018 1
Definitieve uitspraak sanches 12 april 2018 1Definitieve uitspraak sanches 12 april 2018 1
Definitieve uitspraak sanches 12 april 2018 1
 
Men m 1387-6236_2014_017_002_003
Men m 1387-6236_2014_017_002_003Men m 1387-6236_2014_017_002_003
Men m 1387-6236_2014_017_002_003
 
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
 
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvorderingVerslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
 
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
 
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
Actualiteiten Arbeidsrecht 2011
 
Schadecoach uw claimexpert
Schadecoach uw claimexpertSchadecoach uw claimexpert
Schadecoach uw claimexpert
 
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van StateEigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
Eigenaar verwaarloosde ezels vangt bot bij Raad van State
 
VUB heeft probleem met visitatierapport
VUB heeft probleem met visitatierapportVUB heeft probleem met visitatierapport
VUB heeft probleem met visitatierapport
 
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraarsSp cda pvda letselschade  slachtoffers van verzekeraars
Sp cda pvda letselschade slachtoffers van verzekeraars
 

Presentatie Letselschade (27 mei 2011) door mr. Ferda van Benthem

  • 1. Korevaar van Dijk 27 mei 2011
  • 2. Onderwerpen Stand van zaken deelgeschilprocedure Verkeersaansprakelijkheid Stand van zaken betreffende Arbeidsinspectie Schadebeperkingsplicht Verjaring
  • 3. 1. Stand van zaken deelgeschilprocedure Rechtbank Breda 2 mei 2011 LJN BQ 3210 Verklaring voor recht dat klachten, ziekten, kwalen en gebreken toegerekend moeten worden aan het ongeval en verzoek benoeming nieuwe deskundige. Ongeval 15 september 1999; aansluitend arbeidsongeschikt, bezoek aan huisarts en GGZ. Behandelend psychiater zegt dat slachtoffer de klachten presenteerde op een zeer theatrale wijze en dat deze presentatie en de ernst van het ongeval absoluut niet in verhouding staan. Geen psychiatrisch ziektebeeld. Theatrale persoonlijkheidsstoornis.
  • 4. Expertise door neuroloog en psychiater in 2005. Geen psychiatrisch syndroom; aanpassing stoornis met stoornissen van verdrag DD simulatie. Geen restverschijnselen ongeval. Neuroloog legt ook geen relatie tussen klachten en ongeval. Verzoeker zoekt aansluiting bij Zwolse Algemeene/De Greef. Geen van de deskundigen heeft aangegeven dat de klachten voor het ongeval aanwezig waren of dat deze ook zonder ongeval zouden zijn opgetreden. Ruime toerekening van toepassing. Geen hoge eisen te stellen aan het bewijs. Het kan niet zo zijn, dat iemand als verzoeker die voor het ongeval een normaal leven heeft geleidt en onmiddellijk daarna arbeidsongeschikt wordt en allerlei psychische klachten ontwikkeld, welke jaren later nog bestaan, toch geacht moet worden niets te mankeren en geen ongevalsgerelateer- de klachten te hebben, zegt verzoeker.
  • 5. ASR beroept zich op de deskundigenberichten. Rechtbank beroept zich op art. 150 RV, benadeelde moet stellen en aannemelijk maken dat er een causaal verband is tussen het onrechtmatig handelen en de schade. Verschil met Zwolse Algemeene/De Greef: beide deskundigen concludeerden dat de subjectieve klachten herkenbaar waren als een postwhiplash- syndroom en de presentatie van de klachten was reëel. Daar ging het om een syndroom waarvan algemeen bekend is dat het moeilijk of slechts in beperkte mate tot concreet waarneembare medische stoornissen valt te herleiden.
  • 6. In deze zaak waren de klachten voor de deskundige niet herkenbaar en niet passend bij een nader omschreven syndroom. Geen van de deskundigen heeft geconstateerd dat sprake was van klachten die reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. Causaal verband onvoldoende onderbouwd. Geen nieuwe deskundigenberichten. Inmiddels vaste jurisprudentie: degene die zich beroept op onjuistheid van de inhoud van een deskundigenbericht moet met zwaarwegende en steekhoudende bezwaren tegen eerder uitgebrachte rapporten komen (eenzijdige deskundige inschakelen). Kosten: de kosten van de verzoekschriftprocedure zijn buitengerechtelijk. ASR zegt dat er maximaal € 2.000,00 toegewezen kan worden, kijkend naar de dubbele redelijkheidstoets.
  • 7. De rechtbank: onder verwijzing naar het oordeel dat in deze zaak de buitengerechtelijke onderhandelingsfase in beginsel is geëindigd met het expertiserapport van psychiater T kunnen de onderhavige proceskosten niet als redelijke kosten in de zin van art. 6:96 lid 2 worden gekwalificeerd. Na het uitbrengen van het deskundigenrapport door de psychiater bestond er geen grond meer tot het in alle redelijkheid maken van verdere buitengerechtelijke kosten.
  • 8. Rechtbank Breda 2 mei 2011 LJN BQ 3226 Ongeval 15 december 2000; ernstig letsel aan rechterarm en schouder alsmede linkerduim. Studeerde rechten. Verzocht wordt om vast te stellen op welk bedrag de schade aan een jachtgeweer, beschadigd bij de aanrijding kan worden vastgesteld en op welk bedrag de schade als gevolg van verlies verdienvermogen kan worden vastgesteld. Unigarant stelt dat verzoeker niet ontvankelijk moet worden verklaard. Want als deze twee schadeposten zijn afgewikkeld is de hele zaak afgewikkeld. Het verzoek ziet derhalve niet op een deelgeschil. Verder is het geschilpunt ter zake het geweer dan ook niet ontvankelijk nu dit geschil niet ziet op schade als gevolg van dood of letsel.
  • 9. Rechtbank betreffende het geweer: betreffende de gestelde schade aan het geweer is sprake van een nauwe samenhang met de gestelde letselschade, het geweer lag in de auto op het moment van het ongeval. Het is ook niet praktisch om in deze deelgeschillenprocedure alleen over de gestelde letselschade te oordelen en niet over de daarmee samenhangende claim betreffende het geweer. De wet deelgeschilprocedure werpt geen beletselen op voor de rechter om ook te oordelen over persoonlijke goederen die een persoon bij zich heeft ten tijde van het letselveroorzakende feit. Vordering geweer is dus wel ontvankelijk; het verzoek wordt echter afgewezen omdat er onvoldoende bewijs is geleverd betreffende de omvang van de schade aan het geweer.
  • 10. Verlies arbeidsvermogen: deskundige voorlichting is noodzakelijk. Belastbaarheid door verzekeringsgeneeskundige; arbeidsdeskundige beoordeling; beoordeling van de gegevens die aan het NRL voorgelegd moeten worden. Beoordeling zal derhalve een aanzienlijke investering in tijd en geld vergen. Verder van belang: dit zijn nog de enige twee geschilpunten. Zou de rechtbank ter zake deze resterende geschilpunten een beslissing nemen, dan betreft dit een beslissing over het volledige tussen partijen nog bestaande geschil ter zake de vergoeding van de letselschade en betreft het geen beslissing op een onderdeel van het geschil op basis waarvan partijen de buitengerechtelijke onderhandelingen weer kunnen oppakken en definitief afronden.
  • 11. Het verzoek zal onvoldoende bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Verzoek wordt afgewezen. Kosten begroot op € 3.165,82.
  • 12. Rechtbank Roermond 9 februari 2011 LJN BQ 3182 Ongeval 4 november 2006; Verkeersongeval en klachten; Bevoorschotting opgeschort; Verzoeker vraagt om een voorschot. Het verzoekschrift heeft geen betrekking op het medische geschil tussen partijen.
  • 13. De rechtbank benadrukt dat de rechterlijke uitspraak partijen in staat moet stellen om de buitengerechtelijke onderhandelingen weer op te pakken en mogelijk definitief af te ronden. Wanneer er geen concrete aanwijzingen zijn dat bij beide partijen de bereidheid tot het voeren van buitengerechtelijke onderhandelingen aanwezig is, bestaat er in beginsel onvoldoende perspectief op een buitengerechtelijke afwikkeling van de schade en zal het verzoek dienen te worden afgewezen omdat de verzochte beslissing onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
  • 14. Nog los van het bovenstaande, moet worden geoordeeld dat de verzochte beslissing betreffende bevoorschotting in het geheel niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Met bevoorschotting wordt immers geen einde gemaakt aan het diepgaande meningsverschil tussen partijen over het causale verband, welk meningsverschil klaarblijkelijk in de weg staat aan verdere buitengerechtelijke onderhandelingen en het bereiken van een overeenkomst. De kosten worden niet toegewezen. Het is niet redelijk dat deze kosten zijn gemaakt. Er volgt geen veroordeling in de proceskosten. Ofschoon door verzoeker onterecht naar de onderhavige procedure is gegrepen, levert dat nog geen onrechtmatigheid op , hetgeen in de onderhavige procedure wel is vereist wil de wederpartij van de benadeelde in de proceskosten veroor- deelt kunnen worden.
  • 15. Rechtbank Rotterdam 20 april 2011 LJN BQ1679 Ongeval 29 juli 2008. Neurologische expertise 12 maart 2010. Letsel van het rechterbovenbeen. Contusie van de weke delen. Pijnsyndroom met functiebeperking direct gevolg van het letsel. Geen neurologische stoornissen in strikte zin. Aanvullende vragen gesteld. 14 september 2010 reactie op de aanvullende vragen. Verzoeker vraagt om de rapporten als bindend uitgangspunt te laten gelden. Hiertussen door speelt dat 1 van de verweerders in deze zaak een voorlopig deskundigenbericht door een orthopeed heeft aangevraagd.
  • 16. Die verweerder stelt dat dit deelgeschil het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht niet mag doorkruisen. De rechter is van oordeel dat het rapport van de deskundige voldoet aan de eisen die mogen worden gesteld aan een voorlopig deskundigenonderzoek. Partijen hebben mogen reageren. De rapportage is dan ook deugdelijk tot stand gekomen. Verweersters hadden, wilden zij dit rapport weerleggen, bijvoorbeeld met een ander deskundigenrapport aan moeten komen. Het verzoek van verweerster tot het benoemen van een orthopedisch deskundige is in strijd met een goede procesorde. De kosten van verzoeker worden vergoed op basis van een uurtarief van € 237,60 vermeerderd met 6% kantoorkosten en 19% btw.
  • 17. Rechtbank Rotterdam 13 april 2011 LJN BQ1123 7 februari 2008 polikliniek van Oogziekenhuis. Verandering van oogdruppels. Roodheid van het oog. Hierna is de gezichtsscherpte van zijn enige goede rechteroog gedaald. Klachtenprocedure: klachtencommissie vraagt onderzoek aan door oogarts verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum. Oogarts heeft patiënt zo goed mogelijk proberen uit te leggen dat het veranderen van de oogdruppels naar alle waarschijnlijkheid niet de vermindering van de gezichtsscherpte heeft veroorzaakt. De veranderingen van zijn netvlies waren immers al aanwezig toen de oogdruppels werden veranderd.
  • 18. Dan is er nog een brief van een arts in het dossier van 6 mei 2009. De vraag waar het om gaat is of het indruppelen van Xalatan het macula oedeem bij patiënt heeft geïnitieerd. In het farmacotherapeutisch kompas leest deze arts dat voorzichtigheid is geboden bij ernstige of instabiele astma. Een verband tussen het gebruik van Xalatan en het ontstaan van macula oedeem kan niet worden uitgesloten. Deze dokter vindt dat er een risicofactor bij is gekomen (er waren al wat risicofactoren). De klachtencommissie benoemd een nieuwe deskundige van het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Deze deskundige zegt dat het bijzonder onwaarschijnlijk is dat het gebruik van Xalatandruppels heeft geleid tot CME en visusdaling aan het rechteroog. Klacht wordt ongegrond verklaard.
  • 19. De verzoeker schakelt zelf iemand in. Deze deskundige constateert een bloeding. Hier is geen nader onderzoek naar verricht en dat is onzorgvuldig. Onmiddellijke diagnostiek zou een visusdaling hebben verminderd, het proces was tot stilstand gekomen. Maar er zou sowieso schade zijn geweest. Patiënt is de kans op het behoud van een betere visus onthouden. Er wordt een deelgeschil gestart. Een verzoek dat er in essentie toe strekt dat wordt vastgesteld dat het Oogziekenhuis aansprakelijk is, is te beschouwen als een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen partijen rechtens geldt.
  • 20. Partijen hebben nog niet onderhandeld. Dat staat behandeling van een deelgeschil niet in de weg. Juist het feit dat partijen van mening verschillen over de aansprakelijkheid kan een forse drempel zijn voor het op gang komen van de onderhandelingen. Zou het enkele feit dat de onderhandelingen nog niet op gang zijn gekomen juist door het verschil van inzicht over de aansprakelijkheid tot gevolg hebben dat een verzoeker in zijn verzoek niet kan worden ontvangen, dan zou de door de wetgever beoogde mogelijkheid ook aansprakelijkheid in een deelgeschil aan de orde te stellen illusoir worden. Het punt in deze zaak is dat het gaat om een eenzijdig deskundigenbericht. Verzoeker heeft gezegd dat het Oogziekenhuis geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot het stellen van aanvullende vragen.
  • 21. Ook is geen bezwaar opgeworpen tegen de persoon van de deskundige. Men heeft ook niet om een disclosure statement gevraagd. MediRisk heeft wel gereageerd op de rapportages, maar dit betekend niet zonder meer dat daarmee met de benoeming van de deskundige werd ingestemd. De rechter stelt dat verzoeker zonder twijfel aan zijn stelplicht heeft voldaan. Daar gaat het echter niet om. De vraag is of aan de rapportages van de deskundige meer waarde dient toe te komen. Dat is niet het geval. Er is niet in gezamenlijk overleg gekomen tot het aanzoeken van deze deskundige. Om tot een beslissing te kunnen komen moet een deskundigenonderzoek gelast worden en is wellicht nadere bewijsvoering nodig. Daar leent dit deelgeschil zich niet voor.
  • 22. Het verzoek een nader deskundigenonderzoek te gelasten zou op zichzelf wellicht toewijsbaar zijn als verzoeker daarin concreter was geweest, namen had genoemd, vragen gesteld. De bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst weegt niet zodanig op tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure dat het moet worden toegewezen. Kosten: toewijzing van € 3.136,00.
  • 23. Rechtbank Arnhem 2 mei 2011 LJN BQ3863 Ongeval 14 maart 2008. SVI bij RVS. RVS zegt dat er sprake is van fraude na video-observatie. De klachten en beperkingen die verzoekster stelt als gevolg van het ongeval bestaan niet werkelijk. Er volgt een onafhankelijk deskundigenbericht door neuroloog dr. J. Vos. Die zegt dat er sprake is van ongevalgevolgen. Het verzoekschrift trekt ertoe RVS te verplichten de schaderegeling ter hand te nemen op basis van de conclusies van dr. Vos alsmede een ongevallenuitkering te doen op basis van de polis. Alsmede de vermelding van verzoekster en haar echtgenoot door te laten halen uit alle zogenaamde zwarte lijst registers.
  • 24. Verzoekster maakt aanspraak op schadevergoeding uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten. Zij wenst derhalve in deze nakoming. Van op de wet gegronde aansprakelijkheid is geen sprake. Verzoekster houdt RVS dus niet aansprakelijk zoals bedoeld in art. 1019 W Rechtsvordering. Uit de parumentaire geschiedenis van de wet blijkt niet dat beoogd is een geschil over polisdekking onder de werking van de wet te brengen. Waar de rol van verzekeraars daarin aan bod komt is dat steeds als verzekeraar van de aansprakelijke partij en niet als verzekeraar van de benadeelde. Niet ontvankelijk in het verzoek. Geen kostentoewijzing.
  • 25. Rechtbank Alkmaar 17 februari 2011 LJN BP4916 Ongeval 26 juni 2002. Deskundigenberichten. Vaststaat dat verzoeker geen inkomen kan genereren. Deelgeschil gaat over inkomen zonder ongeval. Univé: eerste zes maanden van het ongeval € 4.029,00 bruto aan inkomen. Dit is minder dan verzoek thans ontvangt. Zwakke positie op de arbeidsmarkt, alleen lagere schoolopleiding. Van 1989 tot 1999 een bijstandsuitkering. Voor het ongeval 2,5 jaar werkzaam, maar blijkens de loonspecificaties meer verzuim dan gewerkt. Pre-existente rugproblematiek, gok-, alcohol- en drugsverslaving en pre-existente depressies.
  • 26. Verzoeker ontkent rug- en psychische problematiek en legt brieven over van huisarts en chirurgen. Rechtbank: vergelijking van hypothetische situatie zonder ongeval met feitelijke inkomenssituatie. Gaat om redelijke verwachting van de rechter omtrent toekomstige ontwikkelingen. Betreffende rugproblemen 1 keer een afspraak in 1988, geen vervolgafspraken. 1997 en 1998 alcohol- en drugsprobleem en depressief. Maar zegt de huisarts, voor het ongeval aan het werk en in balans. Huisarts maakt geen melding van gok-, alcohol- en drugsverslaving en pre-existente depressies.
  • 27. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het enkele feit dat verzoeker voor het ongeval drugs en alcohol zou hebben gebruikt en depressief is geweest, hetgeen vier á vijf jaar voor het ongeval problematisch was, dan wel dat hij zou hebben gegokt, niet zonder meer de conclusie rechtvaardigt dat hij dan ook verslaafd en daardoor arbeidsongeschikt zou zijn geweest ten tijde van het ongeval. Wel onzekerheid over de toekomstige ontwikkelingen. Er zou een arbeidsovereenkomst gesloten worden met een oom. Zou die een bestendig karakter hebben gehad? Er wordt daarom enkel gekeken naar het inkomen dat verzoeker voor het ongeval heeft verdiend. Dat was gedurende 2,5 jaar € 17.528,00 per jaar.
  • 28. Rechtbank ‘s-Gravenhage 30 maart 2011 LJN BQ0359 Bij werkzaamheden aan een pand is een plafondplaat naar beneden gevallen. Het enkele feit dat geen buitengerechtelijke onderhandelingen zijn gevoerd is onvoldoende om te stellen dat de oplossing van de aansprakelijkheidsvraag niet bij kan dragen aan het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst. Echter: als gevolg van het gebrek aan eerdere buitengerechtelijke onderhandelingen ontbreken in dit geval wel concrete aanwijzingen dat partijen na een oordeel over de aansprakelijkheid tot een vaststellingsovereenkomst zouden kunnen komen.
  • 29. Verder zijn de stukken onvoldoende om vast te stellen dat het plafond gebrekkig was. De bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst is zodanig onzeker dat dat niet opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure. De kosten worden wel toegewezen.
  • 30. Rechtbank Rotterdam 6 april 2011 LJN BQ0244 Verkeersongeval 8 november 2007. WAM-verzekeraar London. SVI en rechtsbijstandsverzekering bij Achmea. London aansprakelijk gesteld. Aansprakelijkheid erkend. Belangenbehartiger (Jurilex) zond aan de vertegenwoordiger van London een e-mailbericht waarin stond: De afhandeling van de zaak loopt thans via Achmea Personenschade, bij wie cliënt een zogenaamde inzittenden beschermingsverzekering heeft afgesloten. Mettertijd zal Achmea zich tot u wenden in verband met regres. Jurilex en Achmea Personenschade regelen de schade op € 8.500,00.
  • 31. Regresvordering Achmea Personenschade op London. London maakt € 12.500,00 aan Achmea Personenschade over. Deelgeschil: London verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat London aangemerkt dient te worden als aansprakelijke partij zoals genoemd in art. 4 van de vaststellingsovereenkomst (daarin staat natuurlijk dat de regeling treft voor alle aansprakelijke partijen). Wat partijen verdeeld houdt is de vraag of de vaststellingsovereenkomst medekwijting van London inhoudt. London hoeft in deze zaak niet te gaan betalen aan het slachtoffer.
  • 32. Rechtbank ‘s-Gravenhage 28 februari 2011 LJN BP8863 Ongeval 23 april 1994. Slachtoffer is dan 5 jaar oud. Gevraagd wordt Delta Lloyd te veroordelen van zowat € 100.000,00. Negen verschillende schadeposten.Niet geschikt voor een deelgeschil.
  • 33. Rechtbank Utrecht 9 februari 2011 LJN BP5568 Medische fout; volledige of proportionele aansprakelijkheid; noodzaak 24 - uurs zorg; Veel geschillen, Jaap Sap ziet het toch als deelgeschil. Dit is dus per rechtbank verschillend. Casus: moeder loopt letsel op door een medische kunstfout. Zij vordert vergoeding van kosten verzorging en verhuizing. Zij woonde bij een van haar dochters. Zij gaat na het letsel bij een andere dochter wonen die daartoe een grotere woning heeft gekocht. En deze heeft verbouwd.
  • 34. Verder is volgens rapportage 24-uurs zorg nodig. CIZ zegt dat er geen behoefte is aan 24-uurs zorg. De rechtbank zegt dat het rapport van CIZ, nu er sprake is van een aansprakelijke partij die de schade dient te vergoeden, niet van doorslaggevende betekenis is. CIZ hanteert een ander toetsingskader. Moeder woonde voor het letsel zelfstandig, zelfstandig in een eigen kamer en kon gebruikmaken van de overige ruimten van het huis van haar dochter. Zij hoeft nu niet in een verzorgingshuis te gaan wonen. Mantelzorg: als het normaal en gebruikelijk is dat zij wordt verricht door professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners, ook al wordt het werk verricht door personen die daarvoor geen kosten in rekening brengen.
  • 35. Verhuizing en aanpassing woning: art. 6:107 BW voorziet in de mogelijkheid tot kosten die een derde maakt ten behoeve van het slachtoffer door deze derde zelf kunnen worden gevorderd van de aansprakelijke partij indien de gekwetste deze kosten, indien hij ze zelf zou hebben gemaakt, zou kunnen vorderen van die aansprakelijke partij. Aankoop van de woning valt niet onder het bereik van art. 6:107 BW bedoelde schade. Immers het gaat hier om een verschuiving in het vermogen van de dochter, althans een door haar gedane investering. Deze investering zou voor moeder, zou zij die zelf ten behoeven van een dochter hebben gedaan, niet vorderbaar zijn ten opzichte van het ziekenhuis, nu het niet alleen haar eigendom en/of vermogen niet raakt, maar ook omdat het een woonsituatie betreft die niet vergelijkbaar is met die voorafgaande aan het ongeval.
  • 36. Er moet ook rekening mee worden gehouden dat er voor gekozen is moeder niet naar een verzorgingshuis te laten gaan. Er moet dan wel een goede afweging van kosten gemaakt worden. De verbouwingskosten worden toegewezen. Aanschaf van de woning niet.
  • 37. Rechtbank Haarlem 17 februari 2011 LJN BP5388 Verzoeker vraagt vergoeding van diverse schadeposten. Het is de kantonrechter echter gebleken dat partijen tot nu toe me name hebben gedebatteerd over de klachten van verzoeker, de diagnose en het causaal verband. Slechts zijdelings zijn de schadecomponenten in het verzoekschrift aan de orde gekomen. En ze zijn te vaag en te ruim geformuleerd. Kunnen niet aan de orde komen in een deelgeschil.
  • 38. Rechtbank ‘s-Gravenhage 11 februari 2011 LJN BP5395 Ongeval 13 september 2009 op rijwielpad. Met voorhoofd tegen op enige afstand van het rijwielpad in de berm opgestapelde betonnen platen gevallen. Feitelijke toedracht is nog in het geschil. Rechtbank kan daarom geen beslissing nemen.
  • 39. Rechtbank Utrecht 23 maart 2011 LJN BQ0094 In deze zaak wordt gevraagd om vaststelling van het smartengeld en om vaststelling van de buitengerechtelijke kosten van € 15.067,00 door MediRisk en de rechtbank doet beiden in het kader van de deelgeschilprocedure.
  • 40. Rechtbank Alkmaar 9 maart 2011 LJN BP 9365 Ongeval 5 mei 2001. Slachtoffer 21 jaar oud. Kort verband vrijwilliger bij defensie. Daar stopt hij omdat hij het werk te onregelmatig en te onvoorspelbaar vindt. Hij heeft ernstig letsel. Daar is geen twijfel over. Er vinden vervolgens tussen 20 januari 2002 en 21 oktober 2005 vele gesprekken plaats met de heer De Ridder van Heling & Partners waarbij het slachtoffer diverse keren wisselt betreffende het soort functie dat hij zou willen verrichten. Beveiliger of een opleiding op het gebied van sport; vervolgens een functie bij de politie, brandweer of marechaussee; vervolgens uitdeuker en spuiter; vervolgens scholing tot reisadviseur; vervolgens een functie bij de douane, de marechaussee, de brandweer of de politie; vervolgens beveiligingsmedewerker.
  • 41. Hij wordt in contact gebracht met een opleidingscentrum en begint in september 2004 een opleiding tot beveiliger 2. De opleiding bevalt goed, zo is het eerste bericht. Hij begint een stage bij de Holland Secureupe Group op Schiphol. Op 27 april 2005 blijkt hij echter niet tevreden over het werk als beveiliger. De werkzaamheden op het stageadres bevallen hem niet. Laatste werkdag 3 augustus 2005. Dan vertrekt hij naar Curaçao om hand- en spandiensten te verrichten binnen het bedrijf van een vriendin. Juni 2007 berekening NRL. En dan vervolgens een procedure over het verlies arbeidsvermogen. De rechtbank zegt, dat er gedurende een bepaalde periode zeker sprake is geweest van verlies verdiencapaciteit maar dat eiser gelet op alle medische informatie wel in staat wordt geacht in een inkomen te voorzien.
  • 42. Wanneer een slachtoffer, zijn eventuele predispositie mede in aanmerking genomen, nalaat alles in het werk te stellen wat redelijkerwijs van hem kan worden gevergd om bij te dragen aan het herstelproces, kan dat van invloed zijn op de hoogte van de schadevergoeding. Hij mocht er langer over doen dan een gemiddeld mens. Maar gezien de leeftijd waarop hij het ongeluk kreeg en zijn op dat moment beperkte arbeidsverleden mag hij zijn persoonlijke voorkeuren tot in zekere mate wel aanpassen aan de door het ongeval gewijzigde omstandigheden. Hij mocht tien jaar zoeken naar een nieuwe rol in het leven. En die tien jaar zijn nu voorbij. Vanaf datum vonnis wordt er uitgegaan van het inkomen dat hij had kunnen werken als beveiligingsbeambte. Dat wordt in mindering gebracht op hetgeen hij theoretisch als brandweerman zou hebben verdiend. En dan wordt er een deskundige benoemd
  • 43. Gerechtshof Arnhem 8 februari 2011 LJN BP3821 Dit betreft een schadestaatprocedure, vaststelling schade na bedrijfsongeval, eigen schuld. In deze zaak heeft het slachtoffer geen beroep gedaan op het arbeidsongeschiktheidspensioen van het notarieel pensioenfonds. Als zij dat wel had gedaan had zij waarschijnlijk geen schade gehad. WAO-uitkering en het invaliditeitspensioen zouden samen een dusdanig inkomen hebben opgeleverd dat het gelijk zou zijn aan het salaris van kandidaat-notaris. Vraag cliënten altijd naar andere verzekeringen.
  • 44. Hoge Raad 11 maart 2011 LJN BP1413 Dit arrest gaat over verjaring in geval van voortdurende schade. De termijn van 5 jaar gaat lopen op het dat het schadeveroorzakende feit zich heeft voorgedaan. Ook al is de betreffende schadepost op dat moment nog niet bekend. Er kan natuurlijk een uitzondering zijn (dat is mijn uitleg), namelijk dat er een verborgen schade is. Men krijgt een ongeluk. En zes jaar later wordt vastgesteld dat er bij dat ongeluk X, Y of Z is beschadigd. Maar ik vrees dat dit een vrij theoretische discussie is.