Karel Mercx is beleggingsspecialist bij Lynx Wereldwijd Beleggen. Deze slides horen bij een presentatie die hij heeft gegeven over het handelen in hefboomproducten zoals Turbo’s, Speeders en Sprinters.
3. Introductie
• Karel Mercx
• Vanaf april 2013 werkzaam bij Lynx
• Werkzaamheden bevatten onder andere het geven van
seminars en webinars
• Blogger op Lynx.nl
• Marktcommentaar voor persbureaus
4. Algemeen
• Heeft u technische vragen over de masterclass, dan kunt u
telefonisch contact opnemen met Lynx op 0800-2030.
• Heeft u vragen over een besproken onderwerp, stel deze direct
in de chat.
• Aan het eind van de masterclass is er tijd voor al uw overige
vragen.
• De opgenomen masterclass en de slides zullen na afloop
beschikbaar komen op de website van Lynx:
www.lynx.nl/archief.php
5. Programma
• Introductie van hefboomproducten
• De verschillende aanbieders
• Belangrijkste kenmerken
• Hefboomproducten in de praktijk
6. Hefboomproducten
• Hefboomproducten (Structured Products) zijn in 2004
geïntroduceerd door ABN AMRO.
• Tegenwoordig is het een verzamelnaam voor een groot
aantal derivaten waarin u kunt handelen via Lynx.
• Hefboomproducten worden uitgegeven door een vijftal grote
banken.
• De onderliggende waarde kan onder andere een aandeel,
index of grondstof zijn.
7. Aanbieders
• De vijf aanbieders van hefboomproducten op de Nederlandse
markt zijn:
9. Kenmerken
• De belangrijkste kenmerken van
hefboomproducten zijn:
– De hefboom
– Het financieringsniveau
– De waarde
– Het stop loss-niveau
– De restwaarde
10. • Turbo’s stijgen en dalen procentueel harder dan een directe
investering in een onderliggende waarde.
Rendement onderliggende = 20% Rendement Turbo Long = 100%
Onderliggende Turbo Long
EUR 30 EUR 10
EUR 25 EUR 5
Voorbeeld Turbo Long hefboom 5
Hefboom
11. • De hefboom geeft aan hoeveel sneller de waarde van een
Turbo beweegt ten opzichte van de onderliggende waarde.
• Des te hoger de hefboom, des te sneller de waarde van de
Turbo reageert op een verandering van de onderliggende
waarde, zowel positief als negatief.
Voorbeeld hefboomwerking
Hefboom
Turbo
% verandering in koers
onderliggende
% verandering in
waarde Turbo
4 -2%
6 10%
10 -6%
15 9%
25 4%
-8% (4 x -2%)
60% (6 x 10%)
-60% (10 x -6%)
135% (15 x 9%)
100% (25 x 4%)
Hefboom
13. Financieringsniveau
• De hefboom ontstaat doordat een belegger slechts een
gedeelte van de belegging in de onderliggende waarde
voldoet.
• Het andere gedeelte komt voor rekening van de uitgevende
instelling, bijvoorbeeld ABN AMRO.
• Dit wordt het financieringsniveau genoemd.
14. Financieringsniveau
• Een Turbo Long is te vergelijken met het kopen van de
onderliggende waarde.
• De uitgever neemt voor een Turbo Long een deel van de
aankoop van de onderliggende waarde voor haar rekening.
• Hierover betaal je indirect rente, ook wel financieringskosten
genoemd.
15. Financieringsniveau
• Een Turbo Short is te vergelijken met het verkopen van de
onderliggende waarde.
• De uitgever neemt voor een Turbo Short een shortpositie in de
onderliggende waarde in.
• Om de risico’s van een shortpositie af te dekken, legt de
belegger een bedrag in.
• Over de waarde van de shortpositie van de bank en de inleg
ontvang je doorgaans rente, ook wel financieringsopbrengsten
genoemd.
17. De waarde van een Turbo is in de meeste gevallen gelijk
aan het verschil tussen de koers van de onderliggende
waarde en het financieringsniveau:
Waarde Turbo Long = Koers onderliggende waarde – Financieringsniveau
Waarde Turbo Short = Financieringsniveau – Koers onderliggende waarde
Waarde
21. • De ratio geeft aan hoeveel Turbo’s u koopt om 1 keer in de
onderliggende waarde te beleggen.
• Koopt u een Turbo met een ratio van 1, dan bent u met 1
Turbo 1 keer belegd in de onderliggende waarde.
KPN & ING
• Koopt u een Turbo met een ratio van 10, dan bent u met 1
Turbo 0,10 keer belegd in de onderliggende waarde.
Apple & AEX
Ratio
22. • Koopt u een Turbo met een ratio van 10, dan bent u met 1
Turbo 0,10 keer belegd in de onderliggende waarde.
Ratio
23. • Turbo’s noteren in euro, terwijl de onderliggende waarde ook
in een andere valuta kan noteren:
o Als de waarde van de valuta van de onderliggende stijgt
t.o.v. de euro, heeft dit een positief effect op de waarde van
de Turbo.
o Als de waarde van de valuta van de onderliggende daalt
t.o.v. de euro, heeft dit een negatief effect op de waarde
van de Turbo.
Het wisselkoerseffect
24. • De waarde van een Turbo wordt in dit geval als volgt berekend:
Waarde Turbo Short =
(Financieringsniveau – Koers onderliggende)
(Ratio x Wisselkoers)
Waarde Turbo Long =
(Koers onderliggende - Financieringsniveau)
(Ratio x Wisselkoers)
Het wisselkoerseffect
25. Stop loss-niveau
• Turbo’s hebben geen vooraf vastgestelde afloopdatum.
• Elke Turbo heeft een stop loss-niveau, waardoor de waarde
van uw Turbo nooit negatief kan worden.
• Eventuele verliezen worden beperkt tot maximaal uw inleg.
• Elk verlies hoger dan uw inleg komt ten laste van de uitgever.
26. Stop loss-niveau
• Als de onderliggende waarde de stoploss bereikt, wordt het
hefboomproduct uitgestopt.
27. Restwaarde
• Wanneer het stop loss-niveau is bereikt of overschreden,
wordt de Turbo afgewikkeld en ontvangt u een eventuele
restwaarde. Bij Lynx duurt dit ongeveer 3 tot 5 werkdagen.
• De restwaarde is een gemiddelde van de koersen waarop de
afwikkeling van de Turbo plaatsvindt.
31. Vraag
Stel u neemt een positie in de Turbo Long 333 AEX. Als de AEX
morgen zakt naar 333 punten, wat is dan de restwaarde?
Stoploss Hefboom Fin. Niveau Koers
333 29,55 325,621 1,15
Restwaarde
0,73
33. Praktijk
Een vijftal voorbeelden voor het handelen van
hefboomproducten in de praktijk:
• ING Sprinters XL AEX
• ABN AMRO Turbo long KPN
• ABN AMRO Turbo long zilver
• ABN AMRO Turbo short Bund
• ABN AMRO / ING / RBS short S&P 500
34. ING Sprinters XL
• ING biedt Sprinters aan met als onderliggende waarde de AEX
index waarbij gebruik wordt gemaakt van een zeer hoge
hefboom.
• Bij deze Sprinters is geen restwaarde.
• Het financieringsniveau is namelijk gelijk aan het stop loss-
niveau.
• Bij Sprinters XL is de looptijd vooraf vastgesteld.
www.sprintercompetitie.nl
38. Praktijk
Vraag jezelf de volgende drie belangrijke punten af voordat je
een positie inneemt:
Onderliggende waarde
Visie
Stop
Stel dat u wilt speculeren op een stijging van de AEX. Welke
Turbo past binnen het plaatje?
39. KPN
• We gaan speculeren op een stijging van het aandeel KPN.
40. KPN
• Relatief grote spread bij hefboomproducten ten opzichte van
aandelen!
• De aandelen hebben een spread van een tiende cent.
41. Zilver
• Stel dat u verwacht dat de prijs van zilver het komende jaar zal
stijgen. U kunt hierop speculeren door gebruik te maken van
trackers, futures, future-opties, turbo’s of fysiek zilver.
• Geheel afhankelijk van uw visie en uw risicobereidheid maakt
u een keuze voor één van de beschikbare producten.
• In dit geval zijn Turbo’s een aantrekkelijke keuze aangezien
tijdswaarde geen rol speelt en de contractgrootte en
marginvereisten van futures aanzienlijk zijn.
43. • Belangrijk bij de keuze voor een Turbo is in dit geval het stop
loss-niveau!
• Kleine spread bij Turbo’s zilver.
Stoploss Hefboom Fin. Niveau Koers Restwaarde ±
24,90 6,81 23,64 3,34 1,02
25,40 7,79 24,15 2,92 1,02
25,90 9,06 24,66 2,51 1,02
26,50 10,92 25,18 2,08 1,07
Zilver Turbo’s Long
47. • Wat is het resultaat bij de verschillende turbo’s:
Stoploss Koers 26-7 Koers 17-9 Verschil Verschil %
24,90 3,34 8,18 4,84 +145%
25,40 2,92 7,79 4,87 +167%
25,90 2,51 7,40 4,89 +195%
26,50 2,08 7,00 4,92 +237%
Zilver Turbo’s Long
48. De Bund Future
• De Duitse 10-jarige rente was op een historisch laag niveau
beland.
• Een Turbo short op de Bund Future kan bij een oplopende
Duitse rente mooie rendementen bieden.
52. De S&P 500 Index
• De Amerikaanse S&P 500 index noteert op een all-time high
• Met een Turbo/Sprinter short speculeren we op een daling
van de S&P 500
• Belangrijk: de aanbieders hebben verschillende stop loss-
niveau’s en ratio’s!