SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  1
Bekleidungsgeschäft Bekleidungsgeschäft
Dialog 10 - Pullover umtauschen Dialog 10 – Pullover umtauschen
Verkäuferin Kunde (Vul de rol “in het Duits” in)
1 Hallo. 1 Je groet terug.
2 Kann ich dir helfen? 2 Je zegt dat je deze trui cadeau
hebt gekregen, maar dat hij jou
niet bevalt. Je wilt graag het
geld terug hebben.
3 Hmm… Ja, das tut mir Leid.
Leider kann ich das Geld nicht
bar auszahlen.
3 Je vraagt wat je nu moet doen.
4 Ich kann dir den Pulli
umtauschen. Du kannst etwas
anderes nehmen.
4 Je bent het er mee eens. En
zegt dat je gaat rondkijken.
5 Wir haben aber auch noch
andere tolle T-Shirts. Was hältst
du von diesem gelben?
5 Je kijkt naar de T-shirt. Het
model bevalt je maar je vindt de
kleur niet bij je passen.
6 Wir haben auch noch andere
Farben. Welche Farbe findest
du gut? Welche Größe hast du?
6 Je zegt dat je een donkerblauw
T- Shirt wilt. Je noemt je maat.
7 Ja, ich werde einmal
nachschauen. Hier bitte,
möchtest du es anprobieren?
7 Dat wil je.
8 Passt das T-Shirt? Gefällt es
dir?
8 Het T- Shirt staat je mooi. Je
vindt de kleur goed bij je
passen.
9 Das finde ich auch. Die Farbe
steht dir wirklich sehr gut. Toll!
9 Je wilt het meenemen.
10 Das T-Shirt kostet € 60,-. Du
müsstest noch € 15,-
dazubezahlen.
10 Je betaalt.
11 Danke schön. Tschüs. 11 Bedank en zeg gedag.

Contenu connexe

Plus de Kerina Heesakkers (20)

ps V5 Deutsche Literatur
ps V5 Deutsche Literaturps V5 Deutsche Literatur
ps V5 Deutsche Literatur
 
8 Bahnschalter Rm
8 Bahnschalter Rm8 Bahnschalter Rm
8 Bahnschalter Rm
 
9 Telefon Rm
9 Telefon Rm9 Telefon Rm
9 Telefon Rm
 
6 Schuhladen Rm
6 Schuhladen Rm6 Schuhladen Rm
6 Schuhladen Rm
 
7 Campingplatz Rm
7 Campingplatz Rm7 Campingplatz Rm
7 Campingplatz Rm
 
4 Arzt Rm
4 Arzt Rm4 Arzt Rm
4 Arzt Rm
 
4 Arzt Rm
4 Arzt Rm4 Arzt Rm
4 Arzt Rm
 
5 Polizei Rm
5 Polizei Rm5 Polizei Rm
5 Polizei Rm
 
3 BäCkerei Rm
3 BäCkerei Rm3 BäCkerei Rm
3 BäCkerei Rm
 
2 Café Rm
2 Café Rm2 Café Rm
2 Café Rm
 
1 ReisebüRo Rm
1 ReisebüRo Rm1 ReisebüRo Rm
1 ReisebüRo Rm
 
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
 
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
 
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 4
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 4Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 4
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 4
 
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 3
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 3Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 3
Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 3
 
Redemitteltabellen 1-4 TD
Redemitteltabellen 1-4 TDRedemitteltabellen 1-4 TD
Redemitteltabellen 1-4 TD
 
Redemitteltabellen 1-4 TD
Redemitteltabellen 1-4 TDRedemitteltabellen 1-4 TD
Redemitteltabellen 1-4 TD
 
Sprechen Kap.3 Aufg.4
Sprechen Kap.3 Aufg.4Sprechen Kap.3 Aufg.4
Sprechen Kap.3 Aufg.4
 
Mlo Uitspraak Per1 0809
Mlo Uitspraak Per1 0809Mlo Uitspraak Per1 0809
Mlo Uitspraak Per1 0809
 
Mlo Uitspraak Per1 0809
Mlo Uitspraak Per1 0809Mlo Uitspraak Per1 0809
Mlo Uitspraak Per1 0809
 

10 Pulli Umtauschen Rm

  • 1. Bekleidungsgeschäft Bekleidungsgeschäft Dialog 10 - Pullover umtauschen Dialog 10 – Pullover umtauschen Verkäuferin Kunde (Vul de rol “in het Duits” in) 1 Hallo. 1 Je groet terug. 2 Kann ich dir helfen? 2 Je zegt dat je deze trui cadeau hebt gekregen, maar dat hij jou niet bevalt. Je wilt graag het geld terug hebben. 3 Hmm… Ja, das tut mir Leid. Leider kann ich das Geld nicht bar auszahlen. 3 Je vraagt wat je nu moet doen. 4 Ich kann dir den Pulli umtauschen. Du kannst etwas anderes nehmen. 4 Je bent het er mee eens. En zegt dat je gaat rondkijken. 5 Wir haben aber auch noch andere tolle T-Shirts. Was hältst du von diesem gelben? 5 Je kijkt naar de T-shirt. Het model bevalt je maar je vindt de kleur niet bij je passen. 6 Wir haben auch noch andere Farben. Welche Farbe findest du gut? Welche Größe hast du? 6 Je zegt dat je een donkerblauw T- Shirt wilt. Je noemt je maat. 7 Ja, ich werde einmal nachschauen. Hier bitte, möchtest du es anprobieren? 7 Dat wil je. 8 Passt das T-Shirt? Gefällt es dir? 8 Het T- Shirt staat je mooi. Je vindt de kleur goed bij je passen. 9 Das finde ich auch. Die Farbe steht dir wirklich sehr gut. Toll! 9 Je wilt het meenemen. 10 Das T-Shirt kostet € 60,-. Du müsstest noch € 15,- dazubezahlen. 10 Je betaalt. 11 Danke schön. Tschüs. 11 Bedank en zeg gedag.