5. 1 Ruis, o Godsstroom der genade in gemeent' en huis en hart! Laat in U gezond zich baden, wat gebogen gaat door smart! Stroom, o heil'ge Geest, terneder op het uitgedroogde land; en de bloemen bloeien weder, haast verwelkt door zonnebrand.
6. 2 Laat het uit Gods hemel stromen in de kerken overal! Van uw nederdaling dromen moede harten zonder tal. Nieuwe liefde, nieuwe zangen, kracht, die zielen opwaarts tilt, brengt uw ruisen, die 't verlangen als een heilig lied doortrilt.
7. Komt, gij dorstigen, hier drinken uit die milde heilfontein! Laat uw ziel in 't stof niet zinken, maar in haar gereinigd zijn. Laat U door haar golven dragen tot waar liefde nooit verkoelt, waar de kust der aardse dagen door Gods vreugde wordt omspoeld.
8. Welkom bij de avonddienst Olvdhr Harry Kamphuis Organist is Johannes de Vries Thema:”
9. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu.
10. Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
11. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
12. Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
13. Aansluitend opw 109 Wij zingen van Jezus, van Hem is alle macht. Hij heeft op Golgotha de wereld heil gebracht. De Zoon van God is Hij en aller heren Heer. Wij zingen van Jezus meer en meer.
14. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
24. Wij zijn hier bijeen in Jezus' naam om U te loven, o Heer. Wij zijn hier bijeen in Jezus' naam om U te loven, o Heer. Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, eer aan de heil'ge Geest, de Drie-In-Een.
25. Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, eer aan de heil'ge Geest, de Drie-In-Een. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
27. 14 Ik heb van oudsher gezwegen, Ik heb gezwegen en Mij ingehouden; nu zal Ik schreeuwen als een barende vrouw; 15 Ik zal snuiven en hijgen tegelijk. Ik zal bergen en heuvels verschroeien en al hun gewas zal Ik doen verdorren; Ik zal rivieren tot land maken en plassen zal Ik doen opdrogen.
28. 16 En Ik zal de blinden leiden op een weg die zij niet kenden; op paden die zij niet kenden, zal Ik hen doen treden; Ik zal de duisternis voor hen uit tot licht maken en de oneffen plaatsen tot een vlakte. Dit zijn de dingen die Ik doen zal en die Ik niet zal nalaten.
29. 17 Zij zullen terugdeinzen en diep beschaamd worden, die op gesneden beelden vertrouwen; die tot gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden.
31. Heer, U leidde mij in de wildernis, in het dal van Achor, en opnieuw sprak U tot mijn hart. Heer, U leidde mij in de wildernis, in het dal van Achor, en opnieuw sprak U tot mijn hart.
32. Daar zal ik zingen, voor U zingen als in de dagen van mijn jeugd, in het dal van Achor klinkt mijn lied. Want God maakte het dal tot een deur der hoop. Daarom zing ik vol vreugd dit lied.
33. Zing halleluja, halleluja, zing halleluja. Halleluja, halleluja, amen. Want God maakte het dal tot een deur der hoop. Daarom zing ik vol vreugd' dit lied.
35. 34 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels, en gij hebt niet gewild.
36. 35 Zie, uw huis wordt aan u overgelaten. Maar Ik zeg u, gij zult Mij niet meer zien tot het ogenblik komt, dat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!
39. Prijst de Heer met blijde galmen, gij, mijn ziel, hebt rijke stof. 'k Zal zo lang ik leef, mijn psalmen vrolijk wijden aan zijn lof. 'k Zal zolang ik 't licht geniet, Hem verhogen in mijn lied! Hem verhogen in mijn lied!
40. Zalig hij, die in dit leven Jacobs God ter hulpe heeft; hij, die door de nood gedreven, zich tot Hem om troost begeeft, die zijn hoop in 't hach'lijkst lot vestigt op de Heer zijn God. vestigt op de Heer zijn God.
41. 't Is de Heer, wiens alvermogen, 't groot heelal heeft voortgebracht. Die, genadig, uit de hoge, ziet, wie op zijn bijstand wacht, en aan elk, die Hem verbeidt, trouwe houdt in eeuwigheid. trouwe houdt in eeuwigheid.
42. 't Is de Heer, wiens mededogen, blinden schenkt het lief'lijk licht. Wie in 't stof lag neergebogen, wordt door Hem weer opgericht. God, die lust in waarheid heeft, mint hem, die rechtvaardig leeft. mint hem, die rechtvaardig leeft.
43. 't Is de Heer van alle heren, Sions God, geducht in macht, Die voor eeuwig zal regeren, van geslachte tot geslacht. Sion, zingt uw God ter eer, prijst zijn grootheid, looft de Heer! prijst zijn grootheid, looft de Heer!
47. Zegen ons Heer, zegen ons Heer. U, die hemel en aarde gemaakt heeft, zegen ons Heer. Heft uw handen op naar het heiligdom en prijst de Heer, halleluja.
49. De Heer zegene u, de Heer zegene u. Hij, die hemel en aarde gemaakt heeft, zegene u. Dank U Heer, dank U Heer. U, die hemel en aarde gemaakt heeft, dank U Heer