3. 1Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.Andere helpers, Heer, ontvallen mij.Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
4. 2Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.Alles verdoft wat glans bezat en gloed.Alles vervalt in 't wisselend getij,maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.
5. Welkom bij de avonddienstVoorganger ds HuitemaOrganist dhr MeinemaThema: “Jezus is onze barmhartige hogepriester.”
7. 1Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere.Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren.Komt allen saam,psalmzingt de heilige naam,looft al wat ademt de Here.
8. 2Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven;heeft u in 't licht als op adelaarsvleuglen geheven.Hij die u leidt,zodat uw hart zich verblijdt,Hij heeft zijn woord u gegeven.
9. Votum en groetEre zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.Amen.
11. 1Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is 't dat zonenvan 't zelfde huis als broeders samenwonen.Eén liefdeband houdt hen tezaam.De zegen van Gods hoog verheven naamdaalt op hen neer vol zoete tederheid,als olie die den priester wijdt.
12. 2Als olie die Aärons baard en klerenmet geur doordringt, zo is de gunst des Herenvoor wie eendrachtig samen zijn.Als dauw is het, die ligt zo mild en reinop Hermons top en daalt op Sion neer.'t Wordt al een tuin voor God den Heer.
13. 3Jeruzalem! Hier geeft de HEER zijn zegen,hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil verkregenen leven tot in eeuwigheid.
15. Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,Schepper des hemels en der aarde;en in Jezus Christus, zijnen enigeborenZoon,onze Here,die ontvangen is van de heil'ge Geest,geboren uit de maagd Maria;
16. die geleden heeft onder Pontius Pilatus,is gekruisigd, gestorven en begraven,nedergedaald ter helle;ten derden dage wederom opgestaan van de dodenopgevaren ten hemel,zittende ter rechterhand Gods,des almachtigen Vaders;
17. vanwaar Hij komen zal om te oordelende levenden en de doden.Ik geloof in de heilige Geest.Ik geloof een heilige, algemene christelijke Kerk;de gemeenschap der heiligen;vergeving der zonden;wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.Amen.
18. Psalm 145 – 3 Genadig en barmhartig is de HEER
19. 3 Genadig en barmhartig is de HEER,lankmoedig en vol goedheid altijd weer.Hij toont zijn gunst aan alles wat Hij schiep,al wat Hij uit de schoot der aarde riep.
20. U loven, HEER, de werken van uw handen,de hemelen, de zeeën en de landen.U zegenen, o HEER, uw hartsbemindendie elke dag uw goedheid ondervinden.
22. ELB 210 Mijn hart zingt een lieflijke melodie,
23. Allen1Mijn hart zingt een lieflijke melodie,een lied van vreugde en kracht,want Jezus vergaf al mijn zondeschuld,schonk licht m'in duistere nacht.
24. Refrein:Ik heb een nieuw lied,Een wonderbaar lied,ik heb een nieuw lied in mijn hart,en 'k juich nu zo blij:'Het oude is voorbij,ik heb een nieuw lied in mijn hart'.
25. Vrouwen2Mijn Jezus kwam in en 't werd alles licht,de duisternis vlood dra heen.Ik wandel zo stil in de zonneschijn,en zie slechts Jezus alleen.
26. Refrein:Ik heb een nieuw lied,Een wonderbaar lied,ik heb een nieuw lied in mijn hart,en 'k juich nu zo blij:'Het oude is voorbij,ik heb een nieuw lied in mijn hart'.
27. Mannen3O, glorie voor Jezus, Hij woont in mij,gekruist mijn leven voor Hem.Ik voel nu de druk van zijn trouwe hand,en luister steeds naar zijn stem.
28. Refrein:Ik heb een nieuw lied,Een wonderbaar lied,ik heb een nieuw lied in mijn hart,en 'k juich nu zo blij:'Het oude is voorbij,ik heb een nieuw lied in mijn hart'.
32. 1Eeuwig Woord, U willen wij bezingen,God uit God en Licht uit Licht;Wijsheid, voor de aanvang aller dingenspelend voor Gods aangezicht;engel Gods uit Isrels oude dagen,Zoon van 's Vaders eeuwig welbehagen,dienaar van Gods hoog bevel,kind der maagd, Immanuël!
33. 2Lam van God, in eeuwigheid te prijzen,die voor 's werelds zonden boet,uw gekruisigd vlees is waarlijk spijze,waarlijk drank uw heilig bloed.Uit een duister, vreeslijk boven materiept Gij tot Hem die U had verlaten,maar uw stem breekt door de nacht:Vader, wereld, 't is volbracht.
34.
35. Lezen Nehemia 9 : 27 t/m 31.27 Toen gaaft Gij hen in de macht van hun tegenstanders, die hen benauw-den. Maar ten tijde van hun benauwd-heidriepen zij tot U, en Gij hoordet uit de hemel en gaaft hun naar uw grote barmhartigheid verlossers, die hen verlosten uit de macht van hun tegenstanders. 28 Zodra zij dan rust gekregen hadden,
36. gingen zij weer kwaad doen voor uw aangezicht en Gij liet hen over aan de macht van hun vijanden, zodat die over hen heersten. Maar zij riepen U weer aan en Gij hoordet uit de hemel en reddet hen naar uw barmhartigheid, vele malen. 29 Gij vermaandet hen, om hen tot uw wet te doen wederkeren, maar zij handelden misdadig,
37. hoorden niet naar uw geboden en zondigden tegen uw verordeningen – de mens die ze opvolgt, zal daardoor leven. Maar zij zetten hun schouder er dwars tegen in en verhardden hun nek en luisterden niet. 30 Vele jaren waart Gij lankmoedig over hen en vermaandet hen door uw Geest, door de dienst van uw profeten,
38. maar zij gaven daaraan geen gehoor. Toen hebt Gij hen in de macht van de volken der landen gegeven. 31 Maar in uw grote barmhartigheid hebt Gij niet voorgoed met hen afgerekend en hen niet verlaten, want Gij zijt een genadig en barmhartig God.
39.
40. Lezen Marcus 1 : 40 t/m 45.De genezing van een melaatse 40 En een melaatse kwam tot Hem, die voor Hem op de knieën viel, en smekende tot Hem zeide: Indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. 41 En met barmhartigheid bewogen,
41. strekte Hij zijn hand uit, raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil het, word rein! 42 En terstond verliet hem de melaatsheid en hij werd rein. 43 En met een strenge vermaning zond Hij hem terstond weg, 44 en Hij zeide tot hem: Zie toe, dat gij niemand iets zegt, maar ga heen, toon u aan de priester en offer voor uw reiniging hetgeen Mozes heeft voorgeschreven,
42. hun tot een getuigenis. 45 Maar toen hij was weggegaan, begon hij het telkens weder te verkondigen, en het gebeurde ruchtbaar te maken, zodat Hij niet meer openlijk de stad kon binnenkomen, maar Zich buiten in eenzame plaatsen ophield. En zij kwamen tot Hem van alle kanten.
43.
44. Lezen Hebreeën 2 : 14 t/m 18.14 Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, 15 en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren. 16 Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet,
45. maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham. 17 Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. 18 Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen.