SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  46
Het
Strook-
Model
LionelKole,2013
Module 1:
De vier basisbewerkingen
Workshop Amsterdam
Inhouden
• Inzicht, flexibiliteit, toepassen & voorstellen
• Rekenproblemen & rekenvraagstukken
• C-R-A & handelingsmodel
• Stappenplan probleemoplossen &
Drieslagmodel
• Deel-geheelmodel & Vergelijkingsmodel
• Drie categorieën probleemsituaties
• Toepassingen van de vier basisvaardigheden bij
enkelvoudige- en samengestelde opgaven
Eén van de hoofddoelstellingen
• De leerlingen verwerven inzicht in de
vier basisbewerkingen.
• Kunnen deze basisbewerkingen vlot en
inzichtelijk uitvoeren.
• Kunnen zich iets voorstellen bij deze
bewerkingen en deze efficiënt inzetten in
allerlei toepassingssituaties.
Kerndoelen Primair onderwijs
Toepassingsopgaven
• Rekenprobleem
• Rekenvraagstuk
– Enkelvoudige opgaven
– Samengestelde opgaven
Hogere denkvaardigheden
Lagere denkvaardigheden
Rekenproblemen
Rekenvraagstukken & contexten
• Verbaal gepresenteerd probleem, waarin
één of meerdere bewerkingen met
getalsmatige gegevens moet worden
uitgevoerd.
• Binnen schoolse context.
Drie representatiestadia
• Enactive representation
(motorische ervaring + fysieke objecten)
• Iconic representation
(afbeeldingen, tekeningen en schema’s om
kennis voor te stellen)
• Symbolic representation
(kennis via een formeel symbolensysteem)
• Annemieke heeft 9 knikkers en Daniëlle
heeft er 6. Hoeveel knikkers hebben de
meisjes in totaal?
• Annemieke heeft 3 knikkers meer dan
Daniëlle. Als Annemieke 9 knikkers heeft,
hoeveel knikkers heeft Daniëlle dan?
Twee vergelijkbare modellen:
9 6
Deel-geheelmodel
? 3
9
A
D
D
D
A
A
Vergelijkingsmodel
Van doen naar representeren
naar symboliseren
Fysieke objecten & visuele
modellen zijn een platform om:
• Relaties te beschouwen en begrijpen..
• Een koppeling te vinden met eigen
intuïtieve ideeën..
• Astract te redeneren..
Drie categorieën
probleemsituaties
• Combinatiesituaties
(afzonderlijke hoeveelheden vormen een
gecombineerde hoeveelheid)
• Vergelijkingssituaties
(afzonderlijke hoeveelheden worden onderling
vergeleken + verschil tussen de hoeveelheden)
• Veranderingssituaties
(starthoeveelheid, veranderingshoeveelheid en
de eindhoeveelheid)
1) Deel + deel = geheel
2) Geheel – deel = deel
geheel
deel deel
Categorieën enkelvoudige opgaven
Er namen 124 jongens en 109 meisjes deel
aan de nationale zwemdagen. Hoeveel
kinderen deden in totaal mee aan deze
zwemdagen?
?
124 jongens 109 meisjes
Type 1
Er namen in totaal 233 kinderen deel aan
de nationale zwemdagen. Als er 124
jongens meededen, hoeveel meisjes
deden mee aan deze zwemdagen?
233
124 jongens ? meisjes
Type 2
Voor 2 appels en 1 tros bananen
betaal je € 4,-. Voor 2 appels en 3
trossen bananen betaal je € 9.
Hoeveel euro ben je kwijt voor 1
appel?
Samengestelde opgave 1
€ 9,-
€ 4,-
€ 4,-
€ 9,-
€ 2,50
€ 4,-
€ ?
Ik denk aan drie verschillende
getallen. Als ik telkens twee getallen
bij elkaar optel, zijn de sommen
respectievelijk 49, 57 en 64. Wat zijn
deze drie getallen?
Samengestelde opgave 2
Onze mentale voorstelling van
het probleem ontwikkelen…
Systematische probleemaanpak
1. Het probleem lezen & begrijpen
2. Een plan maken
3. Plan uitvoeren/berekenen
4. Controle + reflectie
Check
Ander
Plan?
Het drieslagmodel (ERWD)
Drie getallen…
Verschillend qua grootte…
Drie sommen…
Verschillend qua grootte…
64
49
57
Herschik de
drie sommen…
64
49
57
Overeenkomst
en verschil…
64
49
57
Gelijke eenheden..
64
49
113 - 57
2 eenheden  56
1 eenheid 56 ÷ 2
= 28
49 – 28 = 21
64 – 28 = 36
1) gr. hoeveelheid - kl. hoeveelheid = verschil
2) kl. hoeveelheid + verschil = gr. hoeveelheid
3) gr. hoeveelheid – verschil = kl. hoeveelheid
grotere hoeveelheid
kleinere hoeveelheid verschil
Categorieën enkelvoudige opgaven
Bereken het gewicht van A.
Samengestelde opgave 2
1) Aantal delen × een deel = geheel
2) Geheel ÷ aantal delen = één deel
3) Geheel ÷ één deel = aantal delen
geheel
deel
Categorieën enkelvoudige opgaven
5 kinderen besluiten onderling eerlijk de
kosten voor een cadeau te delen.
Als elk van hen 6 euro moest betalen, hoe
duur was het cadeau dan?
€ ?
€ 6
Type 1
5 kinderen kochten samen een cadeau voor
30 euro. Ze besloten onderling eerlijk de
kosten te delen. Hoeveel moest elk van hen
bijdragen?
€ 30
€ ?
Type 2
Een groep kinderen kochten samen een
cadeau voor 30 euro. Als een ieder 6 euro
betaalde, uit hoeveel kinderen bestond
deze groep dan?
€ 30
€ 6
Type 3
Bereken het gewicht van A.
Samengestelde opgave 1
1) gr. hoeveelheid ÷ kl. hoeveelheid = veelvoud
2) kl. hoeveelheid × veelvoud = gr. hoeveelheid
3) gr. hoeveelheid ÷ veelvoud = kl. hoeveelheid
grotere hoeveelheid
kleinere hoeveelheid
Categorieën enkelvoudige opgaven
Een boer heeft 7 stieren en 35 koeien. Hoeveel
keer zoveel koeien als stieren heeft de boer?
35 koeien
7 stieren
Type 1
Een boer heeft 7 stieren. Hij heeft 5 keer zoveel
koeien als stieren. Hoeveel koeien heeft de
boer?
? koeien
7 stieren
1 eenheid  7
5 eenheden  5 × 7
Type 2
Een boer heeft 35 koeien. Hij heeft 5 keer zoveel
koeien als stieren. Hoeveel stieren heeft de
boer?
35 koeien
? stieren
5 eenheden  35
1 eenheid  35 5
Type 3
Ali scoorde 3 keer zoveel punten als
Bas. Bas scoorde 200 punten minder
dan Cas en Cas scoorde 50 punten
meer dan Ali. Bereken de totaalscore
van deze drie jongens.
Samengestelde opgave 2
2 eenheden  200 – 50 = 150
4 eenheden  2 × 150 = 300 (Ali & Bas)
Aantal punten Cas = 200 + (150 ÷ 2) = 275
x
Ali
Bas
Cas
200 ?
50
3x + 50 = x + 200
Pakje A is 4 keer zo zwaar als pakje
B. Bereken het gewicht van pakje C.
Samengestelde opgave 3
Veranderingsproblemen met
een onbekende starthoeveelheid
• Nadat Nora nog 19 punten behaalde bij
een spel, had ze een totaal van 217
punten. Hoeveel punten had Nora eerst?
x + 19 = 217, dus 217 – 19 = x
• Josje had wat knikkers. Nadat zij 13
knikkers had verloren aan Anne, had zij
nog 5 knikkers over. Hoeveel knikkers
had Josje aanvankelijk?
x – 13 = 5, dus 5 + 13 = x
Een bloemist had evenveel rode
rozen als witte rozen. Hij verkocht
624 rode rozen, waarna hij precies 4
keer zoveel witte als rode rozen
overhield. Hoeveel rozen had hij
voor de verkoop?
Veranderingssituatie 1
3 eenheden  624
1 eenheid  624 ÷ 3 = 208
8 eenheden  8 × 208
rood
?
624
wit
rood
wit
Voor
Na

Contenu connexe

Plus de Lionel Kole

Presentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPOPresentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPOLionel Kole
 
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectiePresentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectieLionel Kole
 
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 DiaselectieSAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 DiaselectieLionel Kole
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIILionel Kole
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIILionel Kole
 
Dia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO GoesDia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO GoesLionel Kole
 
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...Lionel Kole
 
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3Lionel Kole
 
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3Lionel Kole
 
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3Lionel Kole
 
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015Lionel Kole
 
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)Lionel Kole
 
Netwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan ZetNetwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan ZetLionel Kole
 
Module zorgverbreding Rekenen Deel 2: Signaleren & Analyseren
Module zorgverbreding Rekenen  Deel 2: Signaleren & AnalyserenModule zorgverbreding Rekenen  Deel 2: Signaleren & Analyseren
Module zorgverbreding Rekenen Deel 2: Signaleren & AnalyserenLionel Kole
 
Presentatie referentiekader School Aan Zet
Presentatie referentiekader School Aan ZetPresentatie referentiekader School Aan Zet
Presentatie referentiekader School Aan ZetLionel Kole
 
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)Lionel Kole
 
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodelTwee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodelLionel Kole
 
Meetkunde groep 3
Meetkunde groep 3Meetkunde groep 3
Meetkunde groep 3Lionel Kole
 
School aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denkenSchool aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denkenLionel Kole
 

Plus de Lionel Kole (20)

Presentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPOPresentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPO
 
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectiePresentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
 
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 DiaselectieSAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesII
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesII
 
Dia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO GoesDia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO Goes
 
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
 
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
 
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
 
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
 
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
 
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
 
Netwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan ZetNetwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan Zet
 
Module zorgverbreding Rekenen Deel 2: Signaleren & Analyseren
Module zorgverbreding Rekenen  Deel 2: Signaleren & AnalyserenModule zorgverbreding Rekenen  Deel 2: Signaleren & Analyseren
Module zorgverbreding Rekenen Deel 2: Signaleren & Analyseren
 
Presentatie referentiekader School Aan Zet
Presentatie referentiekader School Aan ZetPresentatie referentiekader School Aan Zet
Presentatie referentiekader School Aan Zet
 
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
 
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodelTwee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
 
Meetkunde groep 3
Meetkunde groep 3Meetkunde groep 3
Meetkunde groep 3
 
School aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denkenSchool aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denken
 
Lunteren 2013
Lunteren 2013Lunteren 2013
Lunteren 2013
 

Strookmodel Diaselectie module 1

  • 1. Het Strook- Model LionelKole,2013 Module 1: De vier basisbewerkingen Workshop Amsterdam
  • 2. Inhouden • Inzicht, flexibiliteit, toepassen & voorstellen • Rekenproblemen & rekenvraagstukken • C-R-A & handelingsmodel • Stappenplan probleemoplossen & Drieslagmodel • Deel-geheelmodel & Vergelijkingsmodel • Drie categorieën probleemsituaties • Toepassingen van de vier basisvaardigheden bij enkelvoudige- en samengestelde opgaven
  • 3. Eén van de hoofddoelstellingen • De leerlingen verwerven inzicht in de vier basisbewerkingen. • Kunnen deze basisbewerkingen vlot en inzichtelijk uitvoeren. • Kunnen zich iets voorstellen bij deze bewerkingen en deze efficiënt inzetten in allerlei toepassingssituaties.
  • 5. Toepassingsopgaven • Rekenprobleem • Rekenvraagstuk – Enkelvoudige opgaven – Samengestelde opgaven Hogere denkvaardigheden Lagere denkvaardigheden
  • 7. Rekenvraagstukken & contexten • Verbaal gepresenteerd probleem, waarin één of meerdere bewerkingen met getalsmatige gegevens moet worden uitgevoerd. • Binnen schoolse context.
  • 8. Drie representatiestadia • Enactive representation (motorische ervaring + fysieke objecten) • Iconic representation (afbeeldingen, tekeningen en schema’s om kennis voor te stellen) • Symbolic representation (kennis via een formeel symbolensysteem)
  • 9. • Annemieke heeft 9 knikkers en Daniëlle heeft er 6. Hoeveel knikkers hebben de meisjes in totaal? • Annemieke heeft 3 knikkers meer dan Daniëlle. Als Annemieke 9 knikkers heeft, hoeveel knikkers heeft Daniëlle dan? Twee vergelijkbare modellen:
  • 12. Van doen naar representeren naar symboliseren
  • 13. Fysieke objecten & visuele modellen zijn een platform om: • Relaties te beschouwen en begrijpen.. • Een koppeling te vinden met eigen intuïtieve ideeën.. • Astract te redeneren..
  • 14. Drie categorieën probleemsituaties • Combinatiesituaties (afzonderlijke hoeveelheden vormen een gecombineerde hoeveelheid) • Vergelijkingssituaties (afzonderlijke hoeveelheden worden onderling vergeleken + verschil tussen de hoeveelheden) • Veranderingssituaties (starthoeveelheid, veranderingshoeveelheid en de eindhoeveelheid)
  • 15. 1) Deel + deel = geheel 2) Geheel – deel = deel geheel deel deel Categorieën enkelvoudige opgaven
  • 16. Er namen 124 jongens en 109 meisjes deel aan de nationale zwemdagen. Hoeveel kinderen deden in totaal mee aan deze zwemdagen? ? 124 jongens 109 meisjes Type 1
  • 17. Er namen in totaal 233 kinderen deel aan de nationale zwemdagen. Als er 124 jongens meededen, hoeveel meisjes deden mee aan deze zwemdagen? 233 124 jongens ? meisjes Type 2
  • 18. Voor 2 appels en 1 tros bananen betaal je € 4,-. Voor 2 appels en 3 trossen bananen betaal je € 9. Hoeveel euro ben je kwijt voor 1 appel? Samengestelde opgave 1
  • 20. € 4,- € 9,- € 2,50 € 4,- € ?
  • 21. Ik denk aan drie verschillende getallen. Als ik telkens twee getallen bij elkaar optel, zijn de sommen respectievelijk 49, 57 en 64. Wat zijn deze drie getallen? Samengestelde opgave 2
  • 22. Onze mentale voorstelling van het probleem ontwikkelen…
  • 23. Systematische probleemaanpak 1. Het probleem lezen & begrijpen 2. Een plan maken 3. Plan uitvoeren/berekenen 4. Controle + reflectie Check Ander Plan?
  • 26. Drie sommen… Verschillend qua grootte… 64 49 57
  • 29. Gelijke eenheden.. 64 49 113 - 57 2 eenheden  56 1 eenheid 56 ÷ 2 = 28 49 – 28 = 21 64 – 28 = 36
  • 30. 1) gr. hoeveelheid - kl. hoeveelheid = verschil 2) kl. hoeveelheid + verschil = gr. hoeveelheid 3) gr. hoeveelheid – verschil = kl. hoeveelheid grotere hoeveelheid kleinere hoeveelheid verschil Categorieën enkelvoudige opgaven
  • 31. Bereken het gewicht van A. Samengestelde opgave 2
  • 32. 1) Aantal delen × een deel = geheel 2) Geheel ÷ aantal delen = één deel 3) Geheel ÷ één deel = aantal delen geheel deel Categorieën enkelvoudige opgaven
  • 33. 5 kinderen besluiten onderling eerlijk de kosten voor een cadeau te delen. Als elk van hen 6 euro moest betalen, hoe duur was het cadeau dan? € ? € 6 Type 1
  • 34. 5 kinderen kochten samen een cadeau voor 30 euro. Ze besloten onderling eerlijk de kosten te delen. Hoeveel moest elk van hen bijdragen? € 30 € ? Type 2
  • 35. Een groep kinderen kochten samen een cadeau voor 30 euro. Als een ieder 6 euro betaalde, uit hoeveel kinderen bestond deze groep dan? € 30 € 6 Type 3
  • 36. Bereken het gewicht van A. Samengestelde opgave 1
  • 37. 1) gr. hoeveelheid ÷ kl. hoeveelheid = veelvoud 2) kl. hoeveelheid × veelvoud = gr. hoeveelheid 3) gr. hoeveelheid ÷ veelvoud = kl. hoeveelheid grotere hoeveelheid kleinere hoeveelheid Categorieën enkelvoudige opgaven
  • 38. Een boer heeft 7 stieren en 35 koeien. Hoeveel keer zoveel koeien als stieren heeft de boer? 35 koeien 7 stieren Type 1
  • 39. Een boer heeft 7 stieren. Hij heeft 5 keer zoveel koeien als stieren. Hoeveel koeien heeft de boer? ? koeien 7 stieren 1 eenheid  7 5 eenheden  5 × 7 Type 2
  • 40. Een boer heeft 35 koeien. Hij heeft 5 keer zoveel koeien als stieren. Hoeveel stieren heeft de boer? 35 koeien ? stieren 5 eenheden  35 1 eenheid  35 5 Type 3
  • 41. Ali scoorde 3 keer zoveel punten als Bas. Bas scoorde 200 punten minder dan Cas en Cas scoorde 50 punten meer dan Ali. Bereken de totaalscore van deze drie jongens. Samengestelde opgave 2
  • 42. 2 eenheden  200 – 50 = 150 4 eenheden  2 × 150 = 300 (Ali & Bas) Aantal punten Cas = 200 + (150 ÷ 2) = 275 x Ali Bas Cas 200 ? 50 3x + 50 = x + 200
  • 43. Pakje A is 4 keer zo zwaar als pakje B. Bereken het gewicht van pakje C. Samengestelde opgave 3
  • 44. Veranderingsproblemen met een onbekende starthoeveelheid • Nadat Nora nog 19 punten behaalde bij een spel, had ze een totaal van 217 punten. Hoeveel punten had Nora eerst? x + 19 = 217, dus 217 – 19 = x • Josje had wat knikkers. Nadat zij 13 knikkers had verloren aan Anne, had zij nog 5 knikkers over. Hoeveel knikkers had Josje aanvankelijk? x – 13 = 5, dus 5 + 13 = x
  • 45. Een bloemist had evenveel rode rozen als witte rozen. Hij verkocht 624 rode rozen, waarna hij precies 4 keer zoveel witte als rode rozen overhield. Hoeveel rozen had hij voor de verkoop? Veranderingssituatie 1
  • 46. 3 eenheden  624 1 eenheid  624 ÷ 3 = 208 8 eenheden  8 × 208 rood ? 624 wit rood wit Voor Na