1. NATUURWETENSCHAPPEN
Lisa Reumers

2. KO: VOORTPLANTINGSSTELSEL
VAN DE VROUW

3. AGENDA
 Voortplantingsstelsel van de vrouw:
menstruatiecyclus + geboorte pg 91-93

4. MENSTRUATIECYCLUS

5. KALENDER – MENSTRUATIE EINDIGT OP 26 MEI EN CYCLUS DUURT 28
DAGEN

6. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
menstruatie - ovulatie - vruchtbare periode
menstruatie ovulatie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 281 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 281 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
v r u c h t b a r e p e r i o d e

7. OEFENING PG 91
Samenvatting
 Menstruatie: ongeveer 5 dagen + begin menstruatiecyclus
 Eisprong of ovulatie: is 14 dagen voor het einde van de cyclus
 Vruchtbare periode:
 Eisprongmarge: eisprong + 3 dagen marge ERVOOR en 3 dagen ERNA
 Overlevingsduur zaadcellen: +3 dagen VOOR de eisprongmarge
 Overlevingsduur eicel: +1 dag NA de eisprongmarge

8. VERBETERING
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1
0
1
1
1
2
1
3
1
4
1
5
1
6
1
7
1
8
1
9
2
0
2
1
2
2
2
3
2
4
2
5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1
0
1
1
1
2
1
3
1
4
1
5
1
6
1
7
1
8
1
9
2
0
2
1
2
2
2
3
2
4
2
5
26 27 28 29 30 31

9. VERANDERINGEN IN GEDRAG VANAF
DE PUBERTEIT
 Hormoonwerking  wijzigingen in gedrag & emoties
 12 – 13 jaar  zoektocht naar eigen ‘ik’
 Sterke verbondenheid met een bepaalde persoon
Volwassene: popidool, acteur, sportfiguur

10. VERANDERINGEN IN GEDRAG VANAF
DE PUBERTEIT
 14-16 jaar
eigen mening
‘erbij horen’
heel beïnvloedbaar
belang uiterlijk
belangstelling andere geslacht neemt toe
eigen grenzen aftasten  conflicten
 De weg naar volwassenheid

11. Hoe geraken eicel en zaadcel bij elkaar?
BEVRUCHTING

12. 1.Geslachtsgemeensc
hap
2.Bevruchting
3.Zwangerschap
4.Geboorte

13. BEVRUCHTING
in de eileider
1 zaadcel dringt doorheen
de wand van de eicel
=> zygote vormt een
bevruchtingsmembraan.

14. DE INNESTELING VAN HET
EMBRYO

15.  DE BEVRUCHTING GEBEURT IN DE EILEIDER => ZWANGERSCHAP!
 INDIEN DE EICEL NIET BEVRUCHT WORDT, STERFT ZE AF.
Het baarmoederslijmvlies wordt, samen met bloed, uitgestoten => MENSTRUATIE
zaadcel
eicel (vrijgekomen
na ovulatie)
zygote of
bevruchte
eicel
zygote deelt zich
Zwangerschap: van zygote tot
embryo

16. OF
Eénling of tweeling?

17. OF
1-eiige of 2-eiige tweeling?

18. 1-eiige of 2-eiige tweeling?
OF OF

19. 2 IDENTIEKE TWEELINGEN

20. 2-eiige tweeling
1-eiige tweeling
Tweelingen
splitsing vóór de
14e dag, anders ...
siamese tweeling!

22. zuurstofarm / afvalstoffenrijk
zuurstofarm / afvalstoffenrijk
zuurstof- / voedingsstoffenrijk
zuurstof- / voedingsstoffenrijk