1. Minister Opstelten is Kierewiet geworden
Onlangs werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over het Nederlandse drugsbeleid. In Nederland
doen we het momenteel vrij goed met het huidige gedoogbeleid. Er worden in Nederland relatief vrij
weinig drugs gebruikt. We hebben erg weinig drugsdoden en heroinegebruik sterft uit. In landen als
Frankrijk, Engeland en de VS met een repressiever beleid zijn er veel meer problemen. In deze landen
begint men dit in te zien en wordt het beleid steeds liberaler.
Desondanks wil Opstelten van de ‘liberale’ VVD allerlei repressieve maatregelen invoeren om
drugsgebruik ‘aan te pakken’. Hij wil stoppen met gedogen van cannabis met een THC-gehalte boven
de 15%. Coffeeshops worden een besloten club waar je een wietpas voor moet hebben en
coffeeshops die binnen 350 meter omtrek van een school staan moeten gesloten worden.
De ochtend voor het afgelopen drugsdebat had De Pers een minister van justitie Opstelten met
oorkleppen afgebeeld op de voorpagina met daarnaast de tekst ‘Ik luister lekker toch niet’. Uit het
bijbehorende artikel bleek dat Opstelten niet zou willen luisteren naar kritiek en willens en wetens een
debat zou voeren op basis van valse claims.
Tijdens het debat maakte Opstelten het beeld dat hij toch niet zou willen luisteren meer dan waar, en
ontkende hij de uitgelekte onderzoeksresultaten waaruit bleek dat hij zijn beleid baseerde op valse
claims ontkennen. Opstelten is keer op keer niet bereid te luisteren naar kritiek en alternatieven die
effectiever zijn. Boris van der Ham stelde tijdens het drugsdebat niet voor niets dat Opstelten bananen
in zijn oren heeft.
Achterdeur
Een voorbeeld van een goed alternatief is regulering van cannabisteelt. Hier wordt momenteel onder
andere mee geexperimenteerd in Spanje en de VS. In Nederland kan op deze manier ‘de achterdeur’
van coffeeshops geregeld worden zonder inmenging van criminele cannabistelers. Zo zou een
belangrijke inkomstenbron van de georganiseerde misdaad om zeep geholpen worden.
Dit zou bovendien een bezuiniging opleveren die in de miljarden loopt. Per jaar. Dit zou onder andere
bereikt worden door besparingen op inzet van politie en justitie en extra belastingsinkomsten. Verder
is het op deze manier mogelijk om kwaliteitseisen aan de geproduceerde cannabis te stellen.
Opstelten is echter bij voorbaat al niet geinteresseerd en kondigt juist aan een experiment met
gereguleerde teelt in Utrecht te willen dwarsbomen.
2. THC
Opstelten ziet meer in repressieve maatregelen. Zo wil hij stoppen met het gedogen van cannabis met
een THC-gehalte boven de 15%. Het is sterk de vraag of dit enig effect heeft. Als gebruikers lichtere
wiet hebben stoppen ze er gewoon wat meer van in hun jointje. Bovendien is deze maatregel
praktisch onuitvoerbaar. THC-percentages verschillen per plant en ook binnen een plant. Het THC-
percentage van een geteste sample hoeft dus niets te zeggen over de THC-percentages van andere
‘porties’. Methodes om THC te meten zijn bovendien niet op de markt. Cannabis kan momenteel
alleen naar het lab opgestuurd worden. En een coffeeshop kan dat niet omdat die geen
opiumontheffing heeft voor als de opgestuurde sample boven de 15% uit komt.
Scholen
Verder gaat Opstelten alle coffeeshops binnen 350 meter van middelbare scholen en basisscholen
sluiten. Dit is een buitengewoon nutteloze maatregel. Coffeeshops controleren goed op leeftijd en
scholieren mogen dankzij de gehanteerde leeftijdsgrens van 18 jaar helemaal geen coffeeshop in. Uit
experimenten met een dergelijk afstandscriterium in Rotterdam blijkt dan ook dat dit totaal geen effect
heeft.
Wietpas
Om de toegankelijkheid van coffeeshops te verkleinen wil Opstelten een wietpas invoeren. Hierdoor
worden coffeeshops besloten clubs met een beperkt aantal leden, die zich moeten laten registreren
om een pasje te krijgen. Door het beperkte aantal leden zijn coffeeshops zijn erbij gebaat om zo veel
mogelijk grootverbruikers als klant te hebben. Die leveren immers meer op. Hierdoor kan een situatie
ontstaan waarin juist incidentele recreatieve gebruikers aangewezen zijn op straatdealers, die ook
hardere middelen aanbieden en niet letten op de leeftijd van hun klanten. Bovendien is slechts 12%
van de coffeeshopbezoekers bereid zich te laten registreren. De rest gaat liever zelf ‘tuinieren’ of naar
een illegale dealer. De straatdealers wrijven al in hun handjes...
Politie capaciteit
Opstelten weigert dit probleem van een stijgende straathandel te erkennen, terwijl de gevolgen van de
huidige sluitingen van coffeeshops al duidelijk zichtbaar zijn. Wel gaat hij in het zuiden tijdelijk extra
politie inzetten om dergelijke problemen te voorkomen en wietpasjes te controleren. De aanwezige
politie liet tijdens het afgelopen drugsdebat echter weten helemaal niet op deze taken te zitten
wachten. Ze besteden hun tijd liever met het aanpakken van kan dieven en verkrachters. De financiele
gevolgen van deze lastenverzwaring voor de politie weigert Opstelten financieel te laten doorrekenen.
Conclusie
Het kabinet jaagt met de plannen van Opstelten met name incidentele cannabis-gebruikers richting
criminele straatdealers die ook andere middelen aanbieden en aan minderjarigen verkopen.
‘Kierewiet’, aldus Tofik Dibi. De problemen die dit veroorzaakt zouden deels door de zorg opgevangen
moeten worden. Minister Schippers van volgsgezondheid is ondertussen echter juist hard bezig om
deze mogelijkheden af te breken door middel van bezuinigingen op de Geestelijke Gezondheidszorg
en het onder druk zetten van preventie in de verslavingszorg. De enige kans om een verergerde
drugsproblematiek te voorkomen lijkt een spoedige val van het kabinet.
Het is tijd voor een nieuw kabinet. Een kabinet dat onderzoeksresultaten accepteert in plaats van
terugstuurt als deze niet bevallen. Een kabinet dat liever bezuinigt op het opjagen en bestaffen van
mensen die graag een jointje roken, dan op de zorg die verslaafden nodig hebben. Een kabinet dat
zich niet zo onder druk laat zetten door de VS. Een kabinet dat weer een gidsrol durft in te nemen.
Een kabinet dat liever complimenten krijgt van experts uit de verslavingszorg dan van een organisatie
als de DEA die zelf verwikkeld is in allerlei smokkelschandalen. Een kabinet dat liever complimenten
krijgt omdat er zo weinig drugsongevallen zijn dan omdat ze drugsgebruikers zo hard aanpakken.