1. Maak kennis met de regio
Introductie van de collectieve innovatiecommunity
Door: In opdracht van:
Peter Müthing Paint the World Orange Contest
p.muthing@student.utwente.nl http://www.orangecontest.nl
Student Mechanical Engineering,
Public Administration,
Universiteit Twente Oktober 2008
2. ‘Onze ambitieuze doelen, onze gedurfde innovaties, halen we alleen met elkaar.
Laten we samen onze internationale concurrentiepositie verder verbeteren!’
Dr. J.P. Balkenende - Voorzitter Innovatieplatform
‘Pas als je vertelt, welke problemen je kunt oplossen, wordt wetenschap sexy.’
J.F. Sistermans - Voorzitter Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid
2
3. Inhoudsopgave
Inleiding.............................................................................................................4
Achtergronden onderzoek en kennisvalorisatie.........................................................5
Collectieve innovatiecommunity...........................................................................10
Bestuur van de innovatiecommunity.....................................................................14
Kosten en vervolgtraject.....................................................................................16
Slotwoord..........................................................................................................17
Referenties........................................................................................................18
3
4. Inleiding
Nederland is een ambitieuze, ondernemende welvaartsstaat. Parallel aan de internationaal
gestelde ambitie om van de Europese Unie de voornaamste kenniseconomie van de wereld te
maken, heeft Nederland zich ten doel gesteld om tot de Europese voorhoede te behoren op
het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie. Om deze doelstellingen van een stimulans
te voorzien is in 2003 het Innovatieplatform Nederland opgericht. Hierin werken overheid,
bedrijfsleven en (wetenschappelijke) experts samen aan innovatieve projecten.
Om internationale ambities waar te maken in onze huidige door internationale competitie
gekenmerkte wereld, is een positief nationaal imago van grote toegevoegde waarde. Het
brengt Nederland onder de aandacht, schept vertrouwen en creëert financiële kansen. Een
gunstige beeldvorming van het Nederlandse ondernemersklimaat levert een positieve impuls
aan potentiële consumenten, investeerders, toeristen, migranten, media en andere
regeringen.
De kern van branding is het verkrijgen en behouden van een competitieve identiteit. Hiervoor
is een geïntegreerde, consistente benadering nodig om de waarden, die aan de basis staan
van de identiteit van een nationaal merk, te bewerkstelligen. Het Ministerie van Economische
zaken heeft om die reden een strategie ontwikkeld voor de economische branding ten
behoeve van de beeldvorming van Nederland over de grens. Hierin staan verbondenheid en
optimisme centraal.
Nederland stelt zich ten doel om haar internationale economische imago te verbeteren door
de stelling: Pioneers in International Business. De achterliggende gedachte achter deze
strategie is dat Nederland in staat is om te excelleren als relatief klein maar internationaal
georiënteerd land met een sterke houding om samen te werken [1].
In de Holland branding strategy zijn vijf karakteristieke eigenschappen van de Nederlandse
ondernemende vaardigheden en de Nederlandse economie opgenomen:
• Open
• Internationaal
• Ondernemend
• Vindingrijk
• Kennisintensief / creatief
Met de Paint the World Orange Contest wordt de mogelijkheid geboden aan organisaties en
individuen om een creatieve bijdrage te leveren aan het versterken van het Nederlandse
internationale imago. Dit innovatieve, integrale concept beoogt daaraan een constructieve
bijdrage te leveren.
4
5. Achtergronden onderzoek en kennisvalorisatie
De kenmerken van de Nederlandse economie komen tot uitdrukking in het Nederlandse
innovatiebeleid. Innovatie is anticiperen op omgevingsveranderingen, continue wisselwerking
tussen exploratie en exploitatie, hetgeen resulteert in een doorlopend leerproces. Speerpunt
hierin is het versneld vertalen van onderzoeksresultaten naar nieuwe bedrijvigheid. In dit
hoofdstuk zal daarom ingegaan worden op achtergronden (doelstellingen, beleid, trends en
kansen) van onderzoek en kennisvalorisatie.
Europese Unie
Op het gebied van onderzoek en kennisvalorisatie zijn binnen de Europese Unie scherpe
doelen geformuleerd. Met het verdrag van Lissabon stelt de EU zich ten doel om in 2010 de
voornaamste kenniseconomie van de wereld te zijn [2]. Binnen het zevende Europese
kaderprogramma (2007-2013) wordt versterking van het onderzoekspotentieel door middel
van regio’s gestimuleerd, voornamelijk door aanmoediging en ondersteuning van de
ontwikkeling van clusterregio’s waarin universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en
regionale overheden samenwerken [3].
De doelstelling van Barcelona stelt dat alle lidstaten van de Europese Unie 3% van het Bruto
Binnenlands Product aan R&D moeten uitgeven in het jaar 2010 [4]. Deze doelstelling wordt
waarschijnlijk niet behaald. Integendeel, voor Nederland daalt dit percentage zelfs: van
1,97% in 1995 naar 1,82% in 2000 tot 1,73% in 2005 [5].
Nederland
De Nederlandse clusterregio’s worden economisch versterkt door de vorming van
Kansenzones, waarin andere belastingregels gelden en waarin startende bedrijven en snel
groeiende bedrijven extra ondersteuning kunnen krijgen. Gevolg hiervan is een versterkte
aandacht voor kennisvalorisatie, het tegengaan van brain drain en het ontstaan van regionale
platforms zoals decentrale Innovatieplatforms, brainports, kennisparken etc.
[6]
De Nederlandse regering neemt zich middels haar huidige coalitieakkoord (2006-2010) het
volgende voor op het gebied van onderzoek en kennisvalorisatie:
• Er komt een langetermijnstrategie voor innovatie en ondernemerschap door
samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, wetenschap en onderwijs. Het
Innovatieplatform nieuwe stijl ondersteunt deze strategie. Innovatie in onderwijs,
zorg, energie en andere publieke voorzieningen krijgt hierin ook een plaats
• Met regio’s zullen - in aanvulling op het huidige beleid - afspraken worden gemaakt
over versterking van de regionale economische ontwikkeling
• Bestaande durfkapitaalregelingen zullen worden gebundeld en effectiever ingezet,
gericht op een goede toegang tot de kapitaalmarkt voor starters en groeiende
bedrijven. Ook de beschikbaarheid van micro-kredieten voor startende ondernemers
wordt verbeterd
5
6. • Het Ministerie van OCW neemt zich voor om een aparte beleidsnota over
wetenschappelijke informatievoorziening te ontwikkelen, met daarin onderwerpen als
open access, toegankelijkheid van databestanden en duurzaam behoud van papieren
en wetenschappelijke informatie [7]
Onderzoeksbekostiging
Bij de bekostiging van onderzoek is een trend naar een meer Europees ingerichte
onderzoeksagenda en meer focus middels de oprichting van het European Research Council
zichtbaar [3]. Tevens kan men, terugkijkend op de afgelopen decennia, een tweetal trends
constateren: ten eerste verandert de methodiek van onderzoeksbekostiging steeds verder
van lump sum naar projectmatig en prestatie georiënteerd. Ten tweede is er een verandering
van fundamenteel, door nieuwsgierigheid van de wetenschapper gedreven onderzoek naar
meer toepassingsgericht, multidisciplinair en aan de industrie gekoppeld onderzoek te
zien [8].
De trend naar meer projectmatige onderzoeksbekostiging gaat gepaard met meer
concurrentie tussen de kennisinstellingen. Deze moeten nadruk leggen op efficiency en
kwaliteit [7]. Universiteiten enerzijds en toepassingsgerichte instellingen en ingenieursbureaus
anderzijds bevinden zich in de regel op verschillende kennismarkten [9].
Door dit concurrentiemodel verandert echter de cultuur van samenwerking tussen
kennisinstelling en bedrijf van loyaliteit en traditionele binding naar een cultuur van
marktwerking, doelmatigheid en service. Met andere woorden, de merktrouwheid van het
bedrijfsleven naar de kennisinstelling toe neemt af. Deze dynamisering komt de
overzichtelijkheid van onderzoeksmogelijkheden en de structuur en focus van
onderzoeksgebieden niet ten goede.
Samenwerking en openheid
Er is in Nederland sprake van een zogeheten kennisparadox: terwijl onze universiteiten tot de
wereldtop behoren, worden er relatief weinig innovatieve producten in Nederland ontwikkeld.
Er wordt veel wetenschappelijke kennis ontwikkeld in ons land, maar bedrijven slagen er
weinig in om die kennis te gebruiken voor innovatie. Dit komt doordat bedrijven enerzijds
onvoldoende aangeven welke kennis zij nodig hebben, en doordat er een kloof is tussen
kennisinstituten en voornamelijk het mkb [10].
Binnen de organisatie van het kennissysteem gelden nog de oude industrieparadigma's. De
opbouw is veelal pyramidaal en hiërarchisch, een mechanistische aanpak overheerst. Dit
belemmert ‘dat kennis gaat stromen dankzij terugkoppelingen in het systeem die cyclisch
kunnen werken, in plaats van door lineaire processen gedomineerd te blijven’ [11].
6
7. Fig. 1 Kennis gaat stromen dankzij cyclische terugkoppelingen in het systeem
Partijen zijn gebaat bij vroegtijdige transparantie over de te volgen procedure, de te
benaderen personen, het tijdspad, de afspraken, realistische verwachtingen, en bovenal
wederzijds vertrouwen [12]. Het is dus zaak om breed gedragen structuur aan te brengen in
onderzoeksagenda, toepassingsgebieden en faciliteiten.
Het traditionele lineaire model van innovatie is dus niet meer adequaat. Een alternatief van
lineaire innovatie is het zogenaamde ‘open innovatie’ model. Open innovatie komt tegemoet
aan de complexiteit van moderne producten en diensten die niet meer geïsoleerd in één
bedrijf ontwikkeld kunnen worden, maar meer en meer via uitwisseling van ideeën tussen
diverse samenwerkende partijen tot stand komen [13]. Overleg en openheid zijn noodzakelijk
om de verschillen in wettelijke, financiële en technologische kaders te verkleinen.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap constateert dat de regelingen voor de
mate waarin onderzoekers profiteren van hun intellectueel eigendom verschillen van
kennisinstellingen tot kennisinstelling [7]. Ontwikkelingen met betrekking tot flexibele
auteursrechten zoals Creative Commons bieden nieuwe juridische mogelijkheden voor open
inhoud.
De overheid stimuleert de samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven.
De Technologische Topinstituten (TTI’s), waarin grensverleggende wetenschap wordt
samengebracht met kennisvragen uit het bedrijfsleven, zijn een goed voorbeeld van
samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven, gericht op valorisatie. Hetzelfde geldt
voor de innovatieprogramma’s die in het kader van de sleutelgebiedenaanpak zijn gestart [7].
7
8. Verbetering van de samenwerking met het bedrijfsleven is ook een taak voor
kennisinstellingen. Universiteiten bijvoorbeeld zouden beter kunnen communiceren met de
maatschappij en meer kunnen investeren in hun aanwezigheid en marketing, zowel in
binnen- als buitenland. Om meer geldmiddelen te genereren, moeten universiteiten eerst
belanghebbenden (overheden, bedrijfsleven, huishoudens) overtuigen dat de financiering
efficiënt wordt ingezet en dat extra financiële bijdragen een meerwaarde voor alle
belanghebbenden betekenen. De Europese Commissie stimuleert de lidstaten om
samenwerkingsverbanden tussen universiteiten en bedrijfsleven aan te moedigen [14]. Dit
biedt nieuwe kansen op het aantrekken van internationale bedrijven: er is een toenemende
internationale arbeidsverdeling gaande, niet alleen bij de productie van goederen en
diensten, maar ook op het gebied van R&D [5].
Door het regionale beleid betreffende kennisvalorisatie af te stemmen op het promotiebeleid
van carrièremogelijkheden binnen universiteiten kunnen academici meer gestructureerd
worden voorbereid op de mogelijkheden die de clusterregio biedt [15]. Voor verdere
versterking van de clusterregio’s is een goede rekruteringsstrategie vanuit de universiteiten
en overleg met regionale overheden daarom van groot belang. Ook kunnen universiteiten een
vruchtbaar valorisatiebeleid bewerkstelligen door ondernemerschap te stimuleren en
expertise te bevorderen door multidisciplinaire teams zoals ondernemers, wetenschappers en
begeleiders aan elkaar te koppelen.
Innovatieplatform
Het Innovatieplatform wil het functioneren van het kennis- en innovatiesysteem kritisch
tegen het licht houden en voor doorbraken zorgen. Het Innovatieplatform heeft tot taak de
voorwaarden te scheppen, de verbindingen te leggen en de visie te ontwikkelen die nodig zijn
om een impuls te leveren aan innovatie en ondernemerschap in Nederland [16].
Het Innovatieplatform wil concurrentievoordeel opbouwen door sterke posities uit te bouwen
om mondiaal te excelleren. De sleutelgebiedenaanpak laat zien dat het effectief is om
economisch sterke posities binnen ons land te stimuleren en uit te dagen nog sterker te
worden. Hiervoor is ruimte nodig om te ondernemen en een betere benutting van kennis.
Verbeteren, vernieuwen en innoveren gedijt in een omgeving waar ruimte is voor excellentie,
creativiteit en risico [17].
De innovatiestuurgroep stuurt een portfolio van innovatieprojecten aan. Deze stuurgroep
beheert de projectenkalender, kent middelen toe aan de verschillende projecten, bewaakt de
voortgang, lost problemen op en bewaakt de mijlpalen van de projecten [10].
Samenstelling R&D bedrijfsleven
Zo’n 73% van de R&D-uitgaven wordt gerealiseerd door 12% van de bedrijven, te weten de
bedrijven met 250 en meer werkzame personen [18]. Zeven grote multinationals (Philips, Akzo
Nobel, DSM, Unilever, Shell, Océ, ASML) hebben 50% van het onderzoeksbedrag voor
bedrijven in handen [19]. Nederlandse multinationals besteden echter steeds meer geld in
buitenlands onderzoek en minder in Nederlandse kennisinstellingen [20].
8
9. Vaak wordt gesteld dat R&D vooral een zaak van grote bedrijven is. Dit hangt onder meer
samen met het feit dat de productlevenscycli korter worden en de seriegroottes steeds verder
afnemen, waardoor de kosten voor R&D minder goed kunnen worden terugverdiend. Het
gevolg is dat steeds minder kleinere ondernemingen zich eigen R&D-activiteiten zouden
kunnen veroorloven [21]. De oplossing is dat deze kleinere bedrijven samenwerken met andere
bedrijven, researchinstellingen en andere kennisleveranciers [19].
Het Innovatieplatform heeft onder meer bijgedragen aan de invoering van de
innovatievoucher. De innovatievoucher is een tegoedbon van 7.500 euro waarmee een MKB-
bedrijf bij een kennisinstelling naar keuze een onderzoeksvraag kan uitzetten. Deze voucher
is een vruchtbaar voorbeeld gebleken van een publieke impuls, die tot aanzienlijk meer
private investeringen in kennis leidt [11]. Anderzijds vragen innovatievouchers om een
transparant aanbod van onderzoeksfaciliteiten en is vaak niet duidelijk wat kennisinstellingen
voor in het bijzonder kleine bedrijven te bieden heeft: onderzoekers hebben soms geen tijd,
of de benodigde kennis is niet beschikbaar bij de kennisinstelling. Kennisinstellingen zullen
daarom geprikkeld worden om een actief beleid voor vouchers te voeren [22].
Technologie
Van oudsher is Nederland een belangrijke speler op ICT-gebied. De groei van een bedrijf als
TOMTOM NV is een goed voorbeeld van Nederlandse inventiviteit op ICT-gebied. ICT is een
echte katalysator voor innovatie. Het Innovatieplatform heeft ICT dan ook benoemd als
innovatie-as in alle sectoren van de economie [23]. Als regieorgaan van ICT-innovatieplatforms
is ICTregie opgericht, in 3TU-verband is NIRICT het Nederlandse instituut voor ICT-onderzoek
geworden.
Er is een tendens zichtbaar naar meer centralisatie, samenwerking en ketenvorming in ICT-
voorzieningen, zoals het Elektronisch Patiënten Dossier, Studielink en het Siriusprogramma.
De opkomst van Internet 2.0 gaat gepaard met platformwebsites met interactieve
webapplicaties voor eindgebruikers op het Internet, denk aan Hyves, Wikipedia en LinkedIn.
Hiermee worden derhalve mogelijkheden gecreëerd voor online samenwerking en
kennisoverdracht tussen meerdere actoren.
Samenvattend, om onze internationale concurrentiepositie te verbeteren moet Nederland
haar R&D-uitgaven verhogen. Doordat de onderzoeksbekostiging steeds verder Europees
wordt ingericht en doordat in toenemende mate projectmatig onderzoek wordt verricht wordt
de regionale samenwerking en de verwevenheid en openheid tussen bedrijfsleven en
kennisinstellingen hierbij steeds belangrijker. Universiteiten zijn momenteel weinig flexibel
om hier optimaal op in te spelen.
Nieuwe ICT-technologieën en een toegenomen flexibiliteit op het gebied van intellectueel
eigendom maken echter een nieuwe vorm van samenwerking technisch en juridisch haalbaar.
In het innovatieproces wordt professionaliteit van instrumentarium als onontbeerlijk
beschouwd [13]. Nieuw instrumentarium kan het proces van kennisvalorisatie inzichtelijker
maken.
9
10. Collectieve innovatiecommunity
Om een internationale uitstraling te bereiken, waarin openheid, ondernemerschap,
inventiviteit en creativiteit centraal staan liggen er kansen voor Nederland om te investeren
in technologische mogelijkheden om de binding, het overzicht en de communicatie tussen
bedrijfsleven en kennisinstellingen te kunnen intensiveren.
Een transparant en duidelijk gemaakt proces van fundamentele theorie tot commercieel of
maatschappelijk eindproduct inspireert studenten, wetenschappers en ondernemers, kweekt
publiek vertrouwen, trekt durfkapitaal aan en versnelt het collectieve innovatieproces.
Fig. 2 Het cyclische innovatieproces met functionaliteiten van de innovatiecommunity
10
11. Om een gunstige bijdrage te leveren aan het creëren van een collectief innovatieproces wordt
het voorstel hier gedaan om een online transparante innovatiecommunity te ontwikkelen.
Nieuwe ICT-technologieën zoals Internet 2.0 maken effectieve en transparante
kennisoverdracht in een online multi-actor netwerk mogelijk. In verband met de organisatie
en de uitvoerbaarheid is de community wat valorisatie betreft gericht op bedrijven binnen de
clusterregio, echter ook (inter)nationale bedrijven kunnen aan het proces van projectmatige
onderzoeksbekostiging deelnemen.
De actoren binnen de innovatiecommunity zijn het bedrijfsleven (zowel (inter)nationale als
regionale mkb en/of kennisintensieve bedrijven), de regionale overheid, de kennisinstelling
en bijbehorende (ex-)studenten. Het is aannemelijk om gewone bezoekers van de community
een beperktere toegang te bieden om het valorisatietraject inzichtelijk te maken en om hen
de gelegenheid te bieden kennisvragen te stellen.
Binnen het cyclische innovatieproces wordt in deze verslaglegging onderscheid gemaakt
tussen exploratie en exploitatie.
Exploratie
Exploratie is het voortraject van technologische innovatie, bestaande uit idee, ontdekking en
onderzoek. Nieuwe mogelijkheden tot innovatie worden gecreëerd en onderzocht.
Een gunstige bijdrage hiervoor levert de oprichting van een centraal kennisspectrum,
waarmee overzicht in expertisegebieden van zowel het bedrijfsleven als kennisinstellingen
gegenereerd wordt. Het delen, ontwikkelen en uitwisselen van relevante kennis en expertise
tussen actoren onderling verhoogt de interactie, is effectiever dankzij tijdsbesparing en
vermindert tussenliggende bureaucratie. Tevens kan het innovatieproces voor
innovatievouchers worden versneld door heldere, centrale informatie te verstrekken over de
beschikbaarheid van personeel en onderzoeksfaciliteiten.
Gezien de trend naar meer projectmatige onderzoeksbekostiging, de wens naar hogere
bekostiging vanuit het bedrijfsleven en meer interactie tussen kennisinstelling en
bedrijfsleven liggen er kansen op de gebieden van communicatie, planning en financiering
van projectmatig onderzoek. De innovatiecommunity dient een module te bevatten die het
mogelijk maakt bij onderzoeksprojecten het ontwikkeltraject van het projectvoorstel
controleerbaar transparant te maken naar het bedrijfsleven toe. Hiermee ontstaat een
collectieve en transparante vorm van kruisbestuiving, waardoor bedrijven meer service
krijgen aangeboden:
• Bedrijven kunnen het projectvoorstel digitaal aanpassen
• Bedrijven kunnen met andere bedrijven consortia aangaan
• Bedrijven kunnen een quotum afspreken met de kennisinstelling en hierbij
intentieverklaringen aangaan
Door de marktwerking binnen de projectmatige onderzoeksfinanciering in nationaal en
internationaal verband zullen de projectvoorstellen met de grootste private financiële steun
worden gehonoreerd, waardoor met de publieke middelen dus meer onderzoeksfocus kan
worden gecreëerd.
11
12. Mogelijke functionaliteiten binnen de innovatiecommunity voor exploratie:
• Informatie-uitwisseling
• Nieuws (m.b.v. metadatabase crawlers)
• Gecontroleerde toegang tot kennissystemen zoals onderzoekpublicatie-databases
• Mogelijkheden tot interactie (kennisvragen, denktanks, business idea portfolio)
• Contactdatabase
• Overzicht en beschikbaarheid onderzoeksfaciliteiten
• Overzicht van (student)ondernemingen
• Online onderzoeksagenda
• Online statusupdate van onderzoeksprojecten en projectvoorstellen
• Cost-sharing en allianties voor projectmatig onderzoek (bieden op projectmatig
onderzoek, intentieverklaringen, business to business overleg)
Exploitatie
Exploitatie volgt na exploratie in de innovatiecyclus. Exploitatie bestaat uit handelingen zoals
commercialisering, publicatie, kapitaal, licentie, verkoop, product en evaluatie. De handeling
kapitaal bestaat uit het vergroten van durfkapitaal en het vergroten van arbeidspotentieel.
Internet 2.0 biedt goede mogelijkheden tot het creëren van webstatistieken. Het aantal
pageviews en zoekopdrachten kan worden gemeten. De mate van online alliantievorming kan
ook worden gemeten, evenals het gebruik van kennissystemen door de verschillende actoren.
Alle statistieken kunnen per onderzoeksgebied worden gemeten. Zo kan gemeten worden
welke onderzoeksgebieden succesvol zijn en waar nieuwe onderzoeksgebieden ontstaan. Een
ander voorbeeld is dat de interesse van de (ex-)student in het (regionale) bedrijfsleven kan
worden gemeten, gedefinieerd per studierichting, leeftijd en geslacht.
Mogelijke functionaliteiten binnen de innovatiecommunity voor exploitatie:
• Overzicht van octrooien en patenten
• Regelingen voor starters (leningen, juridische bijstand, koppelen van starters aan
begeleiders)
• Mogelijkheden tot e-learning en aanbod post-academisch onderwijs
• Mogelijkheden voor durfkapitalisten om te investeren in kennisintensieve bedrijven
middels donaties en fondsen t.b.v. regionale kennisintensieve bedrijven
• Ontwikkeling instrumentarium (zoals statistieken en feedback) voor bestuur van de
innovatiecommunity
Rekrutering
Voor verdere versterking van clusterregio’s is het van belang om meer centralisatie aan te
brengen in de human resources sector.
12
13. Mogelijke functionaliteiten binnen de innovatiecommunity voor rekrutering:
• Overzicht, beschikbaarheid en uitwisseling van personeel (tijdelijke detacheringen,
deeltijdaanstellingen, gastcolleges etc.)
• Cv-database
• Vacaturebank
• Stages en (afstudeer)opdrachten
• Excursies, lezingen, business courses
Verbeterpunten ten opzichte van huidige model
Enkele concrete verbeterpunten van een cyclische innovatiecommunity ten opzichte van het
huidige lineaire model zijn:
• De community creëert begrip en openheid en stimuleert wetenschap,
ondernemerschap en het investeringsklimaat
• Veel actoren zijn betrokken bij en interacteren met het innovatieproces
• De beschikbaarheid van onderzoeksfaciliteiten en personeel kan online worden
bekeken en worden georganiseerd
• Kennisvragen vanuit het bedrijfsleven en de maatschappij kunnen worden gekoppeld
aan (ex-)studenten, onderzoekers en ondernemers
• De community levert nieuwe dynamische mogelijkheden tot online kennisoverdracht,
flexibiliteit op het gebied van intellectueel eigendom en samenwerking tussen
bedrijfsleven en kennisinstelling
• Uitwisseling van kennis kan dynamisch en actorspecifiek worden georganiseerd
• Statistieken en feedback leveren instrumentarium voor bestuur van de community en
voor het opsporen van onderzoeksniches
13
14. Bestuur van de innovatiecommunity
Bij de totstandkoming van de hiervoor beschreven innovatiecommunity zijn meerdere
belangenbehartigers betrokken. Om de verschillende actoren van de innovatiecommunity te
betrekken bij de innovatiecommunity en bestuur van de community mogelijk te maken dient
er een decentrale stuurgroep (per clusterregio) te worden geformeerd, met
vertegenwoordiging vanuit kennisinstellingen, regionale overheden en het bedrijfsleven. De
stuurgroep heeft dan de mogelijkheid elke doelgroep gericht van de voor hem of haar meest
relevante informatie te voorzien. Van belang is dat communicatielijnen tussen de stuurgroep
en actoren kort gehouden worden. Centrale toezichthouders zijn het Ministerie van
Economische Zaken, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, de vereniging van
universiteiten (VSNU) en VNO-NCW.
Hieronder is het organogram van de innovatiecommunity weergegeven:
Fig. 3 Het bestuurlijke organogram van de innovatiecommunity
14
15. De stuurgroep heeft de mogelijkheid om veranderingen door te voeren aan het systeem,
bijvoorbeeld op de gebieden intellectueel eigendom en rechten van actoren. Zo kan de mate
van gerichte openheid naar specifieke actoren worden opgevoerd indien daar breed gedragen
consensus over is. Bovendien kan de stuurgroep per specifiek onderzoeksgebied instellen of
het intellectueel eigendomsprotocol van de kennisinstelling wordt gehandhaafd of dat er
flexibele eigendomsrechten zijn om alliantievorming te stimuleren.
Met behulp van het extra instrumentarium en de mogelijkheid om via een online systeem
snel aanpassingen te verrichten aan de mate van openheid voor bepaalde actoren en het
proces van intellectueel eigendom, kan steeds een dynamisch optimum worden gecreëerd
tussen het vermarkten van kennis middels kennisintensieve bedrijven, het verkopen van
kennis aan bedrijven en publicatie van wetenschappelijke doorbraken. Dynamiek op dit
gebied is wenselijk als gevolg van conjunctuurschommelingen, tekorten of overschotten in
bepaalde sectoren van de arbeidsmarkt en regionale en (inter)nationale strategische
ontwikkelingen met betrekking tot focusgebieden. Deze verslaglegging is dan ook geen
pleidooi voor open danwel gesloten innovatie, maar een dynamische innovatiestrategie op
basis van draagvlak en instrumentarium. Door meer dynamiek kan de betrokkenheid van de
actoren worden verhoogd, wat kan resulteren in samenwerking met nieuwe bedrijven en
investeerders uit binnen- en buitenland.
In de toekomst kunnen meerdere kenniscommunities aan elkaar worden gekoppeld, zodat
clusterregio’s overgaan in clusterregio-ketens met gelijke focus (bijvoorbeeld health research
clusters), waardoor internationale kennisoverdracht plaats kan vinden. Ook kunnen
clusterregio’s in nationaal verband met elkaar worden vergeleken om te bekijken de
statistische verschillen zijn en wat de relatieve uitwerking van het decentrale innovatiebeleid
is.
15
16. Kosten en vervolgtraject
Aangezien een definitief concept breed gedragen dient te worden, is de keuze gemaakt om
hier nog geen volledig gespecificeerde offerte van het concept weer te geven. De
innovatiecommunity kan ontwikkeld worden als pilotstudy binnen een Kansenzone, binnen
het budget zoals dat beschikbaar is gesteld door het Ministerie van Economische Zaken ten
behoeve van de Paint the World Orange Contest. Naast de ontwikkeling van een nieuw
Content Management System moeten ook nieuwe modules worden ontwikkeld en getest.
Voor de definitieve invulling van de innovatiecommunity is echter verder onderzoek
noodzakelijk. Deelentiteiten waarover meer informatie of ervaring aanwezig is dienen
geanalyseerd te worden voor grondige evaluatie.
Naast het budget beschikbaar gesteld door het Ministerie van Economische Zaken kan het
budget worden opgehoogd door regionale overheden en door kennisinstellingen zelf.
De exacte invulling en wenselijke functionaliteiten dienen middels inspraak van
adviesorganen, bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden te worden uitgekristalliseerd.
Hiervoor zijn de volgende vervolgstappen noodzakelijk:
• Er moet een gedetailleerde gedragen tijdsplanning worden gemaakt van het
ontwikkelproces van de innovatiecommunity. Bedrijfsleven, wetenschap en overheid
moeten gezamenlijk strategieën ontwikkelen, zoals de AWT dat eerder al bepleitte [24].
Een regionale strategie moet worden opgesteld voor het online innovatieproces, en
waarin functionaliteiten met onderlinge prioriteiten worden vastgelegd. Bovendien
dient het projectbudget dan te worden vastgesteld. Het project kan op deze manier
vanuit een gezamenlijke visie worden opgeschaald
• Er dient een solide juridisch kader opgesteld te worden, waarin de speelruimte met
betrekking tot toetreding van en differentiatie tussen actoren en privacyoverwegingen
wordt vastgelegd. Tevens moet er breed gedragen overeenstemming over de
definitieve organisatievorm en mandaten worden bereikt
• Parallel hierin dient er ook een technisch kader geconstrueerd te worden voor de
ontwikkeling van een Content Management Systeem en een aantal modules. Tevens
dienen de beveiliging en de hardwarespecificaties vastgesteld te worden
Een andere mogelijkheid is om van het project een pilotstudy te maken binnen het
innovatiebeleid van de Europese Unie, aangezien de versterking van clusterregio’s een
belangrijk thema is binnen zowel Nederland als de EU en aangezien Nederland altijd een
constructieve bijdrage wil leveren aan internationale samenwerking, dankzij haar
ondernemende, open en internationale karakter. Cofinanciering vanuit het Europees Fonds
voor Regionale Ontwikkeling lijkt hiervoor in dat geval een geschikt middel.
16
17. Slotwoord
Innoveren is een teamsport. Technologische impuls moet in een cultuur van wederzijdse
verbondenheid tussen industrie en kennisinstellingen plaatsvinden. De overheid moet dit
proces stimuleren en toezicht houden. Met de oplevering van een innovatiecommunity kan
het valorisatieproces van theorie tot commercieel of maatschappelijk eindproduct zichtbaar
worden gemaakt. Hiermee wordt publiek vertrouwen gekweekt, worden (inter)nationale
bedrijven aangetrokken en worden regionale bedrijven geholpen, worden (toekomstig)
ondernemers en wetenschappers geïnspireerd en wordt het innovatieproces versneld.
Op dergelijke wijze leidt de engineering van een multidisciplinair initiatief, met collectieve
belangstelling en betrokkenheid, tot een community die recht doet aan de beeldvorming van
Nederland: excelleren door verbondenheid en met optimisme, met de karakteristieke
eigenschappen van de Nederlandse economie. Zo ontstaan er kansen om de internationale
concurrentiepositie verder te verbeteren en zowel nationaal als internationaal te inspireren
dankzij onze openheid, ondernemerschap en inventiviteit.
17
18. Referenties
[1] RulesUKbranding
http://orangecontest.nl/docs/RulesUKbranding.pdf
[2] European Council (2000) Lisbon European Council
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/ec/00100-r1.en0.htm
[3] European Council (2006) FrameWork Program 7
http://cordis.europa.eu/fp7/capacities/regions-knowledge_en.html
[4] European Council (2002) Barcelona European Council
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/ec/71025.pdf
[5] Centraal Bureau voor de Statistiek (2007) Kennis en economie 2007, ISBN 978-90-357-1878-4
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/A154DAA5-C2D3-4C93-9394-2BBC6BE7216B/0/2007k300pub.pdf
[6] Coalitieakkoord tussen de Tweede Kamerfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie (2007)
http://www.pvda.nl/download.do/id/320096605/cd
[7] Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2007) Het hoogste goed - Strategische agenda
voor het hoger onderwijs-, onderzoek -en wetenschapsbeleid. ISBN 978-90-5910-514-0
http://www.minocw.nl/documenten/OCW_strategische_agenda.pdf
[8] Gibbons, M. (1999) Science’s new social contract with society, Nature, Vol. 402, 2 December 1999
[9] Centraal Bureau voor de Statistiek (2004) Kennis en economie 2003 - Onderzoek en innovatie in
Nederland, ISBN 903572758 4
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/5CB82B9D-3978-4056-A6ED-
35ABE06D8C43/0/kenniseneconomie2003.pdf
[10] Van der Voort, P. (2006) Het innovatieboek – innoveren van droom tot daad, Sdu Uitgevers, Den
Haag, ISBN 9789052615509
[11] Wijffels, H.H.F. (2005) Vernieuwend verbinden (Van der Grintenlezing 2005)
http://www.scienceguide.nl/article.asp?articleid=102490
[12] Ministerie van Economische Zaken, VNO-NCW, VSNU/NFU (2007) Profiteren van Octrooien
http://www.vsnu.nl/upload/102127_8970_1197539527768-profiteren_van_octrooien.pdf
[13] VNO-NCW, VSNU, FNU (2004) Beschermde kennis is bruikbare kennis – Innovation charter
bedrijfsleven en kennisinstellingen
http://www.vsnu.nl/web/show/id=55051/langid=43/framenoid=39657/langid=43
18
19. [14] European Commission (2005) Communication from the commission - Mobilising the brainpower of
Europe: enabling universities to make their full contribution to the Lisbon Strategy
http://ec.europa.eu/education/policies/2010/doc/comuniv2005_en.pdf
[15] Muthing, P. (2008) Minder vis, meer hengels
http://route14.utwente.nl/Route%20'14/Prijswinnaars%20student%20challenge/Inzendingen/Route
%2014%20Minder%20vis%20meer%20hengels.pdf
[16] Innovatieplatform
http://www.innovatieplatform.nl/index.cfm/t/Platform/vid/9E7E6079-C09F-296A-13DBB419D428E1C
[17] Innovatieplatform, missie Innovatieplatform
http://www.innovatieplatform.nl/index.cfm/t/missie/vid/1F32EDF2-AF21-0F73-AAA1E6A725DC04DB
[18] Centraal Bureau voor de Statistiek (2007) Kennis en economie 2007, ISBN 978-90-357-1878-4
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/A154DAA5-C2D3-4C93-9394-2BBC6BE7216B/0/2007k300pub.pdf
[19] Persson, M. & Scholtens, B. (2004) Kennisland – hoe innovatie een hype werd, Uitgeverij Meulenhoff,
Amsterdam, ISBN 9789029074520
[20] Jansen, H. (2006) Waarom bedrijven onderzoek liever over de grens doen: Kleine beetjes helpen
niet, forum VNO-NCW
http://www.vno-ncw.nl/web/show/id=94744/articlecode=5090/articletype=forum
[21] Het Management Centrum (2003) Kenniscirculatie
http://www.management-centrum.com/diensten/kenniscirculatie
[22] Tweede Kamer der Staten-Generaal (2008) Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister
van Economische Zaken over de innovatievoucher. (Ingezonden 26 juni 2008)
http://static.ikregeer.nl/pdf/KVR32672.pdf
[23] Innovatieplatform (2005) ICT als Innovatieas – Kansen pakken met ICT
http://nirict.3tu.nl/documenten/ictalsinnovatieas.pdf
[24] Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (2003) Backing Winners
http://www.awt.nl/?id=129&s=kh
19