De komst van het APF en gevolgen voor het intermediair; visie van Aon
1. komst of de pensioenovereenkomst is ondergebracht bij een verplicht
gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Het wetsvoorstel moet door de Tweede
Kamer en de Eerste Kamer worden aangenomen alvorens het in werking
treedt. Afhankelijk van de behandeling in beide Kamers is de verwachting
dat het wetsvoorstel op 1 juli 2016 of op 1 januari 2017 in werking treedt.
Voor het jaar 2016 betekent dat de intermediair de behandeling van het
wetsvoorstel goed moet volgen en dit moet betrekken in de advisering. De
volgende twee situaties kunnen ontstaan bij uitvoering door een
algemeen pensioenfonds:
• De werkgever besluit voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel om de
pensioenregeling onder te brengen bij een algemeen pensioenfonds. Dit
zal in de meeste gevallen een wijziging van de pensioenovereenkomst
tot gevolg hebben. Formeel heeft de ondernemingsraad dan geen rol bij
vaststelling, intrekking en wijziging van de pensioenovereenkomst. Het
huidige artikel 27 lid 7 van de Wet op de ondernemingsraden is namelijk
niet van toepassing op een algemeen pensioenfonds.
• De werkgever neemt na inwerkingtreding van het wetsvoorstel een
besluit om de pensioenregeling onder te brengen bij een algemeen
pensioenfonds. Als de pensioenovereenkomst daarbij wijzigt heeft de
ondernemingsraad wel instemmingsrecht en de werkgever moet dan het
formele traject met de ondernemingsraad doorlopen.
Overigens wordt in het wetsvoorstel ook een instemmingsrecht aan de
ondernemingsraad gegeven bij wijziging van een regeling in de
uitvoeringsovereenkomst met de (nieuwe) pensioenuitvoerder, voor zover
die regeling direct betrekking heeft op de pensioenovereenkomst. Mogelijk
zal het wetsvoorstel nog wijzigen. In ieder geval leidt het voorstel al tot
veel discussie in het pensioenveld.
H E T U I T E I N D E L I J K E A D V I E S V A N D E
I N T E R M E D I A I R K A N N A M E L I J K N I E T
A F H A N K E L I J K Z I J N O F H E T A D V I E S
W E L O F N I E T O N D E R D E W F T V A L T
De intermediair adviseert de werkgever over de instemmingsrechten van de
ondernemingsraad en de impact op het besluitvormingsproces. De
intermediair moet hierbij kennis hebben over de rol en de invloed van de
ondernemingsraad over een pensioenregeling bij een verzekeraar en een
algemeen pensioenfonds.
F I N A N C I E R I N G
De aanspraken bij een verzekeraar zijn gegarandeerd en de pensioen-
verplichting valt vanaf 2016 onder de waarderingsregels van Solvency II.
De aanspraken bij een algemeen pensioenfonds zijn niet gegarandeerd
waarbij de waarde van de pensioenverplichting moet worden gewaardeerd
volgens de regels van het nFTK3. Het verschil in garantie en de waar-
deringsregels van de pensioenen heeft impact op de premiestelling.
Bij een algemeen pensioenfonds wordt het financieel toetsingskader per
collectiviteitskring toegepast. De verzekeringstechnische risico’s blijven voor
rekening van de werkgevers, de deelnemers en pensioengerechtigden voor
wie pensioenregelingen binnen een collectiviteitkring worden uitgevoerd.
De buffers die moeten worden aangehouden in verband met deze
pensioenrisico’s maken onderdeel uit van het pensioenvermogen dat in
de collectiviteitkring is ondergebracht.
De intermediair adviseert op basis van de risicobereidheid van de werk-
gever en de werknemers welk financieringssysteem met bijbehorende
risico’s passend is. Daarvoor moet de intermediair kennis hebben over de
werking van beide financieringssystemen met de risico’s van dekkings-
graden en korten van pensioenen.
W E T O P H E T F I N A N C I E E L T O E Z I C H T (W F T )
De intermediair die werkgevers adviseert over verzekerde
pensioenregelingen moet voldoen aan de Wft als wordt voldaan aan de
volgende drie eisen:
1.Het moet gaan om een aanbeveling;
2.de aanbeveling moet zijn gericht op een individuele werkgever;
3.de aanbeveling moet betrekking hebben op een specifiek
pensioenproduct van een specifieke verzekeraar.
10 de actuaris januari 2016
# toekomst intermediair
De werkgever heeft met de komst van het ‘algemeen
pensioenfonds’ een nieuwe mogelijkheid om het
pensioenbeleid vorm te geven. Deelnemen in een
pensioenfonds wordt voor iedere werkgever hiermee
toegankelijker. De initiatiefnemers voor de oprichting van
algemeen pensioenfondsen zijn vooral de verzekeraars.
De verwachting is dat werkgevers met een huidige
verzekerde pensioenregeling door verzekeraars worden
gemotiveerd om over te stappen naar een algemeen
pensioenfonds. De intermediair krijgt hierdoor een andere
adviesrol in de toekomst met niet alleen kennis over
verzekeraars maar ook over pensioenfondsen.
De invloed van de werkgever, het instemmingsrecht van de ondernemings-
raad, de financiering en de vereisten van de WFT zijn slechts vier
onderwerpen die impact hebben op het advies van de intermediair aan de
werkgever in 2016. Hieronder bespreken wij de impact van deze vier
onderwerpen.
I N V L O E D W E R K G E V E R
Bij rechtstreeks verzekerde regelingen sluit de werkgever een uitvoerings-
overeenkomst met een verzekeraar. In de uitvoeringsovereenkomst met de
verzekeraar worden onder andere afspraken gemaakt over de vaststelling
van de premie, de vorm van winstdeling en over het te voeren toeslag-
beleid. De werkgever heeft op grond van de Code Rechtstreeks Verzekerde
Regelingen de plicht om verantwoording af te leggen aan de
ondernemingsraad over:
1.De door de werkgever gemaakte keuzes in het beleggingsbeleid of
winstdeling als dat invloed heeft op depotvorming;
2.De mate waarin aan de voorwaarden voor toeslagverlening wordt
voldaan in geval van voorwaardelijke toeslagverlening.
De werkgever maakt zelfstandige keuzes hierin en legt over de gemaakte
keuzes verantwoording af aan de ondernemingsraad.
Een algemeen pensioenfonds werkt met zogeheten collectiviteitskringen.
Een collectiviteitskring kan meerdere pensioenregelingen uitvoeren voor
meerdere werkgevers binnen één kring. Iedere kring heeft een
afgescheiden vermogen waarbinnen de risico’s van onder andere langleven
en beleggingsrendement met elkaar worden gedeeld. Bij een algemeen
pensioenfonds met een onafhankelijk bestuur heeft iedere collectiviteits-
kring een belanghebbendenorgaan.
Het belanghebbendenorgaan bestaat uit een vertegenwoordiging van
werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden. Bij vertegenwoordiging
in het belanghebbendenorgaan is de (mede)zeggenschap beperkt tot de
onderwerpen die uitsluitend de eigen collectiviteitkring betreffen. Daarbij
gaat het dan bijvoorbeeld om goedkeuringsrechten ten aanzien van de
premie en het toeslagenbeleid voor de eigen kring1. Maar ook over het
beleggingsbeleid binnen de eigen collectiviteitskring. Het is mogelijk om
belanghebbendenorganen van meerdere kringen samen te voegen maar de
besluitvorming vindt dan wel per collectiviteitskring plaats. De werkgever
kan bij een onafhankelijk bestuursmodel via het belanghebbendenorgaan
zijn invloed uitoefenen.
D E V E R Z E K E R I N G S T E C H N I S C H E
R I S I C O ' S B L I J V E N V O O R R E K E N I N G
V A N D E W E R K G E V E R S
De invloed van de werkgever is bij rechtstreeks verzekerde regelingen
wezenlijk anders dan bij een algemeen pensioenfonds. De intermediair
adviseert de werkgever hierover bij de besluitvorming om de pensioen-
regeling onder te brengen bij een verzekeraar of een algemeen pensioen-
fonds.
I N S T E M M I N G O N D E R N E M I N G S R A A D
Ook de rol en de invloed van de ondernemingsraad bij een rechtstreeks
verzekerde regeling verschilt ten opzichte van een pensioenfonds.
Volgens artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden heeft de
ondernemingsraad bij verzekerde regelingen een instemmingsrecht bij
vaststelling, wijziging en intrekking van rechtstreeks verzekerde pensioen-
regelingen. Bij een ondernemingspensioenfonds heeft de ondernemings-
raad een instemmingsrecht bij vaststelling of intrekking van een pensioen-
overeenkomst die wordt ondergebracht bij een ondernemingspensioen-
fonds2. Bij een ondernemingspensioenfonds heeft de ondernemingsraad
dus geen instemmingsrecht over de wijziging van de pensioenregeling.
De instemming van de ondernemingsraad over een pensioenregeling bij
een algemeen pensioenfonds is onduidelijk. In het wetsvoorstel over het
algemeen pensioenfonds wordt de rol van de ondernemingsraad namelijk
niet behandeld. En een algemeen pensioenfonds is niet een onder-
nemingspensioenfonds waardoor dus geen aansluiting kan worden
gevonden met de regels voor het ondernemingspensioenfonds.
De rol van de ondernemingsraad staat overigens al langer ter discussie. Dat
heeft op 24 december jl. geresulteerd in een wetsvoorstel over
instemmingsrecht van de ondernemingsraad bij besluiten over pensioen-
regelingen. In dit wetsvoorstel krijgt de ondernemingsraad een
instemmingsrecht bij vaststelling, intrekking en wijziging van een
pensioenovereenkomst, ongeacht welke pensioenuitvoerder gekozen is,
tenzij pensioen inhoudelijk geregeld is in een collectieve arbeidsovereen-
D O O R
H A N S R U T T E N
Andere adviesrol intermediair
in 2016
J.H. Rutten RB is Chief Broking Officer bij Aon Hewitt
Actuarieel InstituutGroenewoudsedijk 80 | Postbus 2433 | 3500 GK Utrecht
T 030 686 61 50 | F 030 686 61 51 | E info@ag-ai.nl | W www.ag-ai.nl
Heeft u de financiële risico’s van verzuim en
arbeidsongeschiktheid goed op uw netvlies?
In een voor uw organisatie op maat ontwikkelde training krijgen uw
medewerkers, aan de hand van de actuariële basisbeginselen, in korte tijd
beter inzicht in de financiële risico’s van verzuim en arbeidsongeschiktheid!
Thema’s die aan de orde kunnen komen zijn o.a.:
• Inzicht in kosten van verzuim en arbeidsongeschiktheid
• Belang van re-integratie
• Achtergrond van premieberekeningen
• Inzicht in herstelkansen
• Berekenen van voorzieningen
Interesse?
In een persoonlijk gesprek verkennen wij graag de specifieke wensen die
u heeft en maken wij een op maat gesneden programma.
Jacqueline van Hoven | T 030 686 61 50 |
E jacqueline.vanhoven@ag-ai.nl@ag-ai.nl
opleidingen en trainingen op maat
D E K R A C H T V A N I N C O M P A N Y
Een advies aan een werkgever over toetreding tot een collectiviteitskring
van een algemeen pensioenfonds valt in principe niet onder de Wft. Er is
namelijk geen sprake van een aanbeveling dat betrekking heeft op een
specifiek pensioenproduct van een specifieke verzekeraar. Dat wordt anders
als onderdelen van de pensioentoezegging niet bij een algemeen
pensioenfonds kan worden ondergebracht of dat het wenselijk is dat het
risico bij een verzekeraar wordt ondergebracht. Dit kan bijvoorbeeld het
geval zijn bij een netto pensioenregeling (2de pijler) of een ANW-hiaat-
verzekering met gegarandeerde aanspraken. Het advies van de inter-
mediair kan dan onder de reikwijdte van de Wft vallen.
De intermediair moet alle alternatieven voor onderbrenging van de
pensioenregeling betrekken in zijn advies aan de werkgever. Een
verzekeraar of een algemeen pensioenfonds kunnen beide een passende
oplossing bieden voor de gewenste pensioenregeling van de werkgever.
De intermediair moet vanaf aanvang ervan uitgaan dat zijn adviestraject
onder de regels van de Wft valt. Het uiteindelijke advies van de inter-
mediair kan namelijk niet afhankelijk zijn of het advies wel of niet onder
de Wft valt. Dat betekent dat de intermediair het proces moet volgen van
inventariseren, analyseren, adviseren en nazorg geven.
C O N C L U S I E
Door de komst van het algemeen pensioenfonds moet de intermediair
kennis hebben over verzekeraars en pensioenfondsen. Het is de taak van
de intermediair om de werkgever mee te nemen in deze complexe materie
en hem te begeleiden en te adviseren naar de best passende oplossing. Dat
betekent dat de intermediair zich op korte termijn moet laten bijscholen en
zijn adviesproces opnieuw moet vaststellen.
1 – Pensioenwet artikel 115c, negende lid, onderdelen f en g
2 – Wet op de ondernemingsraden, artikel 27, lid 7, letter a
3 – Pensioenwet, hoofdstuk 6 in combinatie met Wet algemeen pensioenfonds