SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  164
 
VW: Happy Family? ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
x
[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
3 spelen Hoofdhuis
x
Vincent en zijn geadopteerde zoon Alfons hingen samen op de bank.  Alfons zag al de hele ochtend dat zijn vader ergens mee zat. ‘ Waar pieker je over, ouwe?’ vroeg hij plagend, en Vincent zuchtte diep. Hij kon even niet lachen om de grapjes van Alfons.
‘ Het is gewoon… Jij gaat Leentje binnenkort ten huwelijk vragen. Dan trouwt mijn eigen zoon nog eerder dan ik zelf!’ ‘ O, is dat het?’ riep Alfons luchtig, en hij slingerde zijn benen nonchalant over de leuning. ‘Zeg dat dan. Weet je wat jij moet doen, pap? Werk maken van die Jasmine. Ze ziet je echt zitten, hoor!’
En pas toen klaarde Vincent weer wat op. Alfons had zijn gevoelige plek geraakt. ‘ Jasmine.’ glimlachte hij. ‘Je hebt gelijk. Ik mag haar echt heel graag. Misschien is het nog wat te vroeg om te zeggen, maar ik hou van haar. Misschien…Ja, dat doen we.’ En Vincent vertelde razendsnel zijn plan.
‘ Fons, jij en ik, we kopen een eigen huis, hier in de buurt. Dan komen Leentje en Jasmine bij ons wonen, en beginnen we een heel nieuw leven!’ Alfons schrok van zijn vaders plotselinge ingeving, maar het gaf hem tegelijkertijd heerlijke kriebels van spanning. Een eigen huis… En zo namen ze die middag afscheid van hun familie.
‘ We gaan jullie wel missen, hoor.’ zei Esther eerlijk. Zo lang ze zich maar kon herinneren, was Vincent er geweest. Hij was een van haar beste vrienden. Maar ze begreep zijn keuze. Het was een mooie keuze.
En zo vertrokken vader en zoon met de taxi, op naar hun nieuwe leven. Ze keken nog een keer achterom, naar de villa waar ze zo lang gewoond hadden – en keerden hem toen de rug toe. Op naar de toekomst!
Het was even wennen, zo zonder de twee mannen in huis. Ze waren altijd gezellig gezelschap geweest. Vooral Alfons had al sinds zijn komst hier voor leven in de brouwerij gezorgd. Vooral Sofie baalde ervan dat Alfons vertrokken was. Waarom groeiden ze allemaal zo snel op? Ze was bang dat hun vriendenclubje zo uit elkaar zou vallen.
Esther en Steven merkten op dat hun dochter het er moeilijk mee had. ‘s Avonds in bed lagen ze nog wat te kletsen. ‘ Ze komt er wel overheen.’ vond Esther. ‘Alfons zal nog vaak genoeg op bezoek komen.’ Langzaam kwam het gesprek op een ander onderwerp: hun kinderwens. Die was er nog steeds.
En hoewel ze allebei niet meer de jongste waren, waren ze nog jong genoeg om een tweede kindje te nemen. Een broertje of zusje voor Sofie, zou dat niet geweldig zijn?
En Sofie, die wist nergens van.  Zij stond buiten, in de tuin, bij de telescoop die haar nog steeds fascineerde. Sinds haar moeder die aan haar had laten zien, toen ze nog maar een meisje was, was ze er niet meer bij weg te slaan. De sterren, de planeten, het heelal was wonderbaarlijk. Ze kon er geen genoeg van krijgen!
Stiekem fantaseerde ze nog wel eens over aliëns, zoals ze vroeger altijd deed. Stel dat er écht buitenaards leven was? Het zou toch gek zijn als de aarde de enige planeet met leven was… Ingespannen tuurde Sofie naar de hemel, en ineens verlichtte een felle lichtbundel de donkere nacht.  Geschokt deinsde ze achteruit.
Wat was dat? Met ingehouden adem speurde Sofie de inktblauwe hemel af, maar er was niets bijzonders te zien.
En toch… die lichtflits. Heel even had Sofie gedacht dat ze een vliegende schotel herkende.  Maar dat zou belachelijk zijn.  ‘ Aliëns.’ snoof Sofie spottend, en ze keerde de telescoop de rug toe.
Ze probeerde er luchtig over te doen. Die lichtflits had ze zich vast ingebeeld. En die vliegende schotel was waarschijnlijk gewoon een vuiltje op de lens van de telescoop.  Op haar kamer kleedde ze zich uit en plofte in haar pyjama op een stoel neer. Ze kon niet slapen. De aliëns hielden haar wakker – de aliëns uit haar fantasie. Of waren ze nu werkelijkheid geworden?
De volgende morgen stonden Steven en Esther samen in de badkamer, bezig met hun alledaagse ochtendrituelen.  Ze praatten over wat ze die dag zouden gaan doen, tot Esther ineens iets vreemds in haar buik voelde.
Een schopje, en nog één! Een vreemd kreetje ontsnapte uit Esthers keel en ze keek met ogen zo groot als schoteltjes naar haar opbollende buik. Geen twijfel mogelijk. Ze was weer zwanger!
Steven sprong zo snel uit bad dat al het water over de rand klotste. Snel griste hij wat kleren bij elkaar en trok ze aan, en vloog zijn vrouw toen in de armen. ‘ Een tweede kindje, Es, hoe is het mogelijk? Dit is zo mooi! Onze droom komt uit!’
‘ Hier hebben we zo lang op gewacht.’ zuchtte Esther dolblij en ze drukte zichzelf nog dichter tegen Steven aan.  ‘ En dat op onze leeftijd…’ Ze moesten allebei lachen.
Esther kon niet wachten om het nieuws aan de rest van de familie te vertellen. In de keuken trof ze haar jongste broertje Robert aan.  Die liet meteen alles uit zijn handen vallen toen hij de buik van zijn zus zag. ‘ Na vijftien jaar weer zwanger, dat geloof je toch niet! Wat geweldig!’
En Sofie, die was helemaal door het dolle heen. Ze kon niet ophouden met kleine gilletjes slaken en op en neer springen rond de buik van haar moeder.  ‘ O, mam, ik vind het zo leuk! Een baby’tje, bij ons, een zusje of broertje!’ Weer gilde ze het uit en Esther moest lachten om haar enthousiasme.
Uitgelaten vlogen ze elkaar om de nek, moeder en dochter. ‘ Er zal flink wat leeftijdsverschil tussen jullie zitten,’ glimlachte Esther. ‘ Dat geeft niks! Ik hou nu al zielsveel van dat kleintje!’ riep Sofie.  Even later zeiden ze gedag, Sofie ging een dagje de stad in. Esther wilde wel mee, maar besloot zich rustig te houden.
Sofie ging wel naar de stad, maar er was een specifieke plek waar ze heen ging.  Het museum. Ze had er lang over gepiekerd, dagen, weken – maanden misschien wel.  Maar nu had ze eindelijk de knoop doorgehakt. Er moest een einde komen aan dat gedroom. Ze moest de werkelijkheid onder ogen zien.
Ondanks de kou had Sofie het warm van de zenuwen.  Hier stond ze dan.  Ergens in dat gebouw was David, de jongen die haar al zo lang het hoofd op hol bracht. En waarom? Hoe lang hadden ze elkaar nou gezien? Wat kende ze hem nou?
Kwaad op zichzelf stapte Sofie naar binnen en kocht een kaartje. Het was leuk om het museum terug te zien. Alles leek ineens zoveel kleiner dan eerst – maar dat kwam natuurlijk omdat zij zelf toen kleiner was geweest, dan leek alles groter! Sofie moest om zichzelf glimlachten.  Ze liep door de spiegelzaal, waar haar vader haar ten dans had gevraagd.
Ze had leuke herinneringen in dit museum liggen. Maar daar kwam ze hier nu niet voor! Ze kwam voor David.  Als hij hier tenminste nog werkte. Maar halverwege de trap hoorde ze zijn stem al, en toen ze voorzichtig haar hoofd om de hoek stak, zag ze hem in dezelfde zaal als waar ze hem jaren terug gezien had.
Ze wilde naar hem toe lopen, maar ineens weigerden haar benen. Ze durfde niet. Sofie vervloekte zichzelf in stilte. Waarom was ze zo dom geweest om hierheen te gaan? Dacht ze nou echt dat David haar zou herkennen, of dat ze überhaupt een kans bij hem maakte?
En toch wist ze uiteindelijk genoeg moed bij elkaar te schrapen om op hem af te stappen. David was druk bezig met een andere bezoeker, die de ene na de andere vraag stelde.  Dat vond Sofie niet erg. Ze deed alsof ze nonchalant wat spulletjes in de omgeving bekeek.
Maar ondertussen bestudeerde ze David – elke sproet op zijn gezicht, elk haartje in zijn kapsel, elke vezel van zijn kleding.  Zo merkte ze niet dat de andere bezoeker weg ging, en David zich plotseling naar haar omdraaide.  ‘ Kan ik je ergens mee helpen?’ vroeg hij.
Sofie schrok zo vreselijk, dat ze even geen woorden meer kon vinden.  ‘ Ik eh, ik…vroeg me af of…’ Ze voelde zich de grootste idioot van de hele wereld. Gelukkig hielp David haar, door haar onderzoekend aan te kijken en te zeggen: ‘ Ben jij hier toevallig eerder geweest? Volgens mij heb ik je eerder gezien.’
Het bloed vloog Sofie naar het hoofd. Hij herkende haar! Het was toch niet waar?! ‘ Je was hier met je ouders, toch? Jij was toen een stuk jonger.’ ‘ Klopt.’ giechelde Sofie. ‘Dat was een jaar of drie geleden. Jij bent niks veranderd.’ ‘ Dus je herkent mij ook nog? Wat grappig!’ lachte David. ‘Jij bent anders wel heel wat veranderd. Je bent…’ Hij leek nog meer te willen zeggen, maar zweeg ineens.
Bloosde hij nou? Sofie probeerde hem in de gaten te houden, maar hij draaide zich van haar weg en plofte op een oude sofa neer. ‘ Mag dat wel?’ riep Sofie geschokt uit. Maar toen hij naast zich op de met gouddraad bestikte kussens klopte, ging ze toch zitten. ‘ Wie is hier nou de suppoost? Wie heeft het hier voor het zeggen? Ik, toch?’
Ze moesten allebei lachen. En ineens, Sofie kon zich later niet meer herinneren hoe het gegaan was, maar ineens waren ze aan de praat geraakt alsof ze elkaar al jarne kenden. David vertelde over zijn werk in het museum, en over zijn andere hobby’s. Hij hield van de Beatles, van historische films en fantasy-boeken. Er viel geen enkele stilte in hun gesprek.
Hun stemmen kwetterden vrolijk door het stille museum, af en toe galmde hun lachen door de zaal. Ze gingen zó in hun gesprek op, dat ze niet merkten dat ze steeds dichter naar elkaar toe geschoven waren. En toen ze dat beseften – vlogen ze allebei van elkaar weg, als door een wesp gestoken.
Struikelend over haar eigen voeten kwam Sofie overeind.  ‘ Ik…denk dat ik maar weer eens naar huis ga.’  ‘ Jammer. Je bent een goede gesprekspartner. Er zijn niet veel mensen die dezelfde interesses als ik hebben.’ ‘ Ik vind alles wel interessant, er is bijna niets waar ik niet over zou willen praten!’ zei Sofie. Bijna had ze er ‘met jou’ achteraan gezegd.
‘ Eigenlijk zou ik het helemaal niet erg vinden om dit vaker te doen.’ zei David. ‘ Wat?’ ‘ Zo praten, met jou. Ik vond het…heel gezellig.’ Weer bloosde hij een beetje. ‘ O!’ zei Sofie verrast, en ze kon zichzelf wel slaan omdat ze dat hardop gezegd had. Snel herstelde ze zich. ‘Ja, moeten we doen.’ zei ze toen koel.
Nadat ze telefoonnummers hadden uitgewisseld, ging Sofie weer naar huis.  Thuis trof ze haar moeder in de nieuwe babykamer aan. Het was de kamer naast die van haar, een kamer die al jaren leeg had gestaan. Met een nieuw behangetje en nieuwe meubels was het een prachtige ruimte geworden.
‘ Heb je een leuke dag gehad, in de stad?’ vroeg Esther terwijl ze gedachteloos over haar buik wreef. ‘ Jawel. Ik was…naar het museum.’ zei Sofie aarzelend. Moest ze haar moeder over David vertellen?
‘ O, waar we toen ook geweest waren op jouw verjaardag?’ vroeg Esther. Sofie knikte. Ze hoopte maar dat haar moeder niet zou doorvragen.
Gelukkig ging op dat moment de deur open en kwam haar vader binnen. ‘ Mooi geworden, hè?’ vroeg hij en Sofie knikte lachend.  ‘ Dat kleintje boft maar met zo’n mooie kamer!’ ‘ O, hoor wie het zegt, het meisje dat al verdronk in het speelgoed voor ze überhaupt geboren was!’ lachte Steven plagend.
‘ Ik ben echt benieuwd naar de nieuwe baby. Op wie zal hij of zij lijken?’ ‘ Ik hoop dat het jouw rode haar heeft.’ zei Esther. ‘ Als ‘ie maar niet mijn neus heeft, dan vind ik alles best!’
‘ O, lieverd, dat valt toch best mee! Je hebt een mooie neus, ik vind hem mooi!’ Esther knuffelde haar man troostend en Sofie moest erom lachen. Haar ouders waren toch maar een gek stel. En ineens…Ineens zag ze zichzelf zo staan.  Met David.
Het enthousiasme over de baby was aanstekelijk. Sofie kon maar niet wachten tot de kleine er zou zijn. Daarom besloot ze een mooie tekening te maken voor op de babykamer. Het duurde even voor ze de goede schets op papier had staan, maar toen was ze ook écht tevreden.
Haar potlood kraste vastberaden over het papier.  Steven stond in de keuken en riep voor het avondeten – Sofie baalde, want ze zat net zo lekker te tekenen!
Robert was er niet bij het avondeten, hij was op zijn werk – zoals zo vaak. Het was stil zo zonder Alfons en Vincent. Sofie vond het gek om alleen met haar ouders te zijn. ‘ Was die leuke suppoost er nog?’ vroeg Esther ineens, en Sofie dacht dat ze van schrik van haar stoel zou vallen.
‘ S-suppoost?’ ‘ Die roodharige jongen die onze vragen beantwoordde, de vorige keer.’ ‘ Eh, ja. Die was er nog. We hebben even gepraat.’ stamelde Sofie. En aan haar hoogrode wangen en glinsterende ogen, moet Esther meteen gezien hebben hoe laat het was. Dat liet ze niet merken, ze glimlachte alleen maar.
Na het eten ging Sofie naar de boomhut. Daar zat ze steeds minder vaak. Maar als ze even moest nadenken, was het de perfecte plek.
Ze zat er nog maar net, toen ze krakende voetstappen in de sneeuw hoorde, die onder de boomhut stil hielden. ‘ Alroso!’ riep een stem, alsof hij een hond riep.  Sofie schoot in de lach. Dat oude wachtwoord hadden ze altijd blijven gebruiken.
Ze wist al dat het Robert was zonder te kijken. ‘ Wachtwoord geaccepteerd. Kom er maar in!’ riep ze terug.
Met enige moeite wist Robert zich in de besneeuwde boomhut te hijsen. Omhoog klimmen was stukken makkelijker als je een kind of tiener was. Als volwassene was alles toch wat krapper in die hut. ‘ Zo, dat is lang geleden.’ gniffelde Robert. ‘Vroeger leek het hier veel groter!’
‘ Ja, vroeger.’ zuchtte Sofie. Ineens had ze heimwee naar die tijd, dat ze nog samen met Alfons en Robert in de tuin speelde. Die jaren waren zo veilig, zo mooi geweest. Nu leek alles moeilijk. ‘ Al die veranderingen. Mama die zwanger is, Alfons die weg is gegaan, en jij bent zo vaak aan het werk…’ Sofie zuchtte. Ze vertelde maar niet over David.
‘ Opgroeien valt niet mee.’ knikte Robert. Even dacht Sofie dat hij sarcastisch was, maar toen ze opkeek zag ze aan zijn gezicht dat hij het meende. Hij wist hoe ze zich voelde. Hij had het zelf natuurlijk ook mee gemaakt, al was zijn jeugd natuurlijk stukken moeilijker geweest. ‘ Soof, ik weet wat jij nodig hebt.’ zei Robert, en ze klommen weer naar beneden. ‘Een goed sneeuwballengevecht!!!’
Sofie gilde en begon meteen handenvol sneeuw te verzamelen, die ze in zijn richting smeet.  ‘ Mis! En weer mis! Zo, wat kan jij goed gooien zeg!’ lachte Robert, die steeds behendig opzij sprong.
Sofie gromde kwaad en schoot toen weer in de lach. Zelf werd ze voortdurend door zijn grote, koude sneeuwballen geraakt, maar hem wist ze bijna nooit te raken. ‘ En nu heb ik je!’ schreeuwde ze, en ze maakte de grootste sneeuwbal ooit. En nog voor Robert opzij kon springen, had ze hem vol in zijn gezicht geraakt!
Hoestend en proestend veegde Robert de sneeuw uit zijn mond, zijn neus en zijn ogen. Het zat zelfs in zijn oren! ‘ Okee, ik geef me over!’ lachte hij hijgend.  ‘ Mooi, want ik bevries hier zowat.’ Rillend blies Sofie in haar handen.
‘ Zullen we naar binnen gaan?’ ‘ Goed plan.’ ‘ En Soof, het komt wel goed. Soms lijkt het leven ingewikkeld, maar achteraf zul je terugkijken en viel het allemaal reuze mee.’ Ze omhelsden elkaar en Sofie was blij dat hij er voor haar was.
Binnen maakte Esther warme chocolademelk voor de twee.  ‘ Het was weer even net alsof jullie weer kinderen waren. Dat gegil door de tuin miste ik wel een beetje, hoor.’ glimlachte Esther, die op de bank had zitten kijken naar het gevecht. ‘ Misschien groeien we wel nooit op!’ knipoogde Robert.
Allebei met een mok vol warme choco ploften ze aan de keukentafel neer, en genietend dronken ze het op.  Sofie vergat al haar zorgen. Robert had gelijk. Het kwam allemaal wel weer op zijn pootjes terecht. Ze moest zich niet zoveel zorgen maken.
De volgende morgen werd ze al heel vroeg wakker gesms’t. Verward keek ze op haar mobiel.  Een berichtje van David! Hij wilde langskomen vandaag, bij haar thuis! Meteen was Sofie klaarwakker en sprong uit bed. Ze sms’te hem terug.  ‘ Om 2 uur hier, neem je zwembroek mee!’
Sofie lachte in zichzelf. Zij ook altijd met haar idiote ideeën.  Ze dacht aan de jacuzzi in de tuin. David zou het vast leuk vinden om daar eventjes in te gaan. Omdat ze toch niet meer kon slapen, nam Sofie snel een douche en kleedde zich aan.
De tekening voor de babykamer was inmiddels ook klaar, en Sofie was er best trots op!
De ochtend kroop tergend langzaam voorbij, maar eindelijk was het twee uur en stond David voor de deur. ‘ Hey!’ groetten ze elkaar een beetje ongemakkelijk. ‘ En vertel me nu maar eens waarom ik mijn zwembroek mee moest nemen.’ ‘ Kom maar mee, dan laat ik het zien!’
Met een grijns die steeds breder werd keek David naar de jacuzzi, waar een dun laagje sneeuw op lag. Toch kwam er stoom van het warme water af, en Sofie stapte er al in.  ‘ Je hoeft niet bang te zijn hoor, het is echt niet koud!’ riep Sofie hem toe vanuit het water. ‘ Ik ben echt niet bang hoor, wat denk jij dan?!’ lachte David.
Even later zat hij aan de andere kant in de jacuzzi en het duurde niet lang voor hun gesprek weer non-stop ging. Het kwam op Sofie’s favoriete onderwerp: aliëns. ‘ Als kind was ik er al door gefascineerd. Ik verzon zelfs onzichtbare vriendjes die me overal volgden. Maar…’ En ineens haperde Sofie. Onder Davids geruststellende blik ging ze verder. ‘Laatst keek ik door de telescoop, en toen zag ik écht iets bewegen. Misschien waren dat wel echt aliëns. Of ben ik nou gestoord?’
‘ Ik durfde het aan niemand te vertellen,’ zuchtte Sofie en ze sloeg verlegen haar ogen neer. ‘ Je bent helemaal niet gestoord, Soof!’ riep David uit. ‘Dat moet je nooit denken! Aliëns zijn geen verzinsels. Het zou best kunnen dat ze echt bestaan. Wie geeft het bewijs dat het niet zo is? Ik geloof nooit dat wij de enige levensvorm in het heelal zijn.’
Sofie voelde zich warm worden van binnen. Wat was het heerlijk om zo met iemand te kunnen praten, iemand die haar zo begreep… Ineens begon het water een beetje te golven. David kwam voorzichtig dichterbij, en bracht zijn hand naar haar schouder toe. Van schrik kon Sofie niet meer bewegen.
‘ Vind je het erg als ik…?’ vroeg David, en Sofie kon nog net van ‘nee’ schudden voor ze weer versteende.  Wat was hij dichtbij… Wat voelde zijn huid zacht en warm aan op de hare! En die ogen, die eindeloos blauwe ogen.  Sofie dacht dat haar hart uit haar borstkas zou springen als ze nog langer zo zou zitten.
‘ Je mag nooit meer zeggen dat je gestoord bent, okee?’ fluisterde David. ‘ O-okee. Ik dacht alleen…Aliëns, die bestaan toch niet.’ ‘ Als jij gelooft dat ze bestaan, dan bestaan ze. Punt.’
Zo bleven ze nog even zitten, tot het Sofie ineens teveel werd.  ‘ Ik…ga even…hier…’ stamelde ze en ze kroop weer terug naar haar eigen hoekje.
David probeerde nonchalant te blijven, maar het was duidelijk dat ook hij zich geen houding wist te geven in deze situatie.  Wanneer zouden ze toegeven wat ze voor elkaar voelden? Hoe lang ging deze spanning nog door?
Aan het eind van de middag, toen ze zich weer aangekleed hadden, namen ze afscheid. Dit keer met een echte knuffel.  Er was veel veranderd deze middag. Dat voelden ze allebei.
Sofie bleef nog lang bij het raam staan nadat David vertrokken was.  De vlinders in haar buik fladderden erger dan ooit, en hoewel ze vreselijk onzeker was over David, wist ze één ding absoluut zeker: Ze zou hem nooit meer laten gaan!
3 spelen Familie Molenaar
x
Nadenkend bladerde Felicia door de krant. Ze beet op haar onderlip. Ze móést gewoon een baantje vinden. Ineens viel haar oog op een baan in de oceanografie. Die verdiende stukken beter dan alle flutklusjes die ze tot nu toe gezien had. ‘ Hebbes.’
Ze belde naar het nummer uit de advertentie, en kon meteen beginnen.  Tevreden draaide Felicia zich om. Ze had het geld hard nodig – om in leven te blijven, maar ook voor haar Dreamhouse Challenge.
‘ Bas,w aarom zoek jij eigenlijk geen baan? We moeten toch geld hebben om eten te kopen.’ zei ze droog tegen haar oom. ‘Wat is eigenlijk jouw levenswens?’ Een beetje nors vertelde Bas dat hij de top van de sportcarrière wilde bereiken. ‘ Nou, dan zoek je daar toch een baantje in? Wie niet waagt, die niet wint!’ En zo vond Bas zijn droombaan.
Echt blij was hij er niet mee. Eigenlijk was hij nooit meer blij met iets. Het leven met de drie meiden vermoeide hem. Hij voelde zich oud en versleten, op.  Moe slofte hij naar zijn slaapkamer en zag Marcia in zijn bed liggen. ‘ Verdomme, eruit jij! Naar je eigen bed! Wat denk je wel niet?’ vloekte hij en hij sleurde Marcia onder de deken vandaan.
Slaperig slofte ze de kamer uit en kroop in haar eigen bed, waar ze meteen weer in slaap viel.
Bas voelde zich ondanks alles een slechte ouder.  Hij wilde goed voor de kinderen van zijn halfzus zorgen – en wat was ervan terecht gekomen? Hij maakte voortdurend ruzie en hij had het gevoel dat niets lukte.  Daarom belde hij het schoolhoofd van de particuliere school. Dan zouden de meisjes in ieder geval een goede opleiding krijgen!
Toen hij het nieuws vertelde, reageerde geen van de meisjes enthousiast. Toch zette Bas zijn plan door.  Na school maakte Felicia snel haar huiswerk, en vertrok toen voor het eerst naar haar werk. Het was wel een beetje ongemakkelijk, zo in een badpak – maar je moest er toch iets voor over hebben!
Toen Bas de auto van het schoolhoofd voor het huis hoorde stoppen, beveelde hij de tweeling om braaf op de bank te gaan zitten. Zo kon hij de directeur laten zien wat een voorbeeldige meisjes het waren. ‘ Goedemiddag, dames.’ groette de man hen. ‘ Goedemiddag, directeur.’ zei de tweeling in koor. Alleen Bas zag Marcia’s ogen kwaadaardig glinsteren.
Toen die avond het diner mislukte, hoorde Bas Marcia’s triomfantelijke lachje achter zich. O, hij kon dat kind wel wat aandoen… Waarom mislukte zijn maaltijd juist nu? De beoordeling van het schoolhoofd hing meestal af van het eten…
Iedereen zat braaf aan tafel en at met moeite van de verbrande kip.  Marcia schopte met haar voeten onder tafel, tegen de knieën van Miranda en Felicia – maar ze gaven geen kik. In tegenstelling tot Marcia deden zij wel hun best voor het schoolhoofd.
Toch werkte het niet.  Het schoolhoofd was niet tevreden over het huis, en al helemaal niet over het eten. En dus vertrok hij.  Geen toelating tot de school, voor de weesmeisjes.
Bas was woedend. Hij gaf alle schuld aan Marcia, al wist hij zelf ook niet waarom.  Hij was blij toen de volgende dag een vriendinnetje langs kwam, zodat hij even al zijn zorgen kon vergeten.
Het was jammer dat ze niet naar die particuliere school mochten. Misschien hadden ze daar nog eens wat manieren geleerd.  Bas zuchtte. Misschien later.  Die avond was de tweeling jarig, maar hij had geen zin om een feestje te geven. Dan zou Esther, de zus van zijn halfzus, zich weer overal mee gaan bemoeien.
Marcia groeide nog erger op dan hij had gedacht. Ze duldde nu helemaal geen tegenspraak meer en trok zich van niemand iets aan. ‘ Kon je niks normaals aantrekken?’ bromde Bas toen hij haar op de bank zag zitten, in een broek met kettingen, een gaaspanty vol scheuren en haar gezicht vol zwarte make-up.  Ze reageerde niet eens meer. Dit was hoe zij wilde zijn, punt uit.
xx
Over Miranda had Bas niets te klagen, zoals altijd. Hij besteedde nooit zoveel aandacht aan haar. Miranda vond dat niet erg. Ze was graag alleen, ze hield van haar rust.
Stiekem hoopte ze dat, nu ze tieners waren, Marcia zou stoppen met treiteren.  Maar diep van binnen wist ze dat dat onzin was. Marcia zou nooit stoppen. Ze zou nooit veranderen.
xx
En toen ze de woonkamer in liep, ondervond ze dat meteen al.  ‘ BOE!’ Uit het niets sprong Marcia tevoorschijn en joeg haar zus zo de stuipen op het lijf. Ze lachte haar krijsend uit en duwde haar van zich af.  Miranda maakte zich struikelend uit de voeten, de scheldwoorden en beledigingen negerend.
Ze ging naar buiten, en gelukkig volgde Marcia haar niet.  Ze had afgesproken met Sofie, hun nichtje. Samen gingen ze in de jacuzzi zitten.  Een tijdje praatten ze over de jongen waar Sofie verliefd op was, David, en het was gezellig. Voor even vergat Miranda haar gemene zus.
‘ En…hoe is het met Marcia?’ vroeg Sofie na een tijdje. Miranda zuchtte.  ‘ Ze is nog erger dan vroeger. Ze negeert iedereen die haar niet aan staat. En ze scheldt nog erger dan eerst. Nu ze groter is, kan ze ook harder slaan.’ ‘ Dat kind is echt niet goed wijs.’ zei Sofie met grote ogen. ‘Verandert ze dan nooit?’ ‘ Ik ben bang van niet.’
Felicia kwam thuis van haar werk en sprong erbij in het water.  Sofie, Miranda en zij waren inmiddels al goede vriendinnen geworden.  Soms waren Miranda en Felicia wel jaloers op hun nichtje. Zij had het zo goed thuis, met allebei haar ouders, die van haar hielden, en zelfs nog een broertje of zusje op komst.
Toch zeiden ze dat nooit hardop. Ze waren gewoon blij met Sofie’s gezelschap.  Felicia vertelde over haar werk in het dolfijnenaquarium en over de Dreamhouse Challenge.  ‘ Ooit wil ik een aparte bioscoopkamer maken. En een groot zwembad in de tuin!’ droomde ze.  ‘ Komt er dan ook een bibliotheek? Dat zou ik wel willen!’ zei Miranda verlegen.
‘ Natuurlijk, als jij dat wilt doen we dat.’ glimlachte Felicia.  ‘ Als er ook maar een logeerkamer komt, waar ik mag slapen!’ lachte Sofie. De meisjes stapten uit het bad, het was donker geworden, en ze namen afscheid. ‘ Ik vond het echt fijn dat je er was, Sofie.’ zei Miranda verlegen, en Sofie knikte. ‘ Dat weet ik. Dat vond ik ook, Miran.’
Marcia was al die tijd bezig geweest haar nieuwe kamer in te richten. Nu hoefde ze tenminste niet meer bij dat idiote zusje op de kamer te slapen.  Van Felicia en Bas had ze wat geld gekregen, waar ze behang, vloerbedekking en wat meubels van kocht.
Tevreden keek Marcia rond. Het was wel een beetje donker geworden, maar dat was precies wat ze wilde. Perfect.
Toen het helemaal naar haar zin was, ging Marcia naar beneden en zette de tv aan. Toen Felicia binnen kwam, reageerde ze niet, maar hield haar blik op het scherm gericht. ‘ Zou je niet iets tegen me zeggen, Marcia?’ vroeg Felicia veelbetekenend.  ‘ Wat moet je?’
Met een ruk trok Felicia haar zusje van de bank af.  ‘ Nou moet jij eens even luisteren! Ik heb jou mijn zuurverdiende geld gegeven om je kamer in te richten, en nu kan er niet eens een bedankje af?’ ‘ O, zeur niet.’
‘ Moet ik soms op mijn knieën gaan liggen? Je voeten kussen? Rot toch op, mens. Zoveel geld was het nu ook weer niet.’ ‘ Wat? Goed, dan krijg je voortaan ook geen cent meer van me! Als je dat maar weet!’ ‘ Kan mij wat schelen. Ik jat wel wat van Bas.’
‘ Als je dat maar uit je hoofd laat! Op deze manier zal je ooit helemaal voor jezelf moeten zorgen, dan is er niemand meer, dan zoek je het maar uit! Dan ga je zelf maar eens werken voor je geld! Je bent veel te makkelijk van anderen afhankelijk. En dan is een simpel bedankje wel op zijn plaats.’ Felicia werd steeds kwader en kon haar zus wel slaan, zo woedend was ze. ‘ Whatever.’ Dat was het laatste woord van Marcia, voor ze naar haar kamer vertrok en de deur dicht sloeg.
Felicia rende ook naar boven, ze schreeuwden nog wat naar elkaar door de dichte deur, en toen was het voorbij.  In de stilte van haar eigen kamer vond Felicia zichzelf terug. Rust. Zo was het goed.  Schilderen hielp haar steeds weer door moeilijke tijden heen, en zou dat ook altijd blijven doen.
3 spelen Familie de Beer
Vervuld van vadergevoelens stond Sander bij het bedje van zijn dochter.  Ze sliep nog zo lekker. Moest hij haar echt wakker maken? Vertederd keek hij naar haar kleine hoofdje, haar lange wimpers die als donsveertjes op haar wangen lagen.
‘ Hee, meisje, wakker worden!’ fluisterde hij en hij streek met zijn hand over haar haren. Slaperig knipperde Elise met haar oogjes, en zodra ze haar vader zag begon ze te stralen. ‘ Pappie!’
Sander kleedde haar aan en hielp haar op het potje.  Hij was zo trots op haar! ‘ Goed zo, Elise!’ jubelde hij toen ze een plas gedaan had.
Sander vond het altijd weer jammer om naar zijn werk te gaan. Het liefst zat hij de hele dag thuis, bij Elise.  Gelukkig was Melissa er altijd voor de kleine, nu ze weer zwanger was.
xx
Die avond bestelden ze pizza, lekker makkelijk. ‘ Weet jij al een leuke jongensnaam, voor de baby?’ vroeg Melissa. ‘ Of een meisjesnaam, Melissa.’ zei Sander aarzelend. ‘ Nee, dat hoeft niet. Het wordt toch een jongen!’
Sander ging snel over op een ander onderwerp.  ‘ Weet je wat me leuk lijkt? Een hondenkennel beginnen. Je weet wel, zelf hondjes fokken en dan verkopen.’ ‘ Echt? Dat is een geweldig idee! Dat wil ik, nu meteen!’ kirde Melissa door het dolle heen. ‘Koop jij een mannelijk hondje, dan kan die met Daisy samen!’
Sander moest vrolijk lachen om zijn vrouws enthousiasme. Hij had al een tijdje met het idee rond gelopen, en hij wist hoeveel zijn vrouw van honden hield.  Nu zouden ze dus zelf een bedrijfje beginnen, waar ze hondjes zouden fokken! Hij kocht een wit hondje, Johnny genaamd, en hij was er al meteen gek op. Dat koppie, zo komisch!
De honden mochten nu niet meer in huis komen, dat zou een puinhoop worden.  Nee, nu het echt een business geworden was, moesten de honden buiten blijven. Er werd een mooi hok gebouwd, met verblijven en een hek eromheen.
xx
Johnny en Daisy besteedden niet zo veel aandacht aan elkaar.  Die avond nam Sander Elise op zijn arm mee naar buiten.  ‘ Gaan we even bij de hondjes kijken, hè?’ zei hij terwijl hij voorzichtig de trap af liep.  Elise keek haar ogen uit.
Daisy werd wakker en snuffelde wat aan Johnny, die meteen begon te blaffen. Elise gilde van pret bij het zien van de rondspringende hondjes.
Na een tijdje gingen ze weer naar binnen. De visite was er al – Elise ging opgroeien!
Melissa zette haar dochtertje op de grond neer, en voegde zich bij de andere toeschouwers. ‘ Kom op, je kunt het!’ joelde iedereen.
En daar stond ze dan: hun kleine meid, ineens stukken groter! ‘ Ga maar gauw op je nieuwe kamer kijken.’ glimlachte Sander.  Ze hadden Melvins oude kamer opgeknapt en nu was het een echte meisjeskamer geworden.  ‘ Wow…’ Elise keek haar ogen uit.
Er stond een prachtig groot bed in de hoek, er hing een balletrek aan de muur en het behang was schattig. Elise rende rond alsof ze alles tegelijk wilde zien.  De brede glimlach verdween niet meer van haar gezicht.  ‘ Dit is de beste verjaardag ooit!’
De volgende morgen was Elise nog steeds in opperbest humeur. Toen haar vader de afwas wilde gaan doen, duwde ze hem snel weg. ‘ Nee, dat doe ik wel! Dat vind ik leuk!’ lachte ze.  ‘ O, okee!’ grinnikte Sander. ‘Je moet wel zo naar school, hè. Je eerste dag!’ ‘ Weet ik, weet ik!’
Toen hij haar had uitgezwaaid bij de schoolbus, hoorde Sander ineens woedend geblaf vanuit de achtertuin.  Daisy en Johnny waren aan het vechten!
Sander schrok ervan, en sprak ze allebei streng toe. Piepend verdwenen ze allebei in een eigen hok.  Sander was kwaad. Hoe moesten die twee ooit puppy’s krijgen, als ze vijanden waren? Hier moest iets veranderen. Hij belde de gehoorzaamheidstrainer, misschien dat dat zou helpen.
De hele dag waren de trainer en hij bezig om de honden wat manieren bij te brengen.  Toen Elise uit school kwam, rende ze meteen door naar het hondenverblijf.  ‘ Papa, papa, wat doen jullie?’
‘ We trainen de honden. We leren ze dingen.’ legde Sander uit. ‘Ik leer Johnny nu opzitten. Kijk, zo doe je dat.’ ‘ O, mag ik dat ook doen, mag ik, mag ik?’ smeekte Elise, en Sander gaf meteen toe.  ‘ Probeer maar.’
‘ Op, op! Kijk, zo!’ riep Elise en ze ging op haar tenen staan, haar handen voor zich uit gestrekt.  Het duurde even, maar ze hield vol. En ineens stond Johnny op zijn achterpootjes! ‘ Ja! YES! Het is me gelukt!’ Elise sloeg met haar vuist in de lucht en maakte een vreugdedansje.  Honden trainen was leuk!
‘ Elise, eten!’ riep haar moeder en met enige tegenzin rende het meisje naar binnen.  ‘ Ik wilde bij de hondjes blijven. Ze zijn zo lief.’ ‘ Leuk hè, honden trainen. Je mag me nog veel vaker helpen, hoor. En misschien komen er ooit puppy’s, dan mag je daar ook bij helpen.’ zei Sander.
‘ Oh, dat zou leuk zijn!’ fluisterde Elise dromerig. Ineens veranderde haar blik en keek ze haar vader smekend aan. ‘ Pappie,’ begon ze, en Sander herkende die toon meteen. ‘Pappie, mag ik een eigen hond? Want Daisy is van mama, en Johnny van jou. Mag ik een eigen?’
‘ Toe?’ O, Sander smolt gewoon. Hoe kon hij die blik weerstaan? Elise was precies zoals haar moeder als ze haar zin wilde krijgen. Ze kon iedereen zo om haar vinger winden. ‘ Een eigen hondje is veel verantwoordelijkheid, Elise.’ begon hij aarzelend.
‘ Je moet beloven dat je er goed voor zult zorgen. En het hondje moet dan bij de anderen in het verblijf, niet hier in huis. Snap je dat?’ vroeg Melissa. ‘ Ja, hij mag bij Daisy en Johnny wonen. En ik zal heel goed voor hem zorgen!’ Sander en Melissa keken elkaar even aan en knikten toen. ‘ Goed, dan mag het.’
Een uitgelaten kreet snerpte door het huis. Elise was zó blij dat ze geen hap meer door haar keel kreeg, en ze rende naar de woonkamer om op de bank te springen.  Normaal mocht dat niet, maar vandaag was anders. Vandaag was een bijzondere dag.  ‘ Ik krijg een hondje, ik krijg een hondje!’
En daar was hij dan: Dakota.  ‘ Je bent zo lief! Wat heb je een mooie vlekjes!’ piepte Elise vol bewondering.  Het hondje snuffelde aan haar hand en blafte kort. Het was meteen al duidelijk dat die twee elkaar wel mochten!
‘ Dit is je nieuwe huis.’ Elise zette Dakota neer, waar hij (of zij? Ik weet het niet meer..) aan een bot begon te kluiven. ‘ Kijk, dit zijn je vriendjes, Johnny en Daisy!’ wees Elise.
Melissa en Sander keken vanuit de keuken toe hoe hun dochtertje met de honden in de weer was. ‘ Het was een goede beslissing. Ze kan goed met honden omgaan. En bovendien konden we een extra hond in het bedrijf toch wel gebruiken. Twee honden was wel een beetje weinig.’ vond Melissa.
‘ We hebben het maar mooi voor elkaar.’ Sander streelde teder haar gezicht en drukte een kus op haar neus.  ‘ En, wanneer komt die puppy van jou eens naar buiten?’ Hij kriebelde haar buik en ze moesten allebei lachen.
Erg lang liet die ‘puppy’ niet op zich wachten – nog diezelfde nacht kreeg Melissa weeën.
‘ Dag ventje, dag jochie!’ kirde ze even later dolblij. Het moederschap was toch iets wonderlijks. De bevalling was vreselijk, maar dat eerste moment, dat je je kindje in je armen kon houden – dat was prachtig.
‘ Jochie? Is het een jongetje, mama? Mama, zeg nou!’
‘ Natuurlijk is het een jongetje. Je moeder heeft toch altijd gelijk!’ grinnikte Sander sarcastisch en hij omhelsde zijn dochter. ‘Gefeliciteerd, je hebt er een broertje bij!’ ‘ O, pappie! Nou ben ik grote zus!’
Sander en Melissa keken vol bewondering naar het kleine mannetje. Het was onvoorstelbaar, maar Melissa had dus weer gelijk gehad.  ‘ Hij is perfect. En hij lijkt op jou, Sander!’
Het zoontje werd Bastiaan genoemd.  ‘ Elise en Bastiaan, dat past mooi bij elkaar!’ vond Elise.  De volgende dag nam Melissa een kijkje bij de honden. Het was gaan sneeuwen. Net op dat moment zag ze Johnny en Daisy samen naar een hok lopen.
Wat waren ze van plan? En ineens drong het tot Melissa door.  Die twee mochten elkaar wel! Zo te zien zouden er binnenkort puppy’s geboren worden! ‘ Yes!’ Melissa kon wel dansen van blijdschap.
Toen Daisy even later weer tevoorschijn kwam, nam ze het beestje meteen in haar armen. ‘ O, Dais, wat leuk! Nu wordt je ook mama, net als ik!’
Ze rende naar binnen en vertelde Sander hijgend het nieuws.  Hij stond met Bastiaan in zijn armen, en keek haar verrast aan. ‘ Dat is snel! Ik dacht dat die twee alleen maar vochten. Blijkbaar hebben ze hun ruzie bijgelegd.’ Hij lachte en kuste Bastiaan op zijn donshaartjes.
Met hun armen om elkaar heen bleven de ouders staan kijken tot het jongetje in slaap was gevallen. ‘ Puppy’s, van onze hondjes. Ik ben zo benieuwd!’
Toen Elise die middag uit school kwam en het hondennieuws hoorde, begon ze weer oorverdovend te gillen van blijdschap.  Ze rende en huppelde en danste door het huis – ze kon gewoon niet stilzitten! ‘ O, Bastiaan, heb je dat gehoord? Er komen puppy’s! Puppy’s!’
Uiteindelijk greep Sander zijn hyperactieve meisje vast en plantte haar op een stoel neer. ‘ En nu is het huiswerktijd. Even je sommetjes maken. Papa zal je helpen.’
Door haar energie waren ook de sommen vrij snel klaar.  ‘ Ik ga een sneeuwpop maken voor de honden!’ riep Elise, en zonder nog op antwoord te wachten rende ze naar buiten. Er lag een dik pak sneeuw en de honden verstopten zich in hun hokken tegen de kou.  Elise was een tijdje bezig, toen ze ineens ‘hoi!’ achter zich hoorde. Ze draaide zich om en begon weer hysterisch te gillen. ‘Sofie!!’
‘ Kwam je naar de baby kijken?’ ‘ Jep. Mooi broertje heb jij, hoor. Was je een sneeuwpop aan het maken?’ ‘ Ja, voor de honden. Weet je, ze krijgen puppy’s. Wil jij er soms eentje hebben?’ Samen maakten ze de sneeuwpop af.  ‘ Een puppy lijkt me wel heel leuk. We zullen zien!’
Ze gingen weer naar binnen. Sofie mocht Bastiaan de fles geven en ze vond het geweldig.  Zo’n klein baby’tje, zo mooi! Ze moest denken aan de baby die haar moeder in haar buik had. Zou dat ook een jongetje zijn? Of een meisje?  Ze kon gewoon niet wachten!
Het flesje was leeg en Sander kwam naar hen toe.  ‘ Nu is het wel bedtijd voor de kleine.’ zei hij zacht, en meteen zette Bastiaan het op een krijsen. Sofie schrok, en Sander moest lachen.
‘ Geef hem maar aan mij.’ ‘ Zo te ruiken heeft hij een vieze broek.’ snoof Sofie en snel drukte ze het stinkende jongetje in de armen van haar oom.  Daar moest Sander nog harder om lachen.
‘ Sofie had gelijk, je stinkt een uur in de wind!’ zei Sander voor hij Bastiaan op de babykamer verschoonde. ‘ En nu lekker slapen!’
Sofie was mee naar boven gekomen en had Foxy, de chihuahua van Melissa gevonden. ‘ Wat een kleintje! Ze groeit ook nooit, hè?’ giechelde ze. ‘ Chihuahua’s blijven klein.’ zei Sander.
‘ Die oogjes, zo schattig.’ glimlachte Sofie en ze kietelde het hondje op zijn buikje.  ‘ Oja, Sander. Elise zei dat jullie puppy’s krijgen, en dat ik er misschien eentje mag hebben. Is dat zo?’ Weer lachte Sander. ‘Die dame doet al zaken voor die hondjes geboren zijn! Maar je mag best een hondje hebben. Waarschijnlijk wachten we met verkopen tot ze opgegroeid zijn.’
‘ Lijkt me tof!’ lachte Sofie. Ze namen afscheid en iedereen ging weer naar huis.  Sander bracht Elise naar bed en ze praatten nog even over de puppy’s.  Toen ze sliep schudde Sander zijn hoofd en hij kon zijn brede lach niet onderdrukken. Ze was zo’n heerlijk kind, zo vol energie, zo eigenwijs.  ‘ Welterusten meisje, papa houdt van je!’
En even later drukte hij zich tegen zijn vrouw aan in bed. Ze lagen allebei nog even te luisteren naar het blaffen van de honden buiten, en naar het gebrabbel van Bastiaan uit zijn bedje. ‘ Ik ben zo gelukkig, San.’ fluisterde Melissa half slapend.  ‘ Ik ook, schat, ik ook.’ Sander kuste haar haren en sloot zijn ogen. Met hun lichamen verstrengeld als één vielen ze in slaap.

Contenu connexe

Tendances (18)

9.2
9.29.2
9.2
 
9.7
9.79.7
9.7
 
Nieuwe presentatie2
Nieuwe presentatie2Nieuwe presentatie2
Nieuwe presentatie2
 
8.7
8.78.7
8.7
 
9.4
9.49.4
9.4
 
Presentatie3
Presentatie3Presentatie3
Presentatie3
 
8.6
8.68.6
8.6
 
9.1
9.19.1
9.1
 
9.3
9.39.3
9.3
 
Deelvanfamdebeer
DeelvanfamdebeerDeelvanfamdebeer
Deelvanfamdebeer
 
Update 10; the magic of the outgoing
Update 10; the magic of the outgoingUpdate 10; the magic of the outgoing
Update 10; the magic of the outgoing
 
9.5
9.59.5
9.5
 
VW: Happy Family?
VW: Happy Family?VW: Happy Family?
VW: Happy Family?
 
10.4
10.410.4
10.4
 
Update 17; confessions part 1
Update 17; confessions part 1Update 17; confessions part 1
Update 17; confessions part 1
 
10.20
10.2010.20
10.20
 
Update 16; onverwachte wendingen ii
Update 16; onverwachte wendingen iiUpdate 16; onverwachte wendingen ii
Update 16; onverwachte wendingen ii
 
9.12
9.129.12
9.12
 

En vedette

De PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOP
De PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOPDe PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOP
De PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOPPhilippe Bailleur
 
Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur'
Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur' Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur'
Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur' Patrick Logister
 
Brainbasedsafety IVM windesheim 2013
Brainbasedsafety IVM windesheim 2013Brainbasedsafety IVM windesheim 2013
Brainbasedsafety IVM windesheim 2013Juni Daalmans
 
20141211 veiligheidsgedrag
20141211 veiligheidsgedrag20141211 veiligheidsgedrag
20141211 veiligheidsgedrag💡Karl Mortier
 
Brain Based Safety: Safety Buddy
Brain Based Safety: Safety BuddyBrain Based Safety: Safety Buddy
Brain Based Safety: Safety BuddyJuni Daalmans
 
Veiligheid
VeiligheidVeiligheid
Veiligheidebema
 

En vedette (8)

De PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOP
De PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOPDe PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOP
De PreventieAdviseur als beïnvloeder van gedrag - WORKSHOP
 
Passiefhuis brandveilig?
Passiefhuis brandveilig?Passiefhuis brandveilig?
Passiefhuis brandveilig?
 
Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur'
Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur' Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur'
Presentatie workshop 'Elke leidinggevende is veen eiligheidsambassadeur'
 
AEO Veiligheidsbewustzijn
AEO Veiligheidsbewustzijn AEO Veiligheidsbewustzijn
AEO Veiligheidsbewustzijn
 
Brainbasedsafety IVM windesheim 2013
Brainbasedsafety IVM windesheim 2013Brainbasedsafety IVM windesheim 2013
Brainbasedsafety IVM windesheim 2013
 
20141211 veiligheidsgedrag
20141211 veiligheidsgedrag20141211 veiligheidsgedrag
20141211 veiligheidsgedrag
 
Brain Based Safety: Safety Buddy
Brain Based Safety: Safety BuddyBrain Based Safety: Safety Buddy
Brain Based Safety: Safety Buddy
 
Veiligheid
VeiligheidVeiligheid
Veiligheid
 

Similaire à 8.10 (20)

9.7
9.79.7
9.7
 
9.5
9.59.5
9.5
 
Nieuwe presentatie2
Nieuwe presentatie2Nieuwe presentatie2
Nieuwe presentatie2
 
Nieuwe presentatie2
Nieuwe presentatie2Nieuwe presentatie2
Nieuwe presentatie2
 
Vw
VwVw
Vw
 
8.14
8.148.14
8.14
 
9.9
9.99.9
9.9
 
3dagenkijken
3dagenkijken3dagenkijken
3dagenkijken
 
8.15
8.158.15
8.15
 
10.14
10.1410.14
10.14
 
10.3
10.310.3
10.3
 
Daarna
DaarnaDaarna
Daarna
 
Lala
LalaLala
Lala
 
Update 75 fam. bloomwood.
Update 75 fam. bloomwood.Update 75 fam. bloomwood.
Update 75 fam. bloomwood.
 
Christmas Special
Christmas SpecialChristmas Special
Christmas Special
 
9.13
9.139.13
9.13
 
Upp
UppUpp
Upp
 
10.12
10.1210.12
10.12
 
vw: happy family?
vw: happy family?vw: happy family?
vw: happy family?
 
10gcbruijn 3.4
10gcbruijn 3.410gcbruijn 3.4
10gcbruijn 3.4
 

Plus de Danielle Dijkstra (20)

10.16
10.1610.16
10.16
 
10.15
10.1510.15
10.15
 
Lege
LegeLege
Lege
 
10.11
10.1110.11
10.11
 
10.10
10.1010.10
10.10
 
10.9
10.910.9
10.9
 
Huize amethyst
Huize amethystHuize amethyst
Huize amethyst
 
10.8
10.810.8
10.8
 
10.7
10.710.7
10.7
 
10.6
10.610.6
10.6
 
10.5
10.510.5
10.5
 
10.2
10.210.2
10.2
 
10.1
10.110.1
10.1
 
Maxwell
MaxwellMaxwell
Maxwell
 
End
EndEnd
End
 
Dingetje
DingetjeDingetje
Dingetje
 
Dingetje
DingetjeDingetje
Dingetje
 
Sims3 deel 2
Sims3 deel 2Sims3 deel 2
Sims3 deel 2
 
Na stukje2
Na stukje2Na stukje2
Na stukje2
 
Sims3 stukje2
Sims3 stukje2Sims3 stukje2
Sims3 stukje2
 

8.10

  • 1.  
  • 2.
  • 3. x
  • 4.
  • 6. x
  • 7. Vincent en zijn geadopteerde zoon Alfons hingen samen op de bank. Alfons zag al de hele ochtend dat zijn vader ergens mee zat. ‘ Waar pieker je over, ouwe?’ vroeg hij plagend, en Vincent zuchtte diep. Hij kon even niet lachen om de grapjes van Alfons.
  • 8. ‘ Het is gewoon… Jij gaat Leentje binnenkort ten huwelijk vragen. Dan trouwt mijn eigen zoon nog eerder dan ik zelf!’ ‘ O, is dat het?’ riep Alfons luchtig, en hij slingerde zijn benen nonchalant over de leuning. ‘Zeg dat dan. Weet je wat jij moet doen, pap? Werk maken van die Jasmine. Ze ziet je echt zitten, hoor!’
  • 9. En pas toen klaarde Vincent weer wat op. Alfons had zijn gevoelige plek geraakt. ‘ Jasmine.’ glimlachte hij. ‘Je hebt gelijk. Ik mag haar echt heel graag. Misschien is het nog wat te vroeg om te zeggen, maar ik hou van haar. Misschien…Ja, dat doen we.’ En Vincent vertelde razendsnel zijn plan.
  • 10. ‘ Fons, jij en ik, we kopen een eigen huis, hier in de buurt. Dan komen Leentje en Jasmine bij ons wonen, en beginnen we een heel nieuw leven!’ Alfons schrok van zijn vaders plotselinge ingeving, maar het gaf hem tegelijkertijd heerlijke kriebels van spanning. Een eigen huis… En zo namen ze die middag afscheid van hun familie.
  • 11. ‘ We gaan jullie wel missen, hoor.’ zei Esther eerlijk. Zo lang ze zich maar kon herinneren, was Vincent er geweest. Hij was een van haar beste vrienden. Maar ze begreep zijn keuze. Het was een mooie keuze.
  • 12. En zo vertrokken vader en zoon met de taxi, op naar hun nieuwe leven. Ze keken nog een keer achterom, naar de villa waar ze zo lang gewoond hadden – en keerden hem toen de rug toe. Op naar de toekomst!
  • 13. Het was even wennen, zo zonder de twee mannen in huis. Ze waren altijd gezellig gezelschap geweest. Vooral Alfons had al sinds zijn komst hier voor leven in de brouwerij gezorgd. Vooral Sofie baalde ervan dat Alfons vertrokken was. Waarom groeiden ze allemaal zo snel op? Ze was bang dat hun vriendenclubje zo uit elkaar zou vallen.
  • 14. Esther en Steven merkten op dat hun dochter het er moeilijk mee had. ‘s Avonds in bed lagen ze nog wat te kletsen. ‘ Ze komt er wel overheen.’ vond Esther. ‘Alfons zal nog vaak genoeg op bezoek komen.’ Langzaam kwam het gesprek op een ander onderwerp: hun kinderwens. Die was er nog steeds.
  • 15. En hoewel ze allebei niet meer de jongste waren, waren ze nog jong genoeg om een tweede kindje te nemen. Een broertje of zusje voor Sofie, zou dat niet geweldig zijn?
  • 16. En Sofie, die wist nergens van. Zij stond buiten, in de tuin, bij de telescoop die haar nog steeds fascineerde. Sinds haar moeder die aan haar had laten zien, toen ze nog maar een meisje was, was ze er niet meer bij weg te slaan. De sterren, de planeten, het heelal was wonderbaarlijk. Ze kon er geen genoeg van krijgen!
  • 17. Stiekem fantaseerde ze nog wel eens over aliëns, zoals ze vroeger altijd deed. Stel dat er écht buitenaards leven was? Het zou toch gek zijn als de aarde de enige planeet met leven was… Ingespannen tuurde Sofie naar de hemel, en ineens verlichtte een felle lichtbundel de donkere nacht. Geschokt deinsde ze achteruit.
  • 18. Wat was dat? Met ingehouden adem speurde Sofie de inktblauwe hemel af, maar er was niets bijzonders te zien.
  • 19. En toch… die lichtflits. Heel even had Sofie gedacht dat ze een vliegende schotel herkende. Maar dat zou belachelijk zijn. ‘ Aliëns.’ snoof Sofie spottend, en ze keerde de telescoop de rug toe.
  • 20. Ze probeerde er luchtig over te doen. Die lichtflits had ze zich vast ingebeeld. En die vliegende schotel was waarschijnlijk gewoon een vuiltje op de lens van de telescoop. Op haar kamer kleedde ze zich uit en plofte in haar pyjama op een stoel neer. Ze kon niet slapen. De aliëns hielden haar wakker – de aliëns uit haar fantasie. Of waren ze nu werkelijkheid geworden?
  • 21. De volgende morgen stonden Steven en Esther samen in de badkamer, bezig met hun alledaagse ochtendrituelen. Ze praatten over wat ze die dag zouden gaan doen, tot Esther ineens iets vreemds in haar buik voelde.
  • 22. Een schopje, en nog één! Een vreemd kreetje ontsnapte uit Esthers keel en ze keek met ogen zo groot als schoteltjes naar haar opbollende buik. Geen twijfel mogelijk. Ze was weer zwanger!
  • 23. Steven sprong zo snel uit bad dat al het water over de rand klotste. Snel griste hij wat kleren bij elkaar en trok ze aan, en vloog zijn vrouw toen in de armen. ‘ Een tweede kindje, Es, hoe is het mogelijk? Dit is zo mooi! Onze droom komt uit!’
  • 24. ‘ Hier hebben we zo lang op gewacht.’ zuchtte Esther dolblij en ze drukte zichzelf nog dichter tegen Steven aan. ‘ En dat op onze leeftijd…’ Ze moesten allebei lachen.
  • 25. Esther kon niet wachten om het nieuws aan de rest van de familie te vertellen. In de keuken trof ze haar jongste broertje Robert aan. Die liet meteen alles uit zijn handen vallen toen hij de buik van zijn zus zag. ‘ Na vijftien jaar weer zwanger, dat geloof je toch niet! Wat geweldig!’
  • 26. En Sofie, die was helemaal door het dolle heen. Ze kon niet ophouden met kleine gilletjes slaken en op en neer springen rond de buik van haar moeder. ‘ O, mam, ik vind het zo leuk! Een baby’tje, bij ons, een zusje of broertje!’ Weer gilde ze het uit en Esther moest lachten om haar enthousiasme.
  • 27. Uitgelaten vlogen ze elkaar om de nek, moeder en dochter. ‘ Er zal flink wat leeftijdsverschil tussen jullie zitten,’ glimlachte Esther. ‘ Dat geeft niks! Ik hou nu al zielsveel van dat kleintje!’ riep Sofie. Even later zeiden ze gedag, Sofie ging een dagje de stad in. Esther wilde wel mee, maar besloot zich rustig te houden.
  • 28. Sofie ging wel naar de stad, maar er was een specifieke plek waar ze heen ging. Het museum. Ze had er lang over gepiekerd, dagen, weken – maanden misschien wel. Maar nu had ze eindelijk de knoop doorgehakt. Er moest een einde komen aan dat gedroom. Ze moest de werkelijkheid onder ogen zien.
  • 29. Ondanks de kou had Sofie het warm van de zenuwen. Hier stond ze dan. Ergens in dat gebouw was David, de jongen die haar al zo lang het hoofd op hol bracht. En waarom? Hoe lang hadden ze elkaar nou gezien? Wat kende ze hem nou?
  • 30. Kwaad op zichzelf stapte Sofie naar binnen en kocht een kaartje. Het was leuk om het museum terug te zien. Alles leek ineens zoveel kleiner dan eerst – maar dat kwam natuurlijk omdat zij zelf toen kleiner was geweest, dan leek alles groter! Sofie moest om zichzelf glimlachten. Ze liep door de spiegelzaal, waar haar vader haar ten dans had gevraagd.
  • 31. Ze had leuke herinneringen in dit museum liggen. Maar daar kwam ze hier nu niet voor! Ze kwam voor David. Als hij hier tenminste nog werkte. Maar halverwege de trap hoorde ze zijn stem al, en toen ze voorzichtig haar hoofd om de hoek stak, zag ze hem in dezelfde zaal als waar ze hem jaren terug gezien had.
  • 32. Ze wilde naar hem toe lopen, maar ineens weigerden haar benen. Ze durfde niet. Sofie vervloekte zichzelf in stilte. Waarom was ze zo dom geweest om hierheen te gaan? Dacht ze nou echt dat David haar zou herkennen, of dat ze überhaupt een kans bij hem maakte?
  • 33. En toch wist ze uiteindelijk genoeg moed bij elkaar te schrapen om op hem af te stappen. David was druk bezig met een andere bezoeker, die de ene na de andere vraag stelde. Dat vond Sofie niet erg. Ze deed alsof ze nonchalant wat spulletjes in de omgeving bekeek.
  • 34. Maar ondertussen bestudeerde ze David – elke sproet op zijn gezicht, elk haartje in zijn kapsel, elke vezel van zijn kleding. Zo merkte ze niet dat de andere bezoeker weg ging, en David zich plotseling naar haar omdraaide. ‘ Kan ik je ergens mee helpen?’ vroeg hij.
  • 35. Sofie schrok zo vreselijk, dat ze even geen woorden meer kon vinden. ‘ Ik eh, ik…vroeg me af of…’ Ze voelde zich de grootste idioot van de hele wereld. Gelukkig hielp David haar, door haar onderzoekend aan te kijken en te zeggen: ‘ Ben jij hier toevallig eerder geweest? Volgens mij heb ik je eerder gezien.’
  • 36. Het bloed vloog Sofie naar het hoofd. Hij herkende haar! Het was toch niet waar?! ‘ Je was hier met je ouders, toch? Jij was toen een stuk jonger.’ ‘ Klopt.’ giechelde Sofie. ‘Dat was een jaar of drie geleden. Jij bent niks veranderd.’ ‘ Dus je herkent mij ook nog? Wat grappig!’ lachte David. ‘Jij bent anders wel heel wat veranderd. Je bent…’ Hij leek nog meer te willen zeggen, maar zweeg ineens.
  • 37. Bloosde hij nou? Sofie probeerde hem in de gaten te houden, maar hij draaide zich van haar weg en plofte op een oude sofa neer. ‘ Mag dat wel?’ riep Sofie geschokt uit. Maar toen hij naast zich op de met gouddraad bestikte kussens klopte, ging ze toch zitten. ‘ Wie is hier nou de suppoost? Wie heeft het hier voor het zeggen? Ik, toch?’
  • 38. Ze moesten allebei lachen. En ineens, Sofie kon zich later niet meer herinneren hoe het gegaan was, maar ineens waren ze aan de praat geraakt alsof ze elkaar al jarne kenden. David vertelde over zijn werk in het museum, en over zijn andere hobby’s. Hij hield van de Beatles, van historische films en fantasy-boeken. Er viel geen enkele stilte in hun gesprek.
  • 39. Hun stemmen kwetterden vrolijk door het stille museum, af en toe galmde hun lachen door de zaal. Ze gingen zó in hun gesprek op, dat ze niet merkten dat ze steeds dichter naar elkaar toe geschoven waren. En toen ze dat beseften – vlogen ze allebei van elkaar weg, als door een wesp gestoken.
  • 40. Struikelend over haar eigen voeten kwam Sofie overeind. ‘ Ik…denk dat ik maar weer eens naar huis ga.’ ‘ Jammer. Je bent een goede gesprekspartner. Er zijn niet veel mensen die dezelfde interesses als ik hebben.’ ‘ Ik vind alles wel interessant, er is bijna niets waar ik niet over zou willen praten!’ zei Sofie. Bijna had ze er ‘met jou’ achteraan gezegd.
  • 41. ‘ Eigenlijk zou ik het helemaal niet erg vinden om dit vaker te doen.’ zei David. ‘ Wat?’ ‘ Zo praten, met jou. Ik vond het…heel gezellig.’ Weer bloosde hij een beetje. ‘ O!’ zei Sofie verrast, en ze kon zichzelf wel slaan omdat ze dat hardop gezegd had. Snel herstelde ze zich. ‘Ja, moeten we doen.’ zei ze toen koel.
  • 42. Nadat ze telefoonnummers hadden uitgewisseld, ging Sofie weer naar huis. Thuis trof ze haar moeder in de nieuwe babykamer aan. Het was de kamer naast die van haar, een kamer die al jaren leeg had gestaan. Met een nieuw behangetje en nieuwe meubels was het een prachtige ruimte geworden.
  • 43. ‘ Heb je een leuke dag gehad, in de stad?’ vroeg Esther terwijl ze gedachteloos over haar buik wreef. ‘ Jawel. Ik was…naar het museum.’ zei Sofie aarzelend. Moest ze haar moeder over David vertellen?
  • 44. ‘ O, waar we toen ook geweest waren op jouw verjaardag?’ vroeg Esther. Sofie knikte. Ze hoopte maar dat haar moeder niet zou doorvragen.
  • 45. Gelukkig ging op dat moment de deur open en kwam haar vader binnen. ‘ Mooi geworden, hè?’ vroeg hij en Sofie knikte lachend. ‘ Dat kleintje boft maar met zo’n mooie kamer!’ ‘ O, hoor wie het zegt, het meisje dat al verdronk in het speelgoed voor ze überhaupt geboren was!’ lachte Steven plagend.
  • 46. ‘ Ik ben echt benieuwd naar de nieuwe baby. Op wie zal hij of zij lijken?’ ‘ Ik hoop dat het jouw rode haar heeft.’ zei Esther. ‘ Als ‘ie maar niet mijn neus heeft, dan vind ik alles best!’
  • 47. ‘ O, lieverd, dat valt toch best mee! Je hebt een mooie neus, ik vind hem mooi!’ Esther knuffelde haar man troostend en Sofie moest erom lachen. Haar ouders waren toch maar een gek stel. En ineens…Ineens zag ze zichzelf zo staan. Met David.
  • 48. Het enthousiasme over de baby was aanstekelijk. Sofie kon maar niet wachten tot de kleine er zou zijn. Daarom besloot ze een mooie tekening te maken voor op de babykamer. Het duurde even voor ze de goede schets op papier had staan, maar toen was ze ook écht tevreden.
  • 49. Haar potlood kraste vastberaden over het papier. Steven stond in de keuken en riep voor het avondeten – Sofie baalde, want ze zat net zo lekker te tekenen!
  • 50. Robert was er niet bij het avondeten, hij was op zijn werk – zoals zo vaak. Het was stil zo zonder Alfons en Vincent. Sofie vond het gek om alleen met haar ouders te zijn. ‘ Was die leuke suppoost er nog?’ vroeg Esther ineens, en Sofie dacht dat ze van schrik van haar stoel zou vallen.
  • 51. ‘ S-suppoost?’ ‘ Die roodharige jongen die onze vragen beantwoordde, de vorige keer.’ ‘ Eh, ja. Die was er nog. We hebben even gepraat.’ stamelde Sofie. En aan haar hoogrode wangen en glinsterende ogen, moet Esther meteen gezien hebben hoe laat het was. Dat liet ze niet merken, ze glimlachte alleen maar.
  • 52. Na het eten ging Sofie naar de boomhut. Daar zat ze steeds minder vaak. Maar als ze even moest nadenken, was het de perfecte plek.
  • 53. Ze zat er nog maar net, toen ze krakende voetstappen in de sneeuw hoorde, die onder de boomhut stil hielden. ‘ Alroso!’ riep een stem, alsof hij een hond riep. Sofie schoot in de lach. Dat oude wachtwoord hadden ze altijd blijven gebruiken.
  • 54. Ze wist al dat het Robert was zonder te kijken. ‘ Wachtwoord geaccepteerd. Kom er maar in!’ riep ze terug.
  • 55. Met enige moeite wist Robert zich in de besneeuwde boomhut te hijsen. Omhoog klimmen was stukken makkelijker als je een kind of tiener was. Als volwassene was alles toch wat krapper in die hut. ‘ Zo, dat is lang geleden.’ gniffelde Robert. ‘Vroeger leek het hier veel groter!’
  • 56. ‘ Ja, vroeger.’ zuchtte Sofie. Ineens had ze heimwee naar die tijd, dat ze nog samen met Alfons en Robert in de tuin speelde. Die jaren waren zo veilig, zo mooi geweest. Nu leek alles moeilijk. ‘ Al die veranderingen. Mama die zwanger is, Alfons die weg is gegaan, en jij bent zo vaak aan het werk…’ Sofie zuchtte. Ze vertelde maar niet over David.
  • 57. ‘ Opgroeien valt niet mee.’ knikte Robert. Even dacht Sofie dat hij sarcastisch was, maar toen ze opkeek zag ze aan zijn gezicht dat hij het meende. Hij wist hoe ze zich voelde. Hij had het zelf natuurlijk ook mee gemaakt, al was zijn jeugd natuurlijk stukken moeilijker geweest. ‘ Soof, ik weet wat jij nodig hebt.’ zei Robert, en ze klommen weer naar beneden. ‘Een goed sneeuwballengevecht!!!’
  • 58. Sofie gilde en begon meteen handenvol sneeuw te verzamelen, die ze in zijn richting smeet. ‘ Mis! En weer mis! Zo, wat kan jij goed gooien zeg!’ lachte Robert, die steeds behendig opzij sprong.
  • 59. Sofie gromde kwaad en schoot toen weer in de lach. Zelf werd ze voortdurend door zijn grote, koude sneeuwballen geraakt, maar hem wist ze bijna nooit te raken. ‘ En nu heb ik je!’ schreeuwde ze, en ze maakte de grootste sneeuwbal ooit. En nog voor Robert opzij kon springen, had ze hem vol in zijn gezicht geraakt!
  • 60. Hoestend en proestend veegde Robert de sneeuw uit zijn mond, zijn neus en zijn ogen. Het zat zelfs in zijn oren! ‘ Okee, ik geef me over!’ lachte hij hijgend. ‘ Mooi, want ik bevries hier zowat.’ Rillend blies Sofie in haar handen.
  • 61. ‘ Zullen we naar binnen gaan?’ ‘ Goed plan.’ ‘ En Soof, het komt wel goed. Soms lijkt het leven ingewikkeld, maar achteraf zul je terugkijken en viel het allemaal reuze mee.’ Ze omhelsden elkaar en Sofie was blij dat hij er voor haar was.
  • 62. Binnen maakte Esther warme chocolademelk voor de twee. ‘ Het was weer even net alsof jullie weer kinderen waren. Dat gegil door de tuin miste ik wel een beetje, hoor.’ glimlachte Esther, die op de bank had zitten kijken naar het gevecht. ‘ Misschien groeien we wel nooit op!’ knipoogde Robert.
  • 63. Allebei met een mok vol warme choco ploften ze aan de keukentafel neer, en genietend dronken ze het op. Sofie vergat al haar zorgen. Robert had gelijk. Het kwam allemaal wel weer op zijn pootjes terecht. Ze moest zich niet zoveel zorgen maken.
  • 64. De volgende morgen werd ze al heel vroeg wakker gesms’t. Verward keek ze op haar mobiel. Een berichtje van David! Hij wilde langskomen vandaag, bij haar thuis! Meteen was Sofie klaarwakker en sprong uit bed. Ze sms’te hem terug. ‘ Om 2 uur hier, neem je zwembroek mee!’
  • 65. Sofie lachte in zichzelf. Zij ook altijd met haar idiote ideeën. Ze dacht aan de jacuzzi in de tuin. David zou het vast leuk vinden om daar eventjes in te gaan. Omdat ze toch niet meer kon slapen, nam Sofie snel een douche en kleedde zich aan.
  • 66. De tekening voor de babykamer was inmiddels ook klaar, en Sofie was er best trots op!
  • 67. De ochtend kroop tergend langzaam voorbij, maar eindelijk was het twee uur en stond David voor de deur. ‘ Hey!’ groetten ze elkaar een beetje ongemakkelijk. ‘ En vertel me nu maar eens waarom ik mijn zwembroek mee moest nemen.’ ‘ Kom maar mee, dan laat ik het zien!’
  • 68. Met een grijns die steeds breder werd keek David naar de jacuzzi, waar een dun laagje sneeuw op lag. Toch kwam er stoom van het warme water af, en Sofie stapte er al in. ‘ Je hoeft niet bang te zijn hoor, het is echt niet koud!’ riep Sofie hem toe vanuit het water. ‘ Ik ben echt niet bang hoor, wat denk jij dan?!’ lachte David.
  • 69. Even later zat hij aan de andere kant in de jacuzzi en het duurde niet lang voor hun gesprek weer non-stop ging. Het kwam op Sofie’s favoriete onderwerp: aliëns. ‘ Als kind was ik er al door gefascineerd. Ik verzon zelfs onzichtbare vriendjes die me overal volgden. Maar…’ En ineens haperde Sofie. Onder Davids geruststellende blik ging ze verder. ‘Laatst keek ik door de telescoop, en toen zag ik écht iets bewegen. Misschien waren dat wel echt aliëns. Of ben ik nou gestoord?’
  • 70. ‘ Ik durfde het aan niemand te vertellen,’ zuchtte Sofie en ze sloeg verlegen haar ogen neer. ‘ Je bent helemaal niet gestoord, Soof!’ riep David uit. ‘Dat moet je nooit denken! Aliëns zijn geen verzinsels. Het zou best kunnen dat ze echt bestaan. Wie geeft het bewijs dat het niet zo is? Ik geloof nooit dat wij de enige levensvorm in het heelal zijn.’
  • 71. Sofie voelde zich warm worden van binnen. Wat was het heerlijk om zo met iemand te kunnen praten, iemand die haar zo begreep… Ineens begon het water een beetje te golven. David kwam voorzichtig dichterbij, en bracht zijn hand naar haar schouder toe. Van schrik kon Sofie niet meer bewegen.
  • 72. ‘ Vind je het erg als ik…?’ vroeg David, en Sofie kon nog net van ‘nee’ schudden voor ze weer versteende. Wat was hij dichtbij… Wat voelde zijn huid zacht en warm aan op de hare! En die ogen, die eindeloos blauwe ogen. Sofie dacht dat haar hart uit haar borstkas zou springen als ze nog langer zo zou zitten.
  • 73. ‘ Je mag nooit meer zeggen dat je gestoord bent, okee?’ fluisterde David. ‘ O-okee. Ik dacht alleen…Aliëns, die bestaan toch niet.’ ‘ Als jij gelooft dat ze bestaan, dan bestaan ze. Punt.’
  • 74. Zo bleven ze nog even zitten, tot het Sofie ineens teveel werd. ‘ Ik…ga even…hier…’ stamelde ze en ze kroop weer terug naar haar eigen hoekje.
  • 75. David probeerde nonchalant te blijven, maar het was duidelijk dat ook hij zich geen houding wist te geven in deze situatie. Wanneer zouden ze toegeven wat ze voor elkaar voelden? Hoe lang ging deze spanning nog door?
  • 76. Aan het eind van de middag, toen ze zich weer aangekleed hadden, namen ze afscheid. Dit keer met een echte knuffel. Er was veel veranderd deze middag. Dat voelden ze allebei.
  • 77. Sofie bleef nog lang bij het raam staan nadat David vertrokken was. De vlinders in haar buik fladderden erger dan ooit, en hoewel ze vreselijk onzeker was over David, wist ze één ding absoluut zeker: Ze zou hem nooit meer laten gaan!
  • 78. 3 spelen Familie Molenaar
  • 79. x
  • 80. Nadenkend bladerde Felicia door de krant. Ze beet op haar onderlip. Ze móést gewoon een baantje vinden. Ineens viel haar oog op een baan in de oceanografie. Die verdiende stukken beter dan alle flutklusjes die ze tot nu toe gezien had. ‘ Hebbes.’
  • 81. Ze belde naar het nummer uit de advertentie, en kon meteen beginnen. Tevreden draaide Felicia zich om. Ze had het geld hard nodig – om in leven te blijven, maar ook voor haar Dreamhouse Challenge.
  • 82. ‘ Bas,w aarom zoek jij eigenlijk geen baan? We moeten toch geld hebben om eten te kopen.’ zei ze droog tegen haar oom. ‘Wat is eigenlijk jouw levenswens?’ Een beetje nors vertelde Bas dat hij de top van de sportcarrière wilde bereiken. ‘ Nou, dan zoek je daar toch een baantje in? Wie niet waagt, die niet wint!’ En zo vond Bas zijn droombaan.
  • 83. Echt blij was hij er niet mee. Eigenlijk was hij nooit meer blij met iets. Het leven met de drie meiden vermoeide hem. Hij voelde zich oud en versleten, op. Moe slofte hij naar zijn slaapkamer en zag Marcia in zijn bed liggen. ‘ Verdomme, eruit jij! Naar je eigen bed! Wat denk je wel niet?’ vloekte hij en hij sleurde Marcia onder de deken vandaan.
  • 84. Slaperig slofte ze de kamer uit en kroop in haar eigen bed, waar ze meteen weer in slaap viel.
  • 85. Bas voelde zich ondanks alles een slechte ouder. Hij wilde goed voor de kinderen van zijn halfzus zorgen – en wat was ervan terecht gekomen? Hij maakte voortdurend ruzie en hij had het gevoel dat niets lukte. Daarom belde hij het schoolhoofd van de particuliere school. Dan zouden de meisjes in ieder geval een goede opleiding krijgen!
  • 86. Toen hij het nieuws vertelde, reageerde geen van de meisjes enthousiast. Toch zette Bas zijn plan door. Na school maakte Felicia snel haar huiswerk, en vertrok toen voor het eerst naar haar werk. Het was wel een beetje ongemakkelijk, zo in een badpak – maar je moest er toch iets voor over hebben!
  • 87. Toen Bas de auto van het schoolhoofd voor het huis hoorde stoppen, beveelde hij de tweeling om braaf op de bank te gaan zitten. Zo kon hij de directeur laten zien wat een voorbeeldige meisjes het waren. ‘ Goedemiddag, dames.’ groette de man hen. ‘ Goedemiddag, directeur.’ zei de tweeling in koor. Alleen Bas zag Marcia’s ogen kwaadaardig glinsteren.
  • 88. Toen die avond het diner mislukte, hoorde Bas Marcia’s triomfantelijke lachje achter zich. O, hij kon dat kind wel wat aandoen… Waarom mislukte zijn maaltijd juist nu? De beoordeling van het schoolhoofd hing meestal af van het eten…
  • 89. Iedereen zat braaf aan tafel en at met moeite van de verbrande kip. Marcia schopte met haar voeten onder tafel, tegen de knieën van Miranda en Felicia – maar ze gaven geen kik. In tegenstelling tot Marcia deden zij wel hun best voor het schoolhoofd.
  • 90. Toch werkte het niet. Het schoolhoofd was niet tevreden over het huis, en al helemaal niet over het eten. En dus vertrok hij. Geen toelating tot de school, voor de weesmeisjes.
  • 91. Bas was woedend. Hij gaf alle schuld aan Marcia, al wist hij zelf ook niet waarom. Hij was blij toen de volgende dag een vriendinnetje langs kwam, zodat hij even al zijn zorgen kon vergeten.
  • 92. Het was jammer dat ze niet naar die particuliere school mochten. Misschien hadden ze daar nog eens wat manieren geleerd. Bas zuchtte. Misschien later. Die avond was de tweeling jarig, maar hij had geen zin om een feestje te geven. Dan zou Esther, de zus van zijn halfzus, zich weer overal mee gaan bemoeien.
  • 93. Marcia groeide nog erger op dan hij had gedacht. Ze duldde nu helemaal geen tegenspraak meer en trok zich van niemand iets aan. ‘ Kon je niks normaals aantrekken?’ bromde Bas toen hij haar op de bank zag zitten, in een broek met kettingen, een gaaspanty vol scheuren en haar gezicht vol zwarte make-up. Ze reageerde niet eens meer. Dit was hoe zij wilde zijn, punt uit.
  • 94. xx
  • 95. Over Miranda had Bas niets te klagen, zoals altijd. Hij besteedde nooit zoveel aandacht aan haar. Miranda vond dat niet erg. Ze was graag alleen, ze hield van haar rust.
  • 96. Stiekem hoopte ze dat, nu ze tieners waren, Marcia zou stoppen met treiteren. Maar diep van binnen wist ze dat dat onzin was. Marcia zou nooit stoppen. Ze zou nooit veranderen.
  • 97. xx
  • 98. En toen ze de woonkamer in liep, ondervond ze dat meteen al. ‘ BOE!’ Uit het niets sprong Marcia tevoorschijn en joeg haar zus zo de stuipen op het lijf. Ze lachte haar krijsend uit en duwde haar van zich af. Miranda maakte zich struikelend uit de voeten, de scheldwoorden en beledigingen negerend.
  • 99. Ze ging naar buiten, en gelukkig volgde Marcia haar niet. Ze had afgesproken met Sofie, hun nichtje. Samen gingen ze in de jacuzzi zitten. Een tijdje praatten ze over de jongen waar Sofie verliefd op was, David, en het was gezellig. Voor even vergat Miranda haar gemene zus.
  • 100. ‘ En…hoe is het met Marcia?’ vroeg Sofie na een tijdje. Miranda zuchtte. ‘ Ze is nog erger dan vroeger. Ze negeert iedereen die haar niet aan staat. En ze scheldt nog erger dan eerst. Nu ze groter is, kan ze ook harder slaan.’ ‘ Dat kind is echt niet goed wijs.’ zei Sofie met grote ogen. ‘Verandert ze dan nooit?’ ‘ Ik ben bang van niet.’
  • 101. Felicia kwam thuis van haar werk en sprong erbij in het water. Sofie, Miranda en zij waren inmiddels al goede vriendinnen geworden. Soms waren Miranda en Felicia wel jaloers op hun nichtje. Zij had het zo goed thuis, met allebei haar ouders, die van haar hielden, en zelfs nog een broertje of zusje op komst.
  • 102. Toch zeiden ze dat nooit hardop. Ze waren gewoon blij met Sofie’s gezelschap. Felicia vertelde over haar werk in het dolfijnenaquarium en over de Dreamhouse Challenge. ‘ Ooit wil ik een aparte bioscoopkamer maken. En een groot zwembad in de tuin!’ droomde ze. ‘ Komt er dan ook een bibliotheek? Dat zou ik wel willen!’ zei Miranda verlegen.
  • 103. ‘ Natuurlijk, als jij dat wilt doen we dat.’ glimlachte Felicia. ‘ Als er ook maar een logeerkamer komt, waar ik mag slapen!’ lachte Sofie. De meisjes stapten uit het bad, het was donker geworden, en ze namen afscheid. ‘ Ik vond het echt fijn dat je er was, Sofie.’ zei Miranda verlegen, en Sofie knikte. ‘ Dat weet ik. Dat vond ik ook, Miran.’
  • 104. Marcia was al die tijd bezig geweest haar nieuwe kamer in te richten. Nu hoefde ze tenminste niet meer bij dat idiote zusje op de kamer te slapen. Van Felicia en Bas had ze wat geld gekregen, waar ze behang, vloerbedekking en wat meubels van kocht.
  • 105. Tevreden keek Marcia rond. Het was wel een beetje donker geworden, maar dat was precies wat ze wilde. Perfect.
  • 106. Toen het helemaal naar haar zin was, ging Marcia naar beneden en zette de tv aan. Toen Felicia binnen kwam, reageerde ze niet, maar hield haar blik op het scherm gericht. ‘ Zou je niet iets tegen me zeggen, Marcia?’ vroeg Felicia veelbetekenend. ‘ Wat moet je?’
  • 107. Met een ruk trok Felicia haar zusje van de bank af. ‘ Nou moet jij eens even luisteren! Ik heb jou mijn zuurverdiende geld gegeven om je kamer in te richten, en nu kan er niet eens een bedankje af?’ ‘ O, zeur niet.’
  • 108. ‘ Moet ik soms op mijn knieën gaan liggen? Je voeten kussen? Rot toch op, mens. Zoveel geld was het nu ook weer niet.’ ‘ Wat? Goed, dan krijg je voortaan ook geen cent meer van me! Als je dat maar weet!’ ‘ Kan mij wat schelen. Ik jat wel wat van Bas.’
  • 109. ‘ Als je dat maar uit je hoofd laat! Op deze manier zal je ooit helemaal voor jezelf moeten zorgen, dan is er niemand meer, dan zoek je het maar uit! Dan ga je zelf maar eens werken voor je geld! Je bent veel te makkelijk van anderen afhankelijk. En dan is een simpel bedankje wel op zijn plaats.’ Felicia werd steeds kwader en kon haar zus wel slaan, zo woedend was ze. ‘ Whatever.’ Dat was het laatste woord van Marcia, voor ze naar haar kamer vertrok en de deur dicht sloeg.
  • 110. Felicia rende ook naar boven, ze schreeuwden nog wat naar elkaar door de dichte deur, en toen was het voorbij. In de stilte van haar eigen kamer vond Felicia zichzelf terug. Rust. Zo was het goed. Schilderen hielp haar steeds weer door moeilijke tijden heen, en zou dat ook altijd blijven doen.
  • 111. 3 spelen Familie de Beer
  • 112. Vervuld van vadergevoelens stond Sander bij het bedje van zijn dochter. Ze sliep nog zo lekker. Moest hij haar echt wakker maken? Vertederd keek hij naar haar kleine hoofdje, haar lange wimpers die als donsveertjes op haar wangen lagen.
  • 113. ‘ Hee, meisje, wakker worden!’ fluisterde hij en hij streek met zijn hand over haar haren. Slaperig knipperde Elise met haar oogjes, en zodra ze haar vader zag begon ze te stralen. ‘ Pappie!’
  • 114. Sander kleedde haar aan en hielp haar op het potje. Hij was zo trots op haar! ‘ Goed zo, Elise!’ jubelde hij toen ze een plas gedaan had.
  • 115. Sander vond het altijd weer jammer om naar zijn werk te gaan. Het liefst zat hij de hele dag thuis, bij Elise. Gelukkig was Melissa er altijd voor de kleine, nu ze weer zwanger was.
  • 116. xx
  • 117. Die avond bestelden ze pizza, lekker makkelijk. ‘ Weet jij al een leuke jongensnaam, voor de baby?’ vroeg Melissa. ‘ Of een meisjesnaam, Melissa.’ zei Sander aarzelend. ‘ Nee, dat hoeft niet. Het wordt toch een jongen!’
  • 118. Sander ging snel over op een ander onderwerp. ‘ Weet je wat me leuk lijkt? Een hondenkennel beginnen. Je weet wel, zelf hondjes fokken en dan verkopen.’ ‘ Echt? Dat is een geweldig idee! Dat wil ik, nu meteen!’ kirde Melissa door het dolle heen. ‘Koop jij een mannelijk hondje, dan kan die met Daisy samen!’
  • 119. Sander moest vrolijk lachen om zijn vrouws enthousiasme. Hij had al een tijdje met het idee rond gelopen, en hij wist hoeveel zijn vrouw van honden hield. Nu zouden ze dus zelf een bedrijfje beginnen, waar ze hondjes zouden fokken! Hij kocht een wit hondje, Johnny genaamd, en hij was er al meteen gek op. Dat koppie, zo komisch!
  • 120. De honden mochten nu niet meer in huis komen, dat zou een puinhoop worden. Nee, nu het echt een business geworden was, moesten de honden buiten blijven. Er werd een mooi hok gebouwd, met verblijven en een hek eromheen.
  • 121. xx
  • 122. Johnny en Daisy besteedden niet zo veel aandacht aan elkaar. Die avond nam Sander Elise op zijn arm mee naar buiten. ‘ Gaan we even bij de hondjes kijken, hè?’ zei hij terwijl hij voorzichtig de trap af liep. Elise keek haar ogen uit.
  • 123. Daisy werd wakker en snuffelde wat aan Johnny, die meteen begon te blaffen. Elise gilde van pret bij het zien van de rondspringende hondjes.
  • 124. Na een tijdje gingen ze weer naar binnen. De visite was er al – Elise ging opgroeien!
  • 125. Melissa zette haar dochtertje op de grond neer, en voegde zich bij de andere toeschouwers. ‘ Kom op, je kunt het!’ joelde iedereen.
  • 126. En daar stond ze dan: hun kleine meid, ineens stukken groter! ‘ Ga maar gauw op je nieuwe kamer kijken.’ glimlachte Sander. Ze hadden Melvins oude kamer opgeknapt en nu was het een echte meisjeskamer geworden. ‘ Wow…’ Elise keek haar ogen uit.
  • 127. Er stond een prachtig groot bed in de hoek, er hing een balletrek aan de muur en het behang was schattig. Elise rende rond alsof ze alles tegelijk wilde zien. De brede glimlach verdween niet meer van haar gezicht. ‘ Dit is de beste verjaardag ooit!’
  • 128. De volgende morgen was Elise nog steeds in opperbest humeur. Toen haar vader de afwas wilde gaan doen, duwde ze hem snel weg. ‘ Nee, dat doe ik wel! Dat vind ik leuk!’ lachte ze. ‘ O, okee!’ grinnikte Sander. ‘Je moet wel zo naar school, hè. Je eerste dag!’ ‘ Weet ik, weet ik!’
  • 129. Toen hij haar had uitgezwaaid bij de schoolbus, hoorde Sander ineens woedend geblaf vanuit de achtertuin. Daisy en Johnny waren aan het vechten!
  • 130. Sander schrok ervan, en sprak ze allebei streng toe. Piepend verdwenen ze allebei in een eigen hok. Sander was kwaad. Hoe moesten die twee ooit puppy’s krijgen, als ze vijanden waren? Hier moest iets veranderen. Hij belde de gehoorzaamheidstrainer, misschien dat dat zou helpen.
  • 131. De hele dag waren de trainer en hij bezig om de honden wat manieren bij te brengen. Toen Elise uit school kwam, rende ze meteen door naar het hondenverblijf. ‘ Papa, papa, wat doen jullie?’
  • 132. ‘ We trainen de honden. We leren ze dingen.’ legde Sander uit. ‘Ik leer Johnny nu opzitten. Kijk, zo doe je dat.’ ‘ O, mag ik dat ook doen, mag ik, mag ik?’ smeekte Elise, en Sander gaf meteen toe. ‘ Probeer maar.’
  • 133. ‘ Op, op! Kijk, zo!’ riep Elise en ze ging op haar tenen staan, haar handen voor zich uit gestrekt. Het duurde even, maar ze hield vol. En ineens stond Johnny op zijn achterpootjes! ‘ Ja! YES! Het is me gelukt!’ Elise sloeg met haar vuist in de lucht en maakte een vreugdedansje. Honden trainen was leuk!
  • 134. ‘ Elise, eten!’ riep haar moeder en met enige tegenzin rende het meisje naar binnen. ‘ Ik wilde bij de hondjes blijven. Ze zijn zo lief.’ ‘ Leuk hè, honden trainen. Je mag me nog veel vaker helpen, hoor. En misschien komen er ooit puppy’s, dan mag je daar ook bij helpen.’ zei Sander.
  • 135. ‘ Oh, dat zou leuk zijn!’ fluisterde Elise dromerig. Ineens veranderde haar blik en keek ze haar vader smekend aan. ‘ Pappie,’ begon ze, en Sander herkende die toon meteen. ‘Pappie, mag ik een eigen hond? Want Daisy is van mama, en Johnny van jou. Mag ik een eigen?’
  • 136. ‘ Toe?’ O, Sander smolt gewoon. Hoe kon hij die blik weerstaan? Elise was precies zoals haar moeder als ze haar zin wilde krijgen. Ze kon iedereen zo om haar vinger winden. ‘ Een eigen hondje is veel verantwoordelijkheid, Elise.’ begon hij aarzelend.
  • 137. ‘ Je moet beloven dat je er goed voor zult zorgen. En het hondje moet dan bij de anderen in het verblijf, niet hier in huis. Snap je dat?’ vroeg Melissa. ‘ Ja, hij mag bij Daisy en Johnny wonen. En ik zal heel goed voor hem zorgen!’ Sander en Melissa keken elkaar even aan en knikten toen. ‘ Goed, dan mag het.’
  • 138. Een uitgelaten kreet snerpte door het huis. Elise was zó blij dat ze geen hap meer door haar keel kreeg, en ze rende naar de woonkamer om op de bank te springen. Normaal mocht dat niet, maar vandaag was anders. Vandaag was een bijzondere dag. ‘ Ik krijg een hondje, ik krijg een hondje!’
  • 139. En daar was hij dan: Dakota. ‘ Je bent zo lief! Wat heb je een mooie vlekjes!’ piepte Elise vol bewondering. Het hondje snuffelde aan haar hand en blafte kort. Het was meteen al duidelijk dat die twee elkaar wel mochten!
  • 140. ‘ Dit is je nieuwe huis.’ Elise zette Dakota neer, waar hij (of zij? Ik weet het niet meer..) aan een bot begon te kluiven. ‘ Kijk, dit zijn je vriendjes, Johnny en Daisy!’ wees Elise.
  • 141. Melissa en Sander keken vanuit de keuken toe hoe hun dochtertje met de honden in de weer was. ‘ Het was een goede beslissing. Ze kan goed met honden omgaan. En bovendien konden we een extra hond in het bedrijf toch wel gebruiken. Twee honden was wel een beetje weinig.’ vond Melissa.
  • 142. ‘ We hebben het maar mooi voor elkaar.’ Sander streelde teder haar gezicht en drukte een kus op haar neus. ‘ En, wanneer komt die puppy van jou eens naar buiten?’ Hij kriebelde haar buik en ze moesten allebei lachen.
  • 143. Erg lang liet die ‘puppy’ niet op zich wachten – nog diezelfde nacht kreeg Melissa weeën.
  • 144. ‘ Dag ventje, dag jochie!’ kirde ze even later dolblij. Het moederschap was toch iets wonderlijks. De bevalling was vreselijk, maar dat eerste moment, dat je je kindje in je armen kon houden – dat was prachtig.
  • 145. ‘ Jochie? Is het een jongetje, mama? Mama, zeg nou!’
  • 146. ‘ Natuurlijk is het een jongetje. Je moeder heeft toch altijd gelijk!’ grinnikte Sander sarcastisch en hij omhelsde zijn dochter. ‘Gefeliciteerd, je hebt er een broertje bij!’ ‘ O, pappie! Nou ben ik grote zus!’
  • 147. Sander en Melissa keken vol bewondering naar het kleine mannetje. Het was onvoorstelbaar, maar Melissa had dus weer gelijk gehad. ‘ Hij is perfect. En hij lijkt op jou, Sander!’
  • 148. Het zoontje werd Bastiaan genoemd. ‘ Elise en Bastiaan, dat past mooi bij elkaar!’ vond Elise. De volgende dag nam Melissa een kijkje bij de honden. Het was gaan sneeuwen. Net op dat moment zag ze Johnny en Daisy samen naar een hok lopen.
  • 149. Wat waren ze van plan? En ineens drong het tot Melissa door. Die twee mochten elkaar wel! Zo te zien zouden er binnenkort puppy’s geboren worden! ‘ Yes!’ Melissa kon wel dansen van blijdschap.
  • 150. Toen Daisy even later weer tevoorschijn kwam, nam ze het beestje meteen in haar armen. ‘ O, Dais, wat leuk! Nu wordt je ook mama, net als ik!’
  • 151. Ze rende naar binnen en vertelde Sander hijgend het nieuws. Hij stond met Bastiaan in zijn armen, en keek haar verrast aan. ‘ Dat is snel! Ik dacht dat die twee alleen maar vochten. Blijkbaar hebben ze hun ruzie bijgelegd.’ Hij lachte en kuste Bastiaan op zijn donshaartjes.
  • 152. Met hun armen om elkaar heen bleven de ouders staan kijken tot het jongetje in slaap was gevallen. ‘ Puppy’s, van onze hondjes. Ik ben zo benieuwd!’
  • 153. Toen Elise die middag uit school kwam en het hondennieuws hoorde, begon ze weer oorverdovend te gillen van blijdschap. Ze rende en huppelde en danste door het huis – ze kon gewoon niet stilzitten! ‘ O, Bastiaan, heb je dat gehoord? Er komen puppy’s! Puppy’s!’
  • 154. Uiteindelijk greep Sander zijn hyperactieve meisje vast en plantte haar op een stoel neer. ‘ En nu is het huiswerktijd. Even je sommetjes maken. Papa zal je helpen.’
  • 155. Door haar energie waren ook de sommen vrij snel klaar. ‘ Ik ga een sneeuwpop maken voor de honden!’ riep Elise, en zonder nog op antwoord te wachten rende ze naar buiten. Er lag een dik pak sneeuw en de honden verstopten zich in hun hokken tegen de kou. Elise was een tijdje bezig, toen ze ineens ‘hoi!’ achter zich hoorde. Ze draaide zich om en begon weer hysterisch te gillen. ‘Sofie!!’
  • 156. ‘ Kwam je naar de baby kijken?’ ‘ Jep. Mooi broertje heb jij, hoor. Was je een sneeuwpop aan het maken?’ ‘ Ja, voor de honden. Weet je, ze krijgen puppy’s. Wil jij er soms eentje hebben?’ Samen maakten ze de sneeuwpop af. ‘ Een puppy lijkt me wel heel leuk. We zullen zien!’
  • 157. Ze gingen weer naar binnen. Sofie mocht Bastiaan de fles geven en ze vond het geweldig. Zo’n klein baby’tje, zo mooi! Ze moest denken aan de baby die haar moeder in haar buik had. Zou dat ook een jongetje zijn? Of een meisje? Ze kon gewoon niet wachten!
  • 158. Het flesje was leeg en Sander kwam naar hen toe. ‘ Nu is het wel bedtijd voor de kleine.’ zei hij zacht, en meteen zette Bastiaan het op een krijsen. Sofie schrok, en Sander moest lachen.
  • 159. ‘ Geef hem maar aan mij.’ ‘ Zo te ruiken heeft hij een vieze broek.’ snoof Sofie en snel drukte ze het stinkende jongetje in de armen van haar oom. Daar moest Sander nog harder om lachen.
  • 160. ‘ Sofie had gelijk, je stinkt een uur in de wind!’ zei Sander voor hij Bastiaan op de babykamer verschoonde. ‘ En nu lekker slapen!’
  • 161. Sofie was mee naar boven gekomen en had Foxy, de chihuahua van Melissa gevonden. ‘ Wat een kleintje! Ze groeit ook nooit, hè?’ giechelde ze. ‘ Chihuahua’s blijven klein.’ zei Sander.
  • 162. ‘ Die oogjes, zo schattig.’ glimlachte Sofie en ze kietelde het hondje op zijn buikje. ‘ Oja, Sander. Elise zei dat jullie puppy’s krijgen, en dat ik er misschien eentje mag hebben. Is dat zo?’ Weer lachte Sander. ‘Die dame doet al zaken voor die hondjes geboren zijn! Maar je mag best een hondje hebben. Waarschijnlijk wachten we met verkopen tot ze opgegroeid zijn.’
  • 163. ‘ Lijkt me tof!’ lachte Sofie. Ze namen afscheid en iedereen ging weer naar huis. Sander bracht Elise naar bed en ze praatten nog even over de puppy’s. Toen ze sliep schudde Sander zijn hoofd en hij kon zijn brede lach niet onderdrukken. Ze was zo’n heerlijk kind, zo vol energie, zo eigenwijs. ‘ Welterusten meisje, papa houdt van je!’
  • 164. En even later drukte hij zich tegen zijn vrouw aan in bed. Ze lagen allebei nog even te luisteren naar het blaffen van de honden buiten, en naar het gebrabbel van Bastiaan uit zijn bedje. ‘ Ik ben zo gelukkig, San.’ fluisterde Melissa half slapend. ‘ Ik ook, schat, ik ook.’ Sander kuste haar haren en sloot zijn ogen. Met hun lichamen verstrengeld als één vielen ze in slaap.