Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Henk-Jan Ottens. Samenvatting: De afname van de Veldleeuwerik in Nederland is duizelingwekkend. Sedert de eerste
aantalsschattingen midden jaren zeventig is de populatie met honderdduizenden broedparen
afgenomen. En de afname gaat onverdroten door. Nog altijd neemt de populatie jaarlijks met ca. 5% af
waardoor huidige schattingen voor ons land uitkomen op nog slechts 30.000 broedparen.
In Oost Groningen wordt sinds 2007 onderzoek gedaan naar broedende Veldleeuweriken in
akkergebieden. Belangrijk doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van agrarisch
natuurbeheer voor Veldleeuweriken. In de afgelopen jaren zijn zo’n 250 nesten opgezocht, zijn ouders
gevolgd, is onderzoek gedaan naar het voedsel en zijn 40 vogels met radio-zenders uitgerust om ze te
kunnen volgen.
Na al die jaren is een stevig beeld ontstaan van de betekenis van agrarisch natuurbeheer voor
broedende Veldleeuweriken. Op de landelijke dag ga ik hier nader op in en laat ik zien waar de schoen
wringt voor Veldleeuweriken in agrarische gebieden.
5. Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
Van romantiek kan ook een Veldleeuwerik niet leven. Daarom sinds
2007 onderzoek naar “succesvol” leeuwerikbeheer.
Veldleeuwerikonderzoek in Oost-Groningen is gericht op:
• Monitoring (tellen).
• Meting reproductiesucces (nesten zoeken, conditiebepaling).
• Reproductiesucces individuele paren (zenderonderzoek).
• Benutting nestomgeving voedselzoekende ouders.
• Monitoring insecten in verschillende habitattypen.
• Metingen gewasontwikkeling.
• Analyse voedselsamenstelling jongen en ouders.
6. Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
Verspreiding van de
Veldleeuwerik in
Nederland 1998-2000 Oost
Groningen
Schatting 50-70.000 broedparen Rolde
2010 schatting ca. 30.000 broedparen
-95%!
Wat gaat de nieuwe atlas
brengen?
12. Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
Vanaf eind mei is nog maar
14% broedveilig habitat Legbegin in 10-daagse perioden van 2007-2012
beschikbaar. 20 WT LZ IG
18
16
14
12
Aantal
10
8
6
4
2
0
Decade
13.
14. Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
De populatiedaling wordt vooral verklaard door het geringe
uitkomstsucces. In 2007-2012 bedroeg deze gemiddeld 13,4%.
Voor een stabiele populatie is minimaal een uitkomstsucces van 20%
nodig! Ervan uitgaande dat gemiddeld 2x per seizoen gebroed wordt.
23. Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
• Waarmee is de Veldleeuwerik in het broedseizoen echt geholpen?
• Verhoging broedsucces is ‘keyfactor’
• Maatregelen op perceelsniveau noodzakelijk (seizoensbreed inbrengen van broedveilige
gewassen zoals akkerranden, luzerne, zomer/wintergranen, grasbraak)
• Extensivering teeltwijzen als agrarisch natuurbeheer-maatregel
• Laagblijvende plantensoorten in akkerrandenmengsel. 10-15kg zaaizaad.
• Geen akkerranden in de buurt van bebouwing en bosjes.
• Veehouders moeten ook kunnen deelnemen aan akkervogelbeheer (grasbraak)