2. Sedert de jaren '30 van de 20ste eeuw kwam het
toerisme onder het aandachtspunt te liggen van
de geografen
Geografie van Recreatie en Toerisme is een
specialisatie van de sociale geografie.
Beoefenaren van deze specialisatie
beschrijven, analyseren en verklaren de
ruimtelijke aspecten van recreatie en toerisme
3. De belangstelling van (sociaal) geografen voor recreatie
en toerisme is eigenlijk vanzelfsprekend
• Recreatie en zeker toerisme gaan gepaard met verplaatsingen, niet
alleen van mensen maar ook van goederen
• Door recreatie en toerisme worden plaatsen en gebieden veranderd.
Soms zijn dat kleine veranderingen, vaak ook zijn ze zeer ingrijpend en
is er sprake van complete landschapstransformaties
• Niet zelden is er sprake van een grondige verstoring van de
oorspronkelijke natuurlijke en sociale milieus. In sommige gebieden is
de negatieve invloed van recreatie en toerisme een gevaar voor de
duurzame ontwikkeling van een gebied.
• Geografie van recreatie en toerisme is een relatief klein specialisme in
het geheel van de geografische wetenschappen.
4. Toeristisch geografen : actief bij zowel de
ruimtelijke analyse van het toeristische aanbod als
bij de analyse van het ruimtelijk gedrag van
toeristen.
Toeristisch geografen adviseren ondernemers waar
zich de meest aantrekkelijke toeristische locaties
zich bevinden zodat deze daar hun bedrijven kunnen
exploiteren. Dit kan gaan om de bouw van
hotels, maar ook om de ontwikkeling van geheel
nieuwe vormen van toerisme in een gebied, zoals
watersport in voorheen onbekende gebieden of het
maken van excursies door natuurparken.
5.
6. De geografie van het toerisme kan omschreven
worden als de studie van de ruimtelijke aspecten
van het verschijnsel ‘toerisme’en van de
processen en situaties die verantwoordelijk zijn
voor die ruimtelijke aspecten (o.a. de vraag naar
toerisme, het aanbod van het toerisme, het
toerismeverkeer en de toeristenstromen, ...)
(Delannoy 2002).
7. De geografen stellen zich binnen de discipline
van de geografie van het toerisme, drie
fundamentele vragen
• Waarom willen toeristen reizen (motivatie
vraag naar toerisme)?
• Wanneer gaan de toeristen op reis, en waar
gaan ze naartoe (aanbod van het toerisme)?
• Hoe geraken de toeristen ter plaatse (transport
voor toerisme)?
8. De toeristenstromen kunnen verklaard worden
als een ruimtelijke interactie tussen twee
gebieden, waarbij het bestemmingsgebied een
bepaald gegeven ('commodity') te bieden
heeft, terwijl in het toeristengenererende gebied
een vraag bestaat naar dat gegeven (bijv. een
attractie).
10. Onder de pushfactoren worden o.a. rijkdom en
mobiliteit beschouwd, onder de pullfactoren o.a. de
toegankelijkheid van het bestemmingsgebied en de
attracties op de bestemmingen.
Gesteld mag echter ook worden dat de
toeristenstromen afhankelijk zijn van
(1) de afstand tussen de twee gebieden (hoe groter de
afstand, hoe kleiner de toeristenstroom)
(2) de voorkeur van de toeristen uit een bepaald land
voor een ander land en
(3) de culturele en/of zakelijke relaties tussen landen
11. Als gevolg van deze toeristenstromen kan zodanige
druk ontstaan op bestemmingsgebied, waardoor
voortbestaan en kwaliteit van de 'commodities'
(waarvoor ze juist gekomen zijn) in het gedrang
komt.
Daarom moet een bestemming, vooraleer het
toeristenstromen aanmoedigt, haar capaciteit voor
de opvang van toeristen eerst nagaan. Eén van de
benaderingswijzen bestaat erin de draagkracht van
het bestemmingsgebied na te gaan.
12. Draagkracht
Het concept draagkracht kan omschreven worden als het
maximum aantal mensen dat een gebied kan
dragen, zonder een onaanvaardbare verandering te
veroorzaken op vlak van de natuurlijke en culturele
omgeving, én zonder een daling in de belevingskwaliteit
van de bezoeker te veroorzaken
14. Geografie van de vraag naar toerisme
Aldus mag gesteld worden dat, om de vraag naar
toerisme beter te kunnen begrijpen, er moet
achterhaald worden welke de motivaties zijn die
de toeristen aanzetten om te gaan reizen
Hall & Page (1999) stellen dat, indien een toerist
wordt bekeken als een consument, er vier
elementen onderscheiden kunnen worden die de
toeristische vraag veroorzaken. Deze zijn:
15. • de 'energisers' (aanzetters) van de vraag: dit zijn de factoren
die een individu aanzetten om te beslissen om op reis te gaan
of aan toerisme te gaan doen;
• de 'filterers' (filters) van de vraag: ondanks het feit dat er een
motivatie bestaat om op reis te gaan, kunnen er toch
beperkingen optreden op economisch, sociologisch en/of
psychologisch vlak;
• de 'affectors' (beïnvloeders): dit zijn de factoren die de
'energisers' van de vraag kunnen versterken of verzwakken;
• de 'roles' (rollen): waarbij een familielid, betrokken bij de
aankoop van een 'vakantieproduct', optreedt als dé
'scheidsrechter' binnen het beslissingsproces en aldus beslist
over de bestemming en over het wanneer en hoe van het op
reis gaan;
16. Er bestaan echter ook nog andere, evenzeer
aanvaarde, indelingen naar motivatie. Zo stelt
Gray dat er slechts twee reismotivators te
onderscheiden zijn.
Deze zijn volgens hem enerzijds 'Wanderlust'
(= de nieuwsgierigheid om het rare, het
nieuwe, het ongewone te ervaren), en anderzijds
'Sunlust' (= het verlangen naar de zon en een
beter klimaat, algemeen omschreven als de
zoektocht naar betere omstandigheden dan deze
die voorhanden zijn op het thuisfront).
18. Binnen de vraag naar toerisme zijn er drie belangrijke
categorieën te onderkennen:
• De werkelijke vraag naar toerisme . Uitgedrukt in totaal aantal personen die
deelnemen aan het toerisme (i.e. het aantal reizigers)
• De onderdrukte vraag naar toerisme : deel van de bevolking dat niet kan
deelnemen aan toerisme als gevolg van bepaalde omstandigheden (o.a.
onvoldoende financiële mogelijkheden, …). Binnen onderdrukte vraag naar
toerisme kunnen twee elementen onderscheiden worden. Enerzijds de
potentiële vraag ('potential demand') naar toerisme (waarmee bedoeld
wordt het deel van de bevolking dat in de toekomst zou kunnen gaan reizen
als gevolg van belangrijke sociale veranderingen, zoals een toename van de
koopkracht), anderzijds de uitgestelde vraag ('deferred demand') naar
toerisme (waarbij de vraag naar toerisme wordt uitgesteld als gevolg van
een schaarste aan goederen of diensten, zoals een gebrek aan
reismogelijkheden). Indien de omstandigheden wijzigen, dan kan de
potentiële en de uitgestelde vraag naar toerisme omgezet worden in
werkelijke vraag naar toerisme;
• De categorie geen vraag naar toerisme ('no demand') waarmee bedoeld
wordt het gedeelte van de bevolking dat geen behoefte heeft om te reizen
19. Geografie van het aanbod voor
toerisme
De toeristische activiteiten - en het toerisme in
z'n geheel - komen niet overal op een even
gelijkmatige manier voor, ze treden zelfs niet
willekeurig op een bepaalde plaats op. De
verschillende vormen van toerisme hebben
allemaal hun eigen vereisten om een gestadige
groei te kennen. Wel zullen bepaalde
regio's, plaatsen, landen, … méér vatbaar zijn
voor een toeristische ontwikkeling dan andere
20. Op wereldschaal
Het klimaat is één van de belangrijkste factoren die het aanbod
voor toerisme bepaalt. Meeste toeristische activiteiten in open
lucht zijn afhankelijk van, voor dié activiteiten, goede
weersomstandigheden.
Zo bepaalt het klimaat grotendeels de duur van het toeristisch
seizoen in een bestemmingsgebied (ook o.a. de plaatsing van
de schoolvakanties kan hierin een rol spelen). De geografische
breedte, de mariene en continentale invloeden en het reliëf zijn
drie belangrijke factoren binnen het klimaat, maar ook andere
klimatologische elementen (o.a.
temperatuur, vochtigheidsgraad, neerslag, …) spelen een rol
binnen het klimaat
21. De eenvoudigste manier om aanbod voor toerisme te
identificeren is het maken van een soort van
inventarislijst. Dit kan gebeuren aan de hand van indeling
van de toeristische attracties in vier verschillende
groepen, namelijk
(1) culturele attracties (o.a. musea en historische
gebouwen)
(2) tradities (o.a. folklore)
(3) landschappelijke attracties (o.a. nationale parken en
wildparken)
(4) andere attracties (o.a. kuuroorden).
Hierbij mag evenwel niet uit het oog verloren worden dat
de verschillende vormen van toerisme andere
attractievormen vereisen
Wat is een attractie ? iets waar je naar toe gaat om je te
vermaken
24. Bij de ontwikkeling van een toeristisch aanbod
op lokaal niveau, speelt vooral de
toegankelijkheid van een gebied voor de
toeristen een belangrijke rol. Ook andere
factoren zoals de geschiktheid van een
natuurlijke site, de beschikbaarheid van
voldoende land of een overheid die actief
meehelpt (eventueel lenen van geld aan lage
intresten) kunnen bijdragen aan het al dan niet
slagen in de ontwikkeling van een toeristisch
aanbod
26. Geografie van het transport voor
toerisme.
Toerisme en transport gaan hand in hand.
Nieuwe ontwikkelingen op vlak van het transport
hebben het toerisme steeds gestimuleerd, en
doen dit nu nog steeds. Dankzij de verschillende
transportvormen worden de verschillende
bestemmingsgebieden bereikbaar voor de vele
toeristendoelgroepen.
27. Ulman stelt dat er drie factoren bestaan die verantwoordelijk voor ruimtelijke
interactie tussen toeristische vraag en het toeristisch aanbod, en aldus ook
verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het transport. Deze factoren
zijn:
• De complementariteit: op één plaats een wil is om te reizen, en dat er
op een andere plaats een mogelijkheid bestaat om aan deze wensen te
voldoen. M.a.w. ontstaat er een interactie tussen de twee gebieden
waardoor er een transportsysteem nodig zal zijn
• De verplaatsbaarheid ('transferability'): heeft betrekking op de
kosten (uitgedrukt in tijd en geld) die gemaakt moeten worden om een
bepaalde afstand te overbruggen. Indien deze kosten hoog liggen, dan zal
men niet onmiddellijk geneigd zijn om de verplaatsing tussen de twee
gebieden te maken
• De tussenliggende gelegenheid ('intervening opportunity'):
ondanks een perfecte complementariteit tussen twee gebieden, zullen de
toeristen toch nog kiezen voor een (dichter gelegen) tussenliggend gebied
(bijv. De ABC eilanden prefereren boven de Bahamas )
29. Transportmogelijkheden
• Luchttransport. Dankzij vliegtuigen werden
nieuwe bestemmingsgebieden opengesteld voor
toeristen
• Watertransport. De grootste beperkingen
verbonden aan het transport over water is het
gebrek aan snelheid. Enkel geschikt om reizigers
over vrij kleine afstanden te verplaatsen en niet
over grote afstanden vanwege hun kwetsbaarheid
ten opzichte van harde wind en ruwe zee, maar
ook omwille van een kleine transportcapaciteit
30. • Treintransport. De ontwikkeling van de spoorwegen tijdens
de 19de eeuw zorgde ervoor dat grote aantallen mensen aan
relatief goedkope prijzen over grote afstanden konden reizen
• Wegtransport. nog steeds een populaire vorm voor de mensen
die wensen te reizen over korte afstanden. De belangrijkste steden en
zelfs toeristische attracties zijn goed verbonden met elkaar en met de
rest van het land door middel van uitgebreide wegennetwerken. Een
probleem stelt zich wel bij de toenemende verkeerscongesties van en
naar toeristische gebieden daar de meeste mensen de auto nog steeds
zien als een onvervangbaar transportmiddel.
31. Geografische imaginatie
• Een ieder heeft zijn eigen geografische
imaginatie, dus een ieder fantaseert de wereld op zijn
eigen manier. Wat persoon A leuk vind hoeft persoon
B niet leuk te vinden.
• Kortom : Elk toerist heeft zijn eigen verwachtingen
van zijn bestemming, hiermee rekening houdens zal
hij zijn keus maken
32. Een reis maken naar Suriname is een hele belevenis. Ook al spreken ze in
Suriname voor een groot deel Nederlands, je zult in een hele andere wereld
terecht komen. De jungle van Suriname is één groot avontuur. Met een boot
kun je diep in de jungle komen en op zoek gaan naar inheemse
dorpjes, bijzondere planten en wilde dieren. Ook in de grote plaatsen van
Suriname is genoeg te zien en te doen. Zo zijn er nog in verschillende plaatsen
overblijvselen van de VOC te vinden. Wanneer je een boottocht maakt op
de Commewijne rivier heb je kans om bijzondere rivierdolfijnen te spotten.
Deze speelse dolfijnen zijn een attractie op zich. Het land kent een
overweldigende natuur van onaangetast tropisch regenwoud waar grote
rivieren doorheen slingeren, maar ook de stad Paramaribo met zijn koloniale
houten gebouwen zal u versteld doen staan
Lees bovenstaande tekst gehaald uit toeristeninfo.
Hoe zal het geografische beeld van Suriname voor
de toerist na het lezen van dit artikel er uitzien als
die nog niet in Suriname is geweest ?
33. Geografische informatie van het
bestemmingsgebied erg belangrijk voor toeristen
White beach – is 45 minuten rijden vanuit de stad en is richting
Domburg. White Beach is een strand langs de Suriname rivier
met een mooie tuin. Lekker zwemmen in de Suriname rivier en
‘zonnen’ op het strand.
Zanderij 1 – is een paar kilometer voor de luchthaven. Het
heerlijke kreekwater is aangenaam om te zwemmen, te relaxen
en picknicken. Omgeven door bos waar zelfs nog dennenbomen
in voorkomen is mooi om te zien.
Uit : Toerisme.sr
34. Bakaa Boto
Noteer nu zelf geografische informatie voor de
toerist die besluit om te reizen naar Bakaa Boto !!
35. Geografische informatie Bakaa Boto
• Bakaaboto Resort ligt ten zuiden van het
Brokopondo-Stuwmeer, in het district
Sipaliwini
• Iets van 180 km van onze hoofdstad
verwijderd, bevindt zich deze plek
• De mensen doen aan zelfvoorzienend
landbouw op semiprimitieve wijze, jacht en
visvangst
36. Gebiedslevenscyclus benadering van
Vernon
Ontwikkelingsstadium van een toeristengebied :
Gebiedslevenscyclus ( tourist area life cycle) is de
ruimtelijke variant van de productlevenscyclus
bekend uit de consumentenwetenschappen
De gedachte is dat de ontwikkeling van bijvoorbeeld
een toeristische gebied of een industriegebied
beschreven kan worden in termen van groei en
verval. Kenmerkend voor zo'n ontwikkeling is een
S-vormige curve, na een trage start volgt een snelle
groei om te eindigen in een trager verlopende fase
van stagnatie.
38. Voor een toeristische bestemming kunnen in de loop van de tijd
globaal gesproken de volgende ontwikkelingsfasen worden
onderscheiden:
• Exploratie : bezocht door kleine groepen op ontdekking gerichte
toeristen. De belangrijkste attractie van het gebied is juist het
ongerepte en de mogelijkheden contact te leggen met de lokale
bevolking.
• Betrokkenheid :Bij de lokale bevolking komen initiatieven om
gebruik te maken van de mogelijkheid economische voordelen te
halen uit de ontstane situatie. Er wordt een bescheiden begin
gemaakt met marketingactiviteiten
• Snelle ontwikkeling : Het gebied begint grote groepen toeristen te
trekken. De toerist maakt steeds meer gebruik van kant-en-klare
arrangementen. Geleidelijk aan worden de negatieve aspecten van
de groei van het toerisme zichtbaar
• Consolidatie : Het aantal toeristen dat het gebied jaarlijks bezoekt
stabiliseert. Het groeipercentage begint af te nemen. In de bebouwde
omgeving worden snelle veranderingen waargenomen
39. • Stagnatie en verval : Het gebied is niet langer
interessant voor de massatoerist. De toeristen zoeken
andere, meer aantrekkelijke gebieden op
Ook het model van de gebiedslevenscyclus blijft een
ideaaltypische benadering. Zelden zal een
toeristisch gebied alle fasen met bijbehorende
kenmerken doorlopen. Sommige gebieden raken
waarschijnlijk nooit uit het exploratiestadium, zoals
Antarctica. Andere gebieden slaan door een
bepaalde wijze van (regionale) planning de eerste
fasen van het proces over. In welk fase ligt Spanje ?
En Suriname dan ??