2. 238 Wie durft nog spreken uit naam van god? Wie kwam hem hier ooit tegen, wie is nog om hem verlegen? De lucht is dicht en sprookjes zijn verleden tijd. Wie bidt nog: 'Vader, U, die in de hemel zijt'?
3. 238 Wie weet waarom hij heeft afgedaan? Waarom is hij geweken, is hij elders neergestreken ? Weet ik teveel of niet genoeg, ben ik soms blind, dat ik geen god of hemel in mijn leven vind?
4. 238 Of moet ik t'rug waar het ooit begon, naar armen en ontheemden van dichtbij tot in den vreemde, tot in de arme die ik zelf in wezen ben en zal ik dan weer horen uitgesproken Hem ? van Opbergen Jan
9. 238 Hij opende een oud profetenboek en las de droom van ommekeer ten goede: 'Nieuw leven stroomt uit de verloren hoek, zie, er gebeurt wat niemand zou vermoeden: de glans van alle overmacht is zoek, de overheersers zullen schapen hoeden!'
10. 238 Hij sloot het boek en gaf zijn commentaar: De tijd is vol, die droom gaat waarheid heten. Voor mij begint vandaag het Jubeljaar, de tijd om met een nieuwe maat te meten. Wie maakt met mij de herverdeling waar, zodat de armen hier van toekomst weten?
11. 238 Wat toen gebeurde is nog niet voorbij: hij werd met vrome bijval weggeprezen - gerechtigheid is mooi, maar wie zijn wij? Laat die profeet zichzelf dan maar genezen. De ommekeer ten goede staat hem vrij, maar hier wordt hem voortaan de deur gewezen! van Opbergen Jan / zo vriendelijk en veilig
22. a. Dat er licht mag komen in onze wereld,licht van gerechtigheid en liefdezodat mensen en volken, verhoogd en verlaagdgelijkwaardig mogen worden in Jouw ogen.Dat er licht mag komenover Jouw Kerk, Jouw huis op aarde,zodat ze schijnen magals een baken van hoop en beloftevoor de wereld. Peter Biesbrouck
26. 238 Zeg nooit: "onze wereld is gebroken en de mens tot weinig goeds in staat." Zeg nooit: "Niemand kan op vrede hopen, alles gaat nu eenmaal als het gaat." Want een land, een land om van te dromen stuwt de mensen uit hun slavernij tot ze juichen, met tranen in de ogen "Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !"
27. 238 Zeg nooit: "God is zijn verbond vergeten, er is niemand hier die ons bevrijdt." Zeg nooit: "van een droom kan ik niet eten." Zeg nooit: "Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd." Want een land, een land om van te dromen stuwt de mensen uit hun slavernij tot ze juichen, met tranen in de ogen "Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !" (van Opbergen Jan / Joods-Poolse melodie)
28. Deze powerpoint kan je vinden via www.KerKembodegem.be : Ten Bos - vieringen