Sessie 9 en 13 Ontwikkel je eigen Escape Room (handouts)
Sessie 30 - syllabus netwerken
1.
De
jeugdconsulent
als
netwerker
VVJ
Vormingsdriedaagse
2012
Saskia
Vandeputte
1
2. 1 Vier
netwerkstellingen
Deze
stellingen
zijn
grotendeels
ontleend
aan:
Steunpunt
Jeugd,
Cursus
Hoofdinstructeur
in
het
jeugdwerk
2010
&
2011,
Sessie
Netwerken
1.1 Niets
is
menselijker
dan
netwerken,
iedereen
doet
het.
Bij
de
term
‘netwerken’
denken
we
vaak
aan
zakenmannen
in
te
dure
kostuums
(met
naamkaartjes
in
de
aanslag)
die
zichzelf
op
fancy
networking
parties
‘verkopen’.
Vermoeiend,
dikkenekkerig,
…
zijn
associaties
die
we
dan
snel
maken.
Netwerken
is
echter
niet
iets
vies.
Het
wordt
pas
vies
als
je
iets
dat
doet
wat
je
on-‐eigen
is.
Netwerken
is
iets
heel
natuurlijk:
altijd
en
overal
en
meestal
onbewust.
We
doen
het
dikwijls
in
functie
van
dagdagelijkse
dingen
en
dan
voelt
het
heel
natuurlijk
aan.
Een
aantal
voorbeelden:
• Je
buurvrouw
is
bij
de
nieuwe
bakker
in
je
dorp
geweest
en
vertelt
je
dat
ze
daar
de
allerlekkerste
taarten
hebben.
Dat
komt
jou
goed
uit,
want
zondag
verwacht
je
bezoek
en
wilde
je
taart
voorzien.
• Je
bent
met
verbouwingen
bezig
en
een
collega
vertelt
op
het
werk
over
zijn
pas
afgelopen
verbouwingen.
Hij
geeft
je
wat
tips
voor
je
eigen
werken.
• Een
vriend
vertelt
je
over
een
reis
die
hij
in
de
zomer
gepland
heeft
naar
Costa
Rica.
Je
bent
er
in
het
verleden
zelf
al
eens
geweest
en
wil
hem
jouw
boeken
over
Costa
Rica
wel
eens
uitlenen
om
hem
te
helpen
met
de
voorbereidingen.
Dat
is
de
meest
natuurlijke
definitie
van
netwerken:
het
leggen
en
onderhouden
van
contacten
die
je
verder
kunnen
helpen
in
je
werk,
je
carrière
en
je
privéleven.
De
basis
van
een
goed
netwerk
is
vertrouwen.
Het
doel
is
het
delen
van
kennis,
informatie,
contacten…
Iedereen
kan
dus
netwerken
en
iedereen
doet
het
ook.
Je
kan
wel
leren
om
het
gemakkelijker
of
spontaner
aan
te
pakken.
Realiseer
je
steeds
dat
netwerken
niets
bijzonder
is.
Het
is:
je
open
stellen
voor
anderen,
de
communicatie
aangaan,
dienstbaar
zijn,
…
Het
betekent
ook
in
drukke
tijden
van
deadlines
luisteren
en
aandacht
schenken.
1.2 De
wereld
is
kleiner
dan
je
denkt.
Een
veel
voorkomende
situatie:
je
komt
op
een
studiedag,
neemt
de
deelnemerslijst
door
en
ontdekt
dat
er
iemand
op
staat
die
je
kent
en
die
je
misschien
niet
meteen
verwacht
had
om
tegen
te
komen
in
je
huidige
werkcontext.
Herkenbaar?
Six
degrees
of
proximity
Het
is
niet
zo
toevallig
als
het
lijkt.
We
leven
immers
in
een
heel
kleine
wereld.
De
eerste
die
daar
echt
onderzoek
naar
begon
te
doen,
was
Stanley
Milgram
in
1967.
Uit
zijn
Small
World
Experiment
is
de
theorie
van
de
‘six
degrees
of
separation’
ontstaan.
Deze
theorie
zegt
dat
iedereen
in
de
wereld
via
zes
stappen
met
elkaar
verbonden
is.
We
bekijken
het
even
van
een
meer
wiskundige
kant.
Laten
we
aannemen
dat
iedereen
gemiddeld
250
contacten
heeft
(dit
gaat
zowel
om
privé-‐
als
om
professionele
contacten).
Elk
van
deze
250
contacten
heeft
op
zijn/
haar
beurt
ook
250
contacten.
Als
we
dan
even
heel
conservatief
aannemen
dat
je
de
helft
van
deze
mensen
ook
zelf
kent,
dan
kent
elk
van
jouw
contacten
nog
125
mensen
die
jij
niet
kent.
Dat
betekent
dus
dat
je
in
de
tweede
graad
met
31.250
mensen
in
contact
kunt
komen(=
250x125).
Je
kunt
er
nog
over
discussiëren
of
250
contacten
veel
of
weinig
is,
maar
weinig
mensen
zullen
zeggen
dat
31.250
weinig
is.
Er
zit
dus
een
enorme
kracht
in
je
netwerk!
Je
hebt
niet
alleen
veel
meer
mogelijkheden,
er
is
tevens
een
vertrouwensband
met
het
tweede
niveau
via
een
gemeenschappelijke
kennis.
2
3. Dit
principe
van
de
‘six
degrees
of
proximity’
kan
je
bijvoorbeeld
terugvinden
op
de
online
netwerking
website
LinkedIn
(www.linkedin.com).
Daar
zie
je
niet
alleen
hoeveel
mensen
je
zelf
in
eerste,
tweede
en
derde
graad
kunt
bereiken,
maar
ook
wie
deze
mensen
zijn.
De
waarde
van
dit
inzicht
De
waarde
van
dat
principe
is
dat
we
op
een
andere
manier
met
elkaar
kunnen
omgaan
op
allerlei
netwerkaangelegenheden.
Te
vaak
voelen
deelnemers
aan
recepties
zich
niet
comfortabel
omdat
ze
het
gevoel
hebben
dat
ze
zich
moeten
verkopen
of
dat
ze
iets
van
iemand
anders
willen.
En
omdat
ze
het
niet
aangenaam
vinden
als
iemand
deze
attitude
heeft
ten
opzichte
van
henzelf,
willen
ze
dit
ook
niet
uitstralen
naar
anderen
toe.
Als
je
echter
inziet
dat
er
een
grote
waarde
in
de
tweede
graad
van
je
netwerk
zit,
dan
kun
je
op
een
andere
manier
met
mensen
omgaan.
Zoek
dus
in
je
volgende
gesprek
op
een
netwerk-‐
evenement
eens
de
‘verbinding’
op.
Dat
kan
een
persoon
zijn,
iemand
die
jullie
‘delen’
omdat
hij/zij
in
jullie
beider
eerste
graad
netwerk
zit.
Maar
evengoed
kan
die
verbinding
ergens
anders
liggen.
Wat
kunnen
jij
én
jouw
netwerk
voor
de
ander
betekenen?
En
wat
kan
de
ander
met
zijn
netwerk
voor
jou
betekenen?
Vraag
bv.
aan
Jan
(die
je
persoonlijk
kent,
eerste
graad
van
je
netwerk)
om
je
in
contact
te
brengen
met
Lora
(die
Jan
kent,
maar
jou
nog
niet,
tweede
graad
van
je
netwerk).
Je
weet
immers
via
via
dat
Lora
bezig
is
met
een
gelijkaardig
project
dan
jij.
Jan
kan
jullie
aan
elkaar
voorstellen
op
een
receptie
,
maar
evengoed
via
een
‘magic
email’
waarbij
Jan
naar
Lora
mailt
met
jou
in
cc,
jou
kort
voorstelt
en
beknopt
je
vraag
toelicht.
Van
een
voorzet
gesproken!
Maar:
niet
de
kwantiteit
telt,
maar
de
kwaliteit!
Hier
en
daar
klinkt
er
ook
kritiek
op
het
principe
van
de
‘six
degrees
of
proximity’.
Het
gaat
immers
niet
om
het
hebben
van
de
meeste
vrienden
op
Facebook
of
om
het
verzamelen
van
zoveel
mogelijk
visitekaartjes
op
een
receptie.
Het
gaat
er
om
wat
je
daar
nadien
mee
doet!
1.3 In
een
kenniseconomie
zijn
netwerken
de
verbindingen
waarlangs
alles
gebeurt.
Leren
van
en
met
elkaar,
kennis
delen,
samenwerken,
win-‐winsituaties
creëren.
Het
zijn
maar
enkele
termen
die
vallen
als
het
over
het
‘nieuwe
werken’
in
onze
kenniseconomie
gaat.
We
leven
steeds
meer
in
een
wereld
waar
kennis
een
meerwaarde
krijgt
als
die
wordt
ingezet,
gedeeld,
benut,
verrijkt,
…
Kennis
is
macht
klinkt
oud,
maar
is
tegelijk
heel
actueel.
Net
daarom
is
netwerken
zo
van
belang.
Naast
de
online
sociale
netwerken,
merken
we
dat
er
ook
op
(semi)professioneel
vlak
heel
wat
trends
ons
wijzen
op
kennisdeling
Denk
maar
aan:
-‐ Inspirerende
speeches
van
straffe
sprekers
op
Ted:
http://www.ted.com/
-‐ Creative
Commons
stimuleert
het
vrij
verspreiden
van
kennis
&
creativiteit:
http://creativecommons.org/
-‐ Presentaties
delen
via
Sldeshare:
http://www.slideshare.net/
-‐ Favoriete
webpagina’s
delen
via
Delicious:
http://www.delicious.com/
-‐ Een
tool
om
samen
te
werken
en
gedachten
te
delen:
http://popplet.com/
-‐ Netwerkleren,
lerende
netwerken
en
aanverwanten:
http://vov.be/
-‐ Krachtige,
prikkelende
presentaties
op
een
Pecha
Kucha
night:
http://www.pecha-‐
kucha.org/
3
4. -‐ Flexibele
werkplaatsen
waar
‘nieuwe
werkers’
elkaar
ontmoetten
en
naast/met
elkaar
werken:
http://brussels.the-‐hub.net/public/
en
coworking
in
Leuven:
http://bardoffice.com/
1.4 Organisations
don’t
meet,
people
do
Deze
uitspraak
is
ontleend
aan
Edwin
Hoffman,
een
man
met
faam
in
de
wereld
van
de
interculturele
communicatie.
Oorspronkelijk
luidt
ze:
‘cultures
don’t
meet,
people
do.’
Als
we
een
organisatie
als
een
‘systeem’
zien
met
een
bepaalde
cultuur,
kunnen
we
de
uitspraak
doortrekken.
Waarover
gaat
dit?
Uiteraard
heb
je
als
jeugdconsulent
die
netwerkt
in
eerste
instantie
je
‘professionele
pet’
op.
Je
vertegenwoordigt
organisatie
X
of
jeugddienst
Y.
Maar
elke
vorm
van
contact
heeft
persoonlijke
aspecten.
Puur
‘formele
relaties’
bestaan
niet.
En
contact
leg
je
van
mens
tot
mens,
niet
van
organisatie
tot
organisatie.
Wees
je
daar
bewust
van.
Meer
nog:
durf
kennis,
expertise,
mensen,
…
uit
je
persoonlijk
netwerk
in
te
zetten
of
aan
te
bevelen
voor
professionele
doeleinden.
En
vice
versa.
2 Je
eigen
netwerkstijl
Netwerken
kan
je
doen
op
1001
manieren.
Ontdek
je
eigen
netwerkstijl
aan
de
hand
van
dit
soort
vragen:
-‐ wat
werkt
voor
jou
als
je
netwerkt?
-‐ wanneer
heb
je
(recent)
voldoening
gehaald
uit
netwerken?
-‐ welke
kwaliteiten
kan
jij
inzetten
bij
het
netwerken?
-‐ welke
vaardigheden
kan
jij
inzetten
bij
het
netwerken?
-‐ wat
geeft
je
energie
in
het
contact
leggen
met
mensen?
-‐ hoe
zou
je
partner,
beste
vriend(in),
…
jouw
netwerkstijl
omschrijven?
-‐ naar
wie
kijk
je
op
omdat
hij/zij
een
goeie
netwerker
is?
Wat
zou
je
van
hem/haar
willen
leren?
-‐ op
welke
manier
is
netwerken
voor
jou
waardevol?
Als
het
…
-‐ waar
heeft
de
‘netwerker
in
jou’
nood
aan
om
goed
te
kunnen
functioneren?
-‐ …
Blijf
trouw
aan
jezelf.
Het
komt
erg
artificieel
over
als
je
plots
een
stijl
aanneemt
die
niet
bij
jou
past.
Anderzijds
kan
het
geen
kwaad
om
af
en
toe
wat
te
stretchen
zonder
dat
het
‘stress’
wordt.
Kijk
eens
of
een
Elevator
Pitch
iets
voor
jou
is
(het
internet
wijst
je
de
weg).
Hoe
klinkt
jouw
elevator
pitch?
Leer
van
anderen
en
vraag
feedback.
En
vergeet
vooral
niet
om
je
bescheidenheid
op
een
voor
jou
aanvaardbare
manier
langs
de
kant
te
zetten.
Deel
je
passie,
talent,
kwaliteit!
Als
je
nieuwe
mensen
ontmoet,
komt
op
een
bepaald
moment
de
vraag:
‘Vertel
eens
iets
over
jezelf.
‘
Het
is
dan
niet
de
bedoeling
om
je
hele
levensverhaal
uit
de
doeken
te
doen.
Je
kan
iets
over
jezelf
vertellen
door
middel
van
een
‘Golden
nugget’
of
een
‘Black
hole’.
4
5. -‐ Golden
nugget:
dit
is
een
succesverhaal,
iets
waar
je
trots
op
bent.
Het
maakt
niet
uit
wat
het
juist
is
(iets
uit
je
vrije
tijd,
een
succeservaring
op
het
werk…),
zo
lang
je
het
maar
leuk
vindt
om
er
over
te
vertellen.
Dat
verhaal
kan
een
aanleiding
zijn
voor
je
gesprekspartner
om
door
te
vragen.
Black
hole:
dit
is
je
grootste
blunder,
je
zwart
gat.
Je
kan
hierover
vertellen
en
dat
-‐
verhaal
aanvullen
met
wat
je
er
uit
geleerd
hebt.
Zo
kan
het
positieve
blijven
hangen.
In
beide
gevallen
is
het
belangrijk
om
daar
eens
over
na
te
denken
en
je
verhalen
een
beetje
voor
te
bereiden.
3 Proactief
netwerken
in
de
praktijk
Netwerken
is
in
de
eerste
plaats
een
attitude:
een
actieve,
open
houding
naar
je
omgeving,
gericht
op
kennismaking
en
persoonlijke
communicatie.
Het
gaat
erom
informatie
te
delen
op
een
reactieve
en
proactieve
manier,
zonder
direct
iets
terug
te
verwachten.
Proactief
netwerken
als
attitude
wordt
courant
samengevat
in
een
‘gouden’
driehoek:
3.1 Geven
en
delen
• Advies,
tips
• Kennis,
expertise
• Een
luisterend
oor
5
6. • Gratis
materiaal,
workshop,
…
• Een
verjaardagskaart
• Een
gadget
• Interessante
bronnen
• Interessante
contacten
(denk
aan
je
tweede
graad
netwerk!)
• …
3.2 Vragen
Durf
jij
iets
te
vragen?
Enkele
tips
• Vraag
gericht
(juiste
persoon,
juiste
moment,
juiste
medium,
…)
• Wees
kort,
concreet
en
helder
• Geef
anderen
duidelijk
de
mogelijkheid
om
te
antwoorden,
te
helpen,
…
• Benoem
waarom
je
iets
vraagt
3.3 Ontvangen
en
bedanken
Ah,
hoe
moeilijk
kan
het
zijn
om
iets
in
dank
te
aanvaarden?
Heel
moeilijk.
Denk
maar
aan
het
zinnetje
‘dat
had
je
niet
moeten
doen’
als
je
een
cadeautje
krijgt.
Probeer
dit
eens
als
je
‘iets’
ontvangt:
-‐ “Bedankt’
zeggen
-‐ Een
e-‐card,
een
cartoon,
een
tip
terug,
…
-‐ Benoemen
waarom/waarvoor
je
precies
dankbaar
bent
-‐ Accepteer
de
complimenten
4 Je
netwerk
opbouwen,
in
kaart
brengen,
onderhouden
en
uitbreiden
4.1 Je
network
opbouwen
Het
opbouwen
van
een
netwerk
gaat
vaak
vanzelf.
In
je
werk
en
in
je
privéleven
ontmoet
je
mensen
en
dus
kansen.
Natuurlijk
kan
je
mensen
ook
gericht
aanspreken
in
functie
voor
jouw
doelen.
Hoewel
mensen
dat
in
het
begin
soms
lastig
vinden,
is
het
vooral
een
kwestie
van
doen.
In
het
algemeen
geldt:
als
je
met
mensen
praat,
luister
en
vraag
goed
door.
Zo
kan
je
aan
een
heleboel
informatie
komen
waar
je
wat
aan
hebt,
of
waarmee
je
een
ander
wellicht
verder
mee
kan
helpen.
6
7. 4.2 Je
netwerk
in
kaart
brengen
Hiervoor
verwijs
ik
graag
naar
de
Lerarenreeks
‘Benut
je
kennis(sen).
Een
netwerkperspectief
op
leren
én
werken
in
je
school.’
Gratis
te
downloaden
bij
het
Ruud
de
Moor
Centrum
(http://www.ou.nl/web/rdmc/Lerarenreeks).
Hierin
is
er
sprake
van
‘sociaal
kapitaal’
als
zijnde
de
waarde
van
je
sociaal
netwerk.
De
auteurs
onderscheiden
drie
dimensies:
-‐ de
structurele
dimensie
-‐ de
relationele
dimensie
-‐ de
cognitieve
dimensie
Een woordje uitleg:
7
8.
In
de
lerarenreeks
vind
je
handige
tools
om
deze
drie
dimensies
van
je
network
in
kaart
te
brengen.
4.3 Je
netwerk
onderhouden
Eens
je
contacten
gelegd
hebt,
is
het
ook
belangrijk
om
deze
contacten
te
onderhouden.
Communiceer
geregeld
met
je
netwerkcontacten.
Je
netwerk
bestaat
bij
gratie
van
onderlinge
communicatie.
Als
die
er
niet
meer
is,
zijn
relaties
vaak
niet
veel
meer
waarde.
Je
maakt
uiteraard
altijd
keuzes
in
wie
je
wanneer
en
hoeveel
contacteert.
Dat
is
ook
niet
erg.
Het
is
wel
belangrijk
om
regelmatig
je
contacten
systematisch
te
doorlopen.
Zo
voorkom
je
dat
je
bepaalde
relaties
vergeet
of
te
weinig
aandacht
geeft.
Als
je
je
netwerk
in
kaart
brengt,
zal
duidelijk
worden
dat
ongeveer
20%
van
je
netwerk
80%
van
je
tijd
krijgt.
Soms
vergeten
we
echter
de
mensen
die
het
dichtst
bij
ons
staan.
Geef
de
meeste
aandacht
en
tijd
aan
de
meest
nabije
en
waardevolle
contacten!
Ga
geregeld
eens
na
hoe
(on)belangrijk
je
relaties
zijn
en
stem
je
acties
daarop
af.
4.4 Je
netwerk
uitbreiden
Je
netwerk
uitbreiden
doe
je
op
twee
manieren.
Je
kan
enerzijds
je
netwerk
doelgericht
uitbreiden.
Hierbij
wordt
vertrokken
vanuit
een
doelstelling
en
ga
je
op
zoek
naar
de
best
geplaatste
personen
om
je
te
helpen
om
die
doelstelling
te
bereiken.
Zitten
die
niet
in
je
huidige
netwerk,
dan
kan
je
zoeken
naar
mensen
die
deze
‘gaten’
kunnen
vullen.
Anderzijds
zijn
er
de
toevallige
ontmoetingen,
waarbij
je
nieuwe
mensen
tegen
het
lijf
loopt
en
waar
inspirerende
contacten
uit
kunnen
voortvloeien.
8
9. Oftewel…de
VCP-‐methode
Bovenstaande
aspecten
worden
ook
wel
eens
de
drie
O’s
van
netwerken
genoemd:
opbouwen
en
onderhouden
om
daarna
te
kunnen
oogsten
(iets
terug
krijgen
van
je
netwerk).
Anderen
spreken
over
de
VCP-‐methode
in
netwerken:
• Visibility
-‐ Je
zichtbaar
maken,
uit
je
kot
komen,
kennismaken,
promoten…
-‐ Who
are
you?
How
are
you?
• Credibility
-‐ De
‘geef-‐fase’:
vertrouwen
wekken,
oprecht
investeren
in
de
relatie
-‐ How
can
I
help
you?
• Profitability
-‐ Als
je
voldoende
investeert
in
je
netwerk,
als
je
je
netwerk
goed
onderhoudt,
bouw
je
krediet
op
bij
je
netwerk.
Je
zal
dan
ook
zeer
spontaan
en
gemakkelijk
‘winst’
maken
op
je
netwerk.
-‐ Can
you
help
me?
5 Interessante
bronnen
5.1 Eigen
referenties
• Een
klein
en
vlot
leesbaar
boekje:
Van
Eeden,
R.
(2009).
Netwerken.
Zo
eenvoudig
is
het
(niet).
Houten:
Spectrum.
• Jan
Vermeiren,
the
networking
coach.
Mits
inschrijving
kan
je
gratis
materiaal
krijgen,
oa
rond
het
gebruik
van
LinkedIn.
o http://www.networking-‐coach.com/
o http://www.janvermeiren.com/
o Vermeiren,
J.
(2008).
Let’s
connect.
A
practical
guide
for
highly
effective
professional
networking.
New
York:
Morgan
James.
• Links verzameld: http://www.delicious.com/miekedereymaeker/netwerken
Interessant
én
gratis
materiaal:
‘Benut
je
kennis(sen).
Een
netwerkperspectief
op
leren
én
werken
in
je
school.’
Te
downloaden
bij
het
Ruud
de
Moor
Centrum
(http://www.ou.nl/web/rdmc/Lerarenreeks).
5.2 Referenties
van
derden
Hieronder
vind
je
de
leestips,
literatuurlijst
en
websites
uit
de
lerarenreeks
(zie
boven):
Veel
netwerkplezier!
Saskia.Vandeputte@gmail.com
Zelfstandig
trainer/procesbegeleider
0498/61.55.30.
9