Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011
1. visie op Sectorupdate 2011
onderwijs, zorg
▶ Interview
▶ Trends & ontwikkelingen
en woningcorporaties
▶ Sectorvisie
2.
3. Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties 1
Geachte relatie,
Voor u ligt de Visie op Sectoren 2011 waarin een groot aantal sectoren en
hun onderliggende branches inhoudelijk worden besproken en geanalyseerd.
Aan de hand van Visie op Sectoren wil ABN AMRO u graag inzicht geven in
de huidige trends en ontwikkelingen van uw sector en geven onze sector-
specialisten bovendien hun visie weer voor het komende jaar. U kunt uw
onderneming spiegelen aan de trends en actuele branchecijfers, kijken hoe
het met de branche van uw toeleveranciers is gesteld en zien wat de
verwachtingen zijn van ABN AMRO over uw eigen branche.
Herstel Nederlands bedrijfsleven zal voorzichtig
doorzetten in 2011
Het beeld van de verschillende sectoren verschilt onderling nog behoorlijk. In het kielzog van een
sterk groeiende wereldhandel en toenemende export wisten vooral de sectoren industrie en trans-
port als eerste de omslag naar groei te realiseren. Al snel volgde het herstel in andere sectoren,
terwijl de ontwikkelingen in de bouw nog altijd zorgelijk blijven.
Naast sectorspecifieke invloeden, zijn er ook ontwikkelingen die een economiebrede impact hebben.
Zo zijn de prijzen van grondstoffen structureel hoger geworden. Naast de olieprijs geldt dit ook voor
edelmetalen en industriële metalen; vooral door toegenomen vraag vanwege forse economische
groei in Azië. Ook de prijzen van agrarische grondstoffen stegen. Met name door tegenvallende
oogsten en een duidelijk aantrekkende wereldvraag.
In deze Visie op Onderwijs, Zorg en Woningcorporaties zijn drie interviews opgenomen. Voor
onderwijs geven Sijbolt Noorda, voorzitter VSNU, en Eric Zwaart, sector banker Onderwijs
ABN AMRO hun visie op het huidige onderwijsstelsel. Jeroen van Breda Vriesman, lid van de
executive board van Eureko (Achmea) gaat het gesprek aan met Linze Dijkstra, sector banker Zorg
ABN AMRO, over de gezondheidszorg. Voor de corporatiesector geeft de directeur van het Centraal
Fonds Volkshuisvesting, Jan van der Moolen, zijn visie in gesprek met Astrid van Arum, sector banker
Woningcorporaties bij ABN AMRO. In de drie interviews is onder meer besproken hoe deze sectoren
efficiënter kunnen omgaan met minder middelen.
Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw collega-ondernemers van gedachten
te wisselen over de uitdagingen voor uw bedrijf en uw sector in Nederland. Wij denken graag met u
mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega’s van ABN AMRO wens ik u en uw bedrijf alle
succes toe!
Vriendelijke groeten,
Joop Wijn
Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
5. Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties 3
4 visie op Nederland
6 interview onderwijs
10 onderwijs
12 interview zorg
16 langdurige zorg
18 medisch-specialistische zorg
20 interview woningcorporaties
24 woningcorporaties
26 leeswijzer
28 colofon
6. 4
visie op Nederland
groei Nederlandse economie
zwakt wat af in loop van 2011
Vorig jaar groeide de economie met 1,75%. Dankzij een stevig groeitempo rond de
jaarwisseling blijft de groei dit jaar gemiddeld waarschijnlijk goed op peil. Maar in de
loop van het jaar loopt het tempo terug.
Na vier kwartalen van herstel viel de economische groei in de Uitvoer blijft motor economische groei
zomer van 2010 (tijdelijk) vrijwel weg. Het BBP liet een stijging De groei van de uitvoer is inmiddels afgenomen. Toch zal de uit-
optekenen van amper 0,1% k-o-k. In het tweede kwartaal was het voer ook dit jaar weer flink bijdragen aan de economische groei,
BBP - geholpen door forse voorraadvorming - nog met 1,0% maar wel iets minder dan in 2010. Daar staat tegenover dat de
gegroeid. Terwijl in het voorjaar de groei enorm was opgestuwd binnenlandse bestedingen het wat beter zullen doen dan vorig
door voorraadopbouw, werd in het derde kwartaal de groei juist jaar. Voor heel 2011 verwachten we eenzelfde groeicijfer als vorig
(nog sterker) gedrukt door een afname van de voorraden. jaar. Dat heeft te maken met de hogere groei eind 2010 en de
Gemiddeld is de economie in deze twee kwartalen met 0,5% goede start van 2011. Die goede start wordt gesuggereerd door
k-o-k gegroeid. Eind 2010 steeg het BBP weer met 0,6% k-o-k, diverse voorlopende indicatoren in binnen- en buitenland. Zo
met dank aan de uitvoer, voorraadopbouw, particuliere consump- liepen het producentenvertrouwen in de Nederlandse industrie en
tie en bedrijfsinvesteringen. Het cijfer werd wel wat geflatteerd de Economisch-sentimentindicator in maart op naar het hoogste
door de kou, die heeft gezorgd voor extra productie en verbruik peil in ongeveer drie jaar. De inkoopmanagersindex (PMI) liep in
van energie. Gemiddeld kwam de BBP-groei in 2010 uit op 1,8%. maart weliswaar iets terug, maar ligt nog steeds op een hoog
Dit was bijna geheel te danken aan de uitvoer. niveau, wat duidt op verdere expansie. En last but not least liet
de industriële productie in januari en februari flinke (verdere)
Groei economie bleef begin 2011 op peil stijgingen zien ten opzichte van de voorgaande maand.
6 120
In de loop van 2011 zien we de groei in de eurozone en Nederland
afzwakken door bezuinigingsmaatregelen van overheden en onder
3 105
invloed van de flink gestegen olieprijs. We denken dat de effecten
0 90
van de bezuinigingen in binnen- en buitenland op de Nederlandse
BBP-groei dit jaar geleidelijk toenemen. Verder ligt het risico voor
-3 75 de groei aan de ‘onderkant’. Als bijvoorbeeld de olieprijs langer
hoog blijft of nog doorstijgt, zal de economische groei in de
-6 60 wereld en dus ook in ons land lager uitvallen dan vorig jaar.
1991 93 95 97 99 2001 03 05 07 09 2011
BBP (% j-o-j; linkeras) Economisch-sentimentindicator (rechteras)
De afwijkende ontwikkeling van de uitvoer enerzijds en de binnen-
Bron: Thomson Reuters Datastream landse bestedingen anderzijds had ook haar weerslag op het
7. Visie op Nederland 5
bedrijfsleven. Het grootbedrijf, dat relatief sterk op afzet in het Hoewel de investeringen gemiddeld nog afnamen in 2010, was in
buitenland is gericht, kon vorig jaar al weer een duidelijk herstel de loop van het jaar verbetering zichtbaar. Het voorzichtige
laten zien, terwijl daar bij het MKB, dat meer op het binnenland is investeringsherstel na de recessie heeft te maken met de vrij lage
georiënteerd, nog nauwelijks sprake van was. Naar verwachting bezettingsgraad van het machinepark in de industrie. Door de
zal de afzetontwikkeling van het MKB dit jaar bijtrekken. recessie was de bezetting ongekend sterk afgenomen. Daarna is
deze weer behoorlijk opgelopen, maar toch is nog sprake van
Uitvoer stijgt verder onderbezetting. Daardoor zijn er weinig prikkels om te investeren
PMI >50 wijst op groei; <50 – krimp in uitbreiding. Wel zal worden geïnvesteerd ter vervanging van
(verouderde) machines of ter verbetering van de concurrentie-
20 70
kracht. De investeringen in machines en computers zitten al sinds
de zomer van 2009 in de lift (+12% in 2010). Ook de investeringen
10 60
in transportmiddelen zijn weer gestegen. Het afzetperspectief
50
voor het bedrijfsleven is behoorlijk en de financiële positie is
0
verbeterd. We verwachten daarom dat de investeringen in 2011
-10 40 zullen stijgen.
-20
2001 02 03 04 05 06 07 08 09 10 2011
30 Matige groei kredietverlening
De economische groei is dit jaar, zoals we schreven, gematigd.
Uitvoer goederen (% j-o-j; linkeras) PMI exportorders (index; rechteras)
De cashflow van bedrijven vertoont een opgaande lijn. De inves-
Bron: CBS, Markit NEVI teringsgroei is bescheiden. De huizenmarkt blijft in mineur.
De rente is laag maar stijgt wel wat. Binnen dit scenario is een
explosieve groei van de Nederlandse kredietvraag onwaar-
Binnenlandse bestedingen schijnlijk. En het kredietaanbod? De bankensector heeft de
De particuliere consumptie is in 2010 met 0,4% gestegen. In het kredietcrisis overleefd, veel banken zijn aangesterkt en hebben
laatste kwartaal viel de consumptiegroei iets hoger uit: +0,5% buffers opgebouwd. Maar de rook van de crisis is nog niet
k-o-k. Dat kwam onder meer door het flink hogere energieverbruik verdwenen. Banken moeten zich aanpassen aan de nieuwe
als gevolg van het ongebruikelijk koude weer. Daarnaast waren de realiteit, die inhoudt dat per euro verstrekt krediet meer vermogen
autoverkopen fors. De bescheiden consumptiegroei in heel 2010 en liquide middelen nodig zijn. Op termijn kan dat de prijs van
had te maken met de geringe stijging van het reëel beschikbaar krediet doen stijgen. Gelukkig krijgen banken de tijd om naar de
inkomen. Die stond onder druk van matige loonstijgingen en nieuwe realiteit toe te groeien.
banenkrimp. Bovendien was het herstel van het consumenten-
vertrouwen nog niet echt overtuigend. Weliswaar is een opwaartse Inflatie loopt op
beweging zichtbaar, maar deze verloopt met horten en stoten. Sinds medio 2010 lag het inflatietempo op 1,6%, totdat met name
hogere autobrandstofprijzen de inflatie in december opstuwden
Ook dit jaar is de consumptiegroei nog bepaald niet uitbundig. naar net onder de 2%. In de drie maanden daarna bleef het cijfer
Diverse factoren werken tegen elkaar in. De individuele gelijk. We verwachten dat door de gestegen prijzen van olie en
koopkracht verslechtert opnieuw. Weliswaar stijgen de lonen voedsel de inflatie in de komende maanden - net als elders in
harder dan in 2010, maar de inflatie valt eveneens hoger uit, Europa - wat verder zal stijgen. Dat proces verloopt in ons land
terwijl de bezuinigingsmaatregelen van de overheid ook de wat langzamer doordat de energieprijzen voor gezinnen door-
koopkracht drukken. Maar daar staat tegenover dat het aantal gaans twee maal per jaar worden aangepast. Doordat er nog
banen toeneemt. Al met al kan het reëel beschikbaar inkomen iets altijd sprake is van overcapaciteit in de economie zal verdere
meer toenemen dan vorig jaar. Ook de consumptie kan dan wat opwaartse druk beperkt blijven. We verwachten dat de inflatie
meer stijgen dan in 2010. Wellicht zet het geleidelijk toegenomen dit jaar gemiddeld duidelijk boven de 2% uitkomt. Omdat we
vertrouwen de consument ertoe aan om uitgaven die de ervan uitgaan dat de stijging van de energie- en voedselprijzen
afgelopen jaren zijn uitgesteld vanwege (baan)onzekerheid, alsnog later weer afvlakt, kan de inflatie volgend jaar wat lager uitvallen.
te gaan doen. Mogelijk verder stijgende energieprijzen vormen
uiteraard een risico voor de inflatie en daarmee voor de
koopkracht.
8. 6
Links: Sijbolt Noorda, voorzitter van VSNU. Rechts: Eric Zwaart: sector banker Onderwijs ABN AMRO.
Sijbolt Noorda, VSNU, vereniging van universiteiten:
’Uiteindelijk is onderwijs vooral wat
we er samen van maken’
Nederland heeft een onderwijsstelsel om trots op te zijn. Het hoger en universitair
onderwijs levert studenten af die hun bijdrage leveren aan de kenniseconomie. Maar het is
niet vanzelfsprekend dat dat zo blijft. De Commissie Veerman waarschuwde al dat we onze
hoge internationale notering niet moeten verliezen. Hoe kijken Sijbolt Noorda, voorzitter
van VSNU, vereniging van universiteiten en Eric Zwaart, sector banker Onderwijs
ABN AMRO, hier tegenaan?
9. Interview 7
Beslist niet duur ‘Ik kom zelden de bereidheid tegen
Sijbolt Noorda: ‘Het Nederlandse onderwijs is beslist niet duur.
We presteren goed als onderwijs- sector. En dat terwijl we steeds in het onderwijs te investeren’
meer studenten hebben, tegen een dalend bedrag per student.
Het grote probleem is dat er zo weinig gezegd wordt: “Mag het
wat kosten?” Terwijl er niets is waar mensen voor de rest van hun redenen dat deze discussies in Nederland zo vaak vastlopen.
leven zo afhankelijk van zijn. Iedere Nederlander brengt vijftien tot Maar we hebben de hoogopgeleiden hard nodig, voor de zorg
twintig jaar van zijn jonge leven in het onderwijs door. Laatst bijvoorbeeld en om internationaal de concurrentie aan te kunnen.’
stond weer in de krant dat hoogopgeleide mensen gemiddeld
twee keer zo veel verdienen. En er is ook een verband tussen Internationale ervaring
opleidingsniveau en levens-satisfactie en gezondheid. Noorda: ‘Er is geen andere weg en de belangrijkste link tussen de
Toch kom je zelden de bereidheid tegen in het onderwijs te universiteit en de samenleving is de student. Het wetenschap-
investeren, ook bij individuele burgers niet. We besteden pelijk onderwijs gaat via de hersenen van de studenten de poort
miljarden aan cosmetica en vakanties. Maar als je vraagt of een van de universi-teit uit. Bij deze mensen zit de creativiteit waar de
student bereid is wat meer te betalen voor een verbeterde maatschappij mee verder kan. Ik vind ook dat internationale
opleiding, dan wordt dat als een oneerbaar voorstel beschouwd. ervaring essentieel is. Het zou een uitzondering moeten zijn
We moeten ons niet fixeren op de uitgaven, maar ook naar het wanneer een student niet voor studie of werk naar het buitenland
maatschappelijk rendement van onderwijs kijken.’ gaat. Want wat je vakgebied ook is, je zult altijd met internationale
collega’s of klanten te maken krijgen. Het gaat niet zozeer om de
Commissie Veerman kennis die een buitenlandse ervaring toevoegt, maar meer dat je
Dan klinkt het advies van de Commissie Veerman u als muziek in je in een vreemde omgeving hebt leren handhaven en dat je de
de oren. cultuur-verschillen met je eigen land leert zien. Het is voor veel
studenten een les in creativiteit en een afscheid van
Eric Zwaart: ‘Een belangrijke constatering van deze commissie is traditionalisme.’
dat we als kenniseconomie alleen naar een vijfde plek op de
internationale ranglijst kunnen groeien als we in onderwijs Trots op het onderwijs
investeren. En als de overheid daar niet in wil investeren, wie zou Noorda: ‘Aspecten van het Nederlandse onderwijs waar we trots
het dan wel willen? Er is in het onderwijs wel gesproken over een op kunnen zijn? Neem de natuurlijke manier van samenwerken
ander bekostigingssysteem, dat studenten meer de werkelijke met bedrijven en non-profit instellingen. Wageningen University
prijs van het onderwijs moeten gaan betalen. Gecombineerd met & Research center bijvoorbeeld heeft al tientallen jaren een heel
een sociaal leenstelsel geeft dat het onderwijs meer ruimte om intensieve samenwerking met de voeding en de tuinbouw. Die
investeringen te doen.’ bedrijven weten de universiteit goed te vinden. Hetzelfde geldt
voor de universiteit in Eindhoven, met bedrijven als Philips en
Noorda: ‘Het gekke van dit soort stelselwijzigingen is dat de ASML en voor de TU Delft met industrieel ontwerpen en nano-
besparingen zelden worden geïnvesteerd in verbetering van het technologie. Het wonder van de universiteit is dat het er in feite
onderwijs. Het gaat niet werken wanneer je studenten vooral ziet een Winkel van Sinkel is, maar dat dit soort dingen gewoon tot
als een doelgroep die extra mag bijdragen aan het wegwerken stand komt zonder dat het nadrukkelijk georganiseerd hoeft te
van gaten in de rijksbegroting. Politici zien vaak niet hoeveel dit worden. De Nederlandse wetenschappers zijn hartstikke goed in
soort investeringen oplevert. Dat is een van de belangrijkste hun relaties met de praktijk.
10. 8
Ook inhoudelijk heeft het wetenschappelijk onderwijs een enorme Zwaart: ‘Dat merken wij ook. Neem bijvoorbeeld Jos Verstegen,
ontwikkeling doorgemaakt. Vergelijk het programma van een lector Ondernemerschap en Samenleving aan de Christelijke
rechtenfaculteit eens met 25 jaar geleden, dat is een wereld van Agrarische Hogeschool in Dronten, in samenwerking met
verschil. De internationalisering heeft op alle vlakken van het recht Wageningen UR. Hier heeft zich een uitgebreide kenniskring
zijn intrede gedaan, of het nu gaat om informatierecht, bestuurs- vanuit het bedrijfsleven gevormd. Verstegen houdt zich onder
meer bezig met risicomanagement, een onderwerp waar wij als
‘Nederlandse wetenschappers bank natuurlijk veel van weten. Daarom ben ik daar ook bij
betrokken, samen met onze sector banker Agrarisch.
zijn hartstikke goed in hun relaties In de koppeling met het bedrijfsleven ligt een grote meerwaarde.
met de praktijk’ ABN AMRO ziet het ook als haar verantwoordelijkheid om na te
denken over toekomstscenario’s voor de agrisector. Wat zijn
kansrijke ontwikkelingstrajecten waar individuele agrarische
bedrijven zich in kunnen herkennen?
recht, arbeidsrecht of merkenrecht. En dat zonder dat er een
commissie aan te pas is gekomen, maar gewoon doordat de Dat soort vragen vergt onderzoek en dus een goede samen-
onderwijsmensen hun samenleving kennen.’ werking met de onderzoeksfunctie van de hogeschool of
Sijbolt Noorda, voorzitter van VSNU
11. Interview 9
‘We willen graag succes voor grotere aantallen dan gemiddeld door naar de universiteit. Daar
zouden we met z’n allen heel enthousiast over moeten zijn.’
iedereen, maar niet voor
iedereen hetzelfde succes’ Collectieve prestaties
Noorda: ‘We beschouwen het onderwijsstelsel, onze collectieve
prestatie, veel te weinig als iets waar we trots op zijn. Het
onderwijs staat niet los van de samenleving, maar is er nauw mee
universiteit. Op vergelijkbare manier zijn we ook elders actief, verbonden. Dat betekent ook dat we het als onderwijs niet alleen
zoals in Delft. Daar zijn we betrokken bij een minor ”technology kunnen. Wat doet u voor het onderwijs? was de titel van een
based entrepreneurship” Studenten krijgen de opdracht om een
. interessant rapport van de Onderwijsraad. Stel jezelf die vraag
bedrijf te adopteren en met oplossingen te komen waar dat eens. Wij zijn als onderwijsinstellingen teveel geneigd onze
bedrijf zelf nog niet zo aan heeft gedacht. Je ziet dat studenten studenten als een soort werknemers te beschouwen. En als
creatief zijn en dingen oppakken. Bij ABN AMRO leggen we ook maatschappij zijn we gewend het onderwijs te zien als een
onze eigen vragen voor aan studenten. Ze blijken vaak met heel verzameling winkels waar je kunt shoppen. Maar het zou veel
verfrissende oplossingen te komen.’ meer een tweezijdige relatie moeten zijn, dus dat ouders,
bedrijfsleven en instellingen zich nauwer bij het onderwijs
Excellent onderwijs betrokken voelen. Het onderwijs is uiteindelijk vooral wat we er
Noorda: ‘Het stimuleren van excellent onderwijs wordt soms een als samenleving van maken. We zouden een voorbeeld kunnen
lastig thema gevonden. Want het is heel belangrijk om gelijke nemen aan Finland, waar grote waardering bestaat voor het vak
kansen te bieden. Tegelijkertijd moet iedereen in staat gesteld van docenten. En dat begint er misschien wel mee dat docenten
worden zijn talenten te benutten. Dan is het niet verkeerd om op verjaardagsfeestjes weer vol trots vertellen over hun beroep.’
studenten die aantoon-baar op een hoger niveau presteren een
onderzoeksmaster aan te bieden en anderen niet. We willen graag
succes voor iedereen, maar niet voor iedereen hetzelfde succes.
Onderwijs is in zekere zin een weerspiegeling van de samen-
leving. Wat wij als Nederlandse samenleving goed doen is dat we
mensen insluiten en niet uitsluiten. Mijn Engelse collega’s
moeten voortdurend uitleggen waarom er bij hen zo weinig
mensen met een lagere sociaaleconomische status op de
universiteit zitten. Ook in de VS speelt dit, met name bij de beste
universiteiten. Maar bij ons stromen Turkse vwo-leerlingen in
12. 10
onderwijs
Nederland Kennisland: onderwijs als motor van onze economie
Meer met minder: betere prestaties en aansluitingen met minder geld
Investeren en ook bezuinigen
Branchebeschrijving
Het onderwijs is een groot veld met een aanzienlijk maatschappelijk en onderwijs. Hogescholen zijn de grootste leverancier van hoog opgeleide
economisch belang. Er gaat EUR 35 miljard in om, er werken ruim professionals op de Nederlandse arbeidsmarkt. De universiteiten zetten
400.000 professionals en miljoenen leerlingen en studenten volgen er zich in om de positie van het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek
onderwijs. Geen sector is zo veelzijdig, uitdagend en veranderlijk als het te verstevigen.
Trends en ontwikkelingen
Nederland heeft de ambitie om te behoren tot de top-5 van kennis- Presteren in plaats van inspannen is onderdeel van ‘de lat omhoog’. De
economieën. De werkelijkheid is dat wij hier nog ver vanaf staan. Voor leerprestatie is het gemeenschappelijke doel waar ieders commitment
het nieuwe kabinet is dit de aanleiding om met een fors pakket voorne- voor nodig is (ouders, leraren, leerling en schoolbestuurders). Minder
mens te komen voor het onderwijs, met als motto ‘de basis op orde en vrijblijvendheid, iedereen bij de les houden en goede prestaties belonen,
de lat omhoog’. De elementen die we hier nader belichten zijn: onder- dat is de beweging die op gang moet komen. Talentmaximalisatie ten
wijskwaliteit, presteren in plaats van inspannen en talentmaximalisatie. slotte, gaat uit van het beginsel dat ieder talent telt. Zeker in een vergrij-
De onderwijskwaliteit moet omhoog. In 2010 hebben zo’n 30.000 deel- zend Nederland is een hogere arbeidsparticipatie hard nodig. Binden en
nemers uit het werkveld hun input daarvoor gegeven en het resultaat is boeien in het onderwijs en sturen op het maximale uit jezelf halen
gepresenteerd als ‘De onderwijsagenda’. De rode draad is dat er meer hebben ook een betoverende werking op studiemotivatie en prestaties
ruimte geboden moet worden om als professional je werk te kunnen bereiken. Een ander facet van talentmaximalisatie betreft het aanbren-
doen en er meer aandacht moet komen voor het begrip ‘leerwinst’. gen van meer structuur en focus op excellent onderwijs.
Onze visie
Goed onderwijs gedijt het best in een professionele leergemeenschap gestuurd op structurele en minst pijnvolle kostenreducties. Vaak
waarbij iedereen in een veilige omgeving leert dankzij feedback en investeert men nog zelf in kostenbesparende veranderingen, maar onze
reflectie. Die veilige omgeving dreigt voor de leerling, student en visie is dat steeds meer gebruik zal worden gemaakt van door
onderwijsinstelling verstoord te worden door de beleidsvoornemens marktpartijen ontwikkelde duurzame totaaloplossingen op gebied van
van dit kabinet. Zo wil men orde op zaken stellen, de balans tussen energiebesparing en facilitymanagement. Dit brengt ons tot het punt
rechten en plichten ook in het onderwijs op vele terreinen opnieuw dat het samenspel tussen onderwijs, bedrijfsleven en student steeds
vaststellen en eigen verantwoordelijkheid stimuleren. Daarbij maakt vaker succesvol wordt gearrangeerd en dit bovendien de steeds
men keuzes die niet tegelijkertijd uitvoerbaar zijn. Als het kabinet haar belangrijker wordende derde geldstroomontwikkeling voedt. Het
plannen doorzet, kunnen reorganisaties in het onderwijs niet uitblijven. principe is gebaseerd op het Rotterdams Onderwijs Model (de triade
Hoe het ook zal uitpakken, ‘meer met minder’ is nu voor een groot van kennis, praktijk en persoonlijke ontwikkeling), waarin de attitude van
aantal instellingen al realiteit. In het onderwijs wordt daardoor ook sterk ‘outside in, inside out’ zijn meerwaarde al lange tijd heeft bewezen.
Kerngegevens Websites
Aantal ROC’s/AOC’s en vakscholen: 70 Aantal studenten HBO’s: 417.000 www.vsnu.nl
Aantal deelnemers ROC: circa 588.000 Aantal Universiteiten: 14 www.mboraad.nl
Aantal HBO’s: 39 Aantal studenten Universiteiten: 239.000 www.hbo-raad.nl
www.abnamro.nl/onderwijs
13. onderwijs 11
Ontwikkeling aantal gediplomeerden Bron: OCW kerncijfers 2005-2009
▶ In 2009 haalden 430 duizend jongeren een diploma. 200
▶ Doorstroom naar vervolgonderwijs nam over de hele linie toe.
Vanuit het voortgezet onderwijs gaat 50% door naar het MBO,
18% naar het HBO en 11% naar het WO. 100
▶ De laatste jaren stijgt het percentage havo/vwo-gediplomeerden
dat doorstroomt naar het HBO of WO (thans 74%).
0
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
vo
mbo
hbo
wo
Opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking Bron: OCW kerncijfers 2005-2009
40
▶ De stijging van het opleidingsniveau is het duidelijkst zichtbaar bij
de groep ‘next generation’. 80
▶ Het percentage met een startkwalificatie is in vijf jaar gegroeid van
60
64% naar 72%.
▶ Het percentage HBO-afgestudeerden steeg in vijf jaar met 13%. 40
20
0
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
basisonderwijs mbo 2-4
vmbo/mbo1 hbo
havo/vwo wo
Netto arbeidsparticipatie Bron: OCW kerncijfers 2005-2009
▶ Een steeds grotere groep van de bevolking heeft een betaalde 100
baan. In 12 jaar is de netto arbeidsparticipatie toegenomen van 90
80
63% tot 73%. 70
▶ De arbeidsparticipatie is hoger naarmate men hoger is opgeleid. 60
50
▶ Personen met een diploma MBO 2-4, HBO of WO zijn het minst
40
vaak werkloos. 30
20
10
0
basis-
onderwijs
vmbo/
mbo 1
havo/vwo
wo
totaal
mbo 2-4
hbo
mannen vrouwen
Raming aantal ingeschrevenen Bron: Referentieraming 2009
▶ Het aantal eerstejaars mbo-studenten zal in 2020 sterk zijn 600
afgenomen (met circa 17% ten opzichte van 2007).
500
▶ Ondanks de verwachte groei in het HBO, zal het lastig worden de
400
ambitie van OCW waar te maken om 50% van de Nederlandse
beroepsbevolking hoger opgeleid te hebben. 300
200
100
0
2000 2007 2010 2015 2020
mbo
hbo
wo
14. 12
Links: Jeroen van Breda Vriesman, Lid van de Executive Board van Eureko (Achmea).
Rechts: Linze Dijkstra, sector banker Zorg ABN AMRO.
Jeroen van Breda Vriesman, Eureko (Achmea):
‘We hebben elkaar nodig om de gezond-
heidszorg beter en goedkoper te krijgen’
Nu de zorguitgaven sterk stijgen en er ingrijpende wijzigingen in het zorgstelsel plaats-
vinden, staat de Nederlandse gezondheidszorg voor belangrijke keuzes. Hebben we over
twintig jaar nog hetzelfde aantal ziekenhuizen? En blijft het systeem van risicoverevening
voor zorgverzekeraars in stand? Een gesprek met Jeroen van Breda Vriesman, Lid van de
Executive Board van Eureko (Achmea) en Linze Dijkstra, sector banker Zorg ABN AMRO.
15. interview 13
Curatieve zorg over twintig jaar ‘Er is nu eenmaal correlatie
Jeroen van Breda Vriesman: ‘Als je kijkt naar hoe de curatieve zorg
is georganiseerd, dan denk ik dat over pakweg twintig jaar de tussen volume en kwaliteit
grootste verandering zal zijn dat de ziekenhuizen in aantal, en
soms ook in omvang, afnemen. En een paar ziekenhuizen zullen
van het zorgaanbod’
juist groter worden. Er is nu eenmaal correlatie tussen volume en
kwaliteit van het zorgaanbod. We praten vaak over
minimumnormen, maar we moeten niet vergeten dat er bij Van Breda Vriesman: ‘Over het algemeen kun je wel financiers
toenemend volume ook zoveel excellente kwaliteit ontstaat.’ vinden voor groei. Maar als er afbouw nodig is, lukt dat meestal
niet, hoe goed zo’n plan ook kan zijn voor de kwaliteit van de zorg
Hoe verloopt zo’n veranderingsproces? en voor de kostenbeheersing. Daarom zijn we bezig met het
Van Breda Vriesman: ‘Naar verwachting treedt er in veel gevallen opzetten van een infrastructuurfonds. We willen daarin als
een kettingreactie op die de toekomst van een ziekenhuis bepaalt. verzekeraars best de regie nemen, maar willen er tegelijkertijd
Als het ziekenhuis bijvoorbeeld twee aandoeningen uit het voor waken dit niet alleen te doen.’
zorgaanbod snijdt, dan kan dat betekenen dat de intensive care er
door gebrek aan volume ook gesloten moet worden. Ook Stijgende zorgkosten
wanneer maatschappen van verschillende ziekenhuizen elkaar Van Breda Vriesman: ‘Nederland vergrijst, de medische
opzoeken – zoals je steeds meer ziet gebeuren – heeft dat impact mogelijkheden nemen toe en de zorgkosten stijgen jaar op jaar.
op de infrastructuur van die ziekenhuizen. Als wij de vraag krijgen wat wij daar als verzekeraar aan doen, dan
zal ik eerst maar even de context schetsen. Op verjaardagen en
Tegelijkertijd zien we gespecialiseerde anderhalfdelijnscentra borrels vraag ik weleens hoeveel er van de 2.200 euro premie van
ontstaan, die nog heel veel voor de gezondheidszorg zullen gaan de basisverzekering naar de zorgverzekeraar gaat. Dan krijg je
betekenen. Daar zal clustering van zorgfuncties plaatsvinden, schattingen van twintig tot dertig procent te horen. In
krijgt niet-planbare zorg een plek en zal de zorg voor chronisch werkelijkheid liggen onze kosten op drie procent. Wij maken per
zieken op zeer professionele wijze vormgegeven worden. Denk verzekerde dertig euro kosten, verdienen vijf euro aan
bijvoorbeeld aan huisartsenpraktijken die uitgebreid worden met cashmanagement en houden vijf euro winst over.
fysiotherapie en ook kleine operaties gaan doen. Maar het kan Het is echter een reële vraag hoe we de stijging van de zorgkosten
ook een ziekenhuis zijn dat de huisartsenpost in huis haalt. De kunnen blijven verwerken. Nu lukt het nog, maar over een paar
anderhalve lijn heeft in efficiency en kwaliteit veel te bieden.’ jaar moeten we kiezen tussen zieke kinderen of schoolboeken.
Daarom is het van groot belang dat artsen, ziekenhuizen en
Saneringsfonds patiëntenverenigingen kosten en kwaliteit in samenhang bena-
Linze Dijkstra: ‘Er wordt gesproken over een saneringsfonds, deren. Alleen zo kunnen we de solidariteit behouden. Dit is niet
waaruit plannen voor krimp of het afstoten van zorgaanbod een discussie van verzekeraars alleen.
gefinancierd kunnen worden. Het is in deze discussie nodig om Wij willen zeker onze verantwoordelijkheid nemen in de kosten-
met financiële faciliteiten te komen. Daarbij moeten wat ons beheersing, maar verzekeraars hebben te maken met een
betreft kwaliteit en kosten de criteria voor vergoeding zijn. Als wettelijke zorg- en acceptatieplicht. Als de zorgvraag stijgt, kunnen
bank vinden we het belangrijk dat ziekenhuizen en maatschappen wij aan het volume niks veranderen. Wij indiceren namelijk niet.
op deze manier in staat gesteld worden om dit soort Ook gaan we niet over de inhoud en omvang van het basispakket.’
veranderingen – waar doorgaans geen geld voor is – door te
voeren. Maar een saneringsfonds moet wel door de partijen uit Er zijn overigens wel partijen die iets aan de stijgende zorgkosten
het veld gedragen worden. Daar is de verzekeraar er een van.’ kunnen doen De Tweede Kamer bijvoorbeeld kan een belangrijke
16. 14
rol spelen, want die stelt de omvang van het basispakket vast. heel positieve uitkomst. Maar financieel is het minder ingrijpend.
Het vervelende is wel, dat het voor een partij politieke zelfmoord In dit voorbeeld verdien je de kosten van preventie na ruim twintig
betekent om het pakket uit te kleden. Dat levert geen kiezers op. jaar pas terug.
Wat echt zoden aan de dijk zet, is pakketverkleining. Chili heeft
‘In werkelijkheid liggen onze kosten op een pakket dat driehonderd euro per jaar kost. We zouden erover
na kunnen denken wat we voor Nederland de juiste omvang van
drie procent van de zorgpremie’ het basispakket vinden. Hetzelfde geldt voor de AWBZ, een
systeem dat ze in het buitenland zelfs helemaal niet kennen. Maar
dat is ook iets om trots op te zijn. Het is goed mogelijk om hier
Wat we misschien beter kunnen afspreken is dat de politiek iets aan te veranderen, maar dat zijn bij uitstek politieke keuzes.’
bepaalt hoeveel de zorg mag groeien en wat de belangrijke
thema’s zijn. Stel, je kiest voor preventie en e-health. Dan kunnen Solvency II
deskundigen uit het zorgveld vervolgens met deze keuzes in het Van Breda Vriesman: ‘Solvency II, de nieuwe solvabiliteitsrichtlijn
achterhoofd de omvang van het basispakket vaststellen.’ voor verzekeraars, betekent voor ons als verzekeraar dat we
meer eigen vermogen moeten aanhouden. Voor-financieringen
Preventie als stuurmiddel aan zorgaanbieders drukken dat eigen vermogen, dus daar zal
Van Breda Vriesman: ‘Er wordt wel gezegd dat preventie een goed zeker naar gekeken worden. Wat zorgaanbieders er dus van zullen
middel is om het volume te sturen. En nou is het natuurlijk goed merken is dat ze op termijn minder voorfinanciering krijgen. Dat
om met preventie bezig te zijn. Maar verwacht niet meteen dat kan gevolgen hebben voor de cashflow van zorg-instellingen.’
het een grote invloed heeft op het volume. Dat blijkt volgens
verschillende rekensommen maximaal twee procent aan Dijkstra: ‘Dat geldt nog niet voor de langdurige zorg, want daar
zorgkosten te kunnen schelen. Met preventief darmonderzoek worden alle zorguitgaven nog vooruitbetaald. Maar ook daar zal
bijvoorbeeld, kun je vrij goed kanker op het spoor komen. uiteindelijk een systeem van facturering en betaling achteraf
Daarmee blijk je bij twee procent van de onderzochte mensen iets komen. Dat betekent nogal wat voor de kapitaalbehoefte van de
in de preventieve sfeer te kunnen doen. Zorginhoudelijk is dat een langdurige zorg.’
Jeroen van Breda Vriesman, Lid van de Executive Board van Eureko
17. interview 15
‘Het lijkt erop dat Europa onze Loek Winter al bezig met het uitgeven van obligaties.’
risicoverevening onvoldoende Van Breda Vriesman: ‘Om even terug te grijpen naar het infra-
structuurfonds: daar waar groei mogelijk is, zal de financiering niet
op waarde schat’ zoveel problemen opleveren. Tegelijkertijd zijn we hier uitermate
terughoudend in. Verzekeraars moeten geen ziekenhuizen runnen.
En je moet als verzekeraars ook niet in een vechtstand met de
Van Breda Vriesman: ‘Dat klopt. Maar de gevolgen voor onze zorgverleners terechtkomen. We hebben elkaar nodig om de
klanten, de verzekerden, zijn nog veel ingrijpender. We hebben gezondheidszorg beter en goedkoper te krijgen. Dat gaat beter
hier te maken met een Europese discussie. Het lijkt erop dat de met samenwerking en vertrouwen dan met concurrentiestrijd.’
Europese Commissie ons Nederlandse systeem van risico-
verevening niet voldoende op waarde weet te schatten. Dat heeft Zorginhoudelijk samenwerken
grote impact. Onze verzekeringen zullen nog meer het karakter Van Breda Vriesman: ‘Die samenwerking moet zorginhoudelijk
krijgen van een schadeverzekering, waardoor we meer eigen vorm krijgen. Voordat CZ vorig jaar in het nieuws kwam met het
vermogen moeten aanhouden en de zorgpremie omhoog contracteren van borstkankerzorg, hadden wij al bekendgemaakt
gedreven wordt. Het gaat hierbij om aanzienlijke bedragen. op volume te gaan contracteren. Maar we willen dat nadrukkelijk
En dat terwijl er in feite niets aan het risicoprofiel verandert.’ samen met de artsen doen. Daarom zijn we er enthousiast over
dat er nu kwaliteitsnormen komen vanuit de sector. Dat zorgt voor
Hoe kijkt u aan tegen nieuwe vormen van financiering en partici- draagvlak. Als het kan, ontwikkelen we de dingen het liefst samen
patie in de zorg, naast de vertrouwde bancaire financiering? met het veld.’
Dijkstra: ‘Wat ons wel zorgen baart is dat er tussen bank en
zorgaanbieder een te sterke afhankelijkheidsrelatie is ontstaan.
Daarom zou het goed zijn als er vernieuwing komt in de manier
waarop zorgaanbieders kapitaal aantrekken. Zo is zorgondernemer
18. 16
langdurige zorg
Stijgende zorgvraag en sterke kostengroei noodzaken tot ingrijpen in de AWBZ
Zorginstellingen staan voor een strategische heroriëntatie
Er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor financiering
Branchebeschrijving
Tot de langdurige zorg behoren de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg als in woonvoorzieningen. De langdurige zorg wordt voor het grootste
en de langdurige geestelijke gezondheidszorg. In de sector zijn deel betaald uit de AWBZ, een verplichte volksverzekering. Vanuit de
ongeveer 800 instellingen actief die in 2008 samen EUR 28,8 miljard Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt de huishoudelijke
omzetten. De doelgroepen zijn zeer divers en daarmee ook het zorg- zorg thuis vergoed.
aanbod. Langdurige zorg wordt zowel in de thuissituatie aangeboden
Trends en ontwikkelingen
Van de totale kosten van de gezondheidszorg (EUR 84 mrd in 2009) is de geestelijke gezondheidszorg zijn wel budgetkortingen voorzien in
de langdurige zorg de grootste post. De kosten van de ouderenzorg zijn combinatie met meer eigen betalingen van cliënten. Vooral de vraag
in 2009 met 4,7% toegenomen tot EUR 15,5 miljard. De kosten van de naar ouderenzorg neemt sterk toe. De komende jaren zal minder zorg
gehandicaptenzorg bedragen EUR 7 miljard, een toename van 9% ten
,8 vanuit de AWBZ vergoed gaan worden. De begeleiding en de dag-
opzichte van 2008, als gevolg van capaciteitsuitbreiding. De kosten van besteding worden onderdeel van de Wmo en daarmee de verantwoor-
de geestelijke gezondheidszorg zijn het hardst gegroeid, met een delijkheid van de gemeenten. Een deel van de uitvoering van de AWBZ
stijging van 11,8% tot EUR 5,5 miljard (inclusief het cure-deel). De vele zal in handen komen van de zorgverzekeraars. Door de invoering van
adviezen die geschreven zijn over de toekomst van de AWBZ, hebben prestatiebekostiging in de AWBZ, hebben de instellingen de eerste
nog niet geleid tot concrete maatregelen om de kosten van de langdu- stappen gezet naar meer bedrijfsmatig denken en handelen. De zorg-
rige zorg te beheersen. In het regeerakkoord 2012 is zelfs EUR 1 miljard instellingen zijn, als gevolg van autonome groei en fusies, de afgelopen
extra gereserveerd voor de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. Voor jaren fors gegroeid. Deze trend is nu gestopt.
Onze visie
De zorginstellingen worden de komende jaren geconfronteerd met nieuwe woonzorgvoorzieningen. Samenwerking tussen commerciële
ingrijpende wijzigingen in de regelgeving. Tegelijkertijd neemt de vastgoedpartijen, woningcorporaties en zorginstellingen komt steeds
zorgvraag sterk toe en dreigt een tekort aan arbeidskrachten. Dat leidt meer voor. Daarbij worden nieuwe financieringsconstructies toegepast
tot nieuwe kansen en risico’s. Zorginstellingen moeten een strategische waarbij sprake is van risicodeling en inbreng van vermogen door andere
heroriëntatie uitvoeren. Vragen als ‘welke doelgroepen ga ik bedienen partijen. Vooral de markt voor ouderenzorg is door de groeiende zorg-
met welke dienstverlening’ en ‘hoe ga ik mij onderscheiden’ worden van vraag interessant voor vastgoedbeleggers. Dit leidt in de ouderenzorg
belang om efficiënt te kunnen werken en een goede kwaliteit te tot een meer divers aanbod van voorzieningen, passend bij de zorg-
leveren. Door het scheiden van wonen en zorg moeten de instellingen vragen, leefstijlen en financiële mogelijkheden van de cliënten. Nieuwe
nog nadrukkelijker kiezen of zij zelf woningen willen bouwen en toetreders in de markt spelen in op de nieuwe mogelijkheden en richten
verhuren of dat ze hiervoor samenwerkingspartners zoeken. Zorg- zich op specifieke doelgroepen.
instellingen en financiers werken samen aan businesscases voor
Kerngegevens Websites
Totale uitgaven gezondheidszorg: EUR 83,8 mrd Aantal instellingen: circa 800 www.minvws.nl
▶ waarvan aan ouderenzorg: EUR 15,5 mrd Uitgaven zorg als % BBP: 14,7% www.nza.nl
▶ waarvan aan gehandicaptenzorg: EUR 7.8 mrd Uitgaven AWBZ per hoofd: EUR 1.742 www.actiz.nl
▶ waarvan aan geestelijke gezondheidszorg: www.abnamro.nl/zorg
EUR 5,5 mrd
19. langdurige zorg 17
De ontwikkeling van de zorguitgaven Bron: CBS
▶ De totale zorguitgaven zijn in 2009 met 6,1% toegenomen. Voor 14%
het eerst in vijf jaar is de stijging minder groot dan in het 12%
voorgaande jaar. 10%
▶ De zorguitgaven als percentage van het bruto binnenlands product
8%
zijn fors gestegen van 13,3% naar 14,7%. Dit wordt voor een deel
6%
verklaard door een daling van het BBP met 4% in 2009.
4%
▶ De zorguitgaven voor de gehandicaptenzorg en de geestelijke
2%
gezondheidszorg nemen bovengemiddeld snel toe.
0%
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Groei Zorguitgaven
Resultaat en solvabiliteit zorginstellingen Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
▶ Het gemiddelde financiële resultaat van instellingen voor 80%
verpleging en verzorging bedraagt in 2009 1,5% (resultaat als
60%
aandeel van de omzet). Ongeveer 10% van de instellingen maakt
verlies. 40%
▶ De gemiddelde solvabiliteit van instellingen voor verpleging en
20%
verzorging bedraagt in 2009 21 %.
Solvabiliteit
▶ De financiële positie is gemiddeld gesproken de afgelopen twee 0%
jaar aanzienlijk verbeterd. Tegelijkertijd nemen de verschillen tussen
-20%
de instellingen steeds verder toe. -6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10%
Resultaat
Zorginstelling
Leeftijdsopbouw medewerkers ouderenzorg Bron: Actiz, benchmark in de zorg 2010
▶ Meer dan de helft (53,6%) van de medewerkers in de ouderenzorg
25.000
is 46 jaar of ouder en 15,5% is zelfs 56 jaar of ouder.
▶ De stijgende vraag naar ouderenzorg en het relatief oude mede- 20.000
werkersbestand stellen de ouderenzorg voor nieuwe vraagstukken. 15.000
Er zal tussen zorginstellingen concurrentie ontstaan om de gunst
10.000
van de medewerkers.
Aantal medewerkers
5.000
0
25 jaar of jonger 26- 35 jaar 36-45 jaar 46-55 jaar 56 jaar en ouder
Ziekteverzuim instellingen voor gehandicaptenzorg Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
▶ Het gemiddelde ziekteverzuim in de gehandicaptenzorg bedraagt 10%
5,7%. In de geestelijke gezondheidszorg is het gemiddelde 5,2%
8%
en in de ouderenzorg 6,0%.
▶ Het ziekteverzuim varieert aanzienlijk over de instellingen. Het 6%
ziekteverzuim van zorginstellingen is vaak een belangrijke
4%
voorspeller voor financiële resultaten, cliënttevredenheid en
Ziekteverzuim
medewerkertevredenheid. 2%
0%
1 11 21 31 41
Rangorde instellingen gehandicaptenzorg
20. 18
medisch-specialistische zorg
Overheidsbeleid is gericht op invoeren prestatiebekostiging en beheersing macrobudget
Ziekenhuizen staan voor strategische keuzes in hun productportfolio
Aanbod nieuwe financieringsoplossingen, passend bij de ontwikkelingen in de markt
Branchebeschrijving
De curatieve zorg is gericht op behandeling en genezing. In de eerste ziekenhuizen. Daarnaast zijn er ongeveer 200 gespecialiseerde zelf-
lijn wordt dit uitgevoerd door onder meer de huisartsen, apothekers en standige behandelcentra (ZBC’s). De totale kosten van de medisch-
tandartsen. Tot de tweede lijn behoort de medisch-specialistische zorg. specialistische zorg bedragen EUR 21,3 miljard. Daarvan wordt EUR
In deze sector zijn 91 ziekenhuizen actief, waarvan acht academische 335 miljoen geleverd door de ZBC’s.
Trends en ontwikkelingen
In de periode 2011 tot en met 2035 neemt het aandeel 65-plussers in ziekenhuizen de druk om steeds efficiënter te werken. In 2011 treft de
de bevolking toe van 15,6% tot 25,3%. Door deze snelle vergrijzing ziekenhuizen een forse bezuiniging van in totaal EUR 314 miljoen. Voor
neemt de vraag naar medisch-specialistische zorg sterk toe. De kosten een deel van de ziekenhuizen zal 2011 daardoor een financieel moeilijk
zullen bij het doorzetten van de huidige trends meer dan verdubbelen jaar worden. De continuïteit van ziekenhuizen is niet langer gegaran-
over een periode van 20 jaar. De minister stuurt voor de komende jaren deerd door de overheid en kan tot faillissementen leiden. Het aantal
op een maximale groei van 2,5% per jaar. Daarnaast geeft ze zieken- ZBC’s neemt toe. Voor aandoeningen in de oogheelkunde, dermatologie
huizen en zorgverzekeraars steeds meer ruimte om zelf prijzen vast te en orthopedie ontstaan steeds groter wordende, gespecialiseerde
stellen. Vanaf 1 januari 2012 wordt de prestatiebekostiging ingevoerd. centra. Het afschaffen van een deel van de risicoverevening voor zorg-
Om de kostenontwikkeling te beheersen, zal het verzekerde pakket de verzekeraars zorgt ervoor dat zij steeds meer werk gaan maken van
komende jaren verkleind moeten worden en zullen eigen betalingen van selectieve zorginkoop.
patiënten steeds vaker voorkomen. Tegelijkertijd ontstaat voor de
Onze visie
De ziekenhuizen staan voor grote strategische vraagstukken. Er moeten de eerstelijnszorg aanzitten en gespecialiseerde klinieken rondom speci-
keuzes gemaakt worden op het gebied van markt, zorgproduct, omvang fieke aandoeningen. De vrije zorgmarkt biedt goede kansen voor onder-
en imago. De zorgverzekeraars en de overheid sturen op concentratie nemers. De komende jaren ontstaan landelijk werkende ZBC’s. Patiën-
van hoogwaardige zorg en specialisatie rondom aandoeningen. Om als ten gaan steeds bewuster kiezen voor een ziekenhuis of een specialist
ziekenhuis de juiste keuzes te kunnen maken moeten verschillende en zijn ook bereid om daarvoor te reizen. Daarvoor is meer keuze-infor-
perspectieven gewogen worden: de markt en de concurrentie, het ren- matie nodig. De concurrentie vindt vooral plaats op kwaliteit en minder
dement, de beschikbare competenties en ambities en de toegankelijk- op kosten. Doordat de zorgmarkt steeds vrijer wordt, ontstaat ruimte
heid van zorg. Medisch specialisten en ziekenhuisbestuurders kunnen voor nieuwe financieringsoplossingen, zoals lease, obligatieleningen,
en moeten hier samen in optrekken. Er ontstaan ziekenhuizen met vastgoedbeleggingen en risicodragende investeringen. Dat biedt nieuwe
verschillende profielen: ziekenhuizen die zich focussen op het bieden mogelijkheden voor de ziekenhuizen om hun plannen te realiseren en
van hoogwaardige topklinische zorg, basisziekenhuizen die dicht tegen risico’s te delen met andere partijen.
Kerngegevens Websites
Totale uitgaven gezondheidszorg in 2009: Aantal ZBC’s: 295 www.minvws.nl
EUR 83,8 mrd Aantal bedden: 25.416 www.wfz.nl
Uitgaven gezondheidszorg per hoofd: EUR 5.069 Aantal opgenomen patiënten: 1,6 mln www.nvz.nl
Kostengroei: 5,8% Kosten per verpleegdag: EUR 1.305 www.abnamro.nl/zorg
Aantal ziekenhuizen: 91 Aantal medewerkers ziekenhuizen: 172.000
21. medisch-specialistische zorg 19
De vergrijzing tot 2060 Bron: CBS
▶ Nederland vergrijst in een hoog tempo. De komende vijf jaar 100%
komen er een half miljoen 65-plussers bij.
80%
▶ In 2040 zal iets meer dan een kwart van de bevolking 65 jaar of
ouder zijn en het aandeel 80-plussers loopt naar verwachting op tot 60%
10% rond 2050. Nu liggen die percentages nog op respectievelijk
40%
16 en 4%.
20%
▶ De gezondheidszorg wordt op twee manieren geraakt door de
vergrijzing: minder arbeidspotentieel en een groeiende zorgvraag. 0%
2011 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050 2055 2060
65 jaar of ouder (%)
20 tot 65 jaar (%)
0 tot 20 jaar (%)
Financieel resultaat van de ziekenhuizen Bron: NvZ, CIBG
▶ Het financiële resultaat van de Nederlandse ziekenhuizen bedraagt 2%
1,8
in 2009 1,8% (resultaat als aandeel van de omzet). Dat is een
1,5%
stijging ten opzichte van 2008. Door een korting in 2011 komt het 1,5%
resultaat onder druk te staan.
1% 1%
1%
▶ De afgelopen vijf jaar varieert het resultaat rond de 1%. Dat is 0,8%
0,6%
aanmerkelijk lager dan de 3% die door de commissie Havermans
0,5%
aan de minister van VWS is geadviseerd voor een gezonde
bedrijfsvoering. 0%
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Resultaten
Omzet zelfstandige behandelcentra Bron: Boer & Croon, 2011-04-03
▶ De gezamenlijke omzet van alle ZBC’s is tussen 2005 en 2009 400
gestegen van EUR 43 miljoen naar EUR 335 miljoen. 350
▶ De totale curatieve zorgmarkt is de afgelopen tien jaar met 300
250
gemiddeld 7% per jaar gegroeid.
200
▶ Een verdere groei van de sector is sterk afhankelijk van de ruimte
150
in de regelgeving die de minister van VWS geeft aan de ZBC’s.
omzet EUR x mln
100
50
0
2005 2006 2007 2008 2009
De kosten van overgewicht Bron: McKinsey 2011
▶ Obesitas wordt in snel tempo de eerste oorzaak van overlijden.
Overigen (brandstof, voeding, etc.)
Als gevolg daarvan wordt het de duurste aandoening in de Korte termijn handicap
gezondheidszorg. Verminderde productiviteit
▶ De kosten van obesitas voor de gezondheidszorg bedragen Verzuim
Commerciele verzekeraars
EUR 140 miljard in de Verenigde Staten. De totale maatschappelijke
Medicare/Medicaid
kosten liggen nog veel hoger.
Eigen betalingen gezondheidszorg
▶ Volgens de RVZ bedragen de kosten van obesitas voor de Gewichtsbesparingsprogramma's
Nederlandse zorg EUR 505 miljoen per jaar. plus-size kleding
Extra uitgaven voeding
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
De kosten van obesitas in de Verenigde Staten
22. 20
Rechts: Jan van der Moolen, algemeen directeur van het Centraal Fonds Volkshuisvesting
Links: Astrid van Arum, sector banker Woningcorporaties ABN AMRO.
Jan van der Moolen, Centraal Fonds Volkshuisvesting:
’Woningcorporaties moeten eraan
blijven denken waartoe zij op aard zijn’
De tijd van voortdurende waardestijgingen van woningen is voorbij en voor het eerst komt
een daling van het aantal corporatiewoningen in zicht, zo verwacht Jan van der Moolen,
algemeen directeur van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Verder bevinden de woning-
corporaties zich onder invloed van Europees ingrijpen in een ingewikkelde situatie. Hoe
anticiperen zij hierop? Een gesprek met Jan van der Moolen en met Astrid van Arum,
sector banker Woningcorporaties ABN AMRO, over de ontwikkelingen in de corporatiemarkt.
23. interview 21
Integriteitsbeleid Ontwikkelingen in sociaal vastgoed
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting kreeg begin dit jaar een Van der Moolen: ‘Er is tot nu toe altijd een stijging geweest van
onderscheiding voor haar integriteitbeleid, waarom? Jan van der de woningvoorraad van corporaties. Maar ik denk dat we nu een
Moolen: ‘Naar ik begrepen heb was dat vooral vanwege de daling zullen gaan zien. Verder is er niet meer automatisch
manier waarop wij onderzoek doen naar integriteit van gewaarborgde financiering beschikbaar voor elk project van
woningcorporaties. Integriteit heeft veel te maken met gedrag, woningcorporaties. Dat heeft alles te maken met de beperkingen
cultuur en houding van mensen in de organisatie. Daarom die Brussel heeft opgelegd als uitvloeisel van de staatssteun-
benadrukken wij dat woningcorporaties hier bewust aandacht aan discussie. Minder borging heeft ook tot gevolg dat financiers
moeten besteden, bijvoorbeeld door middel van dilemma- meer zullen letten op de kwaliteit van de bedrijfsvoering, van het
trainingen met medewerkers. Als er een bekende aan de balie bestuur en van het intern toezicht. En corporaties zullen – vooral
staat, wijs je die dan bij voorrang een woning toe? Wij zeggen: in gebieden met bevolkingskrimp – geconfronteerd worden met
‘Erken dat ook in jouw organisatie integriteitkwesties spelen, zorg waardevermindering.
dat je ze onmiddellijk herkent, pak ze vervolgens effectief aan en Dit betekent dat het beeld moet verdwijnen dat corporaties
communiceer erover’. Verder willen wij dat hier ook op het niveau financieel erg ruim zitten. Een beeld dat kon ontstaan door de
van de commissarissen aandacht aan gegeven wordt.’ voortdurende waardestijging van de woningen, waar echter in de
toekomst minder sprake van zal zijn. Ook is er geen sprake van
Van der Moolen: ‘Frauduleuze vastgoedtransacties en huurstijgingen tot ruim boven de inflatie. Bovendien leveren de
zelfverrijking door bestuurders zijn incidenten die de beeldvorming verkoopopbrengsten niet langer voldoende dekking op voor de
natuurlijk ongelooflijk negatief hebben beïnvloed, niet in de laatste onrendabele toppen bij investeringen. Veel woningcorporaties
plaats bij onze primaire doelgroep, de huurders. Het beeld is zullen zich dan ook moeten heroriënteren op de vraag waartoe ze
ontstaan dat corporaties bijna niet meer te vertrouwen zijn. op aard zijn, misschien wat minder dan voorheen ondernemer in
vastgoed zijn en wat meer aandacht besteden aan de primaire
‘Het beeld is ontstaan dat corporaties doelgroepen en de kwaliteit van de dienstverlening.’
niet te vertrouwen zijn’
Staatssteundiscussie
Van der Moolen: ‘Bij de uitspraken van de Europese Commissie in
de staatssteundiscussie spelen twee elementen een rol. Ten
Helaas, want dat beeld is niet terecht. Je kunt van 2,4 miljoen eerste hebben we het in dit land jaren op zijn beloop gelaten, in
corporatiewoningen niet beweren dat ze van slechte kwaliteit zijn. plaats van zelf die discussie te voeren. En ten tweede hebben de
Ook de dienst-verlening en de betrokkenheid van medewerkers is minister en de eurocommissaris eigenlijk niet veel meer gedaan
niet slecht. Maar de woningcorporatiesector heeft grote dan aangeven wat wel en niet tot het takenpakket van de woning-
raakvlakken met de vastgoedwereld en er spelen grote financiële corporatie behoort. De gevolgen daarentegen zijn groot: De
belangen. Dan willen er weleens integriteitkwesties spelen.’ woningmarkt zit op slot, de middeninkomens kunnen nergens
heen. Dat lijkt dan de schuld van Brussel te zijn, maar het ligt aan
ons strakke systeem van huurprijsregulering en hypotheek-
renteaftrek. En dat zijn precies de twee woorden die zo ongeveer
verboden zijn in elke politieke discussie in Nederland.’
24. 22
‘Dat de woningmarkt op slot zit, fiscaal instrument ingezet. Dit terwijl een hypotheek toch in de
eerste plaats bedoeld is om bezitsvorming te stimuleren. En bij de
is niet de schuld van Brussel’ corporatie-woningen klinkt de roep dat de huren omhoog moeten,
terwijl we tevens de hoogste netto woonlasten van Europa
hebben.
Nationaal Woonakkoord
Van der Moolen: ‘Voor het Nationaal Woonakkoord, waar Aan de andere kant hebben de corporaties de afgelopen jaren
inmiddels in de politiek voor wordt gepleit, lopen in ieder geval de geruisloos heel veel kwaliteit aan de woningen toegevoegd. Dus
financiële wereld en de woningcorporaties warm. Er moet wat de prijs-kwaliteitverhouding is zeker niet verkeerd. Maar zodra je
gebeuren. En je kunt de huur- en de koopmarkt niet los van elkaar hierover begint, krijg je meteen het verwijt dat dit bepaalde
zien. Bij de koopwoningen is de hypotheekschuld internationaal doelgroepen uit de huurwoningen verjaagt. Dit is een sterk
gezien enorm hoog en wordt de hypotheek in veel gevallen als politiek geladen discussie.’
Jan van der Moolen
25. interview 23
De politiek aarzelt uit angst voor de kiezer. Maar de burger weet Van Arum: ‘Toen in december 2008 plotseling de rente daalde,
echt wel wat er speelt en beseft ook dat er iets moet gebeuren. bleken corporaties en adviseurs onvoldoende te beseffen wat er
Ik denk dat de gemiddelde burger vooral duidelijkheid wil over de eigenlijk aan de hand was. Er was duidelijk een paniekmomentje –
huur- en koopwoningen. Nu lijkt het op een bestuurder van een ook bij ons – toen klanten plotseling geld moesten bijstorten. Niet
bedrijf die maar blijft aarzelen over de reorganisatie, terwijl de iedere klant had met deze mogelijkheid rekening gehouden. Daar
werknemers de bui allang zien hangen. Wees helder en werk met hebben we wel van geleerd. We zien hierin een opvoedende taak
lange termijnen. Als we tussen 2012 en 2025 toewerken naar een voor ons als bank weggelegd. We merken ook dat woningen-
ander systeem, dan zal dat ongetwijfeld tijdelijke effecten geven, corporaties daar vragen over stellen. Verder is het goed om de
maar op de lange termijn loop je die wel in.’ discussie te voeren of je derivaten als instrument ziet of als profit
center. Onze workshops treasury gaan hierop in. Op deze manier
Focus op woningcorporaties werken we aan het verhogen van het kennisniveau, iets waarvoor
Astrid van Arum: ‘ABN AMRO legt sinds een aantal jaren de focus vooral middelgrote woningcorporaties veel belangstelling tonen.’
nog sterker op de woningcorporaties. We vinden het belangrijk
om corporaties als klant te hebben. Enerzijds vanwege de solide Toezichthouders
structuur en de inkomsten, anderzijds omdat het een grote sector Van der Moolen: ‘Nog iets over het functioneren van toezicht-
is die in de maatschappij investeert met het oog op leefbaarheid houders bij woningcorporaties. Soms blijken toezichthouder en
en duurzaamheid. Doordat voortaan geen borging meer van bestuur hele basale punten niet goed geregeld te hebben, blijkt
toepassing is voor activiteiten die buiten het algemeen econo- uit onze onderzoeken bij woningcorporaties. Dan is er bijvoorbeeld
misch belang vallen, ontstaan er voor ABN AMRO nieuwe geen controle op vastgoedtransacties bij het Kadaster of is er
mogelijkheden. De sector zelf heeft er ook voordeel van dat geen transactielimiet vastgesteld voor een bestuurder. Deels
meerdere banken in de financieringsbehoefte kunnen voorzien en komt dat door naïviteit en denkt men: ‘Bij ons gaat het niet mis’.
er dus concurrentie ontstaan. Al zal de behoefte aan kapitaal Deels hebben betrokkenen überhaupt geen idee van wat er fout
wellicht iets dalen, woningcorporaties vormen een kapitaal- kan gaan. Dat kan natuurlijk niet. Behalve dat wij ze hierop
intensieve sector. Het afdekken van renterisico’s met behulp van aanspreken, stellen ook banken hier in toenemende mate
derivaten blijft bijvoorbeeld belangrijk voor een corporatie.’ kritische vragen over.
Van der Moolen: ‘Het hoeft voor een woningcorporatie geen
probleem te zijn zich met derivaten bezig te houden. Zolang zowel
‘Er is een duidelijke groei in de
de bestuurder als de toezichthouder maar weten waarover ze het professionaliteit van het toezicht’
hebben, dat er risico’s aan verbonden zijn. Dat is wel van belang,
want bij lange na niet alle toezichthouders weten van de hoed en
de rand wat betreft derivaten. Dat geldt ook voor de directeur. Ik Maar over het algemeen is er een duidelijke groei te zien in de
hoor nog te vaak dat een adviseur het verhaal komt uitleggen in professionaliteit van het toezicht. Het tweelagenmodel, de
de vergadering met de raad van commissarissen. scheiding tussen bestuur en toezicht, bestaat formeel pas sinds
Dan zou duidelijk moeten zijn dat de kennis ontbreekt en moet je 1993 in onze sector. Inmiddels is er volop discussie binnen de
er niet aan beginnen.’ organisaties over het toezicht. Die gesprekken gaan over vier met
elkaar samenhangende onderwerpen: de balans tussen toezicht
en bestuur, de vraag hoe een commissaris aan zijn informatie
komt, de instrumenten die beschikbaar moeten zijn voor als het
fout gaat en de manier waarop je verantwoording aflegt. Een
goede ontwikkeling wat ons betreft. Hiermee maken corporaties
zich op voor de toekomst.’
26. 24
woningcorporaties
Ongeborgd financieren heeft invloed op visie, strategie en kasstromen
Modernisering gehele woningmarkt is nodig
Focus op verlaging van de bedrijfslasten
Branchebeschrijving
De meeste huurwoningen in Nederland zijn in eigendom van woningen). Woningcorporaties houden zich ondermeer bezig met het
woningcorporaties. Ons land telt ongeveer 418 corporaties. Circa bouwen, beheren en verhuren van (huur)woningen. Maar ook met het
driekwart van de huurwoningen in Nederland en eenderde van de verbeteren van leefbaarheid en investeringen in duurzaamheid. In
totale woningmarkt is in handen van corporaties (circa 2,4 miljoen 2009 hebben de corporaties circa EUR 13,5 miljard geïnvesteerd.
Trends en ontwikkelingen
Nu de EU-beschikking een feit is, is er meer duidelijkheid ontstaan, Investeringen staan onder druk. Om de druk op de uitgaande kas-
maar ook verontwaardiging. Er komt een splitsing in borgbare en niet- stromen enigszins te verlichten, nemen corporaties actie om hun
borgbare activiteiten, waarbij het kader wordt vastgesteld middels bedrijfslasten te verlagen. Inmiddels is binnen de sector een daling
huurprijs- en inkomensgrenzen. Dit heeft effect op de visie en strategie van de bedrijfslasten te zien. Op het gebied van de renterisico’s die
van een corporatie. De vraag die een corporatie zichzelf moet stellen is: corporaties lopen is waar te nemen dat corporaties hun rente-
‘Blijf ik een ontwikkelende corporatie of word ik een beheercorporatie?’ management beter in de vingers krijgen. Het aantal corporaties dat
Het lijkt erop dat corporaties deze vraag nog even voor zich uit hebben rentederivaten heeft neemt toe, waarmee uiteindelijk een stabielere
geschoven vanwege de grote behoefte aan geborgd kapitaal eind 2010. kasstroom wordt verkregen. Een andere ontwikkeling is dat
De EU-beschikking en een aantal andere onderwerpen moeten nog in investeringen in duurzaamheid op de strategische agenda staan. Het
de te herziene woningwet worden vastgelegd, maar de tendens is verlagen van de totale woonlast voor de huurder is hierbij het uitgangs-
duidelijk. De druk op de kasstroom blijft ook dit jaar toenemen. punt, maar ook het toevoegen van waarde aan het vastgoed.
Onze visie
ABN AMRO verwacht dat corporaties door de nieuwe woningwet te ontwikkelingsactiviteiten blijven uitvoeren en andere corporaties die er
maken krijgen met splitsing van activiteiten. Borgbare activiteiten voor kiezen om zich bezig te gaan houden met beheeractiviteiten. Het
blijven binnen de toegelaten instelling. Alle overige activiteiten moeten totaal aantal corporaties blijft afnemen. De inschatting van ABN AMRO
straks in een of meerdere aparte entiteiten worden ondergebracht, is dat er op termijn circa 200 corporaties zijn. Het totaal aantal sociale
zodat de toegelaten instelling een beperkt risico loopt. Dit brengt huurwoningen neemt met de tijd ook af. Ten slotte is modernisering
tevens scheiding in funding met zich mee. Kennis binnen de eigen van de woningmarkt nodig. De woningmarkt zit op slot en voor
organisatie is door de veranderingen bijzonder belangrijk. Goed starters en middeninkomens is het lastig om een woning te vinden.
risicomanagement is dan ook noodzakelijk, hetgeen langzaam terrein Diverse maatregelen worden genomen of zijn in voorbereiding, maar
wint in de sector. Voorts blijven de kasstromen onder druk staan. De een integrale oplossing voor het woningmarktprobleem is er
verwachting is dat dit blijft, zeker zolang de verkopen stagneren en de vooralsnog niet.
overheid moet bezuinigen. Op termijn ontstaan er corporaties die
Kerngegevens Websites
Aantal woningcorporaties: 418 Investeringen: EUR 13,5 mrd www.aedesnet.nl
Aantal woningen: 2,4 mln Gemiddelde ICR: 1,5 www.cfv.nl
Aantal medewerkers: 28.000 Gemiddelde maandhuur: EUR 411 www.wsw.nl
Aantal nieuwe huurwoningen: 31.500 Energiebesparende maatregelen: EUR 220 mln www.abnamro.nl/woningcorporaties