5. Ondersteuningsaanbod via Wikiwijs en IPVO Cometentieprofiel ADEF Afspraken met Elo-producenten Aanbod open auteurstool Programma administratieve keten Onderzoek eerlijnplanners Edurep Entree Standaarden czp en scorm Edupoort/eduroute Keuze CC-by Open leermiddelenbank Commercieel aanbod Open en gesloten
22. Wat is Wikiwijs? Wikiwijs wordt in Nederland een plek op internet waar elke leraar leermateriaal kan vinden, gebruiken en aanpassen, van basis- tot universitair onderwijs. Je kunt ook leermateriaal zelf ontwikkelen, bewaren en delen met collega's. Wikiwijs is een platform waar leraren kennis over en ervaringen met open leermateriaal kunnen uitwisselen en zo nodig professionele ondersteuning vinden.
36. Uitwisselbaar leermateriaal Standaarden: IMS QTI voor toetsen LOM voor metadata SCORM voor leerobjecten Een (SCORM) pakketje met verschillende onderdelen..
03 Leerobjecten in niveaus. Leerobjecten zijn er in verschillende soorten. Een van de labels die je aan een leerobject kunt vastmaken is de indeling naar soort leerobject. Dit is een van de labels uit een internationale lijst van labels die ook in Nederland wordt gebruikt en waarin gesproken wordt van niveaus van aggregatie. Er worden vier niveaus gebruikt: (Animatie 1) Niveau 1: Fragment Voorbeeld: (Animatie 2) afbeelding van de Eifeltoren waarbij het voor de kijker nog niet duidelijk is in welke context deze afbeelding bekeken moet worden: Toerisme in Parijs, Staalconstructies, Wereldtentoonstellingen. Een ander voorbeeld is een tekst (Animatie 3) over de gebruikte technieken bij de bouw van de Eifeltoren. Met andere woorden er is nog geen inhoudelijke context aangebracht. Ook is nog niet duidelijk wat de kijker in het kader van zijn/haar leren met het fragment moet gaan doen. (Animatie 4, Animatie 5) Niveau 2: Informatie-object of toets. Voorbeeld: tekst over staalconstructies met een afbeelding van de Eifeltoren, die genoemd wordt als voorbeeld van een constructie. Er is dus een inhoudelijke context aangebracht. Er is nog geen didactische/leercontext toegevoegd. Er is vaak sprake van meer onderdelen (fragmenten of andere informatie-objecten) die met elkaar zijn samengevoegd. (Animatie 6, Animatie 7) (Animatie 8, Animatie 9) Niveau 3: Leereenheid. Voorbeeld: de toepassing van een didactisch model met daarin een duidelijke leersturing over staalconstructies. Er is dus een inhoudelijke context aangebracht. Er is nu ook didactische/leercontext toegevoegd. Ook hier is weer sprake van meer verschillende onderdelen (meestal verschillende leerobjecten van niveau 2) (Animatie 10) met een duidelijke sturing door het materiaal. Die overigens ook kan bestaan uit een aantal open opdrachten gecombineerd met een aantal bronnen (informatie-objecten) die moeten leiden tot een leerproduct. De leersturing kan dus heel verschillende vormen aannemen en hoeft zeker niet alleen lineair te zijn. (Animatie 11) Niveau 4: Cursus of een eenheid die leidt tot een certificaat. Cursus Constructies in de bouw die afgesloten wordt met een door de branche erkend certificaat waarin een onderdeel is opgenomen over staalconstructies Er is een bepaalde volgorde gehanteerd. De cursus leidt via een vorm van assessment of examen tot een certificaat. Uiteraard ook hier opgebouwd uit verschillende onderdelen vaak van niveau 3. (Animatie 12)