SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  40
17 okt 2013
1
Rijnsburg
het voorgaande:
Melchisedek voor het eerst ter sprake in
5:6 en 5:10

door God aangesproken als hogepriester
naar de ordening van MELCHISEDEK.
11 Hierover hebben wij veel te zeggen,
maar het is moeilijk uit te leggen,
omdat gij traag zijt geworden in het horen.
10

2
het voorgaande:
... en vervolgens in 6:20
... dat reikt tot binnen het voorhangsel,
20 waarheen Jezus voor ons
als voorloper is binnengegaan
naar de ordening van MELCHISEDEK
hogepriester geworden tot in de eeuw.
19

3
Hebreeën 7

Want deze Melchisedek,
koning van Salem,
priester van de allerhoogste God,
die Abraham bij zijn terugkeer
na het verslaan van de koningen
tegemoet kwam
en hem zegende,
1

4
Hebreeën 7

Want deze Melchisedek,
koning van Salem,
priester van de allerhoogste God,
die Abraham bij zijn terugkeer
na het verslaan van de koningen
tegemoet kwam
en hem zegende,
1

5
Een lied. God is bekend in Juda,
zijn naam is groot in Israel;
3 in SALEM was immers zijn tent, |
en op Sion zijn woning;
2

Psalm 76

6
Hebreeën 7

Want deze Melchisedek,
koning van Salem,
priester van de allerhoogste God,
die Abraham bij zijn terugkeer
na het verslaan van de koningen
tegemoet kwam
en hem zegende,
1

7
Sion heeft het gehoord
en zich verheugd,
de dochters van Juda hebben gejuicht
om uw gerichten, o HERE.
9 Want Gij, HERE,
zijt de ALLERHOOGSTE over de ganse aarde,
Gij zijt zeer hoog verheven
boven alle goden.
8

Psalm 97

8
Hebreeën 7

Want deze Melchisedek,
koning van Salem,
priester van de allerhoogste God,
die Abraham bij zijn terugkeer
na het verslaan van de koningen
tegemoet kwam
en hem zegende,
1

9
Hebreeën 7

Want deze Melchisedek,
koning van Salem,
priester van de allerhoogste God,
die Abraham bij zijn terugkeer
na het verslaan van de koningen
tegemoet kwam
en hem zegende,
1

10
En Melchisedek,
de koning van Salem,
bracht brood en wijn;
hij nu was een priester van God,
de Allerhoogste.
19 En hij zegende hem
en zeide: Gezegend zij Abram door God,
de Allerhoogste,
de Schepper van hemel en aarde,
20 en geprezen zij God, de Allerhoogste,
die uw vijanden
in uw macht heeft overgeleverd.
En hij gaf hem van alles de tienden.
18

Genesis 14

11
Hebreeën 7

aan wie ook Abraham
een tiende van alles gegeven heeft,
is vooreerst,
volgens de uitlegging van zijn naam:
koning der gerechtigheid,
vervolgens ook:
koning van Salem,
dat is: koning des vredes;
2

12
Hebreeën 7

aan wie ook Abraham
een tiende van alles gegeven heeft,
is vooreerst,
volgens de uitlegging van zijn naam:
koning der gerechtigheid,
vervolgens ook:
koning van Salem,
dat is: koning des vredes;
2

13
Hebreeën 7

aan wie ook Abraham
een tiende van alles gegeven heeft,
is vooreerst,
volgens de uitlegging van zijn naam:
koning der gerechtigheid,
vervolgens ook:
koning van Salem,
dat is: koning des vredes;
2

14
Hebreeën 7

aan wie ook Abraham
een tiende van alles gegeven heeft,
is vooreerst,
volgens de uitlegging van zijn naam:
koning der gerechtigheid,
vervolgens ook:
koning van Salem,
dat is: koning des vredes;
2

15
Hebreeën 7

zonder vader,
zonder moeder,
zonder geslachtsregister,
zonder begin van dagen
of einde des levens,
en, aan de Zoon van God gelijkgesteld,
blijft hij priester voor altoos.
3

16
Hebreeën 7

zonder vader,
zonder moeder,
zonder geslachtsregister,
zonder begin van dagen
of einde des levens,
en, aan de Zoon van God gelijkgesteld,
blijft hij priester voor altoos.
3

17
Hebreeën 7

zonder vader,
zonder moeder,
zonder geslachtsregister,
zonder begin van dagen
of einde des levens,
en, aan de Zoon van God gelijkgesteld,
blijft hij priester voor altoos.
3

18
Hebreeën 7

Merkt dan op, hoe groot deze is,
aan wie de aartsvader Abraham
een tiende gegeven heeft
van het beste van de buit.
4

19
Hebreeën 7

Merkt dan op, hoe groot deze is,
aan wie de aartsvader Abraham
een tiende gegeven heeft
van het beste van de buit.
4

20
Hebreeën 7

Nu hebben zij,
die uit de zonen van Levi
het priesterambt verkrijgen,
volgens de wet wel de opdracht
tienden te heffen
van het volk, dat is, van hun broeders,
hoewel dezen uit de lendenen
van Abraham zijn voortgekomen;
5

21
Hebreeën 7

Nu hebben zij,
die uit de zonen van Levi
het priesterambt verkrijgen,
volgens de wet wel de opdracht
tienden te heffen
van het volk, dat is, van hun broeders,
hoewel dezen uit de lendenen
van Abraham zijn voortgekomen;
5

22
Hebreeën 7

Nu hebben zij,
die uit de zonen van Levi
het priesterambt verkrijgen,
volgens de wet wel de opdracht
tienden te heffen
van het volk, dat is, van hun broeders,
hoewel dezen uit de lendenen
van Abraham zijn voortgekomen;
5

23
Hebreeën 7

maar hij,
die zich niet tot hun geslacht kon rekenen,
heeft van Abraham tienden genomen
en een zegen gegeven
aan de drager der beloften.
6

24
Hebreeën 7

maar hij,
die zich niet tot hun geslacht kon rekenen,
heeft van Abraham tienden genomen
en een zegen gegeven
aan de drager der beloften.
6

25
Hebreeën 7

Nu is het onwedersprekelijk,
dat het mindere door het meerdere
wordt gezegend.
7

26
Hebreeën 7

En hier ontvangen sterfelijke mensen tienden,
doch daar iemand,
van wie wordt getuigd, dat hij leeft.
8

27
Hebreeën 7

Ja, om zo te zeggen,
is zelfs Levi, die tienden heft,
door Abraham aan het tiendrecht
van een ander onderworpen,
9

28
Hebreeën 7

want hij was nog
in de lendenen van zijn vader,
toen Melchisedek deze tegemoet kwam.
10

29
Hebreeën 7

Indien nu het Levitische priesterschap
het volmaakte gebracht had
(immers, daaronder
heeft het volk de wet ontvangen),
waarom was het dan nog nodig,
dat een andere priester naar de ordening van
Melchisedek opstond,
van wie niet gezegd werd,
dat hij naar de ordening van Aaron is?
11

30
Hebreeën 7

Indien nu het Levitische priesterschap
het volmaakte gebracht had
(immers, daaronder
heeft het volk de wet ontvangen),
waarom was het dan nog nodig,
dat een andere priester naar de ordening van
Melchisedek opstond,
van wie niet gezegd werd,
dat hij naar de ordening van Aaron is?
11

31
Hebreeën 7

Indien nu het Levitische priesterschap
het volmaakte gebracht had
(immers, daaronder
heeft het volk de wet ontvangen),
waarom was het dan nog nodig,
dat een andere priester naar de ordening van
Melchisedek opstond,
van wie niet gezegd werd,
dat hij naar de ordening van Aaron is?
11

32
Hebreeën 7

Indien nu het Levitische priesterschap
het volmaakte gebracht had
(immers, daaronder
heeft het volk de wet ontvangen),
waarom was het dan nog nodig,
dat een andere priester naar de ordening van
Melchisedek opstond,
van wie niet gezegd werd,
dat hij naar de ordening van Aaron is?
11

33
Hebreeën 7

Want uit een verandering van priesterschap
volgt noodzakelijk ook een verandering van wet.
12

34
Hebreeën 7

Want Hij, van wie aldus wordt gesproken,
heeft behoord tot een andere stam,
waaruit niemand met het altaar te doen had:
13

35
Hebreeën 7

het is immers duidelijk,
dat onze Here uit Juda is gesproten,
ten aanzien van welke stam
Mozes met geen woord
van priesters gerept heeft.
14

36
Hebreeën 7

het is immers duidelijk,
dat onze Here uit Juda is gesproten,
ten aanzien van welke stam
Mozes met geen woord
van priesters gerept heeft.
14

37
Hebreeën 7

En nog veel duidelijker wordt het,
als naar het evenbeeld van Melchisedek
een andere priester opstaat,
15

38
Hebreeën 7

die dit niet geworden is
krachtens een wet met een voorschrift
betreffende vleselijke afkomst,
maar krachtens een onvernietigbaar leven.
16

39
Hebreeën 7

die dit niet geworden is
krachtens een wet met een voorschrift
betreffende vleselijke afkomst,
maar krachtens een onvernietigbaar leven.
16

40

Contenu connexe

Tendances

Tendances (20)

Hebreeen studie 26
Hebreeen studie 26Hebreeen studie 26
Hebreeen studie 26
 
Hebreeen 17
Hebreeen 17Hebreeen 17
Hebreeen 17
 
Hebreeen 10
Hebreeen 10Hebreeen 10
Hebreeen 10
 
Hebreeen 2
Hebreeen 2Hebreeen 2
Hebreeen 2
 
Hebreeen studie 29
Hebreeen studie 29Hebreeen studie 29
Hebreeen studie 29
 
Hebreeen 5
Hebreeen 5Hebreeen 5
Hebreeen 5
 
Hebreeen studie 30
Hebreeen studie 30Hebreeen studie 30
Hebreeen studie 30
 
Hebreeen studie 27
Hebreeen studie 27Hebreeen studie 27
Hebreeen studie 27
 
Hebreeen studie 21
Hebreeen studie 21Hebreeen studie 21
Hebreeen studie 21
 
Hebreeen 3
Hebreeen 3Hebreeen 3
Hebreeen 3
 
Hebreeen studie 20
Hebreeen studie 20Hebreeen studie 20
Hebreeen studie 20
 
Hebreeen studie 28 (hfst.13)
Hebreeen studie 28 (hfst.13)Hebreeen studie 28 (hfst.13)
Hebreeen studie 28 (hfst.13)
 
Hebreeen 6
Hebreeen 6Hebreeen 6
Hebreeen 6
 
Hebreeen 9
Hebreeen 9Hebreeen 9
Hebreeen 9
 
Hebreeen 7
Hebreeen 7Hebreeen 7
Hebreeen 7
 
Hebreeen 4
Hebreeen 4Hebreeen 4
Hebreeen 4
 
Hebreeen studie 22
Hebreeen studie 22Hebreeen studie 22
Hebreeen studie 22
 
Hebreeen studie 24
Hebreeen studie 24Hebreeen studie 24
Hebreeen studie 24
 
Hebreeen studie 23
Hebreeen studie 23Hebreeen studie 23
Hebreeen studie 23
 
Paulus & de verbonden (2)
Paulus & de verbonden (2)Paulus & de verbonden (2)
Paulus & de verbonden (2)
 

En vedette

Hebreeen studie 25
Hebreeen studie 25Hebreeen studie 25
Hebreeen studie 25André Piet
 
Reken maar (3)
Reken maar (3)Reken maar (3)
Reken maar (3)Andre Piet
 
Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Andre Piet
 
Reken maar deel 8
Reken maar deel 8Reken maar deel 8
Reken maar deel 8goedbericht
 
Reken maar - deel 5
Reken maar - deel 5Reken maar - deel 5
Reken maar - deel 5Andre Piet
 
Reken maar, studie 10
Reken maar, studie 10Reken maar, studie 10
Reken maar, studie 10goedbericht
 
Reken maar (deel 2)
Reken maar (deel 2)Reken maar (deel 2)
Reken maar (deel 2)Andre Piet
 
Reken maar studie 9
Reken maar studie 9Reken maar studie 9
Reken maar studie 9goedbericht
 
Reken maar - studie 11
Reken maar - studie 11Reken maar - studie 11
Reken maar - studie 11goedbericht
 
Reken maar (1)
Reken maar (1)Reken maar (1)
Reken maar (1)Andre Piet
 

En vedette (12)

Hebreeen studie 25
Hebreeen studie 25Hebreeen studie 25
Hebreeen studie 25
 
Reken maar (3)
Reken maar (3)Reken maar (3)
Reken maar (3)
 
Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4
 
Reken maar deel 8
Reken maar deel 8Reken maar deel 8
Reken maar deel 8
 
Reken maar - deel 5
Reken maar - deel 5Reken maar - deel 5
Reken maar - deel 5
 
Reken maar 7
Reken maar 7Reken maar 7
Reken maar 7
 
Reken maar, studie 10
Reken maar, studie 10Reken maar, studie 10
Reken maar, studie 10
 
Reken maar (deel 2)
Reken maar (deel 2)Reken maar (deel 2)
Reken maar (deel 2)
 
Reken maar 6
Reken maar 6Reken maar 6
Reken maar 6
 
Reken maar studie 9
Reken maar studie 9Reken maar studie 9
Reken maar studie 9
 
Reken maar - studie 11
Reken maar - studie 11Reken maar - studie 11
Reken maar - studie 11
 
Reken maar (1)
Reken maar (1)Reken maar (1)
Reken maar (1)
 

Similaire à Hebreeen 12

Psalm 110 deel 3
Psalm 110 deel 3Psalm 110 deel 3
Psalm 110 deel 3goedbericht
 
Kores moet de tempel herbouwen
Kores moet de tempel herbouwenKores moet de tempel herbouwen
Kores moet de tempel herbouwengoedbericht
 
de man Gods uit Juda (i)
de man Gods uit Juda (i)de man Gods uit Juda (i)
de man Gods uit Juda (i)goedbericht
 
Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Andre Piet
 
Openb50 dg11022020
Openb50 dg11022020Openb50 dg11022020
Openb50 dg11022020dgorter
 
De Gelijkenis van de Ponden en/of Talenten
De Gelijkenis van de Ponden en/of TalentenDe Gelijkenis van de Ponden en/of Talenten
De Gelijkenis van de Ponden en/of Talentenvader Jakob
 
vanwaar haalde Abraham de mosterd?
vanwaar haalde Abraham de mosterd?vanwaar haalde Abraham de mosterd?
vanwaar haalde Abraham de mosterd?goedbericht
 
Is God hardhorend?
Is God hardhorend?Is God hardhorend?
Is God hardhorend?peterh
 

Similaire à Hebreeen 12 (14)

Psalm 110 deel 3
Psalm 110 deel 3Psalm 110 deel 3
Psalm 110 deel 3
 
Melchizedek
MelchizedekMelchizedek
Melchizedek
 
Hebreeen 5
Hebreeen 5Hebreeen 5
Hebreeen 5
 
Openbaring 37
Openbaring 37Openbaring 37
Openbaring 37
 
Tijdlijn 5
Tijdlijn 5Tijdlijn 5
Tijdlijn 5
 
Kores moet de tempel herbouwen
Kores moet de tempel herbouwenKores moet de tempel herbouwen
Kores moet de tempel herbouwen
 
Openbaring 35
Openbaring 35Openbaring 35
Openbaring 35
 
de man Gods uit Juda (i)
de man Gods uit Juda (i)de man Gods uit Juda (i)
de man Gods uit Juda (i)
 
Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4Reken maar - deel 4
Reken maar - deel 4
 
Jefta 2
Jefta 2Jefta 2
Jefta 2
 
Openb50 dg11022020
Openb50 dg11022020Openb50 dg11022020
Openb50 dg11022020
 
De Gelijkenis van de Ponden en/of Talenten
De Gelijkenis van de Ponden en/of TalentenDe Gelijkenis van de Ponden en/of Talenten
De Gelijkenis van de Ponden en/of Talenten
 
vanwaar haalde Abraham de mosterd?
vanwaar haalde Abraham de mosterd?vanwaar haalde Abraham de mosterd?
vanwaar haalde Abraham de mosterd?
 
Is God hardhorend?
Is God hardhorend?Is God hardhorend?
Is God hardhorend?
 

Plus de André Piet

Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?André Piet
 
Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17André Piet
 
Evangelie van mij
Evangelie van mijEvangelie van mij
Evangelie van mijAndré Piet
 
als muziek in de oren
als muziek in de orenals muziek in de oren
als muziek in de orenAndré Piet
 
Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8André Piet
 
slaaf van Christus
slaaf van Christusslaaf van Christus
slaaf van ChristusAndré Piet
 
Johannes studie 1
Johannes studie 1Johannes studie 1
Johannes studie 1André Piet
 
het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)André Piet
 
Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1André Piet
 
het zaad van abraham
het zaad van abrahamhet zaad van abraham
het zaad van abrahamAndré Piet
 
Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6André Piet
 

Plus de André Piet (20)

Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?
 
Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17
 
Evangelie van mij
Evangelie van mijEvangelie van mij
Evangelie van mij
 
als muziek in de oren
als muziek in de orenals muziek in de oren
als muziek in de oren
 
Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8
 
slaaf van Christus
slaaf van Christusslaaf van Christus
slaaf van Christus
 
Johannes studie 1
Johannes studie 1Johannes studie 1
Johannes studie 1
 
Onvergeeflijk?
Onvergeeflijk?Onvergeeflijk?
Onvergeeflijk?
 
het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)
 
Mefiboset
MefibosetMefiboset
Mefiboset
 
Voetsporen 7
Voetsporen 7Voetsporen 7
Voetsporen 7
 
Effata
EffataEffata
Effata
 
Korinthe 38
Korinthe 38Korinthe 38
Korinthe 38
 
dag Dagon!
dag Dagon!dag Dagon!
dag Dagon!
 
Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1
 
het zaad van abraham
het zaad van abrahamhet zaad van abraham
het zaad van abraham
 
Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6
 
Woord andre
Woord andreWoord andre
Woord andre
 
Woord - Gerard
Woord - GerardWoord - Gerard
Woord - Gerard
 
Woord goswin
Woord goswinWoord goswin
Woord goswin
 

Hebreeen 12

  • 2. het voorgaande: Melchisedek voor het eerst ter sprake in 5:6 en 5:10 door God aangesproken als hogepriester naar de ordening van MELCHISEDEK. 11 Hierover hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij traag zijt geworden in het horen. 10 2
  • 3. het voorgaande: ... en vervolgens in 6:20 ... dat reikt tot binnen het voorhangsel, 20 waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan naar de ordening van MELCHISEDEK hogepriester geworden tot in de eeuw. 19 3
  • 4. Hebreeën 7 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, 1 4
  • 5. Hebreeën 7 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, 1 5
  • 6. Een lied. God is bekend in Juda, zijn naam is groot in Israel; 3 in SALEM was immers zijn tent, | en op Sion zijn woning; 2 Psalm 76 6
  • 7. Hebreeën 7 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, 1 7
  • 8. Sion heeft het gehoord en zich verheugd, de dochters van Juda hebben gejuicht om uw gerichten, o HERE. 9 Want Gij, HERE, zijt de ALLERHOOGSTE over de ganse aarde, Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden. 8 Psalm 97 8
  • 9. Hebreeën 7 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, 1 9
  • 10. Hebreeën 7 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende, 1 10
  • 11. En Melchisedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij nu was een priester van God, de Allerhoogste. 19 En hij zegende hem en zeide: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, 20 en geprezen zij God, de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft overgeleverd. En hij gaf hem van alles de tienden. 18 Genesis 14 11
  • 12. Hebreeën 7 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes; 2 12
  • 13. Hebreeën 7 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes; 2 13
  • 14. Hebreeën 7 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes; 2 14
  • 15. Hebreeën 7 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging van zijn naam: koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes; 2 15
  • 16. Hebreeën 7 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos. 3 16
  • 17. Hebreeën 7 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos. 3 17
  • 18. Hebreeën 7 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos. 3 18
  • 19. Hebreeën 7 Merkt dan op, hoe groot deze is, aan wie de aartsvader Abraham een tiende gegeven heeft van het beste van de buit. 4 19
  • 20. Hebreeën 7 Merkt dan op, hoe groot deze is, aan wie de aartsvader Abraham een tiende gegeven heeft van het beste van de buit. 4 20
  • 21. Hebreeën 7 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen; 5 21
  • 22. Hebreeën 7 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen; 5 22
  • 23. Hebreeën 7 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen; 5 23
  • 24. Hebreeën 7 maar hij, die zich niet tot hun geslacht kon rekenen, heeft van Abraham tienden genomen en een zegen gegeven aan de drager der beloften. 6 24
  • 25. Hebreeën 7 maar hij, die zich niet tot hun geslacht kon rekenen, heeft van Abraham tienden genomen en een zegen gegeven aan de drager der beloften. 6 25
  • 26. Hebreeën 7 Nu is het onwedersprekelijk, dat het mindere door het meerdere wordt gezegend. 7 26
  • 27. Hebreeën 7 En hier ontvangen sterfelijke mensen tienden, doch daar iemand, van wie wordt getuigd, dat hij leeft. 8 27
  • 28. Hebreeën 7 Ja, om zo te zeggen, is zelfs Levi, die tienden heft, door Abraham aan het tiendrecht van een ander onderworpen, 9 28
  • 29. Hebreeën 7 want hij was nog in de lendenen van zijn vader, toen Melchisedek deze tegemoet kwam. 10 29
  • 30. Hebreeën 7 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is? 11 30
  • 31. Hebreeën 7 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is? 11 31
  • 32. Hebreeën 7 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is? 11 32
  • 33. Hebreeën 7 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is? 11 33
  • 34. Hebreeën 7 Want uit een verandering van priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet. 12 34
  • 35. Hebreeën 7 Want Hij, van wie aldus wordt gesproken, heeft behoord tot een andere stam, waaruit niemand met het altaar te doen had: 13 35
  • 36. Hebreeën 7 het is immers duidelijk, dat onze Here uit Juda is gesproten, ten aanzien van welke stam Mozes met geen woord van priesters gerept heeft. 14 36
  • 37. Hebreeën 7 het is immers duidelijk, dat onze Here uit Juda is gesproten, ten aanzien van welke stam Mozes met geen woord van priesters gerept heeft. 14 37
  • 38. Hebreeën 7 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat, 15 38
  • 39. Hebreeën 7 die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven. 16 39
  • 40. Hebreeën 7 die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven. 16 40