2. -t of –d?
• Zwakke werkwoorden!
• Vooral lastig bij het voltooid deelwoord:
• Ik heb gewerkt
• We hebben ons goed verzekerd.
3. ‘t kofschip
• ‘t k o f s ch i p
• Waarop eindigt de stam van het werkwoord?
• Een van de medeklinkers uit ‘t kofschip => +t
• Anders => +d
• Werken
• Werken
• gewerkt
6. Nog een stapje verder…
• Engelse werkwoorden die zijn
‘vernederlandst’:
• Coachen -> gecoacht
• Relaxen -> gerelaxt (en dus niet gerelaxed)
7. Ook hiervoor geldt…
• Je doet het vaak automatisch goed.
• Maar bij twijfel: kijk naar de regel (en niet
naar spellingschecker)
• Want weet je nog?
• Gebeverontherover
• Woorden die beginnen met ge, be, her, ont,
her en over schrijf je vaak ook met t.
8. Voorbeeldje
• Hij behandelt – hij heeft behandeld
• Hij verhuist – hij is verhuisd
• Zij herkent hem – zij heeft hem herkend
• Enz…
• Wees gewoon op je hoede bij
gebeverontherover.
9. Even proberen (pak de smartphone)
• https://www.mentimeter.com/p/802fbf8ac87
b