1. De brief
1. Hoe richt je je tot de lezer?
- u of ik?
- afstand?
- u of jij?
- aanspreking en afsluiting
- gebiedende wijs en vraagzinnen
- modale woorden
- formele en informele woorden
- moeilijke woorden
- lijdende vorm (worden) en men
- verpersoonlijking
2. Doelgericht schrijven
2. 2. Onderdelen van de brief
- briefhoofd
- adressering
- kenmerken en datum
- onderwerp
- aanhef
- briefkern
- slotformule en ondertekening
- bijlagen en kopie
Oefening: duid de verschillende delen van de brief
aan in het voorbeeld
3. Levendigheid: let op taal en stijl
- afwisselende woordkeus
- afwisselende zinsbouw: kort en lang, inversie,
vraagzinnen (met mate), voorbeelden
4. Oefeningen
1. informatieve brief aan ouders
wie? jeugdwerker gemeente
wat? naschoolse sportactviteiten in de gemeenteschool
wanneer? dinsdag en donderdag van 16.00 – 17.00, vanaf
5-11-2012
voor wie? alle leerlingen van de lagere school
waar? sportzaal lagere school
deelname? gratis
2. klachtenbrief
wie? medewerker integratiecentrum
wat? laattijdige levering folders integratiecentrum
wanneer? 1 dag te laat
3. vragen om informatie
wie? provinciale jeugddienst
wat? opleiding jeugdconsulent
5. 6. Taal en stijl in brieven blz. 125
Lees grondig het stukje over taal en stijl in brieven. Maak
vervolgens de oefening
6. Oefening:de brief
- Lees blz. 102 -137 grondig door en voer de opdracht uit.
- Opdracht: je werkt op de jeugddienst Vleugel F van de
stad Leuven. Je wil het jongerenprogramma van de
Grabbelpas voor het voorjaar van 2013 bekend maken.
Deze brochure wil je naar de ouders sturen wiens kinderen
al eerder deelnamen aan de activiteiten van Vleugel F.
Schrijf de begeleidende brief. Een voorbeeld van de
brochure vind je hier.
- Wees enthousiast, helder en lezergericht. Overloop de
controlelijst op blz. 135 als je brief af is.
7. De e-mail
1. Lezer en doel
2. Onderdelen van de e-mail
- adressering en onderwerp
- aanhef
- kern
- afsluiting
3. Doelgericht schrijven
8. Het vergaderverslag
1. Lezer en doel
- nut
2. Soorten vergaderverslagen
- uitvoerig
- beknopt
- besluiten/actielijst
Informeer naar het type verslag
10. Opbouw van een vergaderverslag
1. Globale structuur
1. opening
2. mededelingen
3. vaststellen van de agenda
4. goedkeuring verslag vorige vergadering
5. binnengekomen (en verzonden stukken)
6. variabel agendapunt 1
7. variabel agendapunt 2 enz.
8. W.v.t.t.k.
9. Rondvraag
10. Sluiting of volgende vergadering
zie voorbeeld pag. 150
2. Indeling van de agendapunten en doe-agenda
11. Vormgeving van een vergaderverslag
1. Kop van het verslag
2. Titels en kopjes
3. Alinea’s
4. Witruimte
5. Markeren
6. Besluiten/afspraken
zie voorbeeld pag. 161
12. Taal en stijl
1. Derde persoon van de tegenwoordige tijd
De vergadering keurt het verslag goed.
2. Precies en beknopt
3. Objectief
4. Lezergericht
5. Verwijswoorden
6. Korte zinnen
7. Actief
13. Oefening
De school heeft besloten om de buitenlandse stage vanaf
nu verplicht te maken. Dat betekent dat iedere cursist
minsten 2 weken in het buitenland stage zal moeten lopen.
Je maakt deel uit van een testgroep die het voorstel voor
het eerst te horen krijgt. De helft van de cursisten neemt
deel aan de vergadering, de andere helft notuleert.