3. Overzicht boek Richteren:
1:1-2:5 Israël en de volkeren. Aanvallen.
2:6-8:35 Regering, bestuur
9:1-57 Interne wanordelijkheden
10:1-16:31 Regering, bestuur
17:1-18:31 Israël en de volkeren. Aanvallen.
19:1-21:25 Interne wanordelijkheden
4. Tijd van het boek Richteren:
Vanaf de verovering van Kanaän
tot de troonsbestijging van de koning.
5.
6. Overzicht Richteren 6:1-10
1- doen wat kwaad is in ogen van Jahweh
-1- verdrukker
-1 dienstbaarheid / slavernij (7 jaar)
2-6 verdrukking
-6-10 berouw over het kwaad
7. God geeft richters zodra
Israël de Naam van
Jahweh aanroept Richteren 6:7-10
Enkelingen, individuele mensen,
in deze tijd: Paulus
8. de tijd van Richteren en onze tijd:
- geen openbaar koninkrijk
- geen zichtbare koning
- God verbergt Zijn aangezicht
- wel verlost, nog niet gevestigd
9. tijd van Richteren onze tijd
wel verlost, nog niet gevestigd:
-Israël , toen in Kanaän – vijanden rondom
- Lichaam van Christus, wel verlost - nog niet
in de hemelen, vijanden rondom
10. Vijanden van Israël:
- Midianieten
- Amalekieten
- zonen van het oosten
- Gaza
- Amorieten
12. Midian: strijd, twist
Israël: geen vermenging met de volkeren
rondom, niet opgaan in de anderen
verleiding door Bileam
Bileamsloon (Judas:11 en 2 Petrus 2:15)
13. Maar de zonen van Israël deden wat
kwaad was in de ogen van Jahweh.
Toen gaf Jahweh hen over in de hand van
Midian, zeven jaar. Richteren 6:1
14. 1. Midian: strijd, twist
Ekklesia – lichaam van Christus:
geen vermenging met de wereld
niet opgaan in anderen
geen wereldse principes overnemen
(vorm van kwaad)
2 Corinthiërs 6:14-21
16. Want het
gebeurde, telkens als
Israël gezaaid had, dat
Midian optrok. Ook
Amalek en de zonen
van het oosten trokken
tegen hen op. (vers 3)
17. 2. Amalekieten
Amalek = volk dat uitput
de natuurlijke mens, uit het stof
geformeerd – hoort bij de aarde,
is de ene kant van het leven
18. Strijd:
oprechte gelovige van Israël: verwacht het
van God – geestelijke mens
Amalekiet wil het zelf doen (eigen inspan-
ning) – zielse, vleselijke mens
20. Dan sloegen zij hun kamp tegen hen op
en deden de opbrengst van het land
teniet, tot waar men bij Gaza komt.
En zij lieten in Israël niets over om van te
leven: geen schaap, geen rund en geen
ezel. Richteren 6:4
26. Amorieten
- 5 koningen van de Amorieten
- goden van de Amorieten (Baäl, Astarte)
- geestelijke machten van de oorsprong
de gelovige van nu geestelijke ‘strijd’
27. geestelijke ‘strijd’:
strategieën van de tegenwerker
geen worsteling met bloed en vlees
maar standhouden tegen:
de soevereiniteiten
de gevolmachtigden
de wereldmachten van deze duisternis
geestelijke machten van de boosheid
te midden van de hemelingen