2. 1:1-6 Evangelie bekendgemaakt, rechtvaardiging
1:7 Groeten - kort
1:8-9 Gebed
1:10-13 Voorgenomen reis
1:14-17 Vorige bediening
1:18-3:20 Gedrag van de mensheid
3:21-4:25 Rechtvaardiging
5:1-8:30 Verzoening
8:31-39 Gods soevereiniteit - individueel
9:1-29 Gods soevereiniteit – nationaal
9:30-10:21 Rechtvaardiging
11:1-36 Verzoening
12:1-15:7 Gedrag van de heiligen
15:8-21 Vorige bediening
15:22-29 Voorgenomen reis
15:30-33 Gebed
16:1-23 Groeten – uitgebreid
16:25-27 Evangelie verborgen - verzoening
3. Structuur Romeinen 8
1-4 geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn
5-11 de geest van God in ons leidt
12-26 de geest van het zoonschap in ons getuigt
28-39 geen scheiding van de liefde van God in Christus Jezus
6. En op dezelfde manier komt ook de geest onze
zwakheden te hulp 8:26
Zwakheden : zonde, pijn,
sterfelijkheid, ziekte, dood
genade : de geest van Christus, komt ons te hulp
bij het zuchten en vooral: gebed.
Lucas 10:40
7. Romeinen 8:17-39:
door lijden heen naar heerlijkheid
wij zuchten,
pijn
zoon-plaatsing
2 x krachtige steun: onze verwachting en de geest
8. want wat wij zouden bidden, in overeenstemming
met wat moet zijn, weten wij niet; de geest zelf
echter pleit voor ons met onuitgesproken
(ver)zucht(ing)en. 8:26b
toekomst
Waarom bidden als alles toch Gods plan is?
9. En Hij die de harten doorzoekt, weet wat de
gezindheid van de geest is, omdat Hij naar de wil
van God voor de heiligen pleit. 8:27
1 Samuël 16:7
Psalm 7:10
Spreuken 15:11
1 Kronieken 28:9
2 Kronieken 6:30
Lucas 16:15
Handelingen 1:24
10. Wij weten nu, dat voor hen die God liefhebben, God
alles samenwerkt nbtot het goede, voor hen die
overeenstemming met het voornemen geroepen zijn
8:28
11. hen die geroepen zijn:
God kent tevoren
Hij bestemt tevoren
Hij roept
Hij rechtvaardigt
Hij verheerlijkt
Romeinen 8:29,30
12. Wat dan, zullen wij nttot deze dingen uitspreken?
Indien .God bvvoor ons is, wiwat zal tegen ons zijn?
God is voor ons, wij zijn in Zijn hart
* Werkt alles samen tot het goede
* Vers 28-30 en de rest van Romeinen
13. God was voor Jozef
•Jakob stuurde hem naar
zijn broers, die waren
niet in Sichem, maar in
Dothan!
Zijn broers waren jaloers op
hem, maar zijn vader be-
waarde het woord (CV)
Genesis 37:11
14. God was voor Jozef
Ruben hoorde dat en wilde hem uit hun hand redden.
Ruben zei ook tegen hen: Vergiet geen bloed; gooi
hem in deze put die in de woestijn is, en sla niet de
hand aan hem om hem uit hun hand te redden en
hem naar zijn vader terug te brengen.
Genesis 37:21,22
15. God was voor Jozef
Idee van Ruben was niet naar Gods plan.
God gaf Juda in het hart Jozef
te verkopen voor 20 zilverstukken Genesis 37:26-28
16. Toen zeiden zij tegen elkaar: Werkelijk, wij zijn
schuldig vanwege onze broer. Wij zagen zijn
zielsbenauwdheid toen hij ons om genade smeekte,
maar wij gaven hem geen gehoor! Daarom komt deze
benauwdheid over ons. Genesis 42:21
17. Toen zei Jakob, hun vader,
tegen hen: Jullie beroven mij
van kinderen! Jozef is er niet ,
en Simeon is er niet;
nu willen jullie
Benjamin meenemen!
Al deze dingen zijn tegen mij!
Genesis 42:36
18. ‘Maar nu wees niet bedroefd en laat jullie ogen
niet ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben
verkocht, want God heeft
mij vóór jullie uit gezonden
tot redding van leven’
Genesis 45:5
Nu dan, niet jullie hebben mij
hiernaartoe gestuurd, maar
God. Genesis 45:8
19. Handelwijze van de broers
Jozef naar Egypte sturen, was zonde:
tegen God, tegen Jozef en tegen vader Jakob
Deze handelwijze van de broers
was in feite Gods handelen, absoluut
noodzakelijk voor hun redding!
20. Jakob:
‘Al deze dingen zijn tegen mij’
God is voor ons, wie/wat zal dan tegen ons zijn?
Tegenwerkende krachten;
God is voor ons in Christus Jezus
21. Zeker, Hij, die zelfs Zijn eigen Zoon niet ontziet,
maar Hem voor ons allen overgegeven heeft,
zal Hij ons ook niet met Hem alles in genade schenken?
Romeinen 8:32
22. Zeker, Hij, die zelfs Zijn eigen Zoon niet ontziet,
maar Hem voor ons allen overgegeven heeft,
zal Hij ons ook niet met Hem alles in genade schenken?
Romeinen 8:32
23. Zeker, Hij, die zelfs Zijn eigen Zoon niet ontziet,
maar Hem voor ons allen overgegeven heeft,
zal Hij ons ook niet met Hem alles in genade schenken?
Romeinen 8:32
24. Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de
uitgekozenen van God?
God, de Rechtvaardiger?
26. Wie de veroordeler?
1. Christus Jezus, Die stierf,
2. Ja wat meer is, Die ook opgewekt is,
3. Die ook aan de rechter (hand) van God is,
4. Die ook voor ons opkomt?
Romeinen 8:34