1. Brief aan de Galaten
-4-
Hoe ging het?

2. “Want overtuig ik nu mensen,
of God?”
Centraal in evangelie:
God + Christus
of de mens?
Galaten 1:10

3. Paulus: geen mensenbehager
‘of ben ik erop uit, mensen
te behagen?’
geen ban,
mensen
behagen
geen kruis,
geen genade

4. Mensen of Christus?
‘Indien ik nog mensen behaagde, zou ik
geen slaaf van Christus zijn’

5. slaaf: gekocht en doen wat
Christus zegt, geen inspraak
Joh.6:38; 8:29
kwaad lijden met het evangelie

6. Galaten 1:10
mensen behagen 
het kruis vermijden
Petrus in Galaten 2:14 (ook Galaten 6:12)
Filippenzen 3:18

7. 1:11 …want ik maak jullie bekend,
broeders…
Paulus onthulde geheimenissen
‘mijn evangelie’ Romeinen 2:16;16:25;
2 Timotheüs 2:8

9. 1:11 …dat het evangelie dat door mij
verkondigd is…
genade-evangelie:
alleen geloof
alleen genade
alleen Christus
alleen Gods werk
zonder mensenhanden

10. 1:11 …niet iomnaar de mens is…
geen religie
geen menselijke inspanning
door het kruis en open graf
niet: zelfheiliging

11. Want ik nam het noch van een mens
(Petrus) aan,…
Galaten 1:12
Niet in de leer bij Petrus of Jakobus
geweest – geen evangelie van de
besnijdenis geleerd

12. Galaten 1:12
…noch werd ik erin onderwezen…
geen enkele uit de besnijdenis
had hem onderricht gegeven,
ook Barnabas niet

13. Galaten 1:12
…maar door onthulling van Jezus Christus…
Romeinen 16:25
1 Corinthiërs 2:10
2 Corinthiërs 12:1,7
Galaten 1:16, 2:2
Efeziërs 1:18,19; 3:3,5

14. Galaten 1:13
Want jullie hoorden van mijn gedrag
ooit, in het Judaïsme
Galaten 1:13,14; 2:14

15. Galaten 1:13
Judaïsme: religie, ontwikkeld in
Babylon, toen de twee stammen
daar in ballingschap zaten.

16. Bleef Paulus een Jood?
Jood: godsdienstige
aanduiding, net als ‘Griek’
1 Corinthiërs 10:32

18. Al wat mij winst was….
Heb ik om Christus wil
schade geacht…
opdat ik Hem zou kennen
en de kracht van Zijn
opstanding….

19. …dat ik
de uitgeroepen gemeente van God bovenmatig
vervolgde en haar verwoestte….
de uitgeroepen gemeente van God…?
algemene benaming voor allen
die uitgeroepen worden
Galaten 1:13

20. Gemeente(n) van God:
Handelingen 20:28 1 Corinthiërs 1: 2
1 Corinthiërs 10:32 1 Corinthiërs 11:16
1 Corinthiërs 11:22
1 Corinthiërs 15: 9 2 Corinthiërs 1: 1
Galaten 1:13
1 Thessalonicenzen 2:14
2 Thessalonicenzen 1: 4
1 Timotheüs 3:5 1 Timotheüs 3:15

21. de uitgeroepen gemeente
die Zijn lichaam is
Efeziërs 1:22,23