3. 25 Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend alsof Hij iets nodig
heeft; Hij Zelf geeft aan allen het leven, de adem en alles.
Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem
teruggeven worden? Romeinen 11:35
4. 25 ….Hij Zelf geeft aan allen het leven, de adem en alles…...
God, die de hemel, de aarde, de zee en alles wat daarin is,
gemaakt heeft. Hij heeft in de tijden die achter ons liggen al de
naties hun wegen laten gaan, hoewel Hij Zichzelf toch niet
onbetuigd liet door goed te doen: Hij gaf ons uit de hemel
regen, vruchtbare tijden en en verzadigde ons hart met voedsel
en vreugde…. Handelingen 14:17
5. 26 En Hij maakt uit één elke natie van de mensen om het
oppervlak van de aarde te wonen, terwijl Hij de bepaalde
tijden en de grenzen van hun woonplaats heeft vastgesteld
God bepaalt alles,
zowel plaats, tijd als
gebeurtenissen
Eigenaar van hemelen
en aarde – Genesis 14:16,22
6. 26 En Hij maakt uit één elke natie van de mensen om het
oppervlak van de aarde te wonen, bepaalt de tevoren
gestelde gelegenheden en de grenzen van hun woonplaats.
God bepaalt de
tevoren gestelde
gelegenheden,
gunstige tijden
in ons leven!
7. 26 En Hij maakt uit één elke natie van de mensen om het
oppervlak van de aarde te wonen, bepaalt de tevoren
gestelde gelegenheden en de grenzen van hun woonplaats.
God bepaalt de
tevoren gestelde
grenzen in ons leven:
strijd, welke?
strijd – de oorlogen van IEUE – Filistijnen – 1 Sam.25:28
8. 27 om zij de Heer te zoeken, of zij Hem mogen tastend en Hem
mogen vinden, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons.
9. 28. want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij
leven wij: geest - het woord/geest
bewegen wij ons: ziel - het doen
zijn wij: lichaam - aanraken, tasten
Epimenides, over Zeus
10. 28. Zoals ook enkele van uw dichters gezegd hebben:
want wij zijn ook van dat geslacht.
want wij zijn ook van dat geslacht –
citaat van Aratus, over Zeus en de goden
eerder van Cleanthus van Cilicie
11. 29 Het geslacht dan, behoort aan God toe; wij zijn niet gehouden
hieruit af te leiden, dat de Godheid is als goud, zilver of steen,
een sculptuur van kunst en menselijk sentiment.
behoort aan God toe
heel nauw met Hem
verbonden, Hij is de Bron,
de Schepper
Welk beeld heb je van God?
12. 29 Het geslacht dan, behoort aan God toe; wij zijn niet gehouden
hieruit af te leiden, dat de Godheid als goud, zilver of steen is,
een sculptuur van kunst en menselijk sentiment.
God kun je niet in een tastbaar
beeld uitdrukken
geen product van menselijke
voorstelling mogelijk!
gouden beeld
van Zeus in
Olympia
(impressie)
13. 30 Welnu dan, voorbijziend de tijden van onwetendheid:
de God verkondigt nu aan alle mensen overal zich om te keren.
om te keren = na-denken
Nabij is IEUE (Ik ben) voor allen die Hem aanroepen
voor allen die Hem aanroepen in waarheid – Psalm 145:18
14. Paulus verkondigt God, de Plaats-er.
Paulus laat de God zien, die alles Zijn plaats geeft,
in Hem is de waarheid ; het antwoord op je vragen.
15. 31 en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarin Hij bijna
de bewoonde (aarde) rechtvaardig zal richten door een Man,
die Hij aanwijst,
gerichten: overgang naar de 1000 jaar: volkeren
na de 1000 jaar: grote witte troon
16. 31 geloof aan allen aanbiedend, Hem op te (doen) staan uit
(de) doden.
geloof
17. 32 Toen zij echter over de opstanding van doden hoorden,
spotten sommigen, anderen zeiden echter: ‘Wij zullen u
hierover ook opnieuw horen’.
18. 34 Sommigen mannen echter, sloten
zich bij hem aan, zij geloven,
onder wie Dionysius de Areopagiet
en een vrouw genaamd Damaris, en
anderen met hem
Geloof, in het hart!