SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  25
Ehud een man die links was
Israël wordt bevrijd vijandige overheersing Israël roept de HERE,  Hij zendt een verlosser Israël doet kwaad 12  Maar de Israëlieten deden  opnieuw  wat kwaad is in de ogen des HEREN...
12  ...  toen maakte de HERE Eglon , de koning van Moab,  sterk tegen Israël , omdat zij gedaan hadden wat kwaad is in de ogen des HEREN.
13  Hij  (= Eglon)  dan verbond zich met de Ammonieten en de Amalekieten, trok op en versloeg Israël; de  Palmstad  namen zij in bezit.
14  Achttien jaar dienden de Israëlieten Eglon, de koning van Moab.  15  Toen riepen de Israëlieten tot de HERE, en de HERE  verwekte   (lett. deed opstaan)  hun een verlosser:
15  ...  verwekte hun een verlosser,  Ehud ... Ehud (Echud; 1Kron.8 6 ) => echad = één, verenigd
15  ...  Ehud, de zoon van Gera, de  Benjaminiet , een man,  die links was   (lett. wiens rechterhand gesloten was).   Benjamin = zoon van de rechterhand rechts verhoging voorrang links vernedering achterstelling
15  ... De Israëlieten waren gewoon door  zijn dienst   (lett. zijn hand)   schatting  te zenden aan Eglon, de koning van Moab.
16   En Ehud maakte zich een  tweesnijdend zwaard  van nog geen el  (lett. van één el)  lengte... Hebreeën 4 12  Want het woord Gods is levend en krachtig en  scherper dan enig tweesnijdend zwaard ...
16  ...  gordde dat aan onder zijn klederen, aan zijn rechterheup,
17   en zo bracht hij de schatting aan Eglon, de koning van Moab; Eglon nu  was een zeer zwaarlijvig man .
18   Toen hij gereed was met  het afdragen van de schatting , zond hij de mannen die de schatting gedragen hadden, verder;
19   zelf echter keerde hij van de gebeeldhouwde stenen te  Gilgal  terug ... Gilgal = wentelen > wedergeboorte! Jericho Gilgal
19   ... en zeide: Ik heb een geheime boodschap voor u, o koning. Deze zeide: Stilte! En allen die bij hem stonden, gingen naar buiten.
20   Toen kwam Ehud bij hem binnen, terwijl hij zat in het koele bovenvertrek, dat hij voor zich alleen had, en Ehud zeide: Ik heb een woord Gods voor u. Toen stond hij op van zijn zetel.
21   En Ehud strekte zijn linkerhand uit, greep het zwaard van zijn rechterheup en stiet dat in zijn buik,  22   zodat zelfs het hecht met het lemmer erin drong; en het vet sloot zich om het lemmer, want hij trok het zwaard niet uit de buik.
22   ... Toen ging hij heen door een achteruitgang.  23   Zo kwam Ehud in de galerij; de deur van het bovenvertrek had hij met de grendel achter zich toegesloten.
24   Nauwelijks was hij buiten of daar kwamen de dienaren kijken, maar zie, de deur van het vertrek was gegrendeld; toen zeiden zij: Hij zal zich zeker in de koele binnenkamer hebben   afgezonderd  (lett. zijn voeten hebben bedekt).
25   Toen wachtten zij, tot zij er verlegen mee werden, maar zie, hij deed de deur van het bovenvertrek niet open; toen haalden zij de sleutel, deden open en zie, op de grond lag hun heer, dood.
26   Terwijl zij talmden, was Ehud echter ontkomen...
26   ...  hij kwam langs de gebeeldhouwde stenen en bereikte veilig  (lett. ontkwam naar)  Seïra.  27   Toen hij daar aangekomen was, blies hij  de hoorn   (=de sjofar)  op het gebergte van  Efraïm ...
27    ... en de Israëlieten daalden met hem het gebergte af, hij zelf voorop.  28   Hij zeide tot hen: Volgt mij, want de HERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in uw macht gegeven. Zij dan daalden af, hem achterna, en bezetten de voorden  (=oversteekplaatsen)  van de Jordaan naar Moab en lieten niemand oversteken.
29   Te dien tijde versloegen zij van Moab ongeveer tienduizend man, allen welgedane en krachtige mannen, niemand ontkwam.  30   Zo werd Moab op die dag vernederd onder de hand van Israël, en het land had rust, tachtig jaar.
[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]

Contenu connexe

Plus de goedbericht

Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38goedbericht
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensengoedbericht
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftgoedbericht
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachgoedbericht
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!goedbericht
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Naingoedbericht
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdengoedbericht
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorngoedbericht
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!goedbericht
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsgoedbericht
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33goedbericht
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?goedbericht
 

Plus de goedbericht (20)

Welke dag 1
Welke dag 1Welke dag 1
Welke dag 1
 
Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensen
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeft
 
Openbaring 37
Openbaring 37Openbaring 37
Openbaring 37
 
Koers houden 4
Koers houden 4Koers houden 4
Koers houden 4
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lach
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!
 
Openbaring 36
Openbaring 36Openbaring 36
Openbaring 36
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Nain
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Openbaring 35
Openbaring 35Openbaring 35
Openbaring 35
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorn
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!
 
Openbaring 34
Openbaring 34Openbaring 34
Openbaring 34
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaats
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?
 

Ehud

  • 1. Ehud een man die links was
  • 2. Israël wordt bevrijd vijandige overheersing Israël roept de HERE, Hij zendt een verlosser Israël doet kwaad 12  Maar de Israëlieten deden opnieuw wat kwaad is in de ogen des HEREN...
  • 3. 12  ... toen maakte de HERE Eglon , de koning van Moab, sterk tegen Israël , omdat zij gedaan hadden wat kwaad is in de ogen des HEREN.
  • 4. 13  Hij (= Eglon) dan verbond zich met de Ammonieten en de Amalekieten, trok op en versloeg Israël; de Palmstad namen zij in bezit.
  • 5. 14  Achttien jaar dienden de Israëlieten Eglon, de koning van Moab. 15  Toen riepen de Israëlieten tot de HERE, en de HERE verwekte (lett. deed opstaan) hun een verlosser:
  • 6. 15  ... verwekte hun een verlosser, Ehud ... Ehud (Echud; 1Kron.8 6 ) => echad = één, verenigd
  • 7. 15  ... Ehud, de zoon van Gera, de Benjaminiet , een man, die links was (lett. wiens rechterhand gesloten was). Benjamin = zoon van de rechterhand rechts verhoging voorrang links vernedering achterstelling
  • 8. 15  ... De Israëlieten waren gewoon door zijn dienst (lett. zijn hand) schatting te zenden aan Eglon, de koning van Moab.
  • 9. 16   En Ehud maakte zich een tweesnijdend zwaard van nog geen el (lett. van één el) lengte... Hebreeën 4 12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard ...
  • 10. 16  ... gordde dat aan onder zijn klederen, aan zijn rechterheup,
  • 11. 17   en zo bracht hij de schatting aan Eglon, de koning van Moab; Eglon nu was een zeer zwaarlijvig man .
  • 12. 18   Toen hij gereed was met het afdragen van de schatting , zond hij de mannen die de schatting gedragen hadden, verder;
  • 13. 19   zelf echter keerde hij van de gebeeldhouwde stenen te Gilgal terug ... Gilgal = wentelen > wedergeboorte! Jericho Gilgal
  • 14. 19   ... en zeide: Ik heb een geheime boodschap voor u, o koning. Deze zeide: Stilte! En allen die bij hem stonden, gingen naar buiten.
  • 15. 20   Toen kwam Ehud bij hem binnen, terwijl hij zat in het koele bovenvertrek, dat hij voor zich alleen had, en Ehud zeide: Ik heb een woord Gods voor u. Toen stond hij op van zijn zetel.
  • 16. 21   En Ehud strekte zijn linkerhand uit, greep het zwaard van zijn rechterheup en stiet dat in zijn buik, 22   zodat zelfs het hecht met het lemmer erin drong; en het vet sloot zich om het lemmer, want hij trok het zwaard niet uit de buik.
  • 17. 22   ... Toen ging hij heen door een achteruitgang. 23   Zo kwam Ehud in de galerij; de deur van het bovenvertrek had hij met de grendel achter zich toegesloten.
  • 18. 24   Nauwelijks was hij buiten of daar kwamen de dienaren kijken, maar zie, de deur van het vertrek was gegrendeld; toen zeiden zij: Hij zal zich zeker in de koele binnenkamer hebben afgezonderd (lett. zijn voeten hebben bedekt).
  • 19. 25   Toen wachtten zij, tot zij er verlegen mee werden, maar zie, hij deed de deur van het bovenvertrek niet open; toen haalden zij de sleutel, deden open en zie, op de grond lag hun heer, dood.
  • 20. 26   Terwijl zij talmden, was Ehud echter ontkomen...
  • 21. 26   ... hij kwam langs de gebeeldhouwde stenen en bereikte veilig (lett. ontkwam naar) Seïra. 27   Toen hij daar aangekomen was, blies hij de hoorn (=de sjofar) op het gebergte van Efraïm ...
  • 22. 27   ... en de Israëlieten daalden met hem het gebergte af, hij zelf voorop. 28   Hij zeide tot hen: Volgt mij, want de HERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in uw macht gegeven. Zij dan daalden af, hem achterna, en bezetten de voorden (=oversteekplaatsen) van de Jordaan naar Moab en lieten niemand oversteken.
  • 23. 29   Te dien tijde versloegen zij van Moab ongeveer tienduizend man, allen welgedane en krachtige mannen, niemand ontkwam. 30   Zo werd Moab op die dag vernederd onder de hand van Israël, en het land had rust, tachtig jaar.
  • 24.
  • 25.