Het nieuwe themanummer van het vakblad Groen staat volledig in het teken van de Brainport regio Eindhoven. In deze regio wordt groen ingezet voor het behouden en versterken van onze Europese economische toppositie.
Natuurlijk biedt groen een mooie leefomgeving en draagt het daardoor bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. De waarde van groen vertaalt zich ook op andere terreinen, bijvoorbeeld gezondheid. Eindhoven experimenteert volop met het inzichtelijk maken van de maatschappelijke baten van groen.
Research Vasim Heritage - Boudewijn Wijnacker Radboud University Nijmegen 2011
Vakblad Groen over Brainport regio Eindhoven - High Tech in het Groen.
1. vakblad voor ruimte
in stad en landschap
69e
jaargang - AUGUSTUS 2013 - NR 7/8
Brainport
Regio Eindhoven
High Tech in het groen
SEE PAGE#SCAN MET
ZIE PAGINA 2
voor instructies
2. G R O E N2
Colofon
vakblad voor ruimte
in stad en landschap
Advertenties
Fatima van den Broek
Hoofdweg 194
9695 AT Bellingwolde
telefoon: 0597 - 530 335
e-mail: advertentiesgroen@hetnet.nl
Abonnementen
Abonnementenland
Postbus 20,1910 AA Uitgeest
telefoon: 0900 - ABOLAND
e-mail: aboservice@aboland.nl
� 80,00 per jaar (binnenland)
studenten: � 40,00
Prijzen voor buitenland op aanvraag
Losse nummers
Losse nummers kunnen worden besteld door over-
making van � 12,– per stuk op postgiro 4876374
ten name van de Stichting Vakblad Groen in Stad
en Landschap in Weesp onder vermelding van de
gewenste nummers.
Lay-out
Dick van Haren,Goofball Uiterlijk Vertoon
Druk
Koninklijke BDU,Barneveld
Groen
Vakblad voor ruimte in Stad en Landschap
voor allen die vanuit beleid,planning,
ontwerp,uitvoering,beheer,onderwijs,
onderzoek en voorlichting bij de ruimtelijke
ordening betrokken zijn.
Verschijnt elf keer per jaar
(juli/augustus gecombineerd)
zie ook:www.vakbladgroen.nl
Uitgave
Stichting Vakblad Groen
Eindredacteur
Noortje Krikhaar
Redactiecommissie
Veroniek Bezemer (voorzitter),Pieter Boone,
Evert Jan Entzinger,Karin van Essen,Geert de Vries,
David van Uden,Hans Kruse en Martin Looije
Redactie
Noortje Krikhaar,eindredacteur
Achtergracht 71,1381 BL Weesp
telefoon: 0294 - 48 17 12
mobiel: 06 - 537 200 61
e-mail: noortje@krikhaar.nl
69e
jaargang - AUGUSTUS 2013 - NR 7/8
Gastredactie
gemeente Eindhoven
Fredy Zeevenhooven,
landschapsarchitect
Ingeborg Schouten,
adviseur groen
Roel den Dikken,
programmaleider
Groen
Yoka Louwman,
communicatieadviseur
Op www.eindhoven.nl/
verrassendgroen vindt
u meer informatie over
groen in Eindhoven.
Bij de voorplaat
Brainport regio Eindhoven heeft economisch gezien
een stevige ambitie op het gebied van toptechnologie.
De realisatie hiervan vraagt om aantrekkingskracht
op kenniswerkers uit de hele wereld. Alleen
interessant werk in de technologie is dan niet
voldoende. Uitsluitend de beschikbaarheid van
interessante banen (en aantrekkelijke salarissen) in
de hoogwaardige kennistechnologiesector volstaat
niet om kenniswerkers van elders ertoe over te halen
in de Brainport regio Eindhoven te komen werken
en wonen.Daarom wordt binnen Brainport gewerkt
aan het versterken van de kwaliteit van de woon- en
leefomgeving.Groen is daarbij van essentieel belang.
Skyline vanuit Genneper Parken (zuid)
(foto: Marianne Splint)
De gemeente Eindhoven en de redactie van
Groen danken iedereen die heeft meegewerkt
aan dit themanummer.
Deze Groen is voorzien van Layer. Met Layer krijg je extra informatie op je smartphone of
tablet via bijvoorbeeld video’s of foto’s , interactieve kaarten en websites. Download de
gratis Layer-app in de App Store, Google Play of op de site van Layer.com. Open de App
en richt de camera van je smartphone of tablet op een pagina met een icoontje. Volg de
aanwijzingen in je beeldscherm.
This magazine has
interactive print
3. G R O E N 3
Inhoud
3
41
30
24
15
6
De groene koers van Eindhoven in zo’n twintig artikelen
Groen onmisbaar onderdeel van dynamiek Eindhoven ................. 4
Voorwoord Mary-Ann Scheurs,wethouder Innovatie,Design,
Cultuur en Openbare Ruimte,gemeente Eindhoven
Brainport: groen als trekpleister voor bedrijvigheid ...................... 6
Duurzaam groeien, hoe doe je dat? .............................................. 10
Eindhoven heeft primeur met de Natural Step
De (economische) waarde van groen ............................................ 12
Participatie ....................................................................................... 15
Iedereen tevreden en er wordt nog bespaard ook
Sturing aan groenambities ............................................................. 18
Groen versterken in een dynamische stad
Groenstructuur Eindhoven ............................................................. 20
Groene wiggen cruciaal voor Brainport
Landelijk Strijp ................................................................................ 24
Nieuwe economie in het groen
Park Meerland: Kempisch landschap de stad ingetrokken .......... 28
Biodiversiteit Eindhoven opmerkelijk groot ................................. 30
Eindhoven door de ogen van Hans Kaljee,
hoofdstedelijk bomenconsulent .................................................... 33
Groenbeheer (en de vragen waar we voor staan) ....................... 34
“Revitalisering bomen begint bij revitalisatie boombeheer” ...... 36
Stadslandbouw ............................................................................... 38
Bijzondere tuinen van 1830 tot nu ................................................ 41
Licht op groen: de geschiedenis van het groen in Eindhoven .... 45
Leuk om te weten! .......................................................................... 48
4. 4 G R O E N
Mary-Ann Scheurs
Wethouder Innovatie,
Design, Cultuur en
Openbare Ruimte
gemeente Eindhoven
Groen is onderdeel
van de dynamiek
van Eindhoven
Van de vijf grote steden in Nederland is Eindhoven de groenste. Per
woning is ongeveer honderd vierkante meter stedelijk groen beschikbaar.
Dit komt vooral door de groene wiggen die tot in het centrum van de stad
reiken. De keuze voor het tuinstadmodel aan het begin van de twintigste
eeuw is nog altijd zichtbaar en wordt nog steeds aangehouden. De
energie van de stad en de rust van het groen zijn dan ook nooit ver weg.
Dit maakt Eindhoven aantrekkelijk om te wonen en te werken.
beschikbaarheid van interessante banen in de high
tech industrie is niet voldoende om kenniswerkers
van over de hele wereld naar de regio te halen.Een
aantrekkelijke woon- werkomgeving is een
basisbehoefte voor het in standhouden van de
economische toppositie op Europees niveau.Groen
is daarbij van cruciaal belang. Niet alleen moet de
woonomgeving interessant zijn om te verblijven.
Ook de werkomgeving is van belang.Werknemers
brengen hier immers veel tijd door. Werknemers
die werken in een omgeving die continu vraagt om
innovatie en vernieuwing, vinden in het groen niet
alleen rust, maar de fysieke ruimte kan juist ook
prikkelen en stimuleren. Binnen Brainport wordt
daarom ingezet op campussen. Werken in een
groene omgeving waarbij men tijdens een
lunchwandeling in de natuur rust vindt, en andere
kenniswerkers kan ontmoeten.
Het op een verantwoorde wijze verdelen van
Groen is een onderdeel van het totaal van de
dynamiek van Eindhoven. Dit ervaar je onder andere
als je langs de beek de Dommel fietst, die van zuid
naar noord dwars door het centrum loopt.Het groen
vormt zich continu naar de steeds intenser wordende
verstedelijking en vice versa. Door te investeren in
stad- landverbindingen blijft het buitengebied goed
bereikbaar en de route er naartoe aantrekkelijk.
Groen is essentieel. Het draagt bij aan een veilige
leefomgeving en bevordert onderling sociale
interactie.Mensen voelen zich prettig in een groene
omgeving. Daarbij levert groen ook veel op ten
aanzien van de volksgezondheid. Buiten zijn en
beweging vermindert de kans op ziektes en drukt
de medische kosten.
Voor de ontwikkeling van de stad, is groen ook
essentieel, zeker in Eindhoven. De regio zuidoost
Brabant is aangewezen als Brainport. De
5. G R O E N 5
schaarse middelen vraagt om gedegen keuzes.
Investeren in het groen en het beheer en
onderhoud daarvan kan minder geld betekenen
voor bijvoorbeeld onderwijshuisvesting of verkeer.
Sommige maatregelen zijn goed uit te drukken in
financiële en maatschappelijke waarde, omdat hier
kerncijfers aan zijn gekoppeld. Voor groen is de
toegevoegde waarde nog onvoldoende kwantitatief
te maken. Dit maakt de afweging lastig, omdat een
gedegen vergelijking ontbreekt. Eindhoven zet zich
in om de baten van groen financieel inzichtelijk te
maken viaTEEB en Greenspots Reloaded.
Eindhoven is bekend als echte bomenstad. Frans
Fontaine heeft als hoofd van de afdeling plantsoenen
vanaf de jaren vijftig tot zijn afscheid in 1983
voor een waar arboretum gezorgd. Hij durfde te
experimenteren met nieuwe en bijzondere soorten
en variëteiten.De lijn van Fontaine zijn we even kwijt
geweest.Via de revitalisering worden de belangrijke
boomstructuren duurzaam hersteld en versterkt.
Hierbij wordt vooral ingezet op de radialen. De
crisis helpt ons bij het maken van keuzes.Gemeente
Eindhoven kijkt kritisch naar wat we in de stad
doen en tegen welke kosten. Er wordt ingezet op
kwaliteit: liever minder bomen van goede kwaliteit,
dan vele wegkwijnende exemplaren. Beplanting
moet ook aansluiten bij wat er van nature groeit.
Dit levert de hoogste kwaliteit op, tegen de laagste
(beheer)kosten. Dit wil overigens niet zeggen dat
de soortkeuze hierdoor beperkt is. Het is juist een
aanmoediging om te experimenteren,zoals Fontaine
dat ook deed,en een nieuwe balans te vinden.
Samenwerken zit Brabanders in het bloed. Bij
de huidige samenwerkingsverbanden wordt
teruggegaan naar de basis: het centraal stellen van
de gebruiker. De Stamtafel voor biodiversiteit is een
privaat initiatief waar partijen vertegenwoordigd
zijn die zich bezighouden met biodiversiteit. Waar
mogelijk faciliteert de gemeente deze partijen om
hun initiatieven tot uitvoer te brengen. Door samen
te werken komen ontwikkelingen tot bloei, die
anders niet van de grond zouden zijn gekomen. Met
de Provincie Noord-Brabant, Brabants Landschap,
Ministerie van Defensie en gemeente Oirschot
werken we aan het tot stand brengen van een
nieuwe stad - landverbinding tussen het centrum
van Eindhoven en het Nationaal Landschap Het
Groene Woud: de Groene Corridor. Innoveren,
bijvoorbeeld op het gebied van investerings- en
financieringsmodellen,wordt niet uit de weg gegaan.
Er wordt gezocht naar een constructie tussen
publieke en private partijen voor de ontwikkeling,
maar ook het beheer en de exploitatie van de nieuwe
Brainport Innovatie Campus. De ANWB heeft een
Groenplein in het Henri Dunantpark gerealiseerd
en volledig ingericht op basis van de behoeften
van de gebruikers. Als gemeente willen we vooral
verbinden. Niet meer alles zelf willen doen, maar
diegene faciliteren met de kennis,kunde en energie.
6. 6 G R O E N
Groen als trekpleister voor bedrijvigheid
Martin van Rooij
Van Rooij Communicatie
Fredy Zeevenhooven
Landschapsarchitect
gemeente Eindhoven
Ingeborg Schouten
Adviseur Groen
gemeente Eindhoven
Brainport,
wat is dat eigenlijk?
Brainport Eindhoven heeft
economisch gezien een stevige
ambitie op het gebied van
toptechnologie. De realisatie hiervan
vraagt om aantrekkingskracht op
kenniswerkers uit de hele wereld.
Alleen interessant werk in de
technologie is dan niet voldoende.
Medewerkers van Philips
aan het werk in de fabriek
rond 1920 (foto: Philips
company Archives).
Onder: Werken aan High
Tech in een Cleanroom
(foto: gemeente Eindhoven).
Hoe kan het dat de vijfde stad van het land
(gemeten naar inwonertal) in economisch opzicht
zo’n belangrijke rol speelt? Om die vraag te kunnen
beantwoorden moeten we ruim een eeuw terug in
de tijd. Rond 1850 werden in Eindhoven naast de
bestaande textielfabrieken enkele tabaksfabrieken
opgericht. Deze fabrieken werden veelal gesticht
door niet uit de stad afkomstige ondernemers zoals
Elias (Duitsland) en Mignot De Block (Amerika
Amsterdam). In 1891 vestigt Gerard Philips zich
in Eindhoven en start er met de productie van
gloeilampen. Zijn broer Anton leidt vanaf 1895 de
verkoop. Deze industrie trekt duizenden arbeiders
naar Eindhoven, waardoor de stad stormachtig
groeit. Philips investeert sterk in onderzoek
en ontwikkeling. Het bedrijf opent zijn eigen
natuurkundig laboratorium, waar fundamenteel
7. G R O E N 7
onderzoek wordt verricht. Eindhoven wordt een
kraamkamer van belangwekkende technologieën
en apparaten die de wereld veroveren, met de
radio en röntgen als sprekende voorbeelden.
Stagnatie
Begin jaren negentig stagneert de groei. Philips
voert een ingrijpende reorganisatie door. Als klap
op de vuurpijl gaat vrachtwagenfabriek DAF
failliet. In luttele maanden komen tienduizenden
mensen in de regio Eindhoven op straat te staan.
Eindhoven en omgeving beseffen dat zij minder
afhankelijk moet worden van enkele grote spelers.
Hierin ligt de basis van Brainport Regio Eindhoven.
De gemeente Eindhoven sluit een pact met het
bedrijfsleven en de kennisinstellingen, onder de
noemer ‘triple helix’. Dit samenwerkingsverband
zet allerlei acties op de korte en lange termijn uit,
waardoor veel mensen weer een baan vinden.
Krachtenbundeling
Brainport is in de Nota Ruimte aangewezen als
een van de pijlers van de nationale economie,
naast de Mainports Airport (Amsterdam) en
Seaport (Rotterdam). Ook internationaal is
Brainport een economische topregio. In 2020
wil de regio Eindhoven behoren tot de top drie
van toptechnologieregio’s in Europa én deel
uitmaken van de wereldwijde top tien. Om deze
positie te houden en de concurrentiepositie
wereldwijd te versterken, is een groeistrategie
bedacht, die naadloos aansluit op hedendaagse
maatschappelijke uitdagingen. De groeistrategie
van de regio Zuidoost-Brabant is vastgelegd in het
rapport Brainport 2020. Brainport Development is
de ontwikkelingsmaatschappij die de economie
van Brainport moet versterken.
De gekozen aanpak bij de ontwikkeling naar
een internationale, innovatieve en duurzame
economische topregio is gericht op focus en
samenwerking.De focus vertaalt zich in eigenheid:
doe waar je goed in bent en benut de essentie
van een plek. Brainport is sterk op het gebied
van de hoogwaardige maakindustrie; denk aan
bedrijven als ASML (chipmachines),VDL (metalen
halffabrikaten) en Philips Healthcare (CT- en MRI
scanners).Zo’n hoge ambitie realiseer je niet alleen;
daar is samenwerking voor nodig. Samenwerking
zoals in Triple Helix, maar ook met burgers in de
stad en met steden en regio’s in het buitenland.
Dat gaat Brabanders goed af, want samenwerking
zit in het DNA van de regio Zuidoost-Brabant.
Daar is een historische verklaring voor. Op de
schrale zandgrond leidden de keuterboeren een
karig bestaan. Alleen door samen te werken was
vooruitgang mogelijk. Vandaar ook dat in Noord-
Brabant veel coöperaties zijn opgericht. Sommige
bestaan nog altijd: denk aan uitvaartverzekeraar
DELA (Deelt Elkanders LAsten) en zuivelconcern
Campina.
Vijf pijlers onder gunstig vestigingsklimaat
De link tussen het voorgaande met groen lijkt ver
weg.In de loop der jaren heeft de regio Eindhoven
geleerd dat uitsluitend de beschikbaarheid van
interessante banen (en aantrekkelijke salarissen)
in de hoogwaardige kennistechnologiesector niet
volstaat om kenniswerkers van elders ertoe over
te halen in de regio Eindhoven te komen werken
en wonen. Daar is meer voor nodig; het hele
plaatje moet kloppen. De inzet op een attractieve
woon- en leefomgeving is niet nieuw. Ebenezer
Howard (1850-1928) stelde immers al met de
tuinstadgedachte:“Je trekt mensen niet alleen door
‘rood’ of ‘groen’, maar door de balans tussen die
twee.”
Brainport Regio Eindhoven huldigt de opvatting
dat een gunstig vestigingsklimaat wordt geschraagd
door de volgende vijf pijlers:
- People (arbeidsmarkt);
79 MLD €
52 MLD € 52 MLD €
3,3 MLD
Vergelijking economisch belang van
regio’s in de Main-, Sea- en Brainport
(bron: Brainport Development).
Brainport e.o. in pakkende cijfers
35% van de Nederlandse export
45% van de private uitgave aan RD
= aanjager economische groei
55% van de patenten
(bron: Brainport Development).
8. 8 G R O E N
Brainport investeert in de
optimalisering van vier voor
de mens essentiële milieus.
-Technology (research and development,design);
- Business (bedrijvigheid);
- Basics (omgevingskwaliteit en infrastructuur);
- Government (bestuur en organisatie).
We zoomen hier in op de pijler met ruimtelijke
ingrepen: Basics. Deze is onderverdeeld in vier
lijnen.
- Excellente internationale bereikbaarheid;
-Toplocaties kenniseconomie;
- Attractieve woon- en leefomgeving;
- Brainport trots in de regio, herkenbaar in de
wereld.
Excellente internationale bereikbaarheid
Om kenniswerkers naar de regio te trekken en
een optimale uitwisseling met kennisclusters
plaats te laten vinden (wereldwijd en binnen de
Brainportcampussen) is een goede (internationale)
bereikbaarheid van groot belang. De regio heeft
een eigen vliegveld, Eindhoven Airport, met
66 bestemmingen in binnen- en buitenland.
Eindhoven beschikt over een snelle verbinding
tussen het Centraal Station en Eindhoven Airport:
de hoogwaardigopenbaarvervoerlijn ofwel HOV-
lijn. Een tweede tracé, van Nuenen naar High Tech
Campus Eindhoven,is in de maak.De omgebouwde
A2 zorgt voor een goede bereikbaarheid met de
auto.In (iets meer dan) een uur sta je inAmsterdam,
Rotterdam, Düsseldorf, Keulen, Maastricht,
Antwerpen en Brussel. Ook binnen de stad is de
bereikbaarheid goed. Dat komt onder andere door
de radiaalwegen, die reiken tot in het hart van de
stad, en de binnenstedelijke ringweg. Maar het zijn
niet alleen de automobilisten die in Eindhoven
snel van A naar B kunnen. Zo wordt momenteel
hard gewerkt aan de Slowlane: een comfortabel
fietspad, dat de belangrijkste campussen en
bedrijventerreinen met elkaar verbindt. Doordat
de Slowlane ook inzet op de ontwikkeling van
ecologische verbindingszones, vormt deze ook
nog een aantrekkelijke verbinding, zowel voor
werknemers als recreanten.
Toplocaties kenniseconomie
Eind jaren negentig verhuisde het hoofdkantoor
van Philips van Eindhoven naar Amsterdam. Het
bedrijf besloot de onderzoeksfaciliteiten – die
tot dan toe door de stad versnipperd lagen – te
concentreren op een campus aan de zuidkant van
Eindhoven: de Philips High Tech Campus. In 2003
besloot Philips deze campus open te stellen voor
andere bedrijven. Het idee hierachter is dat als
bedrijven samenwerken en kennisdelen de time-to-
market flink wordt verkort en de onderzoekskosten
worden beperkt. De naam veranderde in High
Tech Campus Eindhoven (HTCE). Op de slimste
vierkante kilometer van Nederland zijn nu
meer dan honderd bedrijven gevestigd en er
Belang Tuinstadmodel voor Brainport
Milieus voor
uitwisseling en
ontmoeting
Ontwikkeling- en
productiemilieus
Woonmilieus
Milieus voor
ontspanning en
vrije tijd
Prikkels Ontspanning
Slimme
Ruimtelijke condities
9. G R O E N 9
Boven: Icoon van Eindho-
ven: het Evoluon
Daaronder: De ‘Brainbrug’
laat een verzameling her-
sencellen zien die steeds van
kleur veranderen. De brug
symboliseert het denkwerk
dat op de naastgelegen
High Tech Campus wordt
verricht (foto: gemeente
Eindhoven).
werken ongeveer achtduizend (internationale)
kenniswerkers. Opvallend is de groene inrichting
van de campus (zie pagina 20 en 23). Het concept
van de High Tech Campus vormt de grondslag
voor de volgende campus die wordt ontwikkeld:
de Brainport Innovatie Campus (BIC).Hier worden
bedrijven geclusterd die werken als toeleverancier
voor de typische Brainportindustrie. Het terrein
van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e)
wordt gerenoveerd, zodat ook deze aansluit bij de
campus gedachte binnen Brainport.
Attractieve woon- en leefomgeving
Eindhoven zit middenin een netwerk van robuuste
groenstructuren; het Groene Woud, Rijk van
Dommel en Aa, Groote Heide, Boven Dommel
en Oirschotse Heide vormen het buitengebied.
Het verbinden van stad en land is cruciaal om dit
buitengebied ook toegankelijk te maken voor de
inwoners van de Brainport. Zij moeten vanuit hun
woning, via een groenstructuur die steeds breder
wordt, in het buitengebied kunnen komen. De
wiggen hebben hierin een cruciale rol. Eindhoven
heeft drie wiggen:De Karpen,Genneper Parken en
Landelijk Strijp (zie pag.20-23).
Een interessante baan en een goed salaris zijn leuk,
maar als de voorzieningen voor de kenniswerker,
de partner en de kinderen van de expat onder
de maat zijn, zal het gezin nooit aarden. Vanaf
augustus dit jaar kan basis- en voorgezet onderwijs
worden gevolgd op de Campus International
School Eindhoven in Landelijk Strijp. Binnen
Brainport wordt gewerkt aan het versterken van
de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Voor
ontspanning moeten de inwoners van de regio
kunnen beschikken over goede voorzieningen
op het gebied van sport, design en cultuur.
Daarvoor zijn onder andere Genneper Parken
beschikbaar, waar het Pieter van de Hoogenband
Zwemstadion is gevestigd en sinds 2012 ook de
Fontys Sporthogeschool een plek heeft. De oude
Philips fabrieken op Strijp S (‘Anton’ en ‘Gerard’)
zijn ontwikkeld tot aantrekkelijke lofts, waarbij
de daktuinen een centrale ontmoetingsplek voor
de bewoners vormen. Het oude Natuurkundig
Laboratorium (NatLab), waar ooit Albert Einstein
en Niels Bohr te gast waren, wordt omgevormd
tot culturele hotspot.Nabij het centrum krijgen de
historische gebieden Mariënhage (oud klooster)
en NRE (terrein van het voormalige Nutsbedrijf
Regio Eindhoven) door middel van initiatieven van
private partijen en burgers een nieuwe invulling.
Brainport: trots in de regio,
herkenbaar in de wereld
De afgelopen twintig jaar heeft in Eindhoven de
typische Brabantse bescheidenheid plaatsgemaakt
voor zelfbewustzijn en zelfverzekerdheid. De stad
heeftbeslotentedoenwaarzegoedinis.Datbetekent
dat de focus ligt op hoogwaardige technologie en
design, want ook op het gebied van design speelt
de stad – thuishaven van de wereldberoemde
Design Academy Eindhoven – een rol van grote
betekenis. Eindhoven dingt, in samenwerking met
enkele andere Brabantse partnersteden, mee naar
de titel Culturele Hoofdstad 2018.Jaarlijks wordt in
Eindhoven de Dutch Design Week georganiseerd.
De toepassing van ‘land art’ wordt gebruikt om
de samensmelting tussen natuur en design meer
zichtbaar te maken. Door de essentie van een
plek in de stad optimaal te benutten, krijgen
kenmerkende plekken historische betekenis. Een
goed voorbeeld is het Evoluon, onderdeel van het
Jacob Oppenheimerpark, of de brug met vergrote
’brains’ ter hoogte van de High Tech Campus. Het
recente verleden wordt gekoesterd en geeft de
stad meer en meer cachet en een eigen gezicht.
Meer informatie over
de visie in het rapport
Brainport 2020.
SEE PAGE#SCAN MET
ZIE PAGINA 2
voor instructies
10. 10 G R O E N
Vanessa Silvertand
programmaleider
Duurzaamheid,
gemeente Eindhoven
Yoka Louwman
communicatie adviseur,
gemeente Eindhoven
Eindhoven
heeft primeur met
The Natural Step
Tweeduizend medewerkers die weten hoe ze in hun eigen werk ervoor kunnen
zorgen dat Eindhoven een gezonde, sociale en toekomstbestendige stad
wordt; een duurzame stad. Dat is waar de gemeente Eindhoven naar streeft.
Daarvoor hanteert Eindhoven - als eerste gemeente in Nederland - The Natural
Step (TNS) of eigenlijk moeten we spreken over het raamwerk voor duurzame
ontwikkeling dat TNS hanteert. TNS geeft vier belangrijke principes voor
duurzaamheid (zie kader). Leven conform deze principes is leven in een honderd
procent duurzame situatie waarbinnen de mensheid tot in alle eeuwigheid
gezond en prettig op deze aarde kan leven.
en er was een ambitie om energieneutraal te
worden. De verbinding tussen de ambities,
instrumenten en de werkwijzen was niet altijd
duidelijk. Zo ontstond de gedachte om in de
gemeente Eindhoven deTNS methode te hanteren.
En daarmee was de gemeente Eindhoven de
eerste gemeente van Nederland. Mooi, maar soms
ook lastig aangezien er geen andere Nederlandse
gemeenten waren, waarvan kon worden geleerd.
Samen met medewerkers van TNS Nederland
werd een eigen aanpak opgesteld,gebaseerd op de
ervaringen van buitenlandse gemeenten.
Kansen voor groen
De medewerkers die zich bij de gemeente
Eindhoven bezig houden met groen en recreatie
De aanleiding voor het kiezen van deze methode
was het ontbreken van visie en samenhang op het
gebied van duurzaamheid binnen de gemeente.
Er gebeurde van alles: duurzaam inkopen volgens
de eisen van AgentschapNL, duurzaam bouwen
volgens de GPR (gemeentelijke prestatie richtlijn)
The Natural Step
The Natural Step is een internationale non-
profit organisatie die zich heeft toegelegd op
duurzame ontwikkeling.Zij helpen organisaties,
de gemeenschap en individuen om zinvolle en
waardevolle stappen te zetten in de richting van
duurzaamheid.
11. G R O E N 11
De ABCD-aanpak van
TNS: Awareness, Baseline,
Creatieve solutions en
Decide on priorities.
voelden al een grote verbondenheid met het thema
duurzaamheid. Tijdens een workshop werden
kansen en dilemma’s onderzocht.Bijvoorbeeld hoe
de gemeente beter om kan gaan met afgevallen
blad in de openbare ruimte. Hierbij werd een
speciaal op TNS toegepaste procesaanpak (de
ABCD-aanpak) gehanteerd. Nu verwijdert de
gemeente de bladeren uit de openbare ruimte
omdat veel mensen het afgevallen blad niet prettig
vinden. Opruimen kost veel geld en de bodem
verschraalt omdat het blad niet op natuurlijke
wijze worden afgebroken. Kan dit niet anders?
Tijdens de workshop werd de toepassing van lang
gras genoemd. In het lang gras blijven de bladeren
beter liggen.Overlast van bladeren wordt hierdoor
beperkt en de natuurlijke cyclus blijft in stand. De
kosten voor het beheer van lang gras zijn lager dan
die voor gazon. Lang gras is ook aantrekkelijker
voor biodiversiteit. Niet elke locatie is geschikt
voor de toepassing van lang gras, dit heeft o.a. te
maken met veiligheid, maar ook de uitstraling van
een gebied. Momenteel loopt in Eindhoven een
pilot om enkele plekken om te vormen naar lang
gras en hier ook blad te laten liggen.
Puzzel
Het antwoord op de vraag wat het meest duurzame
alternatief is in een bepaalde situatie, is soms
gemakkelijk, maar vaker nog is dat niet het geval.
Er spelen meerdere belangen en afwegingen, zoals
financiën en de beschikbaarheid van materialen.
Ook binnen de vier duurzaamheidsprincipes zelf
is het soms moeilijk kiezen. Het voeren van de
discussie en het bespreken van afwegingen is een
belangrijke stap in de goede richting. Een soort
puzzel waarbij we steeds stappen zetten in de
richting van een duurzaam Eindhoven.
The Natural Step hanteert vier belangrijke principes voor duurzaamheid,die
de gemeente Eindhoven als volgt omschrijft:
In een duurzame situatie:
- houden we schaarse materialen uit de aardkost in een gesloten
kringloop;
- gebruiken we (chemische) stoffen die geen negatieve effecten
hebben op mens en milieu;
- houden we het natuurlijk systeem in stand en herstellen en
versterken deze waar mogelijk;
- zorgen we ervoor dat mensen wereldwijd in hun behoeften kunnen
voorzien.
SEE PAGE#SCAN MET
ZIE PAGINA 2
voor instructies
12. 12 G R O E N
Noortje Krikhaar
Slim met
kosten en baten
in het groen omgaan
Groen is waardevol, letterlijk en figuurlijk. Groen draagt bij aan een veilige
leefomgeving. Mensen voelen zich thuis in een groene omgeving. Buiten zijn en
bewegen vermindert de kans op ziektes. Zo heeft groen invloed op het budget van
de gezondheidszorg. Ook op veel andere terreinen draagt groen, financieel, een
steentje bij. Denk bijvoorbeeld aan het milieu en aan groen als onderdeel van een
dynamische binnenstad waar de middenstanders mede van profiteren.
ook. De beweegtuin met de zorgvuldig gekozen
beweegtoestellen aan de Generaal Cronjéstraat is
voor iedereen toegankelijk.
Eindhoven grijpt kans
Hoewel de baten van stedelijk groen steeds meer
mensen duidelijk worden, komen projecten nog
maar moeilijk van de grond. Dit komt vooral
omdat de waarde van groen nog maar beperkt
kwantitatief is gemaakt. Dit maakt het lastig groen
onderdeel te laten zijn van een business case.
Eindhoven greep de kans groen meer waarde te
geven. Zo deed Eindhoven mee aan het project
TEEB Stad (zie kader).Onder de naam‘Greenspots
reloaded’ zijn kansen voor vergroening voor de
binnenstad van Eindhoven in kaart gebracht. Er
is een psychische, functionele en ruimtelijke
analyse van de stad gemaakt, op basis waarvan
een aantal voorbeeldprojecten doorgerekend
is. Investeringen in groen kunnen worden
terugverdiend en uiteindelijk zelfs geld opleveren.
Groen als onderdeel van een dynamische
De zuiverende werking van een stadsboom
levert veertig euro per boom per jaar op. Dak-
en gevelgroen kunnen tot grote besparingen
leiden. Zo kunnen de kosten voor koeling van
de bovenste verdieping van een gebouw met 75
procent afnemen.Groene ruimte zorgt er voor dat
het regenwater niet direct naar het riool,maar naar
het grondwater wordt afgevoerd. Zo wordt het
riool minder belast.Bovendien kost het gemiddeld
twintig euro per vierkante meter om regenwater
af te koppelen van het rioleringssysteem.
Een goed voorbeeld van de meerwaarde van groen
voor de gezondheid waardoor ook kosten in de
zorg dalen, is de beweegtuin in de Eindhovense
wijk Doornakkers (Tongelre). In april van dit
jaar werd deze geopend. Dit initiatief van de
afdeling Geriatrie van het Catharina Ziekenhuis in
Eindhoven beoogt vooral senioren te stimuleren
meer te bewegen. Studenten van de Fontys
Sporthogeschool verzorgen op gezette tijden
een programma en begeleiden de mensen dan
De Dommel, ingebed in het
groen, stroomt door het
centrum van Eindhoven.
(foto: Martin van Rooij)
13. G R O E N 13
Boven: Greenspots
Reloaded Visual
Catherinaplein
(bron: BYTR Architecten).
Onder: Greenspots reloaded
visual van terrein FENS
(bron: BYTR Architecten).
binnenstad heeft daarmee ook profijt voor de
middenstand.
Van dromen naar doen
In opdracht van de gemeente Eindhoven hebben
vier partijen ‘Greenspots reloaded’ ontwikkeld.
Triple E, een adviesbureau op het gebied
van natuur en economie, maakte de diverse
geldstromen inzichtelijk. Ontwerpbureau BYTR
maakte een ruimtelijke analyse en gaf de kansen
aan voor Greenspots. Yannick Joye, onderzoeker
omgevingspsychologie, onderzocht wat de invloed
is van een groene omgeving op het gedrag van
mensen. Orange Olive, regisseur van Greenspots
Reloaded, gaf aan hoe projecten versneld kunnen
worden uitgevoerd. Dit binnen het budget en
zonder concessies te doen aan de kwaliteit.Voor een
aantal projecten is een schetsontwerp gemaakt (10
+ 1 Greenspots).Zowel de kosten als de financieel-
economische baten zijn in kaart gebracht.
Uitgangspunt van het onderzoek was dat er vooral
ook privaatgeld wordt geïnvesteerd in de projecten.
Erzijnzoveelmogelijkbelanghebbendenbetrokken
bij het proces. De integrale projectaanpak zorgt er
ook voor dat groenprojecten met meer draagkracht
vanuit de opdrachtgevende organisatie en
belanghebbenden van de openbare ruimte konden
worden uitgevoerd.
Al is door de economische crisis nog maar een
enkel project uitgevoerd, de groenbeleving in
Eindhoven is gestegen. De groene busabri aan de
Mathildelaan,een ontwerp van KAWArchitecten te
Eindhoven,is een groot succes.De abri combineert
op innovatieve wijze groen,design,technologie en
mobiliteit. Dergelijke abri’s kunnen fungeren als
adverteerruimte voor bedrijven die zich ‘groen’
willen profileren en die bereid zijn iets meer geld
uit te geven voor een groene abri in vergelijking
tot een standaardabri. Ook de vergroening van het
Catharinaplein is inmiddels uitgevoerd. Het is een
plek die uitnodigt om te verblijven, op het terras
van de aanwezige horeca of op een van de ronde
bankjes onder de bomen.
Verder werken aan de toekomst
Na de schrale jaren tachtig en negentig van de
vorige eeuw waarin bezuinigingen leidden tot
het verschralen van groen en het opheffen van
de afdeling Groenvoorziening, krijgt de gemeente
Eindhoven het toch voor elkaar om in moeilijke
economische tijden nieuw elan aan het groen te
geven.De gemeente is zo slim geweest om in deze
TEEB: The Economics of Ecosystems and Biodiversity
Eindhoven deed mee aan het projectTEEB Stad.Daarin leerden gemeenten aan
de hand van een gebiedseigen project wanneer groen- en waterbaten ontstaan,
hoe hoog die baten zijn en hoe baathouders kunnen worden betrokken als
investeerder. Projecten in de openbare ruimte kunnen soms verrassende
winstpakkers opleveren. Binnen het masterplan voor de vergroening van
de binnenstad van Eindhoven waren drie deelprojecten gedefinieerd. Het
Catharinaplein
(vergroening door aanplant bomen), het terrein Fens (herontwikkeling
parkeerterrein tot park) en de Groene gevel (realiseren van een groene gevel
in een winkelstraat in het centrum).Eindhoven had met Greenspots reloaded
al business cases gemaakt deze projecten. De TEEBmethode werd gebruikt
om deze cases te toetsen en aan te scherpen. Het maakte inzichtelijk dat de
baten nog hoger zijn dan uit de eerdere business cases naar voren kwam.TEEB
heeft een iets andere benadering dan Greenspots reloaded en neemt ook de
kleinere baten mee,die toch ook relevant blijken te zijn.
De resultaten:
Berekende baten: 2,5 miljoen euro;
Geschatte kosten: 1,5 miljoen euro.
14. 14 G R O E N
tijd van crisis de kosten van groen expliciet te
maken.Hetzelfde geldt voor de baten van groen.
Hoewel via ‘Greenspots Reloaded’ een belangrijke
Eerder al werd in
Groen aandacht
besteed aan ‘Green-
spots reloaded’: Bram
Veldhuis, Groene
baten in Eindhoven,
maart 2012.
Het rapport Green-
spots Reloaded is als
download beschikbaar
Daktuin op de
parkeergarage van de
Lichttoren
(foto: Martin van Rooij)
Groene abri aan de
Mathildelaan
(foto: KAW Eindhoven).
Aqua-add
De gemeente Eindhoven is projecttrekker voor het Europese projectAqua-add,
gericht op kennisontwikkeling en -uitwisseling op het gebied van water en
groen in de stad.De deelnemers van Aqua-Add staan door klimaatverandering
allemaal voor de opgave maatregelen te nemen voor onder andere een betere
waterkwaliteit, berging van regenwater en verminderen van hittestress
(opwarming van binnenstedelijke gebieden). De maatregelen vragen fysieke
ruimte en zijn daardoor duur. Het is zaak de maatregelen slim te realiseren
zodat ze naast ecologische en sociaal-maatschappelijke meerwaarde ook geld
opleveren.
Een binnen het project ontwikkeld computer programma toont de
toegevoegde waarde van water in een gebied aan door bijvoorbeeld het
verschil tussen de voor en na prijzen van onroerend goed aan te duiden. Het
project gaat ook in op de belanghebbenden die baat hebben van het water en
hoe deze in het proces te betrekken. Deze stakeholders zoals ontwikkelaars,
bewoners, corporaties worden tijdens workshops bij het project betrokken
om draagvlak te genereren.Aqua-add loopt nog tot de zomer van 2014.
Kijk voor meer informatie op www.aqua-add.eu.
stap is gezet, is Eindhoven er nog niet. Een
knelpunt is bijvoorbeeld de hoge dynamiek van het
bedrijfsleven tegenover de veel lagere dynamiek
van groen. Ondernemers richten zich vooral op
concrete doelen op korte termijn. Ook moet men
er nog aan wennen dat de overheid niet langer
volledig verantwoordelijk is voor investeringen
in de openbare ruimte. De overheid zelf moet
leren een meer faciliterende rol op zich te nemen.
Maar het belangrijkste probleem is dat de baten
vaak niet terechtkomen bij de investerende
partij. Er zijn afspraken nodig over wie welke
baten heeft en welke investering daarbij past.
Eindhoven onderzoekt daarom de mogelijkheid
voor nieuwe investerings- en verdienmodellen.
Binnen het project Aqua-add wordt op Europees
niveau gekeken naar mogelijkheden om
projecten te financieren en een balans te vinden
tussen investeringen en rendement. Binnen de
ontwikkeling van Landelijk Strijp wordt gezocht
naar vernieuwende constructen tussen publieke en
private partijen om te komen tot de ontwikkeling
en het beheer van het gebied.
SEE PAGE#SCAN MET
ZIE PAGINA 2
voor instructies
15. G R O E N 15
Yoka Louwman
Noortje Krikhaar
foto’s: Martin van Rooij
Methode ‘Samenspraak’
organiseert participatie
Hoe betrek je inwoners, ondernemers en instellingen intensiever
bij het ontwikkelen van beleid en projecten in de stad? De
gemeente Eindhoven hanteert daarvoor de methode ‘Samenspraak’.
Samenspraak gaat verder dan inspraak, het vindt in een veel vroeger
stadium van de ontwikkeling, beleid of een project plaats; nog voordat
er een concreet plan is.
Ook bij de renovatie van het
Bonifaciuspark is de buurt
uitgebreid betrokken
16. 16 G R O E N
Joop van Hout, coördinator
Trefpunt Groen Eindhoven.
De gemeenteraad heeft in 2008 de verordening
’Samenspraak en Inspraak’ vastgesteld. Daarin
staat dat ambtenaren –vrijwel altijd- verplicht
zijn om in Samenspraak met bewoners en andere
belanghebbenden projecten, plannen en beleid te
ontwikkelen. Het is voor de medewerkers van de
gemeente Eindhoven de uitdaging om hier goed
vorm aan te geven. Hiervoor hebben tientallen
beleidsambtenaren trainingen gevolgd en zijn tal
van methodieken en tools beschikbaar die kunnen
helpen.
Kaders en rollen
Kern van Samenspraak is het vooraf vaststellen van
de speelruimte (randvoorwaarden) waarbinnen
de keuzes gemaakt kunnen worden. Een ander
belangrijk onderdeel is het bepalen van rollen
van de diverse doelgroepen. Willen ze de inhoud
mede initiëren, een adviesfunctie vervullen
of volstaat een goede informatievoorziening?
Projectleiders worden bij de uitvoering van
Samenspraak standaard bijgestaan door een wijk-
of gebiedscoördinator die de kennis over het
gebied inbrengt en een communicatieadviseur.
Samenspraak wordt toegepast in tal van
projecten in de openbare ruimte en groen.
Denk aan de herinrichting van woongebieden
bij rioolvervanging, renovatie van parken, en de
inrichting van speellocaties of braakliggende
terreinen.
Trefpunt Groen Eindhoven
De Stichting Trefpunt Groen Eindhoven
optimaliseert de communicatielijnentussen natuur-
en milieugroepen en de gemeente Eindhoven.
“Als vroeger bijvoorbeeld de vleermuizengroep
geen verlicht fietspad wilde, botste dat met de
belangenvereniging van de fietsers. Nu zorgen
we ervoor dat partijen - met soms tegengestelde
belangen - samen aan tafel gaan zitten.Vrijwel altijd
komen we tot een oplossing met respect voor
elkaars mening.”
Vanaf het prille begin in 2001 is Joop van Hout
als coördinator de spin in het web van deze
stichting die is ontstaan uit onvrede. Natuur- en
milieugroepen hadden vaak gegronde bezwaren
tegen plannen van de gemeente Eindhoven. Die
bezwaren kwamen pas als het gehele project
afgerond was, vertelt Joop van Hout. “Slimmer
is om belanghebbenden vanaf het begin de kans
te bieden op inspraak. Daarom is de stichting
opgericht. We spreken nu over ‘beginspraak’ en
dat woord staat nu zelfs op de nominatie om in
de Van Dale te worden opgenomen. Het effect van
dit beleid is groot. Eindhoven gaat duurzaam met
groen om.Zo hebben we misschien wel het meest
rigide kapbeleid van de regio. En, in deze tijd ook
niet uit te vlakken, we hebben nog maar één of
twee bezwaren per jaar en dat levert een enorme
kostenbesparing op.”
Bij het Trefpunt Groen Eindhoven zijn 107
groepen aangesloten, waaronder KNNV afdeling
Eindhoven, IVN Veldhoven-Eindhoven, de
Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer
en Duurzaam Eindhoven, Fietsersbond et cetera.
“We spreken over
‘beginspraak’ en dat
woord staat nu zelfs
op de nominatie om in
de Van Dale te worden
opgenomen”
17. G R O E N 17
Joop van Hout:“We draaien met veel vrijwilligers.
We maken bijvoorbeeld dankbaar gebruik van
wetenschappers die met pensioen zijn. De
TU Eindhoven levert ons wat dat betreft veel
capaciteit in de vorm van oud-hoogleraren.”
Voorbeelden te over van de ‘beginspraak’. Zo
werd het ontwerp voor de uitbreiding van het
Philips-terrein Strijp R aan het Trefpunt Groen
voorgelegd. “In zo’n geval stel ik een commissie
samen. Ik kijk welke aangesloten groepen daarin
het beste vertegenwoordigd kunnen worden.
De commissieleden bestuderen het ontwerp en
komen met de meest uiteenlopende opmerkingen.
In het ontwerp van Strijp R bleek onder andere
dat voor de aanleg van een bushalte het kappen
van monumentale bomen nodig was.De oplossing
was simpel: de bushalte werd verlegd.” Voor
Sporthogeschool Eindhoven moest een brug over
de Tongelreep worden aangelegd. Een behoorlijke
ingreep in een natuurgebied met een beekdal.
Na overleg met het Trefpunt Groen verdween
het plan voor een grote en plompe brug van de
tekentafel. Nu is er op een onopvallende plek een
bescheiden oversteek aangelegd in het groen en
tussen de lisdodden en rietkragen. Goedkoper dan
de geplande brug, waardoor er budget voor een
ander project over bleef.
Met een aanbod van zo’n tweehonderd projecten
per jaar heeft het Trefpunt Groen Eindhoven een
complexe interne organisatiestructuur. Per jaar
vergaderen 42 werkgroepen over de aangeboden
projecten. Groepen werken themagericht of
water-, lucht-, duurzaamheid- of gebiedsgebonden.
Ze kunnen zich ook richten op parken of wijken
of op welk ander onderwerp dan ook. Op deze
wijze kunnen de 107 groepen met een totaal van
duizend leden hun adviezen over de projecten
afleveren aan het trefpunt.
De Samenspraak is op een bijzondere manier
geregeld.Trefpunt Groen Eindhoven wordt tijdens
de ontwerpfase bij het project betrokken. De
adviezenvanhetTrefpuntGroenEindhovenworden
vrijwel altijd overgenomen door de projectleider,
het college van Burgemeester enWethouders of de
gemeenteraad.Alleen als er daarvoor zeer grondige
redenen zijn, wordt besloten van een advies af te
wijken. Joop van Hout:“Immers: iedereen mag een
advies geven aan de raad en het college van BW.
Het Trefpunt Groen Eindhoven is een groot
succes. “Er komt nauwelijks meer een rechter
aan te pas”, constateert Joop van Hout.“Opgezet
als een experiment voor twee jaar is het Trefpunt
gegroeid tot een stevige basis voor communicatie
tussen belangenverenigingen en de gemeente. Er
wordt niet alleen veel irritatie,ergernis en onvrede
voorkomen, maar de gemeente bespaart ook nog
eens miljoenen euro’s.”
ANWB Groenplein
Een van de projecten waar bewoners een stevige vinger in de pap hebben ge-
had was bij de inrichting van het ANWB Groenplein in het Henri Dunantpark
dat eind mei 2013 is geopend.Met de inrichting van ANWB Groenpleinen wil
de ANWB een bijdrage leveren aan het beleven van groen in de directe woon-
omgeving.Het is een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en van het
groen in hun buurt kunnen genieten.
Door middel van brainstormsessies en veel persoonlijke gesprekken met om-
wonenden van het park is het ontwerp gemaakt.Veel van de wensen van de
buurtbewoners komen terug het Groenplein zoals: een kiosk met een toilet,
veel zitplaatsen, picknicktafels, loungeplekken aan het water, werkplekken
met WiFi en speeltoestellen voor de allerkleinsten. Maar ook een kruidentuin,
een bloemenweide,natuurspeelelementen en natuureducatie zijn aanwezig in
het Groenplein.De betrokkenheid van bewoners in het ontwerp zou hen ook
moeten stimuleren om gebruik te maken van het plein en het organiseren van
activiteiten voor de buurt.
foto: Johan Plateijn
18. 18 G R O E N
Programmaleider Roel den Dikken
geeft sturing aan groenambities
Yoka Louwman
communicatieadviseur
gemeente Eindhoven
foto: Martin van Rooij
Groen versterken in
een dynamische stad
De gemeente Eindhoven werkt voor de ontwikkeling en uitvoering van
beleid met programmasturing. De gemeenteraad heeft daarvoor ruim twintig
raadsprogramma’s vastgesteld. Roel den Dikken geeft als programmaleider Groen
en Recreatieve voorzieningen, het groenprogramma inhoudelijk en financieel vorm
en initieert de daaruit voorvloeiende acties.
stad is complex en alles heeft invloed op elkaar.De
beste resultaten zijn te halen als wordt gestuurd
op interne en externe samenhang en tegelijk
pragmatisch wordt gekeken naar de haalbaarheid.
We moeten daarbij waken om niet alles tot in
detail vast te leggen. De gestelde doelen en het
jaarprogramma moeten voldoende ruimte bieden
om in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen.”
Hoe verloopt de monitoring?
“Ten behoeve van het cyclisch beheer
vindt maandelijks monitoring plaats van de
vaktechnische staat van het groen. Ook meten
we jaarlijks de tevredenheid van de inwoners
over het groen. Waar nodig wordt op grond van
deze cijfers bijgestuurd. Bovendien stellen we in
breder verband jaarlijks een programma op voor
het groot onderhoud en investeringsprojecten.
Door werkzaamheden vooraf slim te koppelen
wordt geld efficiënt besteed, meerdere doelen
bereikt en de overlast voor omwonenden beperkt.
Bij rioolwerkzaamheden kijken we bijvoorbeeld
meteen naar herinrichting, mogelijkheden voor
Van raadsbesluit tot concrete actie,
hoe gaat dat in zijn werk?
“Door te kijken naar de speerpunten van het
college en door aansluiting te zoeken met andere
gemeentelijke doelstellingen, formuleer ik samen
met de groencollega’s doelen met betrekking
tot groen. Deze doelen, soms redelijk abstract en
soms gedetailleerd, zijn nodig om prioriteiten aan
te wijzen in de enorme hoeveelheid ingrepen die
zich - rijp en groen - aandienen of moeten worden
geïnitieerd. Variërend van jaarlijks cyclisch beheer
tot grote meerjarige gebiedsontwikkelingen.Hieruit
ontstaat een jaarprogramma met alle activiteiten.
Jaarlijks wordt gemonitord op de vaktechnische
kwaliteit (output indicatoren) en belevingswaarde
(outcome indicatoren), zodat indien nodig
bijgestuurd kan worden.”
Waar lopen jullie tegen aan
met deze werkwijze?
“De uitdaging zit vooral in het vinden van de
balans tussen een - soms rigide - doelgerichte
programmering en de alledaagse werkelijkheid.Een
19. G R O E N 19
ontharden en het vervangen van bomen.De groene
doelstelling en de daarvoor beschikbare middelen
zijn zo een integraal onderdeel van het project en
geen sluitpost van de begroting die in het ergste
geval wordt wegbezuinigd.”
Wat onderscheidt dit raadsprogramma
van andere?
“Groen is zonder meer een bijzonder
raadsprogramma.In de eerste plaats omdat iedereen
er een mening over heeft. Veel mensen houden van
groen, maar als de boom toevallig in de weg staat,
is groen toch snel ondergeschikt. Groen, en vooral
het kappen van bomen, ligt gevoelig en heeft vaak
direct een politieke lading. In de tweede plaats is
groen bijzonder omdat de tijdslijnen lang zijn. Het
is een enorme opgave om in een dynamische stad
als Eindhoven het groen een substantiële plaats
te geven. De maatschappelijke dynamiek is veel
hoger dan de levensduur van gebouwen, riool et
cetera waardoor veel objecten het einde van hun
technische levensduur niet halen.Maar veel bomen
zijn dan eigenlijk nog maar halfwas.De gemiddelde
stadsboom in Eindhoven is circa 36 jaar.Waar het
past, wil je de leeftijd verder omhoog krijgen,
want hoe ouder de boom, hoe meer voordelen ten
aanzien van ruimtelijke kwaliteit, biodiversiteit,
kroonvolume et cetera.”
Hoe ervaar je de samenwerking
met partijen in de stad?
“Wat heb jij een vreselijke baan,hoor ik een collega
wel eens zeggen, omdat we relatief veel tijd steken
in overleggen met bewoners, belangengroepen,
het gemeentebestuur en onze collega’s. Ik vind
dat nu juist een aardige kant van mijn rol, ook al is
het niet altijd even gemakkelijk. Ik denk dat al dat
afstemmen in de toekomst nog veel belangrijker
wordt. We willen bijvoorbeeld inwoners meer
ruimte geven voor een eigen invulling, terwijl
tegelijkertijd de beschikbare ruimte kleiner wordt
door de toenemende ruimteclaims. Hoofdbreker
in dit verband is de afnemende beschikbare
ondergrondse ruimte voor wortels door de
toenemende concurrentie met kabels en leidingen
en hun korte cycli, in vergelijking met bomen.
Uitdagingen genoeg dus.”
Roel den Dikken,
programmaleider Groen en
Recreatieve voorzieningen.
“Het is een enorme
opgave om in een
dynamische stad als
Eindhoven het groen
een substantiële plaats
te geven”
20. 20 G R O E N
Groenstructuur Eindhoven
Groene wiggen
cruciaal voor Brainport
Veel steden en dorpen zijn geleidelijk
gegroeid. Eindhoven niet. Eindhoven
is rond 1200 gesticht op een punt waar
verschillende wegen en de beken de
Dommel en Gender samenkwamen. De
naam dankt zij aan de boerderij die hier
werd gesticht, de End- of Eindhoeve.
Eeuwenlang leidde de stad een
sluimerend bestaan, totdat in de 19e
eeuw de industrialisatie haar intrede
deed. Deze groei kreeg door de komst
van Philips een enorme stimulans.
Oerbos maakte geleidelijk plaats voor heidevelden en
akkercomplexen.Vanaf omstreeks 100 na Chr.werden
beekdalen en natte broekgebieden ontwikkeld tot
weiden en hooilanden,de beemden.Eindhoven werd
kortna1200gestichtopdekruisingvanhandelswegen
(Den Bosch - Luik en Vlaamse kust richting Rijnland)
en op het punt waar de beken de Dommel en Gender
De ondergrond van Eindhoven bestaat uit een
landschap met zandruggen en de beekdalen van de
Dommel, Tongelreep, Gender en enkele zijbeken.
Al rond 4300 vóór Chr. ontstonden agrarische
nederzettingen op de hoge gronden. De oudste
bewonerssporen zijn te vinden in de huidige
stadsdelen Woensel (Ekkersrijt), Strijp en Tongelre.
De groene wiggen vormen
de schakel tussen de
regionale groengebieden
en de fijnmazige stedelijke
groen- en boomstructuur.
(Kaarten:
Fredy Zeevenhooven en
Ton van Tuijn, gemeente
Eindhoven)
Fredy Zeevenhooven
Landschapsarchitect
gemeente Eindhoven
Ingeborg Schouten
Adviseur Groen
gemeente Eindhoven
Martin van Rooij
Van Rooij Communicatie
10 Km
Aken / Maastricht
Venlo / Ruhrgebied
NijmegenAmsterdam / Den Bosch
Rotterdam / Tilburg
Antwerpen
Groene Woud
Brussel / Leuven
21. G R O E N 21
bij elkaar komen. Dit bleek een gouden zet, want nu
nog - en als het aan de beleidsmakers ligt,in 2020 nog
extremer - ligt Brainport Eindhoven als een spin in
een web van internationale verbindingen.
Onstuimige groei
Vooral in de tweede helft van de negentiende
eeuw veranderde Eindhoven ingrijpend door
industrialisatie en grootschalige ontginning
van heide voor bos. De industrialisatie werd
bevorderd door verbetering van het wegennet
(ook Brainport investeert in bereikbaarheid), de
aanleg van het Eindhovensch Kanaal (1846) en de
spoorwegverbindingen (vanaf 1866).Langs de oevers
van de Dommel en Gender, in de omgeving van het
Eindhovensch Kanaal en langs de spoorlijn kwamen
fabrieken (voornamelijk textielindustrie, sigaren- en
houtverwerkende industrie en leerlooierijen). Door
deze werkgelegenheid groeiden de omringende
dorpen als lintbebouwing langs de radiale wegen
aan Eindhoven vast. Eindhoven moest in die tijd
woekeren met de ruimte. Eind 19e eeuw start de
kanalisatie van de beken. Dit ter verbetering van de
doorstroming,maar ook om ruimte te winnen.In 1891
kwam Philips naar Eindhoven, vanwege de gunstige
ruimtelijke vestigingsvoorwaarden voor industrie en
de aanwezigheid van goedkope arbeidskrachten. De
komst van Philips betekende een katalysator voor de
groei van de stad.Al snel waren arbeidskrachten van
buiten de regio nodig.
Tuinstadmodel
Eindhoven kan dan alleen nog groeien door annexatie
van de omliggende dorpen: Woensel, Tongelre,
Stratum, Gestel en Strijp. In 1920 is dit een feit. De
topografische kaart van 1900 geeft een beeld van
Eindhoven voor de planmatige uitbreidingen. De
gelijkenis met het tuinstadmodel van Ebenezer
Howard en het belang hiervan voor de woon- en
werkomstandigheden wordt door de opeenvolgende
gemeentelijke plannenmakers onderkend. Ook
Philips laat het Tuinstadmodel op eigen gronden
toepassen.Het hoogwaardig woon- en werkmilieu dat
dankzij groen ontstaat, moet arbeiders van ver naar
het bedrijf trekken.
De gelijkenis van de structuur van Eindhoven met het
tuinstadmodel is te danken aan de landschappelijke
onderlegger, de onderkenning van deze structuur
door de opeenvolgende plannenmakers bij de
gemeente en door toepassing van dit model in
verschillende Philipswijken. De oude dorpen zijn nu
nog zichtbaar als kernen van de nieuwe stadsdelen
in het groen.
Perioden van crisis en groei
Tijdens deTweedeWereld Oorlog stagneerde de groei.
Groen wordt dan ingezet voor voedselvoorziening
(stadslandbouw) en bomen werden gekapt voor
brandhout. Na 1950 groeide Eindhoven enorme. Na
1960 breidde in het bijzonder het stadsdeel Woensel
enorm uit. De groene rasterstructuur van wegen met
naar binnen gekeerde buurten volgde het plan van De
Casseres (1930). Het is tijdens deze groeiperiode dat
Woensel
Strijp
Tongelre
Stratum
Gestel
Op de reliëfkaart van
Eindhoven zijn de beekdalen
(groen) en de hogere
zandruggen (bruin) duidelijk
zichtbaar.
In 1880 maakt heide
(geel) al flink plaats voor
bos (donker groen).
Lintbebouwing volgt de
zandruggen.
De topografische kaart
van Eindhoven in 1900
geeft het beeld van de
stad voor de planmatige
uitbreidingen. De gelijkenis
met het Tuinstadmodel valt
nu al op.
Bron: gemeente Eindhoven
22. 22 G R O E N
J.F. Fontaine als hoofd van de gemeentelijk afdeling
Plantsoenen (van 1950 tot 1983), zijn stempel op de
stad drukt. Na deze grote bloeiperiode voor groen
volgdevanafdejarentachtigzwaarweervoorgroenen
de groenstructuur. Het niet vastgestelde groenbeleid,
1918 Cuypers en Kooken
1930 De Casseres
1946 Plan Kuiper
de groene kapitaalwerken, kan verstedelijking van
de groene wiggen niet tegenhouden. Plantsoenen
werden versoberd, de afdeling plantsoenen en de
stadskwekerij werden opgeheven.
Eind jaren negentig ontstaat een kentering en met
de vaststelling van het Groenbeleidsplan in 2001
worden de groene wiggen, die tot diep in de stad
lopen, weer veiliggesteld en visueel opgerekt door
de groene wijken aan de randen van de wiggen te
koesteren. Voor de nieuwe wijk Meerhoven aan de
westkant van Eindhoven wordt het oorspronkelijke
landschap de drager van het plan (zie pagina 28-29).
Ook in economisch opzicht zijn de jaren negentig
een keerpunt: de productie-economie maakte plaats
voor de kenniseconomie. Philips ontwikkelt in deze
periode de HighTech Campus in de zuidelijke groene
wig. Ook nu weer geeft Philips een impuls aan de
hernieuwde aandacht voor het belang van groen voor
een plezierig woon- en werkmilieu (zie kader).
Brainport en opleving belang groen
Met de ontwikkelingsvisie Brainport 2020 wordt de
succesformule van weleer nieuw leven ingeblazen.
Dezeformulekrijgtdoorsamenwerkingindebreedste
zin van het woord internationale allure. De groene
wiggen spelen een cruciale rol in de realisatie van
een optimaal vestigingsklimaat voor kenniswerkers.
De drie grootste wiggen worden ontwikkeld tot
landschapsparken: recreatieve uitloopgebieden van
de stad, waarvan het karakter wordt bepaald door
het aanwezige landschap. De landschapsparken zijn
goed verankerd in de stedelijke groenstructuur en
via groene routes in de stad goed bereikbaar. Elk
landschapspark heeft een recreatieve verbinding van
het centrum tot diep in de aangrenzende, regionale,
waardevolle groengebieden, die in het kader van
Brainport worden verbijzonderd. Er wordt gestreefd
naar het ontwikkelen van een recreatieve poort in
de landschapsparken, waar bezoekers informatie
krijgen over het park zelf en de aanliggende
groengebieden. Tot slot krijgt elk landschapspark
een hoogwaardig werkgebied in de vorm van een
campus. Om een goed beeld te krijgen van wat deze
Brainport-ontwikkeling precies inhoudt, wordt in
het artikel op pagina 24-27 aandacht besteed aan de
spectaculaire ontwikkelingen in Eindhoven Noord-
West.Hieronder volgt een korte typering van de drie
landschapsparken.
De Karpen
Een cultuurhistorisch landschap en bijzondere
natuurwaarden bepalen het noordoosten van de
stad; De Karpen. Dankzij de Dommel, de Kleine
Dommel, interessante infiltratie- en kwelgebieden
(Urkhovense Zeggen) en de Karpendonkse Plas
vormt water in dit gebied de rode draad.Het gebied
heeft een heldere zonering in menselijke invloed:
meest intensief bij de campus van Technische
Universiteit Eindhoven (TU/e), wat extensiever
Eerste Algemeen
Uitbreidingsplan werd
mogelijk na de annexatie
van de omringende dorpen,
Strijp, Woensel, Tongelre,
Stratum en Gestel in 1920.
Dit zijn resp. AUP van
Cuypers en Kooken uit
1918, AUP van De Casseres
uit 1930 en het plan op
hoofdzaken van Kuipers
uit 1946. In alle plannen
werden de groene wiggen
opgenomen.
Bron: gemeente Eindhoven
(beeld: Regionaal Historisch
Centrum Eindhoven)
(beeld: Regionaal Historisch
Centrum Eindhoven)
(beeld: Licht op groen,
Gerrie Andela)
23. G R O E N 23
rond de Karpendonkse plas en extensief in het
dal van de Kleine Dommel. Langs de Dommel is
een fietsroute aangelegd die De Karpen verbindt
met het centrum en het Rijk van Dommel en
Aa, dat ook in het kader van Brainport wordt
ontwikkeld. In deze wig is nog geen recreatieve
poort ontwikkeld.
Genneper Parken
In het zuiden van Eindhoven ligt een wig waarvan
het recreatiegebied Genneper Parken deel uitmaakt.
De beekdalen van Dommel en Tongelreep komen
hier samen.Via de Dommel,dwars door het centrum,
staat deze wig in verbinding met de wig aan de
noordoostzijde van de stad. Het karakter van deze
wig wordt bepaald door een combinatie van een
waardevol landschap met een zeer hoge intensiteit
aan recreatieve voorzieningen. Dit landschapspark
bestaat uit een kleinschalig,open,agrarisch landschap
met aan weerszijden bosachtige gebieden (van
beekdalen en voormalige heide), die de stad vanuit
de open kern aan het zicht onttrekken en tevens
de diverse recreatieve voorzieningen verbergen.
Recreatieenlandschapswaardenblijvenhierinbalans
doordat het gebied is ingedeeld in deelparken met
elk een eigen thema: Stadspark (stedelijke balkons),
Agrarisch park (de open kern met onder andere een
ecoboerderij) en Natuurpark (langs de beide beken).
In het zuidelijk deel wordt een sportlandgoed (met
zeer hoogwaardige sportvoorzieningen, waaronder
het Pieter van de Hoogenband Zwemstadion en de
Fontys sporthogeschool) nagestreefd.In deze wig ligt
ook de HighTech Campus (zie kader).De recreatieve
poort is nog in ontwikkeling. Een fietsroute langs
de Dommel verbindt dit gebied met de regionale,
waardevolle gebieden de Boven Dommel en de
Grote Heide.
Landelijk Strijp
De wig in het noordwesten van Eindhoven herbergt
Landelijk Strijp. Typerend voor deze wig zijn
ontginningsbos en kleinschalig, agrarisch, kempisch
landschap. Dit mooie landschap wordt gekleurd met
bezienswaardigheden uit de Philipsgeschiedenis
en de Tweede Wereldoorlog. In het kader van
Brainport wordt hier de Brainport Innovatie Campus
ontwikkeld en de Groene Corridor: een recreatieve
ader die het centrum van Eindhoven verbindt met het
hart van Oirschot. Deze verbinding vormt tevens de
toegang tot het GroeneWoud,een landschap ingebed
tussen Eindhoven, Den Bosch en Tilburg. Ook zeer
interessant is de ontwikkeling van voormalige
Philipsbedrijfsterreinen Strijp S en R, waar nieuwe
woonwerkgebieden worden gerealiseerd. De
recreatieve poort van deze wig is vrijwel gereed
en gevestigd in de Philips Fruittuin. Komend najaar
wordt deze officieel geopend.
High Tech Campus Eindhoven: succesformule verder uitgerold
In 1998 stond op het terrein dat we nu High Tech Campus Eindhoven
(HTCE) noemen weinig meer dan de gebouwen van het Philips
Natuurkundig Laboratorium (NatLab). Nu zijn op de campus behalve
Philips 115 bedrijven gevestigd en werken er achtduizend knappe
koppen. HTCE is hot.
In de loop van de jaren negentig verhuisde Philips zijn hoofdkantoor van
Eindhoven naar Amsterdam en bundelde het bedrijf zijn RD-activiteiten
op het terrein van het NatLab. Aanvankelijk was het terrein uitsluitend
bedoeld voor onderdelen van Philips. In 2003 werd die filosofie verlaten en
werd de campus opengesteld. Vanaf dat moment luidde het adagium ‘open
innovatie’. Het idee hierachter is dat bedrijven sterk kunnen besparen op
onderzoekskosten door samen te werken.Zo wordt de‘time-to-market’verkort
en kan veel eerder geld worden verdiend.
Ontmoeting
Het landschapsontwerp voor de campus is van Juurlink en Geluk, een
ontwerpbureau dat gespecialiseerd is in stedenbouw en landschapsarchitectuur.
Het bureau kreeg de opdracht de vierkante kilometer die HTCE groot is in de
omliggende omgeving/natuur in te passen. Ontmoeting, daar draait het om op
de HTCE. De Strip is het kloppend hart. Dagelijks lunchen daar drieduizend
mensen.Er zijn drie restaurants (die onder meerAziatische maaltijden serveren),
een groot fitnesscentrum, een kinderdagverblijf, een AH-to-go, een bank en een
computerwinkel en er worden pubquizzen en kennissessies georganiseerd.
Verspreid over het hele terrein staan banken en poefen waar mensen kunnen
eten en kunnen brainstormen over de volgende, uit Eindhoven afkomstige
technologische vondst die de wereld verovert.
Groene oase
De campus is een groene oase. Niet alleen vanwege de 130.000 berken die op
het terrein zijn aangeplant of de groene vallei van het riviertje de Dommel dat
de campus aan de noordkant begrenst. Zo zie je nergens op het terrein auto’s
staan. De parkeergarages, zijn aan het oog onttrokken. Eén garage gaat, gezien
vanaf de Randweg Eindhoven, grotendeels schuil achter zandwallen en een
verhoogde inrit.De wanden van overige parkeergarages zijn bekleed met groen
in diverse kleuren. Geen wonder dat mensen die op de HTCE werken aan het
gebied verknocht zijn. In een in 2012 gehouden enquête noemde 98 procent
van de respondenten de campus‘a great place to work’.
Groene Woud
Rijk van
Dommel
en Aa
Grote Heide en Boven Dommel
24. 24 G R O E N
Synergie stad en land in noordwesten van Eindhoven
Marieke Hüsstege
en omgeving
gebiedscommunicatie
Nieuwe economie
in het groen
Landelijk Strijp is het groene noordwesten van Eindhoven. Vanaf het
industriële, stedelijke Strijp-S loop of fiets je via een statige laan met
platanen in zes rijen dik zó de rust en ruimte in. Waar Strijp-S het
creatieve hart van Eindhoven is, een broedplaats voor design en cultuur
met internationaal aanzien, is Landelijk Strijp de groene aanvulling
daarop. Een rural urban park van 1300 hectare. Met ruimte voor
rust, bezinning en beweging, maar ook voor gezamenlijke duurzame
ontwikkeling, innovatie en ondernemerschap in een groene omgeving.
Picknicken in
de Philips Fruittuin
(foto: Niek Weijtens).
Waar Eindhoven in het noordwesten aansluit op
Nationaal Landschap Het Groene Woud verandert
de stad langzaam in een groene omgeving. In
het gebied liggen onder andere de stadsparken
Philips Van Lenneppark en Philips De Jongh
Wandelpark, de trainingsvelden van PSV, de Philips
Fruittuin en Eindhoven Airport. In Landelijk
Strijp is een groeiende community actief: Strijp-G.
Eindhovenaren - ondernemers, bewoners,
onderwijsinstellingen,natuur- en milieuorganisaties,
bezoekers - werken samen aan de ontwikkeling van
het gebied. Daarbij gelden dezelfde waarden als in
het stedelijke Strijp-S: innovatief, creatief en gericht
op kruisbestuiving.Er gebeurt een heleboel en er is
ruimte voor nieuwe ontwikkelingen die veelal vorm
krijgen vanuit de community. Naast de overheid is
vooral de gemeenschap van ondernemers, burgers
en organisaties aan zet om initiatief te nemen.
Projectgebied
(Beeld: en omgeving
gebiedscommunicatie)
25. G R O E N 25
De Groene Corridor, de stad
- land verbinding tussen
het centrum van Eindhoven
en Oirschot (beeld: Puur
landschap/Innatura).
De Groene Corridor verbindt alle partijen en
functies in het gebied
Dwars door het gebied loopt de Groene Corridor.
Een majeure laan van centrum Eindhoven tot op
de Markt in Oirschot. De corridor is bij voltooiing
13 kilometer lang en heeft een breedte van 100
meter met aan weerskanten 3 rijen bomen. Vanaf
2012 is de structuur van de Groene Corridor al
duidelijk tot in de binnenstad van Eindhoven. Jan
Baan,directeur Brabants Landschap:“Het bijzondere
aan de corridor is dat die een verbinding is tussen
stad en platteland. Voor langzaam verkeer, in en
door een heel bijzonder gebied. De Brainportregio
is een van de meest dynamische stukjes Nederland
met een enorme industriële en creatieve activiteit,
een combinatie van hightech en design. Het
is een geweldige uitdaging om juist door dit
hyperdynamisch gebied een groene passage
aan te leggen. De Groene Corridor verbindt alle
partijen en functies in het gebied en vertelt op een
duurzame manier hun verhaal.” Baan ziet daarbij
in het bedrijfsleven een belangrijke partner in het
landschap: “Techneuten bind je alleen aan je met
een aantrekkelijke omgeving.”
Een inspirerende, groene kennismaking met de
hightechindustrie
Dat onderschrijft Hans Duisters van Brainport
Industries. In Brainport Industries zijn de
toeleveranciers van de hightechindustrie verenigd.
Door fysiek samen te komen in een hoogwaardige
campus willen ze mensen trekken en binden. Er
zijn vergevorderde plannen voor een campus op
wereldniveau. Duisters: “Af en toe heb je iconen
nodig.Vroeger was dat hier het Evoluon. Nu wordt
dat de Brainport Innovatie Campus, waarbinnen
bedrijven samenwerken en kennis en faciliteiten
delen.” Een nadrukkelijke groene campus die
openstaat voor bezoekers. Zij kunnen er wandelen,
fietsen, horeca bezoeken, boodschappen doen.
En passant maken ze op een inspirerende manier
kennis met de hightechindustrie.“We laten mensen
binnenkijken door glazen gevels, zodat ze zelf zien
wat een mooi vak techniek is. En de parkachtige
setting van de campus maakt het nog mooier, want
mensen willen in een groene omgeving wonen en
werken.“
Lokale focus met internationale uitstraling
Strijp-G is het platform waarbinnen de community
in het gebied met elkaar kennismaakt, nieuwe
verbindingen zoekt, coalities sluit, zich verenigt,
presenteert en manifesteert. Een groeiende
gemeenschap van verschillende partijen die iets
willen in het gebied. Ingrid Brockhoff, General
Manager van Novotel Eindhoven, middenin het
gebied en dicht bij Eindhoven Airport: “Het is
iets heel moois als je de kwaliteiten van diverse
bedrijven en groepen kunt inzetten om een gebied
te versterken. En als je een balans kunt vinden
tussen ondernemerschap en verantwoordelijkheid
voor het gebied.Het voelt goed daar vanaf het begin
“Het is een geweldige uitdaging om juist
door dit hyperdynamische Brainport een
Groene Corridor aan te leggen.”
Jan Baan, Brabants Landschap
26. 26 G R O E N
Boven: impressie Groene
Corridor door agrarisch
gebied; het Mozaïek
(beeld: Veenenbos en Bosch
Landschapsarchitecten).
Onder: de nu autovrije
Groene Corridor ter hoogte
van landgoed De Wielewaal
(links) en Philips De Jongh
Wandelpark (rechts)
(foto: Niek Weijtens).
van de ontwikkelingen bij betrokken te zijn.Om met
collega’s in de buurt samen een plan van aanpak te
maken om het gebied aantrekkelijk te maken en
houden.”Het gebied is vanwege de aanwezige kennis
en voorzieningen in een groene omgeving met veel
sportfaciliteiten en een internationale school steeds
aantrekkelijker voor internationale gasten,bedrijven
en expats. Misschien krijgt juist daardoor de lokale
focus in het gebied steeds meer kracht. Brockhoff:
“Een bedrijf als de Philips Fruittuin, begin vorige
eeuw opgezet als werkverschaffingsproject voor de
medewerkers van Philips, is een stukje cultuur van
Eindhoven.Dat verhaal kunnen we aan onze gasten
vertellen,want bij hen staat steeds meer de beleving
centraal. Hoe leuk is het dan als je een appel uit
Philips Fruittuin op je buffet hebt staan!”
Inspiratiecentrum als verbindende schakel
Op het terrein van de Philips Fruittuin opent deze
zomer een inspiratiecentrum dat gaat fungeren
als Stadspoort Landbouw en informatiecentrum.
Maar vooral wordt het een verbindende schakel
tussen alle in het gebied opererende partijen.
Carlos Faes, eigenaar van de Philips Fruittuin:“Het
informatiecentrum wordt het kloppend hart van het
gebied.Daar komen mensen samen en vertellen het
verhaal van de omgeving en wat daarin gebeurt. De
grootste toegevoegde waarde van de samenwerking
tussen alle partijen in het gebied is de synergie die
in het gebied ontstaat.Op een prettige en duurzame
manier verbinden we ons allemaal aan elkaar en
vooral aan het gebied. Dat komt tot uiting in het
gebied zelf, dat goed wordt ontwikkeld, aangelegd
en onderhouden, tot een plek waar alle partijen
graag willen zijn.En zo wordt de aantrekkingskracht
van het gebied alleen maar groter voor andere
ondernemingen en voor arbeidskrachten.”
Community van professionals en inwoners
Decommunitybestaatenerzijdsuiteenprofessioneel
netwerk dat naar behoefte en draagkracht bijdraagt
in het beschikbaar stellen van grond, kennis, kunde
of geld: ondernemers en organisaties die al in het
gebied zitten of er zich in de toekomst willen
vestigen en partners die kennis en kunde inbrengen
over bijvoorbeeld landschapsontwerp en beheer
en exploitatie. Het gebied staat steeds centraal, het
eigenbelang is daarvan een afgeleide. Anderzijds is
Strijp-G een community van betrokken bewoners
van het gebied,Eindhovenaren die van oudsher naar
het gebied trekken voor rust en ruimte en nieuwe
bezoekers die nieuwsgierig zijn naar wat er in het
gebied aan het ontstaan is.
Je directe omgeving als functioneel
belevingsgebied
De Groene Mal is een project van een aantal kleine
ondernemers die vanuit diverse disciplines samen
willen wonen en werken in het gebied.Bijvoorbeeld
een paardenhoudster, een meubelmaker, een
ondernemer die urban sports in een landelijke
omgeving wil plaatsen, een kok die het liefst
“Af en toe heb je iconen nodig. Vroeger
was dat hier het Evoluon. Nu wordt dat de
Brainport Innovatie Campus.”
Hans Duisters, Brainport Industries
27. G R O E N 27
Impressie landschappelijke
setting van de Brainport
Innovatie Campus (beeld:
Veenenbos en Bosch
Landschapsarchitecten).
inkopen doet bij een lokale jager. Elke Frye, een
van de initiatiefnemers: “Wij zijn Pioniers die het
aandurven om in onzekere of vreemde situatie er
gewoon voor te gaan! Die bijvoorbeeld onderzoeken
hoe biodiversiteit kan inspireren in het ontwikkelen
van een product.”Waarom naast werken ook wonen
in het gebied? “Door ergens te werken én wonen,
draag je grotere verantwoordelijkheid voor het
gebied,want dat is ook je directe leefomgeving.Net
als boeren zijn we direct betrokken bij het gebied
waarin we wonen en onze buren daarbinnen.”Deze
groep mensen wil elkaar en de andere partijen in
het gebied kruisbestuiven. Frye: “Het gaat ons om
nieuwe manieren van waardecreatie in het gebied:
de beleving van het landschap een functie geven.
Middenin de natuur dingen doen. Bijvoorbeeld
boomhutten bouwen als architectuur in het
landschap.Ze zo integreren dat het bijna niet opvalt,
ontstaan uit een technologische gedachte. De
directe omgeving als functioneel belevingsgebied:
waar je kunt recreëren,spelenderwijs leren,ervaring
meekrijgen en als je wilt ook deelnemen. Zeker
ook door bedrijven: hier doe je in een inspirerende
omgeving kennis op voor innovatie.”
Learning by doing
Andere Eindhovenaren dragen bij aan de
ontwikkeling van het gebied door hun
enthousiasme over het gebied op anderen over te
dragen en initiatieven in het gebied te ontplooien:
oprichten van volkstuinen, activiteiten opzetten bij
een kinderboerderij, excursies geven, onderhouden
van een eigen stukje gebied. En door in het gebied
geld uit te geven aan recreatie, toerisme, sport. Of
er boodschappen te doen: hout, groenten en fruit
van dichtbij. Zo ontstaat de komende jaren een
nieuwe mini-economie op de grens van stad en
platteland.Een duurzame beweging,niet afhankelijk
van organisatie of financiering van derden. De
volgende stap is nu om de samenwerking tussen de
professionele partijen te bundelen in bijvoorbeeld
een coöperatie, met gebundelde taken verenigd
in een service-company. De gemeente Eindhoven
onderzoekt wat haar functie hierin is. Boudewijn
Tooren, projectmanager Landelijk Strijp voor de
gemeente Eindhoven:“De gemeente wil graag een
vandepartijenzijndiehetgebiedvormenuitvoering
geven.Op gelijkwaardige basis met de anderen.Niet
sturen maar initiëren en faciliteren. Samen aan de
slag in het gebied. Daarom onderzoeken we de
mogelijkheid van een gebiedsfonds en een service-
company van waaruit het gebied gezamenlijk wordt
ontwikkeld.”De komende jaren wordt duidelijk hoe
de ontwikkelingen in het gebied in een functionele
vorm worden gegoten. Net als alle andere activiteit
in het gebied:vooral door te doen! En zo gaandeweg
te ontdekken wat het beste is voor alle partijen
maar vooral voor het gebied.
Meer informatie
Strijp-G is de interactieve beweging tussen alle hierboven
beschreven partijen in het gebied. Zij vinden elkaar op on-
line platformen als Facebook en Twitter. Iedereen die ken-
nis,ideeën,gedachten wil delen is er van harte uitgenodigd.
Alle input is welkom. En uiteraard is iedereen ook vooral
welkom in het gebied zelf!
Sluit ook aan bij de (online) community:www.strijpg.com
Op de website www.eindhoven.nl/landelijkstrijp vindt u meer informatie
over Landelijk Strijp.
strijpg
SEE PAGE#SCAN MET
ZIE PAGINA 2
voor instructies
28. 28
Afwisseling in ontwerp biedt voor ieder wat wils
Martin van Rooij
Een nieuwbouwwijk: dat betekent
iele boompjes die nog jaren nodig
hebben om tot wasdom te komen. Het
kan ook anders. In de Eindhovense
wijk Meerhoven is een enorm park
gerealiseerd. Bestaand bos werd erin
geïntegreerd en aangevuld met nieuw
groen. Water, hoogteverschillen en kamers
zorgen voor een afwisselend beeld.
Meerhoven is een VINEX-locatie aan de westkant
van Eindhoven, grenzend aan Veldhoven. De
eerste woningen werden opgeleverd in 1999.
Aanvankelijk zou de wijk een enorme waterplas
krijgen: een plek waar vogels, vissen en mensen
het goed naar hun zin zouden hebben. Later werd
van dit plan afgezien, omdat de waterplas niet ver
van Eindhoven Airport zou liggen en mogelijk veel
vogels zou aantrekken, die een gevaar kunnen
vormen voor het vliegverkeer.
Kempisch landschap
de stad ingetrokken
G R O E N
Marcel van Meel, projectleider
gemeente Eindhoven
(foto: Martin van Rooij)
(foto: Marcel van Meel)
Park Meerland:
een flinke klus…
De aanleg van Park
Meerland duurde zo’n
zes jaar. In totaal is
ongeveer een miljoen
kuub zand verzet. Het
park heeft een totale
oppervlakte van zestig
hectare. Dat is gelijk
aan ongeveer honderd
voetbalvelden. Van
die zestig hectare is
acht hectare water.
De totale lengte
van de waterloop is
driehonderd meter.
Tussen het beginpunt
(uitstort water door
vijzel) en het einde
(inname water
door vijzel) zit drie
meter verschil. Het
vijzelgemaal verzet
maximaal 1.200 kuub
water per uur. Vissen
kunnen zonder schade
of stress mee omhoog.
Door het water
omhoog te vijzelen en
laten stromen, komt
er meer zuurstof in
het water. De kwaliteit
van het water neemt
daardoor toe, wat
kansen biedt aan
flora en fauna. In het
park bevinden zich 18
bruggen, 52 banken
en duizenden bomen.
Er staan alleen al 8.000
rododendrons. De
totale aanleg-
kosten waren
10 miljoen
euro.
29. G R O E N 29
Achtenzeventig
vogelsoorten
Sinds 2008 worden
de vogelsoorten
in Park Meerland
geïnventariseerd.
Jaarlijks komen in het
park ongeveer tachtig
soorten vogels voor,
waaronder soorten
die je weinig ziet en
die met uitsterven
worden bedreigd en
op de rode lijst staan,
zoals de patrijs en
de veldleeuwerik.
Soorten die in Park
Meerland voorkomen
en erg zeldzaam zijn
voor een stadspark,
zijn het visdiefje en
de kleine plevier. Ook
bijzonder is dat er al
een paar jaar op rij een
scholekster broedt op
het groene dak van de
sporthal in Meerhoven.
Een opmerkelijke
verschijning op een
slikje bij de grote
waterplas is de
kanoet. Deze soort
was sinds 1946 niet
meer waargenomen
in Noord-Brabant.
Verder houden zich in
Park Meerland diverse
soorten spechten,
zangvogeltjes,
zwaluwen en
roofvogels op. Vorig
jaar zijn tapuiten
gezien die op trek
waren en ‘s avonds zie
je in Park Meerland
soms hazen lopen, ook
een rode lijst soort!
In 2011 is de
Eindhovense Dirk
Roosenburgprijs (prijs
voor architectuur)
toegekend aan Park
Meerland. Meer weten
over dit park? Zie
www.parkmeerland.nl.
Wat dan wel? De gemeente Eindhoven schreef
een prijsvraag uit, die werd gewonnen door
AtelierDutch. Dit bureau ontwierp een stadspark,
gebaseerd op het Engelse landschapspark, met
hoogteverschillen, kamers en vergezichten. Het
park vormt het groene hart tussen de diverse
buurten van Meerhoven. Projectleider Marcel
van Meel: “AtelierDutch liet zich inspireren door
het landschap van de Kempen, het landschap dat
Eindhoven omringt.Kenmerkend voor de Kempen
is de mix van (agrarische) cultuur en natuur, de
afwisseling tussen strakke en vloeiende lijnen, de
grootschalige open ruimten,omzoomd door dichte
bossen,vennen,beekdalen,beken en (bescheiden)
hoogteverschillen. AtelierDutch heeft het
Kempische landschap met al zijn contrasten de
stad ingebracht. En dus zie je in Park Meerland
zowel open weiden als dichte boomgroepen,
hoge heuvels tegenover laag en drassig
beeklandschap, strak gemaaide en onderhouden
speelplekken versus verruigde grasvlakken en een
oeverzwaluwenwand.”
Koeien in de wei
Het park biedt voor elk wat wils. Joggers en
skaters kunnen er naar hartenlust sporten.
Joggers met een leeuwenhart kunnen de zestien
meter hoge berg op en af. Deze aangelegde berg
biedt niet alleen een fraai uitzicht over het park
en de wijde omgeving, maar is in de winter een
ideale helling om vanaf te sleeën. Midden in het
park ligt een enorme speelweide, vrij van bomen
en andere obstakels. Niet alleen ideaal voor een
partijtje voetbal, maar ook een geweldige ruimte
om te vliegeren, omdat de wind er min of meer
vrij spel heeft. Er zijn twee koeweides van elk
twee hectare vlakbij de speelweide. In de zomer
staan er Lakenvelderkoeien,die niet alleen het gras
korthouden, maar met hun verschijning ook nog
eens het buitengevoel versterken.
Leem vervangt folie
De aanleg van het park was niet eenvoudig, aldus
Van Meel. “De eerste bewoners van Meerhoven
betrokken hun huis in 1999. Zij zaten al jaren te
wachten op hun park. Normaal gesproken zou
je het grondwerk willen verrichten en de grond
dan bijvoorbeeld een jaar met rust willen laten.
Dan krijgt de bodem weer leven en structuur,
de grondslag verbetert en de natuurlijke loop
van het water herstelt zich. Om de bewoners
tegemoet te komen, hebben we toch meteen
bomen geplant. Daardoor zijn er relatief veel
bomen doodgegaan. Die worden vervangen.” Een
van de redenen waarom sommige bomen in Park
Meerland het zwaar hebben, is de slechte grond
en de overvloedige aanwezigheid van leem.“Door
die harde leemlaag kunnen bomen soms niet goed
wortelen. We hebben dat leem trouwens zoveel
mogelijk op een nuttige en duurzame manier
gebruikt.Aanvankelijk was het plan het leem af te
voeren;een flinke kostenpost.En om te voorkomen
dat de waterpartij zou leeglopen, zouden we de
bodem bekleden met folie. Eveneens een flinke
kostenpost, waarbij je altijd nog het risico op
beschadiging en lekkage hebt. Daarom hebben we
de bodem van de waterpartij overal afgedicht met
een leemlaag van een meter. Daardoor hoefden
we geen folie aan te brengen en amper leem af te
voeren;een forse besparing.”
Arboretum
Een bijzonder onderdeel van het park is het
arboretum, afkomstig uit Oirschot, een dorp in de
buurt van Eindhoven.Van Meel:“Er staan ongeveer
550 boomsoorten en van sommige soorten staan
meerdere variëteiten. Zo’n groot park midden in
een wijk is uniek. Het is hier nu al heel erg mooi,
maar moet je eens over vijftig jaar komen kijken…”
Ontwerp Park Meerland
30. 30 G R O E N
Lichtstad herbergt bijzondere dier- en plantsoorten
Martin van Rooij
Van Rooij Communicatie
foto’s: Petra van Leeuwen
Biodiversiteit Eindhoven
opmerkelijk groot
Na de Tweede Wereldoorlog probeerde
Nederland zo snel mogelijk op te
krabbelen, ook in economische zin.
De landbouw stond in het teken van
ruilverkaveling, schaalvergroting en een
grote doelmatigheid. De keuterboeren
met hun gemengde bedrijven maakten
plaats voor grote landbouwbedrijven,
combines en monocultuur. Anno 2013
bewandelen we de omgekeerde weg.
de Dommel in Eindhoven over een lengte van 17
kilometer ingrijpend gesaneerd. Daarbij werd niet
alleen cadmium- en zinkhoudend slib verwijderd,
ook werden veertien nieuwe meanders,een nieuwe
vistrap, zeventien poelen en elf faunapassages
gemaakt.Door de oevers minder steil te maken,kan
de rivier makkelijker uit zijn oevers treden. Deze
natte gronden zijn biotopen voor diverse soorten
dieren en planten.Logisch dat Eindhoven financieel
stevig bijdroeg aan deze reconstructie,die nu al een
positief effect lijkt te hebben op de biodiversiteit.
Zo zijn in 2012 honderden exemplaren van de
zeldzame beekprik aangetroffen in de zandvang‘De
Klotputten’,onderdeel van de Dommel.
Het leek zo mooi. Door inefficiënt meanderende
beekjes recht te trekken en ruilverkaveling toe te
passen, konden agrariërs veel efficiënter boeren.
Machines zoals combines zorgden voor een snelle
verwerking van de oogst en een toename van de
winst.Alleen maar winnaars,toch?
Helaas, de natuur laat zich niet zomaar door de
mens naar zijn hand zetten. De schaalvergroting
en monocultuur brachten de biodiversiteit grote
schade toe. In de loop der jaren zijn steeds meer
dier- en plantsoorten onder druk komen te staan of
zelfs uit ons land verdwenen.Daarom wordt de klok
steeds vaker teruggedraaid. Ook in Eindhoven. Zo
heeft Waterschap de Dommel tussen 2011 en 2013
Ontdekking in de poel:
Alpenwatersalamander
31. G R O E N 31
Op ontdekkingstocht in de
natuur
Alle disciplines betrokken bij planvorming
Eindhoven hanteert een integrale werkwijze waarbij
alle disciplines (water,infrastructuur,verkeer,groen,
openbare ruimte et cetera) betrokken worden
bij de planvorming en inspraak hebben op het
ontwerp van de fysieke ruimte. Daarnaast hanteert
Eindhoven het systeem van The Natural Step (zie
pagina 10). Deze methodiek om te werken aan
duurzaamheid kent vier hoofdpunten; een daarvan
is het niet aantasten van de natuur. Stadsecoloog
Karel Beljaars vindt het vanzelfsprekend dat ook
binnen een stenige omgeving zoals een stad alles
in het werk wordt gesteld om de biodiversiteit te
bevorderen.“Eindhoven is een stad van onderzoek
en ontwikkeling. Met name techneuten lijken soms
te denken dat we met technologie alles kunnen
oplossen.Dat is niet het geval.Als er geen dieren en
planten meer zijn op aarde, kunnen wij niet leven.
Dan sterft de mensheid uit.Zo simpel is het.”
Zeldzame salamandersoorten
Raar maar waar: sommige dieren en planten in
Nederland zijn voor hun voortbestaan mede
afhankelijk van hun leefgebied in de stad
Eindhoven. Beljaars: “Het mooiste voorbeeld
is de alpenwatersalamander. Die is in ons land
tamelijk zeldzaam, maar in Eindhoven is hij redelijk
algemeen. Dat komt mede door ons succesvolle
poelenadoptieproject (zie kader).Er zijn 167 poelen
in Eindhoven; je mag spreken van een fijnmazig
netwerk. Bovendien worden ze goed onderhouden.
Vandaar dat de alpenwatersalamander het in onze
stad goed doet.” Wellicht nog opmerkelijker is dat
de kamsalamander op verschillende plaatsen in
Eindhoven te vinden is.“Die is nog zeldzamer dan
de alpenwatersalamander. We treffen hem aan in
diverse poelen,maar ook op een volkstuincomplex.
Daar heb je vaak composthopen. Die trekken
insecten aan en daar is de kamsalamander dol op.
Bovendienzijnhetperfecteoverwinteringsplaatsen.”
Nestpannen in Blixembosch
Een ander voorbeeld is de gierzwaluw.Beljaars:“Die
vind je niet in de natuur.Tenminste,niet in Nederland.
De gierzwaluw is van origine een rotsvogel en
is afkomstig uit de landen rond de Middellandse
Zee. In ons land is hij volledig afhankelijk van de
stedelijke bebouwing. Pas toen de Romeinen het
noorden van Europa veroverden en hier stenen
gebouwen realiseerden, deed de gierzwaluw
hier zijn intrede. Het is een heel nuttig diertje: al
vliegend eet hij grote hoeveelheden insecten. Tot
10.000 insecten per dag! In de Middeleeuwen
wisten de mensen dat; ze maakten bewust nisjes
in hun woningen, zodat de gierzwaluwen zich er
zouden vestigen en de muggen en andere insecten
zouden afvangen. Maar in de goed geïsoleerde
woningen van nu zijn kieren taboe. Daardoor heeft
de gierzwaluw het moeilijk gekregen. Opvallend
genoeg bevinden zich in verschillende Eindhovense
buurten gierzwaluwkolonies. Niet alleen in oudere
buurten zoals de Schrijversbuurt en de Bennekel,
maar ook in een nieuwbouwwijk als Blixembosch.
We hebben de bewoners daarop attent gemaakt. In
samenspraak hebben we voorzieningen getroffen
om die kolonies te versterken, bijvoorbeeld door
nestpannen te plaatsen.”Ook vleermuizen blijken
zich op diverse plekken in Eindhoven op hun
gemak te voelen. Met name de dwergvleermuis, de
laatvlieger, de watervleermuis, de rosse vleermuis
32. 32 G R O E N
Stadsecoloog Karel Beljaars
staat trots bij de nieuwe
vistrap in de Dommel ter
hoogte van de TUe
(foto: Martin van Rooij).
en de grootoorvleermuis doen het goed in de
Lichtstad. “Nuttige beestjes”, aldus Beljaars. “Ze
vangen wel een ons insecten per dag. Als meer
mensen dat zouden weten,zouden ze vast meer van
deze bijzondere diertjes gaan houden.”
Kwelwater uit de Ardennen
Het zijn niet alleen specifieke diersoorten die
zich graag in Eindhoven ophouden. Ook sommige
planten hebben het binnen de grenzen van de
Lichtstadnaarhunzin,zoalsbepaaldezeggensoorten.
Beljaars: “Zeggen zijn grasachtige soorten die
gedijen in natte natuurgebieden. Aan de oostkant
van Eindhoven ligt de Urkhovense Zeggen, een nat
natuurgebied gelegen rond de Collse watermolen.
De molen stuwt het water op.Daarnaast komt in dit
gebied kalkrijk kwelwater omhoog dat ondergronds
wordt aangevoerd vanuit de Ardennen. Die kalk is
niet alleen goed voor die zeggensoorten, maar ook
voor zeldzame soorten zoals het moeraskartelblad,
het heidekartelblad en wilde orchideeën. In dat
soort gebieden wil bovendien de roodborsttapuit
nog wel eens broeden.”
Nuttig abonnement
Elke vier jaar wordt de biodiversiteit in Eindhoven
onderzocht; in elk jaar een vierde deel. Dat gebeurt
aan de hand van een doellijst van soorten die in
Eindhoven passen, zoals de groene
kikker,debunzingendeveldleeuwerik.
Beljaars: “Al deze gegevens worden
opgeslagen in de Nationale Databank
Flora en Fauna,waarop Eindhoven een
abonnement heeft. Soms doen zich
opmerkelijke waarnemingen voor.
Zo blijkt in de beschoeiing van het
Eindhovensch Kanaal klein glaskruid
te groeien. Dat is een onopvallend
maar heel zeldzaam plantje. Zo’n
waarneming onderstreept het nut van
het abonnement op de databank. Dit
soort waarnemingen maakt dat we
goed nadenken voordat we ergens
aan het werk gaan. Soms zijn dit soort
meldingen aanleiding om de plannen
aan te passen.”
Poelenadoptieprogramma klaterend succes
In navolging van Breda en een aantal gemeenten
in Limburg nam de gemeente Eindhoven samen
met de stichting Stadsnatuur Eindhoven in 1999
het initiatief tot een poelenadoptieprogramma.
Dit programma staat inmiddels als een huis.
Anno 2013 heeft Eindhoven een sterke
groenstructuur met meer dan 150 poelen, die
belangrijk zijn voor amfibieën, waterdiertjes en
moeras- en waterplanten. Dertig van de zestig
Eindhovense basisscholen hebben een poel
geadopteerd. Zo’n school heeft een ‘buitenklas’
met kinderen die werkenderwijs en spelenderwijs
de natuur ontdekken. Ze doen er levende
natuurervaringen op en verbinden zich zo met hun
omgeving. Het poelenadoptieprogramma is een
buitenkansvoorleerkrachteninhetbasisonderwijs
om stadskinderen op een praktische manier
kennis over en waardering voor de natuur bij te
brengen, met in de hoofdrol: kikkers, padden en
salamanders! Ieder jaar zetten meer dan 4.500
kinderen en ongeveer 800 volwassenen zich in
om de poelen te onderhouden.
Met de klas naar buiten
In het voorjaar gaat de hele klas met schepnet
en zoekkaarten op onderzoek rondom de
poel. Ze tellen plonzen van de groene kikker,
tekenen vergeet-mij-nietjes en kattenstaarten
en bestuderen bootsmannetjes. Ook mogen ze
even salamanderlarven met waaiertjes aan hun
kopjes in een met water gevuld kuiltje in de hand
houden;een onvergetelijke ervaring!
In de herfst werken de kinderen mee aan het
beheer en onderhoud van de poelen. De meeste
amfibieën zijn dan uit het water, waardoor de
verstoring gering is. Met zagen en takkenscharen
worden bomen en struiken gedund, voor meer
licht en warmte in de poel. Met de afgezaagde
takken bouwen de kinderen takkenrillen
waaronder amfibieën en andere dieren zich
kunnen verschuilen.Met een waadpak aan maken
kinderen de poel vrij van blad. Na een dag lang
zagen, baggeren, knotten en sjouwen nemen de
kinderen met een gezonde blos op de wangen
weer in de schoolbanken plaats.
Poelenadoptieprogramma:
schoolkinderen maken een
poel schoon
33. G R O E N 33
ColumnHet Bomenmuseum van Nederland
Ik kom graag naar Eindhoven. Niet alleen voor familiebezoek, maar ook voor het groen. Eindhoven
heeft aantrekkelijke parken, ruime groenstroken en lange lanen met veel bomen. Bijzondere
bomen, zeldzame bomen en monumentale bomen. En een grote boomdichtheid. Eén boom per
twee inwoners is nogal wat. Eindhoven is het walhalla voor iedere bomenliefhebber. Boomsoorten
die je nergens anders in Nederland ziet, vind je in Eindhoven; een ongelofelijk groot assortiment.
Dit is mede te danken aan oud hoofd van de afdeling plantsoenen, Frans Fontaine, die vanaf de
jaren vijftig een enorme diversiteit aan bomen toepaste. Je zou kunnen zeggen dat Eindhoven het
Bomenmuseum van Nederland is.
Bomen aanplanten is niet meer zo eenvoudig als vroeger. De vraag naar woon- en werkruimte
in de grote steden blijft stijgen en de drukte in de ondergrond neemt steeds verder toe. Voor
boomwortels is er steeds minder plek. Bestaande bomen ‘boffen’ als ze in plannen worden
opgenomen en voor nieuwe bomen is bijna geen groeiruimte meer te vinden. De gemeente
Eindhoven wilde die impasse doorbreken en maakte veel plannen voor een stad vol bomen.
Van idee naar realisatie vraagt om veel boomexpertise. Eindhoven wilde graag leren van onze
ervaringen in Amsterdam en die kennis hebben we graag met de Brabantse gemeente gedeeld.
Ook Amsterdam heeft het groene
gezicht te danken aan het verleden. In
de zeventiende eeuw ontbraken bomen
nagenoeg in de openbare ruimte, ze
werden vooral geplant in kloostertuinen
en boomgaarden. In die ‘boomloze’
tijd werd het planten van bomen een
standaard- en belangrijk onderdeel
van het stedenbouwkundig plan van
Amsterdam. In 2010 speelden bomen
een rol bij het besluit van UNESCO om de
historische binnenstad van Amsterdam
uit te roepen tot Werelderfgoed. Dit jaar
bestaan de Amsterdamse grachten met
de zo kenmerkende bomen vierhonderd
jaar. Amsterdam werkt hard aan het
revitaliseren van de bomen in de stad.
Ook in Eindhoven is het verbeteren van de
kwaliteit en duurzaamheid van bomen een
hot issue.
Waren bomen vroeger onder andere bedoeld om op marktplaatsen en pleinen de hitte te
beperken, ook nu zijn stadsbomen onverminderd nodig. Bomen hoeven niet langer het vee te
beschermen tegen de zon of ervoor te zorgen dat bederfelijke marktwaren in de schaduw langer
koel blijven, maar bomen zijn nog steeds onontbeerlijk voor onze gezondheid. Onderzoek wijst
uit dat investeren in meer groen en bomen leidt tot lagere kosten van zorg en ziekteverzuim,
een besparing van honderden miljoenen euro’s. En dat is in deze moeilijke economische tijd een
enorm pluspunt. Ook nu nog, in de tijd van toenemende verdichting en verstening, koesteren we
ons in het verkoelende effect van bomen. De warmte die beton, steen en asfalt opnemen, wordt
gecompenseerd door bomen.
Eindhoven heeft dat ook goed begrepen. Zo is er een lijst particuliere waardevolle bomen. In dit
themanummer staat ook hoe de gemeente het voor elkaar krijgt goedkoop én beter onderhoud
te plegen. Eindhoven is duidelijk trots op haar bomenbestand. En ik ben trots op de inzet van de
gemeente Eindhoven.
Hans Kaljee,
hoofdstedelijk bomenconsulent
foto:InesKaljee
34. De groenbeheerders: Frank
Verhagen (l), Ellen van
Rosmalen en Bart Hulsman
foto: Martin van Rooij
34 G R O E N
Noortje Krikhaar
Standaardaanpak
groenbeheer maakt
meer mogelijk
Over het groenbeheer heeft de gemeente Eindhoven goed nagedacht. Frank
Verhagen, Bart Hulsman en Ellen van Rosmalen, ieder verantwoordelijk voor
een deel daarvan, leggen uit hoe Eindhoven het beheer aanpakt.
door een aparte afdeling gekeurd aan de hand van
de vaste onderhoudsbestekken.“Ook een reden om
het beleid strikt door te voeren.We kunnen ons niet
veroorloven te zeggen: dat is zo’n mooie rand met
die Margrieten,laat dat maar staan.Maatwerkbeheer
is niet mogelijk. Door het beheer zo aan te pakken
hebben we ruimte om bijzondere plekken zoals het
Floraplein en de tuin van het Van Abbe Museum
intensiever te beheren.”
Frank Verhagen heeft geen moeite met dit
systeem. “Het is minder werk om 10.000 keer
de standaardprocedure te volgen dan om 100
uitzonderingen toe te staan.” Hij is vooral blij met
deze manier van zuinig werken omdat de kaasschaaf
er nu niet aan te pas komt. “Je hebt er niets aan
als een plantsoen steeds wat minder goed wordt
onderhouden. We maken duidelijke keuzes. We
laten sierheesters en vaste planten niet verloederen,
maar vormen zo nodig groene ruimten radicaal om.
Daardoor is er nauwelijks of weinig achterstallig
onderhoud. Ik vind dat in deze tijd dé methode om
met groen om te gaan. In alle geledingen die met
“Onze gemeente springt eruit door het niveau
van het onderhoud. Dat is namelijk in elke straat
hetzelfde. Het onkruid is in de wijk met de
goedkoopste huizen even hoog of laag als in een
wijk met dure huizen. Logisch, want iedereen
betaalt eenzelfde bedrag voor het gemeentelijk
onderhoud.” Frank Verhagen is beheerder groen in
Eindhoven.Hij is trots op zijn gemeente.“Omdat we
werken met één onderhoudsbestek, is veel zonder
discussie duidelijk.Ook is er in al die tien jaar dat ik
hier werk, nooit maar één liter bestrijdingsmiddel
gebruikt.”
Standaardiseren
Met een zeer beperkte bezetting wordt het
groenbeheer van Eindhoven geregeld.“Dat betekent
dat we moeten standaardiseren. Ontwerpers
willen graag wat bijzonders doen. Wij trekken
dan aan de rem, want ons beheer is gericht op
grootgroenbeheer. We doen niet aan tuinieren en
daar moet het ontwerp dan ook op gebaseerd zijn.
Als we te veel uitzonderingen toestaan, valt ons
systeem in elkaar.” Het groen in Eindhoven wordt
35. G R O E N 35
Floraplein
(foto: Tom van Duuren).
bezuinigingen te maken hebben, wordt dit ook
begrepen. En daar komt nog bij dat bomen zich
veel fijner voelen in een berm waar minder wordt
gemaaid en meer water bij de wortels is.”
Bomenwerkboek
Bart Hulsman, verantwoordelijk voor het beheer
van de bomen, bevestigt dit.“We kijken ook of we
niet beter richting een meer ecologisch beheer
kunnen gaan.Bijvoorbeeld door minder of helemaal
geen blad te ruimen of door het maairegime te
wijzigen zodat lang gras ontstaat. De bomen doen
daar hun voordeel mee en de onderhoudskosten
dalen.” Hij vertelt dat in de afgelopen jaren een
grote inhaalslag is gemaakt bij de achterstanden
die zijn ontstaan bij het onderhoud van de bomen
in de gemeente Eindhoven.“We hanteren nu vaste
omlopen voor boomcontroles en de aanbestedingen
van snoeibestekken.Eindhoven heeft zoveel bomen
dat we alleen met dit planmatig boombeheer de
controle en het overzicht kunnen houden.”
Gewerkt wordt aan een ‘bomenwerkboek’. “In dit
werkboek wordt aangegeven hoe bomen kunnen
worden opgenomen in een ontwerp. Welke boom
komt op welke plaats,welke doorwortelbare ruimte
is nodig en welke mogelijkheden zijn er voor
ondergrondse groeiplaatsvoorzieningen? Allemaal
richtlijnen om op de juiste wijze een groeiplaats
voor een boom in te richten.Want als je iets doet,
dan kun je het beter goed bij minder bomen doen,
dan slecht of half bij veel bomen.”
Natuurlijk beheer in buitengebied
Ook over het beheer van het buitengebied is
nagedacht. Ellen van Rosmalen, verantwoordelijk
voor het beheer daarvan:“We kiezen voor natuurlijk
beheer van de gebieden rondom Eindhoven en
deels voor de wiggen die de stad ingaan. Dat is
een specialisme, we richten ons op natuurlijke
recreatie en natuurontwikkeling. Van bospercelen
tot het Dommeldal.Van een ecologisch-biologische
boerderij tot het blauw-grasland op de Urkhovense
Zeggen. Daar groeit op het schrale natte grasland
een bijzonder soortenrijke plantengemeenschap.”
Het buitengebied van Eindhoven is groot:zo’n 1000
hectare waarin prachtige fiets- en wandelroutes zijn
uitgezet.
Door de grote verschillen in de natuurgebieden is
in dit buitengebied alleen een bestek mogelijk voor
het uitmaaien van de sloten, voor de bomen en
de graslanden. De rest wordt per onderdeel apart
aangestuurd. “Ons beleid is aansluitend op de al
bestaande natuurwaarden zo min mogelijk doen om
een zo groot mogelijke natuurwaarde te creëren.
Dat betekent dat we veel informatie archiveren.
We verankeren daarin de natuurdoeltypes en we
beschrijven de historie van het beheer. Dit beheer
mag niet te veel fluctueren.” Van bezuinigingen
heeft Ellen van Rosmalen (nog) niet veel hinder.
“Het kan altijd beter, maar ik heb nog wat kleine
subsidies. Wel worden de eisen van de gebruikers
steeds hoger.Zo willen die overal kunnen fietsen en
wandelen.Toch moeten we het beheer extensiveren
en bijvoorbeeld het aantal afvalbakken verminderen.
Dat is wat tegenstrijdig.” Ellen van Rosmalen heeft
geen problemen met het kritisch omgaan met
uitgaven.“Het haalt je uit de comfortzone.”
36. 36 G R O E N
Boomdeskundige Tom van Duuren:
Martin van Rooij
Van Rooij Communicatie
foto’s: Martin van Rooij
“Revitalisatie bomen
begint bij revitalisatie
boombeheer”
Over goed groenbeleid kun je eindeloos bomen. Bijvoorbeeld over de vraag wat de
voorkeur heeft: veel groen of hoogwaardig groen. Groenexpert Tom van Duuren
houdt er uitgesproken opvattingen en tegendraadse meningen op na.
Zijn standpunten vallen bij de gemeente Eindhoven veelal in goede aarde, al zou
het tempo waarin ze tot tastbare resultaten leiden, omhoog mogen.
‘Boombewustzijn’ vergt tijd. Van Duuren laat een
foto zien van een nieuwbouwproject in Eindhoven.
“Er staan daar oude bomen. Om ze te beschermen
zijn er hekken omheen gezet. Maar kijk: binnen
de hekken wordt dagelijks een graafmachine
geparkeerd,lekker veilig.Deze drukt de grond aan,
waardoor de wortels ademnood krijgen.”
Groen tot in de nerven
Van Duuren verdient de kost met groenadvies,
maar die inkomsten lijken soms bijzaak te zijn.
Hij is een groenman tot in het diepst van zijn
nerven. In samenwerking met Trefpunt Groen
Eindhoven, de koepel van Eindhovense natuur- en
groenorganisaties (zie pagina 15-17) stimuleert
hij het bewustzijn voor het groenkapitaal van
Eindhoven en het beheer ervan. Daarnaast legt
hij samen met anderen de (soms verborgen)
schoonheid en missers van het Eindhovense groen
vast op filmpjes,die zij onder de noemer Dommelse
Kracht op internet zetten. Van Duuren fietst met
zijn ‘handlangers’ langs de rivier De Dommel, licht
de filosofie achter de groenstructuur toe, wijst
Op deze plek (bij de
Dommel) stonden twee
eiken dicht bij elkaar. Een
boom is weggenomen
zodat de overgebleven
eik meer ruimte krijgt
en kan uitgroeien. Het
hout is blijven liggen
om de behouden eik te
beschermen. Zo kan de
kroon zich aan die kant na
verloop van tijd herstellen.
(bron: Tom van Duuren).
”Stokoude bomen
hebben wat te
vertellen, ze zijn wijs.”