SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  8
Télécharger pour lire hors ligne
Toetsing KERNGEBIED ONTWERPEN 2012-2013


Voorwaarden
De uitwerking van de opdracht moet aan de hieronder geformuleerde voorwaarden voldoen om in
aanmerking te komen voor beoordeling. De beoordelaars behouden zich nadrukkelijk het recht voor om op
basis van deze voorwaarden een opdracht af te wijzen. Pas bij een volgend officieel inlevermoment kan
een afgewezen opdracht opnieuw worden ingediend.

De uitwerking van de opdracht:
    heeft een voorblad met daarop vermeld: titel, voor- en achternaam van de student, studentnummer,
       inlevermoment, en om welke herkansing het gaat indien van toepassing;
    is opgesteld in lettertype Arial, 10-punts, regelafstand 1;
    is geschreven volgens de APA-richtlijnen als gecommuniceerd in de APA workshop van de MLI;
    is taalkundig correct;
    is volledig;
    wordt digitaal ingeleverd via N@tschool via de map ‘inleveropdrachten’, naast twee hardcopies.
    Het bestand wordt aangeleverd in een in Word bewerkbaar formaat (.doc of .docx).
    De bestandsnaam is opgebouwd volgens het volgende format: [LAX]_[voor- en
       achternaamstudent]_[inleverdatum] (voorbeeld: LA5_janjanssen_01102012).
    Indien het een herkansing betreft wordt in een apart document aangegeven hoe de feedback op de
       eerdere versie van de opdracht verwerkt is.


De criteria dragen bij aan de ontwikkeling van de volgende competenties en indicatoren:

 1. Interpersoonlijke competentie
De Master Leren & Innoveren heeft oog voor zijn eigen rol (en die van anderen) in de onderwijsinstelling en in
veranderingsprocessen en kan zo nodig zijn handelingen variëren.
1.4 brengt goed beargumenteerde en gemotiveerde visies, motieven, opvattingen en keuzes duidelijk en
ondubbelzinnig over aan diverse betrokkenen.
2. Pedagogische competentie
De Master Leren & Innoveren is in staat op basis van zijn pedagogische kennis het leerproces van leerlingen te
optimaliseren en de effectiviteit van veranderingen met betrekking tot het pedagogische klimaat binnen de
onderwijsinstelling en de leerprestaties van leerlingen te beoordelen en te verbeteren.
2.4 toont analytisch vermogen, combineert op beargumenteerde wijze inzichten uit verschillende theorieën,
onderzoeken en de praktijk en vertaalt deze naar concrete mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling binnen de eigen
onderwijsinstelling.
2.5 geeft binnen de door het management gestelde kaders- op professionele wijze vorm en richting
aan onderwijsontwikkeling.
3. Didactische competentie:
De Master Leren & Innoveren is in staat systematisch de effectiviteit en de kwaliteit van het bestaande onderwijs te
beoordelen. Hij initieert nieuwe werkvormen, materiaalontwikkeling, begeleidingsmodellen en toetsvormen, behorend
bij onderwijsontwikkelingen. Hij kan daarbij ook collega‘s begeleiden en scholen.
3.1 stelt zich constructief kritisch op ten opzichte van de effectiviteit en kwaliteit van het bestaande onderwijs en ten
opzichte van onderwijsontwikkelingen (zowel nationaal als internationaal), overziet de didactische consequenties van
ontwikkelingen en kan voor- en nadelen van verschillende benaderingen/werkwijzen benoemen en onderbouwen.
3.2 signaleert - op basis van recente kennis uit de onderwijsresearch en inzichten uit ‗good practices‘ - kansen en
belemmeringen om de doelmatigheid en doelgerichtheid van het onderwijs binnen de eigen onderwijsinstelling te
verbeteren.
3.3 ontwerpt op een systematisch verantwoorde wijze onderwijsarrangementen die leiden tot effectieve leerprocessen
en is in staat om gemaakte ontwerpkeuzes expliciet te beargumenteren.
3.4 vervult een voortrekkersrol binnen het eigen team/vakgebied, initieert de ontwikkeling en het ontwerp van
bijvoorbeeld nieuwe werkvormen, materialen, toetsvormen etc..
5. Teamontwikkelingscompetentie:
De Master Leren & Innoveren draagt bij aan het creëren en organiseren van leergemeenschappen binnen de eigen
onderwijsinstelling, gericht op concrete gedeelde en gedragen resultaten en zelfsturing van het onderwijsteam.
5.2 bewerkstelligt binnen de eigen onderwijsinstelling draagvlak voor onderwijsontwikkeling, licht ontwikkelingen toe
en beargumenteert zijn visie op heldere wijze, toont daarbij overtuigingskracht.
7. Reflectie- en onderzoekscompetentie:
De Master Leren & Innoveren is zich bewust van zijn taken en bevoegdheden en zijn verantwoordelijkheid richting
leerlingen, ouders/verzorgers en collega‘s en zijn kwetsbare positie daarin. Hij is in staat om het bestaande onderwijs
en veranderingen adequaat te voorzien van onderzoek om `evidence‘ op te bouwen met betrekking tot de leereffecten
van zijn onderwijs op korte en lange termijn.
7.1 demonstreert continu een onderzoekende houding, stelt relevante, kritische vragen bij onderwijsontwikkelingen en
de onderwijspraktijk, durft te experimenteren en weegt mogelijke voor- en nadelen van diverse werkwijzen
systematisch tegen elkaar af.
Rubrics Ontwerpen 2012-2013 Master Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam


Criterium 1 (competentie indicatoren 3.1, 3.3 en 7.1)
De principes die ten grondslag liggen aan onderwijskundige ontwerpmodellen en de toepassing van onderwijskundige ontwerpmodellen kunnen
verantwoorden.


                                              10 - 8                                        7-6                                          5-0

 De student laat           De student is in staat om van vijf            De student is in staat om op navolgbare       De student is niet, nauwelijks of
 zien dat hij/zij de       onderwijskundige (her)ontwerpmodellen         wijze van vijf onderwijskundige               onvoldoende in staat om op navolgbare
 overeenkomsten en            de essentie in eigen woorden te uit te    (her)ontwerpmodellen                          wijze van vijf onderwijskundige
 verschillen van               leggen;                                      de essentie te benoemen;                  (her)ontwerpmodellen
 onderwijskundige             het leer theoretische principe en de          het leer theoretische principe en de         de essentie te benoemen;
 ontwerpmodellen               visie op ontwerpen die er aan ten              visie op ontwerpen die er aan ten            het leer theoretische principe en de
 begrijpt en tot een           grondslag ligt te beargumenteren;              grondslag ligt te uit te leggen;              visie op ontwerpen die er aan ten
 keuze voor één of            conceptueel te verklaren;                     de conceptuele uitgangspunten uit te          grondslag ligt te uit te leggen;
 meerdere modellen            een vergelijking te maken en de                leggen;                                      de conceptuele uitgangspunten uit te
 komt.                         overeenkomsten, verschillen, sterktes         een vergelijking te maken van de              leggen;
                               en zwaktes conceptueel te                      overeenkomsten, verschillen, sterktes        een vergelijking te maken van de
                               onderbouwen                                    en zwaktes                                    overeenkomsten en verschillen

                                                                         zodat blijkt dat de hiervoor noodzakelijke   zodat blijkt dat de hiervoor noodzakelijke
                           zodat blijkt dat het hiervoor noodzakelijke   beheersing van dit onderdeel van de BOKS     beheersing van dit onderdeel van de BOKS
                           brede begrips- en toepassingsniveau van       en zo ook de toepassing ervan sterk steunt   en zo ook de toepassing ervan niet,
                           dit onderdeel van de BOKS overtuigend         op feitelijke bronteksten en de beheersing   nauwelijks of onjuist steunt op feitelijke
                           wordt aangetoond.                             van het begrips- en toepassingsniveau        bronteksten en de beheersing van het
                                                                         minder overtuigend wordt aangetoond.         begrips- en toepassingsniveau niet wordt
                                                                                                                      aangetoond.
Criterium 2 ( competentie indicatoren 2.4 , 2.5 3.1 en 3.2 en 7.1)

 Met behulp van een curriculumanalyse (* opbouw, inhoud, didaktiek en randvoorwaarden) vast stellen in welke mate curricula aansluiten bij
 zowel relevante strategische en (inter-) nationale beleidsagenda`s als bij de visie en het beleid van de betreffende onderwijsorganisatie.
                                               10 - 8                                         7-6                                          5-0

De student kan aantonen      De student is in staat om                     De student is in staat om                    De student is niet of nauwelijks in staat om
dat hij een doel              op een methodisch systematische wijze        op met behulp van een bestaand model        op met behulp van een bestaand model
gerelateerde                    een doelgerichte maatwerk                     voor curriculumanalyse een                   voor curriculumanalyse een
                                curriculumanalyse uit te voeren,              doelgerichte curriculumanalyse uit te        doelgerichte curriculumanalyse uit te
curriculumanalyse kan
                                waarbij zo nodig verschillende                voeren                                       voeren
uitvoeren en in staat is        aanpakken doelgericht worden                de keuze voor het model in eigen            de keuze voor het model in eigen
om op basis van de              gecombineerd                                  woorden uit te leggen                        woorden uit te leggen
analyse aanbevelingen         de keuze en verantwoording van de            in de analyse criteria toe te voegen die    in de analyse criteria toe te voegen die
voor (her) ontwerp kan          aanpak / de analysemethodiek                  aansluiten bij de gespecificeerde            aansluiten bij de gespecificeerde
formuleren.                     conceptueel te onderbouwen                    elementen in criterium 2                     elementen in criterium 2
                              de analysecriteria doelgericht te            aanbevelingen te formuleren voor het        aanbevelingen te formuleren voor het
                                verantwoorden volgens de                      (her)ontwerp                                 (her)ontwerp
                                gespecificeerde elementen in criterium 2
                              managementsamenvatting te schrijven
                                over de uitgevoerde analyse




                             zodat blijkt dat op basis van het hiervoor                                                 zodat blijkt dat op basis van het hiervoor
                                                                           zodat blijkt dat op basis van het hiervoor
                             noodzakelijke brede begrips- /                                                             noodzakelijke begrips- /
                                                                           noodzakelijke begrips- /
                             toepassingsniveau van dit onderdeel                                                        toepassingsniveau van dit onderdeel
                                                                           toepassingsniveau van dit onderdeel
                             van de BOKS overtuigend wordt                                                              van de BOKS in onvoldoende wordt
                                                                           van de BOKS in voldoende mate wordt
                             aangetoond dat de student                                                                  aangetoond dat de student
                                                                           aangetoond dat de student
                             -   een doelgerichte curriculum-                                                           -   een doelgerichte curriculum-
                                                                           -   een doelgerichte curriculum-
                                 analyse kan uitvoeren,                                                                     analyse kan uitvoeren gebaseerd
                                                                               analyse kan uitvoeren gebaseerd
                             -   de kern principes van verschillende                                                        op gespecificeerde bronteksten
                                                                               op gespecificeerde bronteksten
                                 modellen op een conceptueel te                                                             over specifiek analysemodel
                                                                               over specifiek analysemodel
                                 verantwoorden wijze kan                                                                -   aanbevelingen voor herontwerp
                                 combineren                                - aanbevelingen voor herontwerp kan              kan formuleren.
                             -   aanbevelingen voor herontwerp kan             formuleren.
                                 formuleren.
Criterium 3 ( competentie indicatoren 2.4, 3.2 en 3.3)

 In staat zijn om niveau- en criterium gerelateerde leertrajecten te ontwerpen die lerenden voorbereiden op en (op termijn) in staat stellen om te
 kunnen functioneren in een kennismaatschappij.


                             10-8                                              7-6                                            5-0

 De student kan                De student is in staat om een deel van een        De student is in staat om een deel van een     De student is niet of nauwelijks in staat om
 innovatieve,                  leertraject te ontwerpen dat voldoet aan          leertraject te ontwerpen dat voldoet aan       een deel van een leertraject te ontwerpen
 uitdagende,                   criteria die zijn ontleend aan                    criteria die zijn ontleend aan                 dat voldoet aan criteria die zijn ontleend
 inspirerende en                 - ontwerpstellingen;                              - ontwerpstellingen;                         aan
 kwalitatief hoogstaande         - ontwerpprincipes;                               - ontwerpprincipes;                           - ontwerpstellingen;
 leertrajecten ontwerpen         - kenmerken van een                               - kenmerken van een                           - ontwerpprincipes;
 die voldoen aan criteria          kennismaatschappij ;                              kennismaatschappij ;                        - kenmerken van een
                                 - de verwerving van de hierbij behorende          - de verwerving van de hierbij behorende        kennismaatschappij ;
 die zijn ontleend aan                e                                                  e
                                   21 eeuw competenties                              21 eeuw competenties                        - de verwerving van de hierbij behorende
  - ontwerpstellingen;           - voor lerenden uitdagend, inspirerend            - voor lerenden uitdagend, inspirerend             e
                                                                                                                                   21 eeuw competenties
  - ontwerpprincipes;              en innovatief onderwijs ;                         en innovatief onderwijs ;                   - voor lerenden uitdagend, inspirerend
  - kenmerken van een           - waarbij de gemaakte keuzes per                  - waarbij de gemaakte keuzes per                 en innovatief onderwijs is ;
    kennismaatschappij             voornoemd criterium geparafraseerd                voornoemd criterium sterk steunen op       - waarbij de gemaakte        keuzes per
    en de verwerving               conceptueel worden verantwoord en                 citaten uit bronteksten                       voornoemd criterium niet of nauwelijks
    van de hierbij                 beargumenteerd                              en waarbij in het ontwerp                           of niet ter zake worden toegelicht
                   e         en waarbij in het ontwerp                            -de beoogde congruentie tussen de
    behorende 21                                                                                                              en waarbij in het ontwerp
    eeuw                        - de beoogde congruentie tussen de                uitwerking van voornoemde criteria            - de beoogde congruentie tussen de
                                   uitwerking van voornoemde criteria             geheel of grotendeels aantoonbaar wordt       uitwerking van voornoemde criteria niet of
    vaardigheden.
                                   aantoonbaar wordt gerealiseerd en              gerealiseerd                                  nauwelijks aantoonbaar wordt
                                   wordt beargumenteerd,                          - de argumentatie ook hier sterk steunt       gerealiseerd,
En waarbij gekozen            en waarbij in de verantwoording van het tot            op citaten uit bronteksten.              en waarbij in de verantwoording van het tot
onderwijs                    stand komen van het ontworpen leertraject         en waarbij in de verantwoording van het tot    stand komen van het ontworpen leertraject
ontwerpmodel(-len) is/zijn   aangetoond wordt hoe het gekozen                  stand komen van het ontworpen leertraject      niet of nauwelijks aangetoond wordt hoe
                             onderwijs ontwerpmodel werd toegepast en          grotendeels aangetoond wordt hoe het           het gekozen onderwijs ontwerpmodel werd
toegepast en                 geëvalueerd                                       gekozen onderwijs ontwerpmodel werd            toegepast en geëvalueerd
geëvalueerd.                                                                   toegepast en geëvalueerd

                             zodat blijkt dat criterium gericht (her)ontwerp   zodat blijkt dat criterium gericht
                             van leertrajecten en de conceptuele               (her)ontwerp van leertrajecten en de           zodat blijkt dat criterium gericht
                             onderbouwing hiervan overtuigend is               conceptuele onderbouwing hiervan minder        (her)ontwerp van leertrajecten en de
                             aangetoond .                                      overtuigend is aangetoond.                     conceptuele onderbouwing hiervan niet of
                                                                                                                              nauwelijks is aangetoond.
Criterium 4 ( competentie indicatoren 2.5, 3,4. 5.2 )

De student is in staat draagvlak voor het ontworpen programma en de achterliggende verantwoording voor dit programma te bewerkstelligen in
de eigen onderwijspraktijk.

                                               10 - 8                                           7-6                                               5-0

De student kan op
Overtuigende wijze         De student toont aan dat hij /zij               De student toont aan dat hij /zij                 De student toont aan dat hij/zij niet of
draagvlak creëren voor      de (veranderings)noodzaak voor het             de (veranderings)noodzaak voor het              nauwelijks
het ontworpen                 (her)ontwerp heeft geanalyseerd inclusief       (her)ontwerp heeft geanalyseerd inclusief       de (veranderings)noodzaak voor het
programma.                    de ervaren en noodzakelijke “sense of           de ervaren en noodzakelijke “sense of             (her)ontwerp oppervlakkig heeft
                              urgency”                                        urgency”                                          geanalyseerd inclusief de ervaren en
                            dit conceptueel onderwijskundig en vanuit      dit conceptueel onderwijskundig en vanuit          noodzakelijke “sense of urgency”
                              een visie op inrichting van het onderwijs       een visie op inrichting van het onderwijs       dit conceptueel onderwijskundig en vanuit
                              voor de 21-ste eeuw heeft onderbouwd,           voor de 21-ste eeuw heeft onderbouwd               een visie op inrichting van het onderwijs
                              geparafraseerd en principes van verre           maar waarbij dit sterk steunt op citaten uit       voor de 21-ste eeuw heeft onderbouwd ;
                              transfer hierbij toepast                        bronteksten;                                    de relevante stakeholders hierbij heeft
                            de relevante stakeholders hierbij heeft        de relevante stakeholders hierbij heeft             betrokken;
                              betrokken;                                      betrokken;                                      een globaal (her)ontwerpplan heeft
                            een (her)ontwerpplan heeft gemaakt             een globaal (her)ontwerpplan heeft                  gemaakt, en waar de verbinding met de
                              gebaseerd op de uitgevoerde analyse;            gemaakt                                            analyse onvoldoende geëxpliciteerd is
                            aantoonbaar doelgericht, methodisch en         dit met betrokken heeft besproken                dit met betrokkenen heeft besproken
                              systematisch heeft gewerkt aan het tot        afspraken heeft gemaakt over eventuele           enige afspraken heeft gemaakt over
                              stand komen van commitment;                     aanpassingen                                       eventuele aanpassingen
                            de effectiviteit van het proces doelgericht    in staat is om een voortrekkersrol te            overtuigend laat zien in staat te zijn om
                              kan monitoren en zo nodig bijstuurt             vervullen binnen het eigen team                    een voortrekkersrol te vervullen binnen
                              (inclusief de planning);                        /vakgebied                                         het eigen team /vakgebied
                            in staat is om voor wat proces- en
                              productsturing een voortrekkersrol te
                              vervullen binnen het eigen team
                              /vakgebied                                   zodat wordt aangetoond dat de principes van       zodat blijkt dat de principes van draagvlak
                                                                           draagvlak creëren worden begrepen en              creëren niet, nauwelijks of onjuist steunen op
                           zodat er op een overtuigende wijze              interventies in een aantoonbare                   conceptueel begrip en op de toepassing van
                           interventies in een aantoonbare                 samenwerkingsrelatie worden gepleegd,             de interventies
                           samenwerkingsrelatie worden gepleegd om         maar waarbij draagvlak voor de ontwikkeling
                           draagvlak voor de ontwikkeling en               en implementatie van het (her)ontwerp sterk
                           implementatie van het (her)ontwerp te           steunt op een minder diepgaand conceptueel
                           realiseren.                                     begrip en de toepassing van de interventies
                                                                           minder overtuigend wordt aangetoond.
Criterium 5

In staat zijn om sociale media doelgericht in te zetten voor kennisdeling en voor onderwijsontwerp – en onderwijsuitvoering.

                                             10 - 8                                             7-6                                                5-0

De student toont aan     De student is in staat om                          De student is in staat om                        De student is i niet of nauwelijks n staat om
dat hij sociale media
doelgericht in kan          het vermogen om doelgericht en                     het vermogen om netwerken ten                    het vermogen om netwerken ten
zetten voor                  effectief netwerken ten behoeve van                 behoeve van kennisdeling (zowel binnen            behoeve van kennisdeling (zowel binnen
kennisdeling, voor           kennisdeling (zowel binnen de MLI als               de MLI als daarbuiten) op te bouwen               de MLI als daarbuiten) op bescheiden
onderwijsontwerp en          daarbuiten) op te bouwen                            het gebruik van sociale media hierbij te         schaal op te bouwen
voor                        het gebruik van sociale media hierbij te            demonstreren                                     het gebruik van sociale media hierbij te
onderwijsuitvoering.         demonstreren                                       daarin actief te participeren;                    demonstreren
                            daarin zeer actief te participeren;                het vermogen te demonstreren om een              daarin actief te participeren;
                            het vermogen te demonstreren om een                 op hoofdlijnen beargumenteerde                   het vermogen te demonstreren om een
                             beargumenteerde afweging te maken                   afweging te maken wanneer en waarom               op een beperkt overzicht gebaseerde
                             wanneer en waarom sociale media in het              sociale media in het onderwijs ontwerp            beargumenteerde afweging te maken
                             onderwijs ontwerp gebruikt zou moeten               gebruikt zou moeten worden;                       wanneer en waarom sociale media in het
                             worden;                                            enkele voorbeelden van toepassing te              onderwijs ontwerp gebruikt zou moeten
                            de toepassing er van doelgericht te laten           laten zien in het ontwikkelde ontwerp             worden;
                             zien in het ontwikkelde ontwerp                                                                      enkele voorbeelden van toepassing op
                                                                            zodat blijkt dat met sociale media wordt               kleine schaal te laten zien in het
                        zodat blijkt dat het gericht inzetten van sociale   gewerkt maar waarbij de doelgerichtheid van            ontwikkelde ontwerp
                        media voor meerdere doelen overtuigend is           het gebruik en de inzet ervan voor de eigen
                        aangetoond.                                         ontwikkeling en voor de versterking van               zodat blijkt dat het hiervoor
                                                                            onderwijsontwerpen minder overtuigend wordt           noodzakelijke begrips- toepassings- en
                                                                            aangetoond.                                           inzetniveau voor zowel kennisdeling als
                                                                                                                                  voor onderwijsontwerp en –uitvoering
                                                                                                                                  niet of nauwelijks wordt aangetoond.
Criterium 6

Uit de kwaliteit van de verstrekte peerfeedback blijkt dat de student in staat is om theoretisch beargumenteerd te adviseren hoe producten
substantieel kunnen worden verbeterd en verrijkt.

                                                   10 - 8                                         7-6                                              5-0

 De student toont aan          De student toont aan dat hij /zij in staat is   De student toont aan dat hij /zij in staat is    De student toont aan dat hij /zij in staat is
 dat hij of zij in staat is    om producten van peers zo te beoordelen         om producten van peers zo te beoordelen          om producten van peers zo te beoordelen
 om aan peers                  dat:                                            dat:                                             dat:
 feedback te geven             - de beoordeling blijk geeft op een brede       - de beoordeling in enige mate blijk geeft op - - de beoordeling onvoldoende blijk geeft op
 waaruit blijkt dat de            eigen deskundigheid op het terrein van          eigen deskundigheid op het terrein van        de eigen deskundigheid op het terrein van
 BOKS die ten                     ontwerpen van onderwijs te steunen;             ontwerpen van onderwijs te steunen;           ontwerpen van onderwijs te steunen;
 grondslag ligt aan de         - feedback hierop wordt afgestemd;              - feedback hierop wordt afgestemd;               - feedback hierop wordt afgestemd;
 criteria 1, 2, 3 en 4 op      - deze feedback theoretisch wordt               - deze feedback soms of op onderdelen            - deze feedback nauwelijks theoretisch
 zo`n niveau beheerst             ondersteund                                     theoretisch wordt ondersteund                    ondersteund wordt
 dat de peer juiste en
 volledige feedback
 ontvangt.                    zodat blijkt dat de student is staat is om                                                           zodat blijkt dat de student niet of
                              effectieve en volledige feedback te geven die     zodat blijkt dat de student is staat is om         nauwelijks in staat is om effectieve
                              steunt op een juiste toepassing van de BOKS      effectieve feedback te geven die steunt op          feedback te geven die steunt op een
                                                                               een (ruim) voldoende begrip en toepassing           voldoende begrip en toepassing van de
                              en een goed begrip hiervan.
                                                                                                                                   BOKS.
                                                                               van de BOKS.




Cesuur:
De cesuur is 5.5
Aantal punten (maximaal 60) x1.67 :10 = cijfer.

Contenu connexe

Similaire à Rubricla2 2012-2013definitief

2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
ssuser7c8583
 
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr logenerieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
Arjen Speekenbrink
 
Rob abbenhuis 17 feb
Rob abbenhuis 17 febRob abbenhuis 17 feb
Rob abbenhuis 17 feb
mkuiten
 
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief OnderwijsEvaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Hester Radstake
 
Presentatie Velon 2011 Emmy Vrieling
Presentatie Velon 2011 Emmy VrielingPresentatie Velon 2011 Emmy Vrieling
Presentatie Velon 2011 Emmy Vrieling
evrieling
 
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoeringWerk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Jurgen Marechal
 
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013
Ilya Zitter
 
Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...
Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...
Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...
Patrick Koning
 

Similaire à Rubricla2 2012-2013definitief (20)

Eén model voor onderzoek in het onderwijs?
Eén model voor onderzoek in het onderwijs?Eén model voor onderzoek in het onderwijs?
Eén model voor onderzoek in het onderwijs?
 
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
2.Flexibel_werken_met_leeruitkomsten_en_(gevalideerde)_bewijslast(1).pdf
 
SintKompas pitch voor Fontys MLI
SintKompas pitch voor Fontys MLISintKompas pitch voor Fontys MLI
SintKompas pitch voor Fontys MLI
 
Mentoren op de werkvloer: duaal leren in de informatiesector
Mentoren op de werkvloer: duaal leren in de informatiesectorMentoren op de werkvloer: duaal leren in de informatiesector
Mentoren op de werkvloer: duaal leren in de informatiesector
 
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr logenerieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
generieke kennisbasis onderzoek 1e gr lo
 
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
Informatieblad Effectief Opleiden (Bimoa)
 
Rob abbenhuis 17 feb
Rob abbenhuis 17 febRob abbenhuis 17 feb
Rob abbenhuis 17 feb
 
Op waarde geschat: het verbeteren van de aansluiting van resultaten van infor...
Op waarde geschat: het verbeteren van de aansluiting van resultaten van infor...Op waarde geschat: het verbeteren van de aansluiting van resultaten van infor...
Op waarde geschat: het verbeteren van de aansluiting van resultaten van infor...
 
10 bedenkingen
10 bedenkingen10 bedenkingen
10 bedenkingen
 
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief OnderwijsEvaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
Evaluatie Rapport Diversiteitsensitief Onderwijs
 
Presentatie Velon 2011 Emmy Vrieling
Presentatie Velon 2011 Emmy VrielingPresentatie Velon 2011 Emmy Vrieling
Presentatie Velon 2011 Emmy Vrieling
 
Onlinegeletterdheid bij Nederlands Nieuwe inzichten en uitdagingen
Onlinegeletterdheid bij Nederlands Nieuwe inzichten en uitdagingen Onlinegeletterdheid bij Nederlands Nieuwe inzichten en uitdagingen
Onlinegeletterdheid bij Nederlands Nieuwe inzichten en uitdagingen
 
En wat nou als we de student eigenaar zouden maken van het toetsen?
En wat nou als we de student eigenaar zouden maken van het toetsen? En wat nou als we de student eigenaar zouden maken van het toetsen?
En wat nou als we de student eigenaar zouden maken van het toetsen?
 
Digitaal portfolio
Digitaal portfolioDigitaal portfolio
Digitaal portfolio
 
Ls4 vet flyer_nl
Ls4 vet flyer_nlLs4 vet flyer_nl
Ls4 vet flyer_nl
 
Kwaliteit van toetsing_steeds_meer_in_het_spotlicht
Kwaliteit van toetsing_steeds_meer_in_het_spotlichtKwaliteit van toetsing_steeds_meer_in_het_spotlicht
Kwaliteit van toetsing_steeds_meer_in_het_spotlicht
 
Gastcollege Eportfolio Fontys Interactive
Gastcollege Eportfolio Fontys InteractiveGastcollege Eportfolio Fontys Interactive
Gastcollege Eportfolio Fontys Interactive
 
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoeringWerk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
 
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013
Sessie4 module onderwijsontwerpen_v27dec2013
 
Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...
Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...
Workshop Positief Leerklimaat - 3.2 Criteria voor een goede invulling van dim...
 

Plus de Henk Massink

Research portfolio da arc 2014-2015 s1
Research portfolio da arc  2014-2015 s1Research portfolio da arc  2014-2015 s1
Research portfolio da arc 2014-2015 s1
Henk Massink
 
Cu06997 assignment 6 2014_answer
Cu06997 assignment 6 2014_answerCu06997 assignment 6 2014_answer
Cu06997 assignment 6 2014_answer
Henk Massink
 
Final presentation spain quattro
Final presentation spain quattroFinal presentation spain quattro
Final presentation spain quattro
Henk Massink
 

Plus de Henk Massink (20)

Cu07821 ppt9 recapitulation
Cu07821 ppt9 recapitulationCu07821 ppt9 recapitulation
Cu07821 ppt9 recapitulation
 
Gastcollege mli
Gastcollege mliGastcollege mli
Gastcollege mli
 
Cu07821 10management and maintenance2015
Cu07821 10management and maintenance2015Cu07821 10management and maintenance2015
Cu07821 10management and maintenance2015
 
Cu07821 9 zoning plan2015
Cu07821 9 zoning plan2015Cu07821 9 zoning plan2015
Cu07821 9 zoning plan2015
 
Cu07821 8 weirs
Cu07821 8 weirsCu07821 8 weirs
Cu07821 8 weirs
 
Cu07821 7 culverts new
Cu07821 7 culverts newCu07821 7 culverts new
Cu07821 7 culverts new
 
Cu07821 6 pumping stations_update
Cu07821 6 pumping stations_updateCu07821 6 pumping stations_update
Cu07821 6 pumping stations_update
 
Cu07821 5 drainage
Cu07821 5 drainageCu07821 5 drainage
Cu07821 5 drainage
 
Cu07821 4 soil
Cu07821 4 soilCu07821 4 soil
Cu07821 4 soil
 
Cu07821 3 precipitation and evapotranspiration
Cu07821 3  precipitation and evapotranspirationCu07821 3  precipitation and evapotranspiration
Cu07821 3 precipitation and evapotranspiration
 
Cu07821 2 help
Cu07821 2 helpCu07821 2 help
Cu07821 2 help
 
Cu07821 1 intro_1415
Cu07821 1 intro_1415Cu07821 1 intro_1415
Cu07821 1 intro_1415
 
Research portfolio delta_academy_s2_2014_2015
Research portfolio delta_academy_s2_2014_2015Research portfolio delta_academy_s2_2014_2015
Research portfolio delta_academy_s2_2014_2015
 
Research portfolio da arc 2014-2015 s1
Research portfolio da arc  2014-2015 s1Research portfolio da arc  2014-2015 s1
Research portfolio da arc 2014-2015 s1
 
Cu06997 assignment 6 2014_answer
Cu06997 assignment 6 2014_answerCu06997 assignment 6 2014_answer
Cu06997 assignment 6 2014_answer
 
Jacobapolder
JacobapolderJacobapolder
Jacobapolder
 
Research portfolios1 2013_2014 jan july 2014
Research portfolios1 2013_2014 jan july 2014Research portfolios1 2013_2014 jan july 2014
Research portfolios1 2013_2014 jan july 2014
 
Presentatie AET voor scholieren 15-11-2013
Presentatie AET voor scholieren 15-11-2013Presentatie AET voor scholieren 15-11-2013
Presentatie AET voor scholieren 15-11-2013
 
Vision group1(5)
Vision group1(5)Vision group1(5)
Vision group1(5)
 
Final presentation spain quattro
Final presentation spain quattroFinal presentation spain quattro
Final presentation spain quattro
 

Rubricla2 2012-2013definitief

  • 1. Toetsing KERNGEBIED ONTWERPEN 2012-2013 Voorwaarden De uitwerking van de opdracht moet aan de hieronder geformuleerde voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor beoordeling. De beoordelaars behouden zich nadrukkelijk het recht voor om op basis van deze voorwaarden een opdracht af te wijzen. Pas bij een volgend officieel inlevermoment kan een afgewezen opdracht opnieuw worden ingediend. De uitwerking van de opdracht:  heeft een voorblad met daarop vermeld: titel, voor- en achternaam van de student, studentnummer, inlevermoment, en om welke herkansing het gaat indien van toepassing;  is opgesteld in lettertype Arial, 10-punts, regelafstand 1;  is geschreven volgens de APA-richtlijnen als gecommuniceerd in de APA workshop van de MLI;  is taalkundig correct;  is volledig;  wordt digitaal ingeleverd via N@tschool via de map ‘inleveropdrachten’, naast twee hardcopies.  Het bestand wordt aangeleverd in een in Word bewerkbaar formaat (.doc of .docx).  De bestandsnaam is opgebouwd volgens het volgende format: [LAX]_[voor- en achternaamstudent]_[inleverdatum] (voorbeeld: LA5_janjanssen_01102012).  Indien het een herkansing betreft wordt in een apart document aangegeven hoe de feedback op de eerdere versie van de opdracht verwerkt is. De criteria dragen bij aan de ontwikkeling van de volgende competenties en indicatoren: 1. Interpersoonlijke competentie De Master Leren & Innoveren heeft oog voor zijn eigen rol (en die van anderen) in de onderwijsinstelling en in veranderingsprocessen en kan zo nodig zijn handelingen variëren. 1.4 brengt goed beargumenteerde en gemotiveerde visies, motieven, opvattingen en keuzes duidelijk en ondubbelzinnig over aan diverse betrokkenen. 2. Pedagogische competentie De Master Leren & Innoveren is in staat op basis van zijn pedagogische kennis het leerproces van leerlingen te optimaliseren en de effectiviteit van veranderingen met betrekking tot het pedagogische klimaat binnen de onderwijsinstelling en de leerprestaties van leerlingen te beoordelen en te verbeteren. 2.4 toont analytisch vermogen, combineert op beargumenteerde wijze inzichten uit verschillende theorieën, onderzoeken en de praktijk en vertaalt deze naar concrete mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling binnen de eigen onderwijsinstelling. 2.5 geeft binnen de door het management gestelde kaders- op professionele wijze vorm en richting aan onderwijsontwikkeling. 3. Didactische competentie: De Master Leren & Innoveren is in staat systematisch de effectiviteit en de kwaliteit van het bestaande onderwijs te beoordelen. Hij initieert nieuwe werkvormen, materiaalontwikkeling, begeleidingsmodellen en toetsvormen, behorend bij onderwijsontwikkelingen. Hij kan daarbij ook collega‘s begeleiden en scholen. 3.1 stelt zich constructief kritisch op ten opzichte van de effectiviteit en kwaliteit van het bestaande onderwijs en ten opzichte van onderwijsontwikkelingen (zowel nationaal als internationaal), overziet de didactische consequenties van ontwikkelingen en kan voor- en nadelen van verschillende benaderingen/werkwijzen benoemen en onderbouwen. 3.2 signaleert - op basis van recente kennis uit de onderwijsresearch en inzichten uit ‗good practices‘ - kansen en belemmeringen om de doelmatigheid en doelgerichtheid van het onderwijs binnen de eigen onderwijsinstelling te verbeteren. 3.3 ontwerpt op een systematisch verantwoorde wijze onderwijsarrangementen die leiden tot effectieve leerprocessen en is in staat om gemaakte ontwerpkeuzes expliciet te beargumenteren. 3.4 vervult een voortrekkersrol binnen het eigen team/vakgebied, initieert de ontwikkeling en het ontwerp van bijvoorbeeld nieuwe werkvormen, materialen, toetsvormen etc.. 5. Teamontwikkelingscompetentie: De Master Leren & Innoveren draagt bij aan het creëren en organiseren van leergemeenschappen binnen de eigen onderwijsinstelling, gericht op concrete gedeelde en gedragen resultaten en zelfsturing van het onderwijsteam. 5.2 bewerkstelligt binnen de eigen onderwijsinstelling draagvlak voor onderwijsontwikkeling, licht ontwikkelingen toe en beargumenteert zijn visie op heldere wijze, toont daarbij overtuigingskracht. 7. Reflectie- en onderzoekscompetentie:
  • 2. De Master Leren & Innoveren is zich bewust van zijn taken en bevoegdheden en zijn verantwoordelijkheid richting leerlingen, ouders/verzorgers en collega‘s en zijn kwetsbare positie daarin. Hij is in staat om het bestaande onderwijs en veranderingen adequaat te voorzien van onderzoek om `evidence‘ op te bouwen met betrekking tot de leereffecten van zijn onderwijs op korte en lange termijn. 7.1 demonstreert continu een onderzoekende houding, stelt relevante, kritische vragen bij onderwijsontwikkelingen en de onderwijspraktijk, durft te experimenteren en weegt mogelijke voor- en nadelen van diverse werkwijzen systematisch tegen elkaar af.
  • 3. Rubrics Ontwerpen 2012-2013 Master Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam Criterium 1 (competentie indicatoren 3.1, 3.3 en 7.1) De principes die ten grondslag liggen aan onderwijskundige ontwerpmodellen en de toepassing van onderwijskundige ontwerpmodellen kunnen verantwoorden. 10 - 8 7-6 5-0 De student laat De student is in staat om van vijf De student is in staat om op navolgbare De student is niet, nauwelijks of zien dat hij/zij de onderwijskundige (her)ontwerpmodellen wijze van vijf onderwijskundige onvoldoende in staat om op navolgbare overeenkomsten en  de essentie in eigen woorden te uit te (her)ontwerpmodellen wijze van vijf onderwijskundige verschillen van leggen;  de essentie te benoemen; (her)ontwerpmodellen onderwijskundige  het leer theoretische principe en de  het leer theoretische principe en de  de essentie te benoemen; ontwerpmodellen visie op ontwerpen die er aan ten visie op ontwerpen die er aan ten  het leer theoretische principe en de begrijpt en tot een grondslag ligt te beargumenteren; grondslag ligt te uit te leggen; visie op ontwerpen die er aan ten keuze voor één of  conceptueel te verklaren;  de conceptuele uitgangspunten uit te grondslag ligt te uit te leggen; meerdere modellen  een vergelijking te maken en de leggen;  de conceptuele uitgangspunten uit te komt. overeenkomsten, verschillen, sterktes  een vergelijking te maken van de leggen; en zwaktes conceptueel te overeenkomsten, verschillen, sterktes  een vergelijking te maken van de onderbouwen en zwaktes overeenkomsten en verschillen zodat blijkt dat de hiervoor noodzakelijke zodat blijkt dat de hiervoor noodzakelijke zodat blijkt dat het hiervoor noodzakelijke beheersing van dit onderdeel van de BOKS beheersing van dit onderdeel van de BOKS brede begrips- en toepassingsniveau van en zo ook de toepassing ervan sterk steunt en zo ook de toepassing ervan niet, dit onderdeel van de BOKS overtuigend op feitelijke bronteksten en de beheersing nauwelijks of onjuist steunt op feitelijke wordt aangetoond. van het begrips- en toepassingsniveau bronteksten en de beheersing van het minder overtuigend wordt aangetoond. begrips- en toepassingsniveau niet wordt aangetoond.
  • 4. Criterium 2 ( competentie indicatoren 2.4 , 2.5 3.1 en 3.2 en 7.1) Met behulp van een curriculumanalyse (* opbouw, inhoud, didaktiek en randvoorwaarden) vast stellen in welke mate curricula aansluiten bij zowel relevante strategische en (inter-) nationale beleidsagenda`s als bij de visie en het beleid van de betreffende onderwijsorganisatie. 10 - 8 7-6 5-0 De student kan aantonen De student is in staat om De student is in staat om De student is niet of nauwelijks in staat om dat hij een doel  op een methodisch systematische wijze  op met behulp van een bestaand model  op met behulp van een bestaand model gerelateerde een doelgerichte maatwerk voor curriculumanalyse een voor curriculumanalyse een curriculumanalyse uit te voeren, doelgerichte curriculumanalyse uit te doelgerichte curriculumanalyse uit te curriculumanalyse kan waarbij zo nodig verschillende voeren voeren uitvoeren en in staat is aanpakken doelgericht worden  de keuze voor het model in eigen  de keuze voor het model in eigen om op basis van de gecombineerd woorden uit te leggen woorden uit te leggen analyse aanbevelingen  de keuze en verantwoording van de  in de analyse criteria toe te voegen die  in de analyse criteria toe te voegen die voor (her) ontwerp kan aanpak / de analysemethodiek aansluiten bij de gespecificeerde aansluiten bij de gespecificeerde formuleren. conceptueel te onderbouwen elementen in criterium 2 elementen in criterium 2  de analysecriteria doelgericht te  aanbevelingen te formuleren voor het  aanbevelingen te formuleren voor het verantwoorden volgens de (her)ontwerp (her)ontwerp gespecificeerde elementen in criterium 2  managementsamenvatting te schrijven over de uitgevoerde analyse zodat blijkt dat op basis van het hiervoor zodat blijkt dat op basis van het hiervoor zodat blijkt dat op basis van het hiervoor noodzakelijke brede begrips- / noodzakelijke begrips- / noodzakelijke begrips- / toepassingsniveau van dit onderdeel toepassingsniveau van dit onderdeel toepassingsniveau van dit onderdeel van de BOKS overtuigend wordt van de BOKS in onvoldoende wordt van de BOKS in voldoende mate wordt aangetoond dat de student aangetoond dat de student aangetoond dat de student - een doelgerichte curriculum- - een doelgerichte curriculum- - een doelgerichte curriculum- analyse kan uitvoeren, analyse kan uitvoeren gebaseerd analyse kan uitvoeren gebaseerd - de kern principes van verschillende op gespecificeerde bronteksten op gespecificeerde bronteksten modellen op een conceptueel te over specifiek analysemodel over specifiek analysemodel verantwoorden wijze kan - aanbevelingen voor herontwerp combineren - aanbevelingen voor herontwerp kan kan formuleren. - aanbevelingen voor herontwerp kan formuleren. formuleren.
  • 5. Criterium 3 ( competentie indicatoren 2.4, 3.2 en 3.3) In staat zijn om niveau- en criterium gerelateerde leertrajecten te ontwerpen die lerenden voorbereiden op en (op termijn) in staat stellen om te kunnen functioneren in een kennismaatschappij. 10-8 7-6 5-0 De student kan De student is in staat om een deel van een De student is in staat om een deel van een De student is niet of nauwelijks in staat om innovatieve, leertraject te ontwerpen dat voldoet aan leertraject te ontwerpen dat voldoet aan een deel van een leertraject te ontwerpen uitdagende, criteria die zijn ontleend aan criteria die zijn ontleend aan dat voldoet aan criteria die zijn ontleend inspirerende en - ontwerpstellingen; - ontwerpstellingen; aan kwalitatief hoogstaande - ontwerpprincipes; - ontwerpprincipes; - ontwerpstellingen; leertrajecten ontwerpen - kenmerken van een - kenmerken van een - ontwerpprincipes; die voldoen aan criteria kennismaatschappij ; kennismaatschappij ; - kenmerken van een - de verwerving van de hierbij behorende - de verwerving van de hierbij behorende kennismaatschappij ; die zijn ontleend aan e e 21 eeuw competenties 21 eeuw competenties - de verwerving van de hierbij behorende - ontwerpstellingen; - voor lerenden uitdagend, inspirerend - voor lerenden uitdagend, inspirerend e 21 eeuw competenties - ontwerpprincipes; en innovatief onderwijs ; en innovatief onderwijs ; - voor lerenden uitdagend, inspirerend - kenmerken van een - waarbij de gemaakte keuzes per - waarbij de gemaakte keuzes per en innovatief onderwijs is ; kennismaatschappij voornoemd criterium geparafraseerd voornoemd criterium sterk steunen op - waarbij de gemaakte keuzes per en de verwerving conceptueel worden verantwoord en citaten uit bronteksten voornoemd criterium niet of nauwelijks van de hierbij beargumenteerd en waarbij in het ontwerp of niet ter zake worden toegelicht e en waarbij in het ontwerp -de beoogde congruentie tussen de behorende 21 en waarbij in het ontwerp eeuw - de beoogde congruentie tussen de uitwerking van voornoemde criteria - de beoogde congruentie tussen de uitwerking van voornoemde criteria geheel of grotendeels aantoonbaar wordt uitwerking van voornoemde criteria niet of vaardigheden. aantoonbaar wordt gerealiseerd en gerealiseerd nauwelijks aantoonbaar wordt wordt beargumenteerd, - de argumentatie ook hier sterk steunt gerealiseerd, En waarbij gekozen en waarbij in de verantwoording van het tot op citaten uit bronteksten. en waarbij in de verantwoording van het tot onderwijs stand komen van het ontworpen leertraject en waarbij in de verantwoording van het tot stand komen van het ontworpen leertraject ontwerpmodel(-len) is/zijn aangetoond wordt hoe het gekozen stand komen van het ontworpen leertraject niet of nauwelijks aangetoond wordt hoe onderwijs ontwerpmodel werd toegepast en grotendeels aangetoond wordt hoe het het gekozen onderwijs ontwerpmodel werd toegepast en geëvalueerd gekozen onderwijs ontwerpmodel werd toegepast en geëvalueerd geëvalueerd. toegepast en geëvalueerd zodat blijkt dat criterium gericht (her)ontwerp zodat blijkt dat criterium gericht van leertrajecten en de conceptuele (her)ontwerp van leertrajecten en de zodat blijkt dat criterium gericht onderbouwing hiervan overtuigend is conceptuele onderbouwing hiervan minder (her)ontwerp van leertrajecten en de aangetoond . overtuigend is aangetoond. conceptuele onderbouwing hiervan niet of nauwelijks is aangetoond.
  • 6. Criterium 4 ( competentie indicatoren 2.5, 3,4. 5.2 ) De student is in staat draagvlak voor het ontworpen programma en de achterliggende verantwoording voor dit programma te bewerkstelligen in de eigen onderwijspraktijk. 10 - 8 7-6 5-0 De student kan op Overtuigende wijze De student toont aan dat hij /zij De student toont aan dat hij /zij De student toont aan dat hij/zij niet of draagvlak creëren voor  de (veranderings)noodzaak voor het  de (veranderings)noodzaak voor het nauwelijks het ontworpen (her)ontwerp heeft geanalyseerd inclusief (her)ontwerp heeft geanalyseerd inclusief  de (veranderings)noodzaak voor het programma. de ervaren en noodzakelijke “sense of de ervaren en noodzakelijke “sense of (her)ontwerp oppervlakkig heeft urgency” urgency” geanalyseerd inclusief de ervaren en  dit conceptueel onderwijskundig en vanuit  dit conceptueel onderwijskundig en vanuit noodzakelijke “sense of urgency” een visie op inrichting van het onderwijs een visie op inrichting van het onderwijs  dit conceptueel onderwijskundig en vanuit voor de 21-ste eeuw heeft onderbouwd, voor de 21-ste eeuw heeft onderbouwd een visie op inrichting van het onderwijs geparafraseerd en principes van verre maar waarbij dit sterk steunt op citaten uit voor de 21-ste eeuw heeft onderbouwd ; transfer hierbij toepast bronteksten;  de relevante stakeholders hierbij heeft  de relevante stakeholders hierbij heeft  de relevante stakeholders hierbij heeft betrokken; betrokken; betrokken;  een globaal (her)ontwerpplan heeft  een (her)ontwerpplan heeft gemaakt  een globaal (her)ontwerpplan heeft gemaakt, en waar de verbinding met de gebaseerd op de uitgevoerde analyse; gemaakt analyse onvoldoende geëxpliciteerd is  aantoonbaar doelgericht, methodisch en  dit met betrokken heeft besproken  dit met betrokkenen heeft besproken systematisch heeft gewerkt aan het tot  afspraken heeft gemaakt over eventuele  enige afspraken heeft gemaakt over stand komen van commitment; aanpassingen eventuele aanpassingen  de effectiviteit van het proces doelgericht  in staat is om een voortrekkersrol te  overtuigend laat zien in staat te zijn om kan monitoren en zo nodig bijstuurt vervullen binnen het eigen team een voortrekkersrol te vervullen binnen (inclusief de planning); /vakgebied het eigen team /vakgebied  in staat is om voor wat proces- en productsturing een voortrekkersrol te vervullen binnen het eigen team /vakgebied zodat wordt aangetoond dat de principes van zodat blijkt dat de principes van draagvlak draagvlak creëren worden begrepen en creëren niet, nauwelijks of onjuist steunen op zodat er op een overtuigende wijze interventies in een aantoonbare conceptueel begrip en op de toepassing van interventies in een aantoonbare samenwerkingsrelatie worden gepleegd, de interventies samenwerkingsrelatie worden gepleegd om maar waarbij draagvlak voor de ontwikkeling draagvlak voor de ontwikkeling en en implementatie van het (her)ontwerp sterk implementatie van het (her)ontwerp te steunt op een minder diepgaand conceptueel realiseren. begrip en de toepassing van de interventies minder overtuigend wordt aangetoond.
  • 7. Criterium 5 In staat zijn om sociale media doelgericht in te zetten voor kennisdeling en voor onderwijsontwerp – en onderwijsuitvoering. 10 - 8 7-6 5-0 De student toont aan De student is in staat om De student is in staat om De student is i niet of nauwelijks n staat om dat hij sociale media doelgericht in kan  het vermogen om doelgericht en  het vermogen om netwerken ten  het vermogen om netwerken ten zetten voor effectief netwerken ten behoeve van behoeve van kennisdeling (zowel binnen behoeve van kennisdeling (zowel binnen kennisdeling, voor kennisdeling (zowel binnen de MLI als de MLI als daarbuiten) op te bouwen de MLI als daarbuiten) op bescheiden onderwijsontwerp en daarbuiten) op te bouwen  het gebruik van sociale media hierbij te schaal op te bouwen voor  het gebruik van sociale media hierbij te demonstreren  het gebruik van sociale media hierbij te onderwijsuitvoering. demonstreren  daarin actief te participeren; demonstreren  daarin zeer actief te participeren;  het vermogen te demonstreren om een  daarin actief te participeren;  het vermogen te demonstreren om een op hoofdlijnen beargumenteerde  het vermogen te demonstreren om een beargumenteerde afweging te maken afweging te maken wanneer en waarom op een beperkt overzicht gebaseerde wanneer en waarom sociale media in het sociale media in het onderwijs ontwerp beargumenteerde afweging te maken onderwijs ontwerp gebruikt zou moeten gebruikt zou moeten worden; wanneer en waarom sociale media in het worden;  enkele voorbeelden van toepassing te onderwijs ontwerp gebruikt zou moeten  de toepassing er van doelgericht te laten laten zien in het ontwikkelde ontwerp worden; zien in het ontwikkelde ontwerp  enkele voorbeelden van toepassing op zodat blijkt dat met sociale media wordt kleine schaal te laten zien in het zodat blijkt dat het gericht inzetten van sociale gewerkt maar waarbij de doelgerichtheid van ontwikkelde ontwerp media voor meerdere doelen overtuigend is het gebruik en de inzet ervan voor de eigen aangetoond. ontwikkeling en voor de versterking van zodat blijkt dat het hiervoor onderwijsontwerpen minder overtuigend wordt noodzakelijke begrips- toepassings- en aangetoond. inzetniveau voor zowel kennisdeling als voor onderwijsontwerp en –uitvoering niet of nauwelijks wordt aangetoond.
  • 8. Criterium 6 Uit de kwaliteit van de verstrekte peerfeedback blijkt dat de student in staat is om theoretisch beargumenteerd te adviseren hoe producten substantieel kunnen worden verbeterd en verrijkt. 10 - 8 7-6 5-0 De student toont aan De student toont aan dat hij /zij in staat is De student toont aan dat hij /zij in staat is De student toont aan dat hij /zij in staat is dat hij of zij in staat is om producten van peers zo te beoordelen om producten van peers zo te beoordelen om producten van peers zo te beoordelen om aan peers dat: dat: dat: feedback te geven - de beoordeling blijk geeft op een brede - de beoordeling in enige mate blijk geeft op - - de beoordeling onvoldoende blijk geeft op waaruit blijkt dat de eigen deskundigheid op het terrein van eigen deskundigheid op het terrein van de eigen deskundigheid op het terrein van BOKS die ten ontwerpen van onderwijs te steunen; ontwerpen van onderwijs te steunen; ontwerpen van onderwijs te steunen; grondslag ligt aan de - feedback hierop wordt afgestemd; - feedback hierop wordt afgestemd; - feedback hierop wordt afgestemd; criteria 1, 2, 3 en 4 op - deze feedback theoretisch wordt - deze feedback soms of op onderdelen - deze feedback nauwelijks theoretisch zo`n niveau beheerst ondersteund theoretisch wordt ondersteund ondersteund wordt dat de peer juiste en volledige feedback ontvangt. zodat blijkt dat de student is staat is om zodat blijkt dat de student niet of effectieve en volledige feedback te geven die zodat blijkt dat de student is staat is om nauwelijks in staat is om effectieve steunt op een juiste toepassing van de BOKS effectieve feedback te geven die steunt op feedback te geven die steunt op een een (ruim) voldoende begrip en toepassing voldoende begrip en toepassing van de en een goed begrip hiervan. BOKS. van de BOKS. Cesuur: De cesuur is 5.5 Aantal punten (maximaal 60) x1.67 :10 = cijfer.