2. • Traditionele modellen
• Aanpak BRUTUS
• Meerwaarde fietsrouteplanner-data
• Wat willen we kunnen?
• Proces
3. Traditionele modellen
• Grove celindeling en grove HB-matrix
• Modellering voor autoverkeer
• Soms goede OV-component
• Fiets is “restpost”
• Niet geschikt om fietsstromen in beeld
te krijgen en te voorspellen
4.
5. Aanpak BRUTUS
• Fijnmazig netwerk
• HB-verplaatsingen op basis van
dagboekgegevens en kansberekening
• Extrapolatie van individuen op basis van
bevolkingskenmerken
• Gedragscomponent op basis van
stedelijke dichtheid, raster 250x250
6. Voorbeeld resultaten
fietsmodel
Cycling trips to school in the city of Hyvinkää
Cycling trips to
school in the city
of Hyvinkaa
7. All cycling trips in the city of Hyvinkää
Voorbeeld resultaten
fietsmodel
All cycling
trips in the
city of
Hyvinkaa
10. Doel pilot
• Het demonstreren van het Finse
fietsmodel;
• Onderzoeken of model geschikt is voor
Nederlandse situatie;
• Wat kan het model wel/niet;
• Op basis van de resultaten beslissen
verdere uitrol op regionaal niveau.
11. Studiegebied pilot
• Focus ligt bij de Uithof;
• Betreft mobiliteitspatronen
werknemers/studenten van
Universiteit Utrecht, Hogeschool
Utrecht en UMC;
12. Gebruikte inputgegevens pilot
• Huis en werkadressen werknemers en
studenten op basis van 6 cijferige
postcodes.
Doelgroep Universiteit Utrecht Hogeschool Utrecht UMC Totaal
Werknemers 9.600 3.500 13.200 26.300
Studenten 30.600 37.100 67.700
Totaal 40.200 40.600 13.200 94.000
• Bestaande OV en Auto verkeersmodel
BRU
• Modal split cijfers
13. Uitkomsten pilot fietsmodel
• Meest waarschijnlijke vervoerskeuze van werknemers en
studenten van huis naar bestemming (UU, HU en UMC);
• Wat zijn de meest waarschijnlijke fietsroutes en wat zijn de
intensiteiten;
• Welke reistijdzones zijn te onderscheiden;
• Wat is de totale intensiteit van de werknemers en studenten
(woon-werk) per jaar en wat is de hoeveelheid gegenereerde
uitstoot (CO2)
14. Mogelijkheden scenario’s
• Welke effecten hebben het aanpassen van OV of Auto op de
hoeveelheid fietsstromen;
• Hoe veranderen (fiets)verkeersstromen als gevolg van
veranderingen in grondgebruik;
• Welke effecten (fietsstromen, modal share, emissies etc.) heeft
het toevoegen van een verbinding in het fietsnetwerk;
• Welke effecten heeft het verbeteren van kwaliteit van het
fietsnetwerk? (huidige mogelijkheden zijn bijv. introductie
fietssnelwegen of aparte fietswegen naar centrumgebieden
steden). Effecten worden nu in het model berekend op basis
van aanpassing snelheden. Toepasbaar voor NL situatie?
16. Te onderzoeken wijzigingen
fietsinfrastructuur
• Verbinding Uithof-Zeist-west: toevoegen ontbrekende schakel;
• Aanpassing brug A12 Bunnik: vervangen trap door helling en
verminderen verkeershinder op de Rijsbruggerweg;
• Plofsluisbrug: Nieuwe verbinding tussen Nieuwegein en
Houten/Utrecht-zuidoost;
• Binnenstadsas Utrecht: vermindering hinder door “opheffen”
VRI’s en verbreden van bestaande fietspaden: Free Flow.
17. Doorkijk regionaal fietsmodel
• Rol van de fiets in voor- en natransport
• Multimodale toepassing
• Uitwisseling andere modellen
18. Proces
• Pilot is gestart
• Begeleiding door wetenschappers UU,
UvA en NHTV
• Voor de zomer 2013 eerste resultaten