2. EU-richtlijn 93/13 en afdeling
6.5.3 BW
Geen directe horizontale werking
EU-HvJ 10 mei 2001, zaak C-144/99 (EU-
Commissie/Koninkrijk der Nederlanden
Richtlijn conforme uitleg
– HR 19 september 1997, NJ 1998/6 (Assoud-
SNS)
Ambtshalve toepassing van
richtlijnconform uitgelegde afdeling 6.5.3?
– HvJ EG 27 juni 2000, C-240/98 t/m C-244/98
(Océano Grupo Editorial)
2
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
3. Hof Arnhem 12 dec 2000 en 5 juni 2001, NJ
2001/622 (Meurs/Van Esch Populiers)
– Annuleringskostenbeding in koopovereenkomst voor
bankstel
– “ 2.4 (.....) in rechtsoverweging 26 (van Océano-
arrest) wordt tot uitdrukking gebracht dat de nationale
rechter, teneinde de doelstelling van artikel 6 van de
richtlijn, te weten dat een individuele consument niet
door een oneerlijk beding wordt gebonden, te
bereiken, de bevoegdheid heeft alle oneerlijke
bedingen in de zin van de richtlijn ambtshalve te
toetsen. In deze rechtsoverweging wordt gesteld dat
deze doelstelling mogelijk niet kan worden bereikt,
wanneer de consument het oneerlijke karakter van
dergelijke bedingen zelf aan de orde zou moeten
stellen.
3
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
4. Beding in algemene voorwaarden
Art. 6:231 onder a BW:
Een of meer schriftelijke bedingen die zijn
opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten
te worden opgenomen met uitzondering van
bedingen die de kern van de prestatie weergeven,
voor zover deze laatstgenoemde bedingen
duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
Art. 3 lid 1 en 2 Richtlijn
Een beding in een overeenkomst waarover niet
afzonderlijk wordt onderhandeld.
4
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
5. Kernbeding
Richtlijn conforme interpretatie: artikel 4 lid 2
Richtlijn.
HR 19 sept. 1997, NJ 1998, 6 (Assoud/SNS):
‘moet het begrip “bedingen die de kern van de
prestaties aangeven” zo beperkt mogelijk worden
opgevat, waarbij als vuistregel kan worden ge-
steld dat “kernbedingen veelal zullen samenval-
len met de essentialia zonder welke een overeen-
komst, bij gebreke van voldoende bepaalbaarheid
van de verbintenissen, niet tot stand komt.’
5
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
6. ‘Voor de vaststelling van wat daaronder
moet worden verstaan is dan ook niet
bepalend of het beding in kwestie een voor
de gebruiker belangrijk punt regelt, maar
of het van zo wezenlijke betekenis is dat
de overeenkomst zonder dit beding niet tot
stand zou zijn gekomen of zonder dit
beding niet van wilsovereenstemming
omtrent het wezen van de overeenkomst
sprake zou zijn.’
6
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
7. Aanvaarding van de gelding
Art. 6:231 0nder c BW:
wederpartij: degene die door ondertekening van
een geschrift of op andere wijze de gelding van
algemene voorwaarden heeft aanvaard.
Artikel 6:217 BW.
Art. 3:33 BW: wil die zich uit door verklaring.
Art. 3:35 BW: opgewekt vertrouwen van wil.
Art. 6:232 BW: Bekendheid met inhoud is niet
vereist.
Battle of Forms: art. 6:225 lid 3 BW. Zie Hof ‘s-
Gravenhage 17 februari 1998, NJ 2000/608
(Sprangers Bouwbedrijf/Constructiebedrijf Du
Puy).
7
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
8. Verwijzing op orderbevestigingen
Hof Arnhem 2 april 1996, NJ 1996, 689 (Ostrich
Trade/Respo): In opdrachtbevestiging door
Respo verwezen naar Smecoma-voorwaarden
waartegen door Ostrich niet is geprotesteerd.
‘Waar in het handelsverkeer tussen ondernemers
toepasselijkverklaring van de (onderhavige) a.v.
door een bedrijf als Respo gebruikelijk is en
Ostrich als professionele opdrachtgever daarop
bedacht hoorde te zijn, dient geoordeeld te
worden dat Ostrich gelet op de art. 6:231 onder c
juncto 6:232 juncto 3:35 de gelding van de
Smecomavoorwaarden heeft aanvaard.’
8
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
9. ‘Hierbij is niet relevant dat Respo de
Smecomavoorwaarden niet reeds vóór de
totstandkoming van de overeenkomst aan Ostrich
heeft ter hand gesteld dan wel op dat moment op
andere wijze haar met de inhoud daarvan heeft
bekend gemaakt.’
‘Dienaangaande zou anders moeten worden
geoordeeld indien partijen ter gelegenheid van
hun gesprekken voorafgaande aan de
orderbevestiging een complete overeenkomst
zouden hebben gesloten in dier voege dat Ostrich
niet meer zou behoeven te verwachten dat Respo
daarin bij het schriftelijk bevestigen van die
overeenkomst nog wijziging zou brengen door
een verwijzing naar algemene voorwaarden.’
9
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
10. Verwijzing op factuur
Hof Arnhem 25 nov. 1997, NJ 1998, 753
(Houtplex/De Vries): Uit het feit dat twee
facturen van Houtplex aan De Vries d.d. 28 juni
en 16 september 1991 zijn toegekomen, waarin
verwezen wordt naar a.v., kan niet tot het oordeel
worden gekomen dat De Vries geacht moet
worden met betrekking tot de onderhavige
overeenkomst (gesloten in september 1992) de
gelding van de algemene voorwaarden te hebben
aanvaard.
Zeker als Houtplex zich beroept op andere
voorwaarden dan waarnaar verwezen wordt.
10
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
11. Hof Den Bosch 28 okt. 1997, Prg. 1998/4888
(Kusters/Van de Bijgaart):
Stilzwijgende aanvaarding van a.v. van verkoper
(Kusters), omdat daarnaar is verwezen op een vijftal
facturen terzake van eerdere transacties en tegen
toepassing van de voorwaarden niet is geprotesteerd
door koper (V.d. Bijgaart).
Zie ook: HR 19 december 1997, NJ
1998/271(Helpman/Imbema): Door niet te protesteren
tegen herhaalde verwijzing op facturen naar AV, moet
wederpartij geacht wordenb daarmee te hebben
ingestemd.
Bij transacties welke telefonisch worden gesloten, met
mondelinge vaststelling van slechts de hoofdzaken,
kan koper op toepasselijkverklaring van A.V. bedacht
zijn, ook al is hij met de inhoud daarvan ten tijde van
het sluiten van de overeenkomst niet bekend.
11
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
12. Dat kan echter niet zonder meer gezegd worden
van bepalingen in algemene voorwaarden welke
de strekking hebben de contractuele positie van
partijen ingrijpend te regelen in afwijking van het
gewone recht. De omstandigheden kunnen
meebrengen dat toepassing van zodanige
bepalingen in strijd met de redelijkheid en
billijkheid moet worden geacht.
Hoge Raad 28 november 1997, NJ 1998/705
(Visser/Avéro): Bij verwijzing naar twee
verschillende sets AV, maakt geen enkele set AV
deel uit van de overeenkomst.
12
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
13. Hof Amsterdam 21 nov. 1996, NJ 1996,
NJ 1999 (Staro Beheer/Van Staveren):
Geen stilzwijgende aanvaarding na niet
protesteren tegen verwijzing op facturen.
Twee facturen, samen met twee anderen
verstuurd op 21 feb. 1990, betroffen gratis
proefzending welke niet als normale
handelstransacties worden aangemerkt.
Één factuur was gelijk gestuurd met
factuur voor in het geding zijnde
overeenkomst op 4 sept. 1990.
Staro hoefde er geen rekening mee te
houden dat van Staveren A.V. hanteerde.
13
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
14. Informatieplicht
Art. 6:233 aanhef en onder b BW: een beding is
vernietigbaar wanneer de gebruiker de
wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft
geboden van de inhoud van de algemene
voorwaarden kennis te nemen
Art. 6:234 lid 1sub a BW: Indien redelijkerwijs
mogelijk dienen de A.V. vóór of bij het sluiten
van de overeenkomst ter hand te worden gesteld.
Voor of bij het sluiten van de overeenkomst.
Art. 6:234 lid 1 sub b BW: Indien terhandstelling
redelijkerwijs niet mogelijk is, depot en medeling
dat A.V. op verzoek zullen worden toegezonden. 14
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
15. Wanneer redelijkerwijs onmogelijk om ter hand
te stellen?
– Feitelijke onmogelijkheid;
– Practische onmogelijkheid.
Art. 6:234 lid 2 BW: vernietigbaarheid indien bij
verzoek tot toezending niet onverwijld kosteloos
wordt toegezonden.
Art. 6:234 lid 3: het bepaalde omtrent de
verplichting tot toezending is niet van toepassing
voorzover toezending redelijkerwijs niet van de
gebruiker kan worden gevergd.
15
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
16. Overgangsrecht: artt. 191 lid 2 en 79
Overgangswet NBW
Hof ‘s-Gravenhage 27 januari 2000, NJ
2000/743 (Wyers/Bouwbedrijf Vogels):
– Het niet voldoen aan de informatieplicht vóór
1 januari 1993 kan op grond van art. 79
Overgangswet niet tot vernietiging ná 1
januari 1993 leiden. Art. 191 lid lid 2
Overgangswet dient restrictief te worden
uitgelegd in die zin dat een beroep op de
nietigheidsgrond van artikel 6:233 sub b
juncto 6:234 BW buiten haar reikwijdte valt.
16
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
17. HR 1 oktober 1999, RvdW 1999,136
(Geurtzen/Kampstaal): In artikel 6:234 lid 1 BW
is limitatief geregeld hoe de gebruiker van A.V.
aan de wederpartij de mogelijkheid kan bieden om
kennis te nemen van die voorwaarden. Een
redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg
brengt evenwel mee dat de wederpartij zich niet
op de vernietigbaarheid kan beroepen wanneer hij
t.t.v. het sluiten van de overeenkomst met dat
beding bekend was of geacht kon worden daarmee
bekend te zijn: ook kunnen zich omstandigheden
voordoen waarin een beroep op vernietigbaarheid
naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
onaanvaardbaar is.
17
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
18. ‘Daarbij valt te denken aan het geval dat
regelmatig gelijksoortige overeenkomsten
tussen partijen worden gesloten, terwijl de
A.V. bij het sluiten van de eerste
overeenkomst aan de wederpartij ter hand
zijn gesteld en aan het geval van een van
algemene voorwaarden deel uitmakende
eenvoudige exoneratie-clausule, die in een
winkel of bedrijfsruimte op duidelijke
wijze aan klanten wordt gepresenteerd.’
18
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
19. Bewijslast: Hof Leeuwarden 2 mei 2001, NJ
2002/68 (Bauke de Jong/Hama Nederland)
– Diefstal machine gehuurd door professionele
gebruiker (de Jong): risicoverdelingsbeding
– Bewijslast van terhandstelling van huurvoorwaarden
rust bij betwisting daarvan op gebruiker (Hama)
– Bewijs niet geleverd, beding vernietigbaar, leemte in
ovk. “Vervolgens moet worden bezien of – naar in het
verkeer geldende opvattingen – diefstal en/of verlies
van een apparaat als het onderhavige voor rekening en
risico van de huurder dient te komen en of het
derhalve op de weg van de huurder ligt om zich
desgewenst tegen dat risico te verzekeren.
19
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
20. Hoge Raad 17 december 1999, NJ 2000/140
(Breg/Asper):
Mocht het Hof hebben geoordeeld dat een beroep
op voormelde vernietigingsgrond uitsluitend één
of meer specifieke bedingen in AV kan betreffen
en niet het gehele samenstel van die voorwaarden
geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Heeft de gebruiker niet voldaan aan de infoplicht
dan staat het de wederpartij vrij zich te beroepen
op de vernietigbaarheid van die algemene
voorwaarden in hun geheel
20
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
21. Verwijzing op orderbevestiging naar elders
gedeponeerde A.V..Uittreksel van A.V. op
achterzijde van orderbevestiging. Consument is
op voorzijde van orderbevestiging niet attent
gemaakt op uittreksel van A.V. op achterzijde.
Niet voldaan aan infoplicht.
Geschillencommissie Woninginrichting 11 aug.
1993, TvC 1994, pag. 147.
Aan bekendmaking via advertenties, verwijzing
boven brievenbussen naar elders gedeponeerde
A.V. en folders in de molen op het postkantoor,
schort dat niet met voldoende zekerheid gezegd
kan worden dat de wederpartij een redelijke
mogelijkheid tot kennisneming is geboden.
Geschillencom. Post en Telecommunicatie 26
sept. 1994, TvC 1995, pag. 47.
21
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
22. Verwijzing naar A.V. op bord
Bij ingang fietsenstalling alsook op een
verder geplaatst bord wordt verwezen naar
elders gedeponeerde A.V.. Niet voldaan
aan infoplicht als gebruiker de algemene
voorwaarden op daartoe strekkend verzoek
niet kan overhandigen aan wederpartij.
Ktg. Maastricht 27 aug. 1997, TvC 1998,
pag. 41.
22
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
23. ‘… verklaart door ondertekening van deze
opdrachtbevestiging een exemplaar van onze
algemene voorwaarden ontvangen te hebben ….’
Hof Amsterdam 28 maart 1996, TvC 1998, pag.
44: ‘Nu V zelfs niet aangeeft waarom zij voor
ontvangst heeft getekend indien haar geen
exemplaar van de A.V. ter hand zou zijn gesteld,
moet voorshands ervan worden uitgegaan dat zij
een exemplaar van de A.V. heeft ontvangen.’
Hof Arnhem 3 febr. 1998 (Poppeliers Meubelen/
Veenstra): Het beding is onredelijk bezwarend
o.g.v. 6:236 sub k BW, omdat de bewijslast m.b.t.
de infoplicht ten nadele van de consument wordt
gewijzigd.
23
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
24. Foute toepassing?: Rb Utrecht 10 november
1999, NJ 2000/350 (John Reinerie Makelaardij/
Haven en Kool)
– Courtagebeding in NVM-voorwaarden bij valse
opdracht om taxatiekosten te ontlopen
– Uitgangspunt bij zulk een verklaring is dat de
wederpartijen de gelding van de algemene
voorwaarden hebben aanvaard. “Mocht hun lezing
juist zijn dat de algemene voorwaarden hun niet (voor
of bij ondertekening) ter hand zijn gesteld, dan had
het gelet ook op vorenbedoeld uitgangspunt op hun
weg gelegen om Reinerie als gebruiker in de zin van
artikel 6:234 lid 2 BW te verzoeken aan ieder van hen
deze algemene voorwaarden toe te zenden. Nu dit niet
is gesteld of gebleken oordeelt de rechtbank dat de
algemene voorwaarden zijn overeengekomen.
24
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
25. Onjuiste toepassing infoplicht?: Hof Amsterdam,
7 mei 1998 (Assoud/SNS)
“Op die kopie is vermeld dat de deelnemer het op
de Lotto toepasselijke reglement(algemene
voorwaarden) kan verkrijgen op het adres waar
hij het lottoformulier inlevert. Aldus heeft de
Sporttotalisator een redelijke mogelijkheid
geboden om van de algemene voorwaarden
kennis te nemen. Art. 6:233 aanhef en onder b
geeft het leidend beginsel en art. 6:234 lid aanhef
en onder a en b noemt slechts voorbeelden van
gevallen waarin de redelijke mogelijkheid tot
kennisneming van algemene voorwaarden is
gegeven.”
25
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
26. Inhoudstoets
Open norm in 6:233 aanhef en onder a BW: een
beding is vernietigbaar indien het gelet op de aard
van de overeenkomst, de wijze waarop de
voorwaarden zijn tot stand gekomen, de
wederzijds kenbare belangen van partijen en de
overige omstandigheden van het geval, onredelijk
bezwarend is voor de wederpartij.
Vaststelling van de inhoud van algemene
voorwaarden – art 6:238 lid 2 BW: bedingen in
consumentenovereenkomsten moeten duidelijk en
begrijpelijk zijn opgesteld. Bij twijfel over de
betekenis prevaleert de voor de wederpartij
gunstigste uitleg.
26
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
27. Relevante omstandigheden
Hof Arnhem 25 feb. 1997 en 27 januari
1998 (Jaffa Pita Bakkerij/Handelmij
Möller)
Indien ter afwering van een beroep op een
exoneratieclausule mede een beroep wordt
gedaan op de aard en de ernst van de
wanprestatie en op de hoogte van de als
gevolg daarvan geleden schade, zal
dienaangaande onderzoek moeten worden
verricht alvorens een oordeel kan worden
gegeven over die clausule.
27
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
28. Sanctie? Richtlijn is niet duidelijk. Zie
artikel 5 Richtlijn. Is een onduidelijk
beding een onredelijk bezwarend beding?
Ktg. Utrecht 3 juni 1998, Prg. 1998/5029:
Huur havenligplaats voor één jaar.
Automatische verlenging van
huurovereenkomst havenligplaats met één
jaar indien niet tijdig opgezegd in artikel
10 algemene voorwaarden is onduidelijk
voor consument. Duidelijke verwijzing
onder kopje “duur van de overeenkomst”
ontbreekt.
28
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
29. Inhoudstoets in consumentenzaken
Beding onredelijk bezwarend waaarin wordt
bepaald dat bij niet tijdige betaling van de
huurprijs van gebruikte schoolboeken de
nieuwprijs verschuldigd is. Ktg. Zwolle 2
november 1996, Prg. 1997/4722.
Bedrijfscreditcard voor werkneemster: (kortweg)
… en is iedere functionaris aansprakelijk jegens
American Express voor de uitgaven die hij/zij
met de Kaart heeft gedaan. Maandelijkse
afrekeningen dienen door de functionaris te
worden betaald. De door de functionaris
vertegenwoordigde rechtspersoon is mede
hoofdelijk aansprakelijk.
29
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
30. Hof Arnhem 9 sept. 1997, NJ 1998/655:
Zulk een beding is onvoldoende duidelijk
voor de gemiddelde werknemer
(medeondertekenaar) om zijn contractuele
risico’s bij het gebruik van de bedrijfskaart
in te schatten. Zulke vergaande
rechtsgevolgen moeten klip en klaar in niet
mis te verstane bewoordingen vooraf aan
de aspirant bedrijfskaarthouder worden
duidelijk gemaakt. Beding onredelijk
bezwarend.
30
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
31. Inhoudstoetsing in handelszaken
HR 23 maart 1990, NJ 1991, 214 (Botman/ van
Haaster): ‘Verbindendheid van het arbitraal
beding dient (…) niet te worden beoordeeld aan
de hand van de nadelen die zich bij de op grond
van het beding aangespannen arbitrage
daadwerkelijk hebben verwezenlijkt, maar aan de
hand van de eventuele onredelijk bezwarende
gevolgen waaraan het beding, bij gebondenheid
daarvan, Van Haaster van de aanvang af bloot
stelde, waarvan de verwezenlijking bij
handhaving van het beding slechts “mogelijk”
was.’
31
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
32. Hof Amsterdam 2 september 1997, TvC 1998,
pag. 68 (Van ‘t Riet/Makro): Onduidelijke en
onvolledige gebruiksvoorschriften voor
vouwladder. ‘Eventuele gebreken aan het
gekochte moeten voor het passeren van de
eindcontrole gemeld worden. Na het passeren van
de eindcontrole vervalt elke aansprakelijkheid
onzerzijds voor andere dan verborgen gebreken’.
Beding is onredelijk bezwarend: van klanten kan
niet verwacht worden dat zij al hun aankopen
uitpakken en uitvoering controleren tussen kassa
en eindcontrole.
32
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
33. De zwarte lijst: 6:236 BW
Pres. Rb Den Haag 22 mei 1990, TvC
1990, blz. 379 (Van Gijtenbeek/Soek-Crest
Hotels): Dubbelboeking bruidsuite ten
gevolge bezoek popster ‘prince’. Beding
sluit recht op gebruik geboekte kamer
volledig uit. Onredelijk bezwarend op
grond van bepaalde in artikel 6:236 onder
a BW.
33
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
34. Sub b: beperking of uitsluiting
ontbindingsbevoegdheid ex afd. 6.5.5
BW
Consument mag alleen ontbinden indien
na een schriftelijke ingebrekestelling
alsnog na een termijn van 9 maanden
plaatsing van advertentie uitblijft,
terwijl All-Media bij iedere
tekortkoming geheel of gedeeltelijk mag
ontbinden. Ktg. Utrecht 11 december
1996, Prg. 1997/4739 (Kok/All Media
Holland Management).
34
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
35. Sub g: verkorting van wettelijke verval- of
verjaringstermijn tot minder dan één jaar.
‘Klachten welke later dan een week na
afloop van het arrangement worden
ingediend kunnen niet meer in behandeling
worden genomen.’
Ktg. Groenlo 25 mei 1998, Prg. 1998/4982
(Vogel c.s./Crone).
35
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
36. Sub k: beperking of uitsluiting
bewijslevering of voor consument nadelige
bewijslastverdeling.
Boekenclausule: Voor de bepaling van de
verschuldigde bedragen terzake van een
telefoonaansluiting zijn de gegevens van
PTT beslissend.
Ktg. Zaandam 12 december 1991, Prg.
1992/3656 (PTT/Visser).
36
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
37. Sub l: afwijking ten nadele van de
consument van artikel 3:37 BW, tenzij de
afwijking betrekking heeft op de vorm van
de af te leggen verklaring.
Jaarabonnement leesportefeuille De Map:
Stilzwijgende verlenging met een jaar
behoudens opzegging per aangetekende
brief.
Ktg. Zwolle 19 september 1995, Prg.
1996/4447 (De Map/Benjamins).
37
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
38. De grijze lijst: art. 6:237 BW
Sub b: wezenlijke beperking van de
verplichtingen van gebruiker.
Bewaarnemingsovereenkomst: ‘De directie stelt
zich niet aansprakelijk voor diefstal of
vermissing.’
Ktg. Rotterdam 6 december 1996 en 4 april
1997, Prg. 1997/4776 (Drenthen/Tropicana): “In
een bewaakte garderobe dienen afgegeven
kledingstukken te worden bewaakt en
teruggegeven.”
38
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
39. Sub f: beperking of uitsluiting van wettelijke
aansprakelijkheid.
“Het nutsbedrijf is niet aansprakelijk voor schade
ten gevolge van de onderbreking van levering
van electriciteit/gas/water/stadsverwarming.”
HR 16 mei 1997, TvC 1997, blz. 322 (exoneratie
nutsbedrijven); Geschillencommissie Openbare
Nutsbedrijven, 14 dec. 1994 en 5 januari 1996,
resp. TvC 1996, pag. 139 en pag. 141.
39
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
40. Sub i: betaling geldsom bij beëindiging
overeenkomst.
Hof Arnhem 1 augustus 2000, NJ 2001/71
(Bogers beheer/Kop en Kop-tax): beding waarin
opdrachtgever bij
koop/aannemingsovereenkomst wordt verplicht
35% van de contractsom te betalen bij annulering
vóórdat enig begin van uitvoering is gemaakt is
onredelijk bezwarend.
Hof ‘s-Gravenhage 21 december 2000, NJ
2001/341 (vd Berg/Kozijn- en Serrebouw BV):
Nu de gebruiker heeft aangetoond dat in casu de
schade voor hem groter is dan het gefixeerde
bedrag (35% van aanneemsom) is het beding niet
onredelijk bezwarend. ??
40
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
41. Reflexwerking lijsten
Beroep op exoneratieclausule waterleidingbedrijf
bij waterschade op school. Rb. Arnhem 13
januari 1994, TvC 1994, pag. 360: reflexwerking
van artikel 6:237 sub f. School oefent geen
bedrijf uit, maakt geen winst en gaat
overeenkomst aan buiten haar professionaliteit.
Stilzwijgende verlenging van proefabonnement
horecabonnen met vijf jaar. Ktg. Den Haag 18
feb. 1998, Prg. 1998/4961: sterke reflexwerking
van 6:236 sub j BW voor horecaondernemer.
41
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
42. Exoneratie bij stroomstoring in Bistro. Ktg.
Harderwijk 11 maart 1998, Prg. 1998/5018:
Geringe omvang bedrijf van bistro-exploitant is
geen reden om reflexwerking aan te nemen,
aangezien uitbater vrij is in de keuze van
energieleverancier en niet onder druk is gezet
(bijv. door colportage) te kiezen voor
elektriciteit.
Elke vordering wegens over- of ondermaat is
uitgesloten. Hof Den Bosch, 3 november 1997,
NJ 1998, 719: Geen reflexwerking van artikel
6:236 BW voor agrariër. Van een agrariër die
handelt in de uitoefening van zijn bedrijf mag
worden verwacht dat hij zich bij aankoop van de
grond in de oppervlaktematen daarvan verdiept.
42
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
43. Verhouding open norm tot ander
toetsen
Nietigheid wegens strijd met de goede zeden, art.
3:40 lid 1 BW.
Vernietigbaarheid wegens strijd met dwingend
recht (bijvoorbeeld consumentenkoop), art. 3:40
lid 2 BW.
Vernietigbaarheid op grond van de open norm,
art. 6:233 sub a BW.
Buiten toepassing van beding wegens strijd met
de redelijkheid en billijkheid, art. 6:248 lid 2
BW.
43
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
44. Collectieve actie
Preventieve actie: 6:240 BW e.v.
– Omgekeerde contra proferentem regel van
artikel 6:240 lid 1 BW: “Bij de beoordeling
van een beding blijft de uitlegregel van artikel
238 lid 2, tweede zin, buiten toepassing.”
Repressieve actie: 3:305a BW.
Nieuwe overlegtermijn 14 dagen.
44
on Mölenberg - Consumentenrecht: Algemene voorwaarden, 10 jaar rechtspraktijk 8-5-2002
Notes de l'éditeur
29-5-2000
29-5-2000 Artikel 2 aanhef en onder a Richtlijn, verstaat onder oneerlijke bedingen: de bedingen van een overeenkomst zoals die in artikel 3 zijn omschreven. Art. 3 lid 2 Richtlijn: Een beding wordt steeds geacht niet het voorwerp van afzonderlijke onderhandeling te zijn geweest wanneer het, met name in het kader van een toetredingsovereenkomst, van tevoren is opgesteld en de consument dientengevolge geen invloed op de inhoud ervan heeft kunnen hebben. De verkoper die stelt dat een standaardbeding het voorwerp is geweest van afzonderlijke onderhandeling, dient dit te bewijzen.
29-5-2000 Artikel 4 lid 2 Richtlijn: De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
29-5-2000
29-5-2000 Art. 3:37 BW: verklaringen kunnen in iedere vorm geschieden en kunnen in elke gedraging, ook een (na)laten, besloten liggen.
29-5-2000
29-5-2000 In casu was weliswaar over technische details met betrekking tot de plaatsing van het hekwerk ten behoeve van het struisvogelverblijf gepraat maar was volgens het hof van een complete overeenkomst nog geen sprake. Het is immers, gelet op de aard en omvang van het onderhavige werk, de aard van het bedrijf van Respo en de omstandigheid dat zijdens Respo door een buitendienstmedewerker is onderhandeld, niet gebruikelijk dat in dergelijke gesprekken onmiddellijk een volledige overeenkomst, - waarin ook alle “details”, zoals de algemene voorwaarden – tot stand komt. De hoedanigheid van Ostrich – een professionele opdrachtgever – brengt mee dat hij zich dat had dienen te realiseren. Te meer daar de buitendienstmedewerker het voorbehoud maakte van goedkeuring van het kantoor.
29-5-2000 De Vries vordert van Houtplex schadevergoeding wegens wanprestatie. Houtplex doet een beroep op arbitragebeding volgens welk de rechtbank niet bevoegd is. Rechtbank komt tot conclusie dat De Vries niet gebonden is aan arbitragebeding. Twee eerdere facturen is niet voldoende om stilzwijgende aanvaarding van de gelding aan te nemen. Bovendien deed Houtplex een beroep op de A.V. van de Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen gedeponeerd ter griffie op 1 oktober 1992 (dus ná het sluiten van de onderhavige overeenkomst!) terwijl de facturen verwijzen naar de A.V. van de Nederlandse Houtbond. Dus kennelijk naar geheel andere voorwaarden!
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000 De toetsing aan de informatieplicht veronderstelt dat de algemene voorwaarden aanvaard zijn. Indien de A.V. niet aanvaard zijn, valt er niets te toetsen. Zie Hof Arnhem, 25 nov. 1997, NJ 1998, 753 (Houtplex/De Vries). De toevoeging bij het sluiten van de overeenkomst ziet op een soort samenval van momenten waarin sprake is van een (nagenoeg) gelijktijdige aanvaarding en terhandstelling en is opgenomen om bewijsproblemen te vermijden. De wederpartij moet echter de gelegenheid hebben de aanvaarding van het aanbod uit te stellen om kennis te nemen van die algemene voorwaarden. Feitelijk komt de zinsnede “vóór of bij” dus neer op vóór het sluiten van de overeenkomst.
29-5-2000
29-5-2000 In casu heeft Geurtzen aannemingswerkzaamheden (het plaatsen van een staalconstructie t.b.v. een kap van een bouwwerk) uitbesteed aan Kampstaal. In de offerte verwijst Kampstaal naar elders gedeponeerde A.V. van de Metaalunie die op de opdracht van toepassing zullen zijn, en dat deze op verzoek zullen worden toegezonden. In deze voorwaarden zit een exoneratie ten behoeve van Kampstaal. Relevante omstandigheden: Geurtzen en kampstaal hadden reeds eerder verschillende aannemingsovereenkomsten met elkaar gesloten, waarbij in de offertes van kampstaal steeds verwezen werd naar de betreffende A.V.. Beide partijen zijn professionals in dezelfde bedrijfstak. De voorwaarden worden op grote schaal toegepast in de bouw en kunnen bij een partij als Geurtzen (ook aannemer) bekend verondersteld worden. Het is geen ongebruikelijk beding (aanspakelijkheidsuitsluiting) in de bouwwereld. De verwijzing stond op de offerte en Geurtzen had alle gelegenheid om de A.V. op te vragen. In casu vond het Hof dat Geurtzen geen beroep kon doen op de vernietigbaarheid van de A.V.. De HR verwijst terug omdat het Hof niet voldoende onderzocht heeft of Geurtzen t.t.v. het sluiten van de overeenkomst bekend was met de A.V. van Kampstaal.
29-5-2000
29-5-2000 Geschillencommissie woninginrichting: Annulering van koop bankstel, boetebeding van 30% van aankoopsom.
29-5-2000 In casu betrof het een exoneratieclausule voor schade die meer bedroeg dan fl. 250,-. Wederpartij heeft de voorwaarden moeten opvragen bij het hoofdkantoor van de NS in Utrecht. De gebruiker kon zijn eigen A.V. niet ter hand stellen omdat hij ze niet had.
29-5-2000 Het hof Arnhem gaat er in navolging van Duitse rechtspraak vanuit dat in casu sprake is van een beding en wel een verklaringsfictie welke onredelijk bezwarend is voor de consument indien hij de A.V. niet ter hand gesteld heeft gekregen.
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000 Het beding was in casu tamelijk ingewikkeld door het gebruik van termen als hoofdelijke aansprakelijkheid, U, Uw vennoten, uw maten, functionarissen of de door u vertegenwoordigde rechtspersoon.
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000 Plaatsing van advertentie van Vlinders Escort Bureau in de Guide L’Amour 1995 blijft uit en eiser (Kok h.o.d.n. Vlinders Escort Bureau) ontbind overeenkomst.
29-5-2000 Jachtvakantie in Schotland, waarbij reisdoel gewijzigd werd. Reisorganisator Crone doet beroep op vervalbeding.
29-5-2000
29-5-2000 Artikel 3:37 BW: verklaringen zijn vormvrij (lid 1), een schriftelijke verklaring kan ook bij exploit worden gedaan (lid 2), verklaring moet wederpartij bereiken (lid 3), onjuist overgebrachte verklaring geldt als verklaring van afzender (lid 4), intrekking verklaring (lid 5). MvT: Zo zal het beding dat verzending per aangetekende brief vereist steeds ongeoorloofd zijn, hetgeen gerechtvaardigd wordt door de overweging dat zo’n beding tegen de wederpartij zou kunnen worden gebruikt, terwijl de voorgeschreven wijze van verzending juist haar belangen dient.
29-5-2000 Jas van fl. 1099 welke tegen betaling in bewaring is gegeven, vermist na afloop avond.
29-5-2000
29-5-2000
29-5-2000 De Kantonrechter te Harderwijk acht het exoneratiebeding niet onredelijk bezwarend omdat het een feit van algemene bekendheid is dat 100% storingvrije energielevering technisch onmogelijk is.