SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  6
Log in




gebruikersnaam: devilee_b


wachtwoord:   ……..


                            OK
HOE WERKT HET?

Docenten plaatsen opmerkingen in het werk dat jij uploadt.
Ze geven globale feedback, ze markeren niet alle fouten.
                                                                           Is de feedback niet duidelijk?
Dat betekent dat je zelf aan de slag moet met de feedback.
                                                                           Vrijdag 3 maart tussen 12.00u-en 14.00 is het
                                                                           spreekuur. Meld je aan als je daar bij wilt zijn.
Je gaat in je werkstuk op zoek of je meer van dezelfde soort fouten hebt
gemaakt en verbetert die.

Bij de tekst gearceerde tekst is een opmerking geplaatst.
Je kunt op de opmerkingen klikken. Je ziet dan een voorbeeld               Liever een Skype-afspraak, dat kan ook.
van wat je fout gedaan hebt en je krijgt een tip om je
werk te verbeteren.
                                                                                               actielijst
De opmerkingen zijn verdeeld in twee soorten, ieder met een eigen kleur:
                                                                           Upload de van conceptversie R04
	         geel : inhoud en structuur van het rapport.                      deadline: 24-03-2012.
	         rood: spelling en stijl van het rapport.                         De feedback op rapport R03
                                                                           staat klaar.

                                                                           Meld je aan voor spreekuur R03.
Je kunt de volgende iconen tegenkomen:
                                                                           Maak een Skype-afspraak voor R03.
      Dit is goed gedaan.

      Hier moet nog wat aan gebeuren.
                                                             f
      Hier ontbreekt de bronvermelding, of is de bron niet
      juist vermeld. Het kan ook zijn dat de bron niet de
      meest geschikte is voor de betreffende tekst.
Projectrapport
R03                                                                               R203A
deadline                                  deadline                                          deadline
                           4/3                                           9/3                                          18/3
concept                                   feedback                                          rapport                          Jullie hebben veel verschillende bronnen
                                                                                                                             gevonden en deze goed verwerkt in de analyse.
 Doelgroep analyse
 In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
 secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.                                                              De probleemstelling is niet helemaal
             Primaire doelgroep                                                                                              duidelijk.
 De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
 Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen.
 Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
 kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
                                                                                                                             Julie hebben twee doelgroepen opgenomen
 daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder           in de doelgroepanalyse, dat is goed.
 meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
 Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
 Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
 incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven            Vergeet niet de meest in-het-oog-springende
 tegenkomt aankunt.
 De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,              verschillen van deze doelgroepen te benoemen in de
 maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
 uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere                  doelgroepanalyse.
 basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
 kwaad.
 In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
 belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
  
 Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
 aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
 Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
 informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
 aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
 overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
 wordt voor grote groepen.
                                                                                                                             De inleiding is prettig leesbaar.
 De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
 van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
 tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
  
 Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk                             Er staan d/t-fouten in de tekst.
 individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
 individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
 en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
 ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)

             Mediagebruik van de primaire doelgroep                                                                          Er worden verkeerde werkwoordstijden gebruikt.
 Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
 zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
 laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
  
 41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
 vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
 kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
 krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
 jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
 krijgen of geven. (Bright, 2009)
Projectrapport
R03                                                                              R203A
deadline                                  deadline                                          deadline
                          4/3                                            9/3                                          18/3
concept                                   feedback                                          rapport
                                                                                                                             De probleemstelling    In het boek Wat is Onderzoek wordt
                                                                                                                             hoort in vragende      duidelijk uitgelegd hoe je een
 Doelgroep analyse                                                                                                           vorm.                  probleemstelling formuleert.
 In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
 secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.

             Primaire doelgroep
 De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
 Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon
 vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn,
                                                                                                                             Dit is een goed        De verschillende bronnen worden met
 rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
 daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
                                                                                                                             voorbeeld van het      elkaar in verband gebracht. Het is
 meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
 Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.         gebruik van bronnen.   duidelijk welke informatie van welke
 Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
 incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven                                   bron komt.
 tegenkomt aankunt.
 De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
 maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
 uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
 basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
 kwaad.
                                                                                                                             Gebruik Wikipedia      Wikipedia is een startpunt voor
 In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
 belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
                                                                                                                             niet als enige bron.   onderzoek om een globale indruk te
  
 Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen                                 krijgen. Kijk vervolgens altijd of er
 aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
 Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe                                                       vakliteratuur of wetenschappelijke
 informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
 aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks                                      literatuur over iets te vinden is.
 overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
 wordt voor grote groepen.
 De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
 van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
 tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
  
 Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
 individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
 individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt
 af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan
 de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)

             Mediagebruik van de primaire doelgroep
 Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
 zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
 laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
  
 41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
 vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
 kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
 krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
 jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
 krijgen of geven. (Bright, 2009)
Projectrapport
R03                                                                               R203A
deadline                                  deadline                                          deadline
                           4/3                                           9/3                                          18/3
concept                                   feedback                                          rapport                          Er zijn veel verschillende bronnen
                                                                                                                             gebruikt in de analyse.
 Doelgroep analyse
 In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
 secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten.                                                              De probleemstelling is niet helemaal
             Primaire doelgroep                                                                                              duidelijk.
 De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
 Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen.
 Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare
 kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
                                                                                                                             Het is goed dat er twee doelgroepen zijn
 daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder           opgenomen in de doelgroepanalyse.
 meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
 Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.
 Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
 incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven            Vergeet niet de meest in-het-oog-springende
 tegenkomt aankunt.
 De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,              verschillen in perspectief te benoemen in de
 maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
 uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere                  doelgroepanalyse.
 basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
 kwaad.
 In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
 belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
  
 Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
 aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
 Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
 informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
 aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
 overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
 wordt voor grote groepen.
                                                                                                                             De inleiding is prettig leesbaar.
 De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
 van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
 tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
  
 Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk                             De tekst bevat veel d/t-fouten.
 individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
 individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af
 en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de
 ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)

             Mediagebruik van de primaire doelgroep
 Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
 zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
 laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
  
 41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
 vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
 kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
 krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
 jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
 krijgen of geven. (Bright, 2009)
Projectrapport
R03                                                                              R203A
deadline                                  deadline                                          deadline
                          4/3                                            9/3                                          18/3
concept                                   feedback                                          rapport                                                In de inleiding wordt goed uitgelegd
                                                                                                                             De inleiding is       wat er in het rapport aan de orde
                                                                                                                             prettige leesbaar     komt. De lezer wordt aan de hand
 Inleiding
 In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de
 secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen                               genomen en dat is precies de
 van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool.
 Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon
                                                                                                                                                   bedoeling.
 vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn,
 rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich
 daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder
 meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’.
                                                                                                                             De tekst bevat veel   In het boek Vlekkeloos Nederlands
 Kinderen
 Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren.         d/t-fouten.           wordt duidelijk uitgelegd wanneer een
 Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis
 incasseringsvermogen, leid tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven
                                                                                                                                                   werkwoord met een t, een d of met dt
 tegenkomt aankunt.                                                                                                                                wordt geschreven.
 De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie,
 maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer
 uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere
 basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en
 kwaad.
 In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig
 belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)
  
 Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen
 aan de oorsprong van dit nieuwe denken.
 Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe
 informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote
 aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks
 overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk
 wordt voor grote groepen.
 De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde
 van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof
 tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.
  
 Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk
 individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de
 individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt
 af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan
 de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010)

             Mediagebruik van de primaire doelgroep
 Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv-
 zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer
 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers,
 laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)
  
 41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan
 vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven,
 kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze
 krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden
 jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect
 krijgen of geven. (Bright, 2009)

Contenu connexe

Similaire à Prototype 2 student

Sessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabel
Sessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabelSessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabel
Sessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabel
Vereniging Vlaamse Jeugddiensten
 
De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)
Maartje Reitsma
 
Kopie van les 3 think aloud protocol (1)
Kopie van les 3  think aloud protocol (1)Kopie van les 3  think aloud protocol (1)
Kopie van les 3 think aloud protocol (1)
nieuwsennieuwseffecten
 
Kopie van les 3 think aloud protocol (2)
Kopie van les 3  think aloud protocol (2)Kopie van les 3  think aloud protocol (2)
Kopie van les 3 think aloud protocol (2)
nieuwsennieuwseffecten
 
Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...
Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...
Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...
Harold van Garderen
 
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Harold van Garderen
 
OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...
OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...
OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...
SURF Events
 

Similaire à Prototype 2 student (20)

Geweldloze communicatie. De taal van de giraf
Geweldloze communicatie. De taal van de girafGeweldloze communicatie. De taal van de giraf
Geweldloze communicatie. De taal van de giraf
 
Presentatie Synthesteksten leren schrijven
Presentatie Synthesteksten leren schrijvenPresentatie Synthesteksten leren schrijven
Presentatie Synthesteksten leren schrijven
 
Wat weten we vandaag over 
de lerenden in relatie tot evalueren?
Wat weten we vandaag over 
de lerenden in relatie tot evalueren?Wat weten we vandaag over 
de lerenden in relatie tot evalueren?
Wat weten we vandaag over 
de lerenden in relatie tot evalueren?
 
Visie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfVisie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdf
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Docentenhandleiding wijkgericht werken (portfolio-opdracht)
Docentenhandleiding wijkgericht werken (portfolio-opdracht)Docentenhandleiding wijkgericht werken (portfolio-opdracht)
Docentenhandleiding wijkgericht werken (portfolio-opdracht)
 
Sessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabel
Sessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabelSessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabel
Sessie11 - info(r)life kwaliteitsvolle jeugdinformatie trustylabel
 
De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)
 
Kopie van les 3 think aloud protocol (1)
Kopie van les 3  think aloud protocol (1)Kopie van les 3  think aloud protocol (1)
Kopie van les 3 think aloud protocol (1)
 
Kopie van les 3 think aloud protocol (2)
Kopie van les 3  think aloud protocol (2)Kopie van les 3  think aloud protocol (2)
Kopie van les 3 think aloud protocol (2)
 
Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...
Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...
Participatief Evalueren - Warme data als basis voor monitoren besturen transf...
 
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
 
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
 
OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...
OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...
OWD2012 - A4 - Mediawijsheid in het curriculum; de kracht van docentontwerpte...
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
ICTopdrachtB.docx
ICTopdrachtB.docxICTopdrachtB.docx
ICTopdrachtB.docx
 
Zelfsturende slideshow pa2
Zelfsturende slideshow pa2Zelfsturende slideshow pa2
Zelfsturende slideshow pa2
 
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptxRobert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
 
De Jeugd Is Tegenwoordig VVJ
De Jeugd Is Tegenwoordig VVJDe Jeugd Is Tegenwoordig VVJ
De Jeugd Is Tegenwoordig VVJ
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 

Prototype 2 student

  • 2. HOE WERKT HET? Docenten plaatsen opmerkingen in het werk dat jij uploadt. Ze geven globale feedback, ze markeren niet alle fouten. Is de feedback niet duidelijk? Dat betekent dat je zelf aan de slag moet met de feedback. Vrijdag 3 maart tussen 12.00u-en 14.00 is het spreekuur. Meld je aan als je daar bij wilt zijn. Je gaat in je werkstuk op zoek of je meer van dezelfde soort fouten hebt gemaakt en verbetert die. Bij de tekst gearceerde tekst is een opmerking geplaatst. Je kunt op de opmerkingen klikken. Je ziet dan een voorbeeld Liever een Skype-afspraak, dat kan ook. van wat je fout gedaan hebt en je krijgt een tip om je werk te verbeteren. actielijst De opmerkingen zijn verdeeld in twee soorten, ieder met een eigen kleur: Upload de van conceptversie R04 geel : inhoud en structuur van het rapport. deadline: 24-03-2012. rood: spelling en stijl van het rapport. De feedback op rapport R03 staat klaar. Meld je aan voor spreekuur R03. Je kunt de volgende iconen tegenkomen: Maak een Skype-afspraak voor R03. Dit is goed gedaan. Hier moet nog wat aan gebeuren. f Hier ontbreekt de bronvermelding, of is de bron niet juist vermeld. Het kan ook zijn dat de bron niet de meest geschikte is voor de betreffende tekst.
  • 3. Projectrapport R03 R203A deadline deadline deadline 4/3 9/3 18/3 concept feedback rapport Jullie hebben veel verschillende bronnen gevonden en deze goed verwerkt in de analyse. Doelgroep analyse In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. De probleemstelling is niet helemaal Primaire doelgroep duidelijk. De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool. Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich Julie hebben twee doelgroepen opgenomen daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder in de doelgroepanalyse, dat is goed. meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’. Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven Vergeet niet de meest in-het-oog-springende tegenkomt aankunt. De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie, verschillen van deze doelgroepen te benoemen in de maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere doelgroepanalyse. basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en kwaad. In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)   Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen aan de oorsprong van dit nieuwe denken. Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk wordt voor grote groepen. De inleiding is prettig leesbaar. De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.   Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk Er staan d/t-fouten in de tekst. individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010) Mediagebruik van de primaire doelgroep Er worden verkeerde werkwoordstijden gebruikt. Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv- zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers, laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)   41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven, kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect krijgen of geven. (Bright, 2009)
  • 4. Projectrapport R03 R203A deadline deadline deadline 4/3 9/3 18/3 concept feedback rapport De probleemstelling In het boek Wat is Onderzoek wordt hoort in vragende duidelijk uitgelegd hoe je een Doelgroep analyse vorm. probleemstelling formuleert. In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. Primaire doelgroep De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool. Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, Dit is een goed De verschillende bronnen worden met rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder voorbeeld van het elkaar in verband gebracht. Het is meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’. Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. gebruik van bronnen. duidelijk welke informatie van welke Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven bron komt. tegenkomt aankunt. De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie, maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en kwaad. Gebruik Wikipedia Wikipedia is een startpunt voor In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009) niet als enige bron. onderzoek om een globale indruk te   Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen krijgen. Kijk vervolgens altijd of er aan de oorsprong van dit nieuwe denken. Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe vakliteratuur of wetenschappelijke informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks literatuur over iets te vinden is. overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk wordt voor grote groepen. De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.   Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010) Mediagebruik van de primaire doelgroep Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv- zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers, laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)   41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven, kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect krijgen of geven. (Bright, 2009)
  • 5. Projectrapport R03 R203A deadline deadline deadline 4/3 9/3 18/3 concept feedback rapport Er zijn veel verschillende bronnen gebruikt in de analyse. Doelgroep analyse In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. De probleemstelling is niet helemaal Primaire doelgroep duidelijk. De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool. Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich Het is goed dat er twee doelgroepen zijn daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder opgenomen in de doelgroepanalyse. meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’. Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis incasseringsvermogen, leidt tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven Vergeet niet de meest in-het-oog-springende tegenkomt aankunt. De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie, verschillen in perspectief te benoemen in de maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere doelgroepanalyse. basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en kwaad. In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)   Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen aan de oorsprong van dit nieuwe denken. Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk wordt voor grote groepen. De inleiding is prettig leesbaar. De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.   Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk De tekst bevat veel d/t-fouten. individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010) Mediagebruik van de primaire doelgroep Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv- zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers, laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)   41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven, kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect krijgen of geven. (Bright, 2009)
  • 6. Projectrapport R03 R203A deadline deadline deadline 4/3 9/3 18/3 concept feedback rapport In de inleiding wordt goed uitgelegd De inleiding is wat er in het rapport aan de orde prettige leesbaar komt. De lezer wordt aan de hand Inleiding In dit hoofdstuk analyseren wij zowel de primaire doelgroep, kinderen uit groep vijf en zes van de basisschool, als de secundaire doelgroep. Dit zijn de desbetreffende leerkrachten. De primaire doelgroep voor dit project zijn kinderen genomen en dat is precies de van acht t/m tien jaar in groep vijf en zes van de basisschool. Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en bang om uit de toon bedoeling. vallen. Kinderen die veel worden gepest, zijn vaak net even anders als anderen kinderen. Een gekke naam, dik zijn, rare kleren aanhebben, het is vaak de oorzaak van veel kinderzorgen. Kinderen die vaak worden gepest, blijken zich daarnaast ook niet goed te kunnen verweren. Het is alsof ze dat niet goed hebben geleerd. Het weren leer je onder meer van je leeftijdsgenoten, in de ‘peergroup’. De tekst bevat veel In het boek Vlekkeloos Nederlands Kinderen Voor kinderen in deze leeftijd is het belangrijk zich te kunnen meten, ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. d/t-fouten. wordt duidelijk uitgelegd wanneer een Soms kunnen ze niet tegen hun verlies. Een gevoel van de wereld aankunnen, gecombineerd met een gezonde dosis incasseringsvermogen, leid tot competentie. Competentie is het gevoel dat je de uitdagingen die je in het leven werkwoord met een t, een d of met dt tegenkomt aankunt. wordt geschreven. De leeftijdsgroep van het kind wordt steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het ontwikkelen van competentie, maar ook wat betreft het aanleren van vaardigheden. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer uitsluitend van de ouders overgenomen, maar vooral van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor het oudere basisschoolkind idolen zoals popsterren, voetballers en dergelijke de bron van allerlei opvattingen over goed en kwaad. In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes met meisjes. Meisjes en jongens hebben vrij weinig belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar wel veel plagen. (Sociaal verhaal, 2009)   Sinds de jaren ’80 ontstaat in West-Europa steeds meer aandacht voor jeugdinformatie.Verschillende factoren liggen aan de oorsprong van dit nieuwe denken. Ten eerste is de maatschappij geëvolueerd naar een kennis- en informatiemaatschappij. Nieuwe informatietechnologieën en communicatietechnieken worden geïntroduceerd waardoor informatie snel en in grote aantallen kan worden verspreid. Jonge mensen groeien op in een gemedialiseerde samenleving, waar ze dagelijks overspoeld worden met informatie. Deze maatschappij heeft zeker zijn voordelen aangezien informatie toegankelijk wordt voor grote groepen. De informatiemaatschappij heeft echter ook haar keerzijde. Bepaalde groepen kinderen, tieners en jongeren worde van het enorme informatieaanbod uitgesloten. Er is sprake van ‘informatie-rijken’ en ‘informatie-armen’. De kloof tussen de ‘weters’ en ‘niet-weters’ blijft groeien.   Een tweede aspect dat maakt dat de aandacht voor jeugdinformatie groeide is het maatschappelijk individualiseringsproces. In vergelijking met vroegere generaties wordt er nu veel meer beroep gedaan op de individuele identiteit van kinderen, tieners en jongeren. De dominerende rol van ouders over hun kinderen neemt af en kinderen, tieners en jongeren beslissen meer en meer voor zichzelf. Hierbij wordt raad of advies gevraagd aan de ouders, maar er wordt niet in hun plaats beslist. (Wikipedia, 2010) Mediagebruik van de primaire doelgroep Het mediagebruik van kinderen en jongeren is de laatste decennia drastisch veranderd. In 1989 waren er drie tv- zenders die kinderprogramma's aanboden in Nederland. Nu zijn er dagelijks op zo'n twintig tv-zenders ongeveer 300 uur aan kinderprogramma's te zien. Tegenwoordig hebben jongeren ook toegang tot de media via computers, laptops, smartphones, tablets, mp3-spelers en games. (Telegraaf, 2011)   41 procent van tien- en elfjarigen is dagelijks op Hyves te vinden. 33 procent van de achtjjarigen heeft al meer dan vijftig Hyvesvriendjes (Mijn Kind Online). Al vanaf dat kinderen in groep 3 zitten en kunnen lezen en schrijven, kunnen ze een Hyvesprofiel bijhouden. Hoe ouder ze worden, hoe vaker ze gaan inloggen en hoe meer vriendjes ze krijgen. Meisjes zijn actiever op Hyves, en hebben gemiddeld ook meer vriendjes. Belangrijk op Hyves vinden jongeren: contact houden met beste vrienden, krabbels, smilies gebruiken, foto's plaatsen en bekijken en respect krijgen of geven. (Bright, 2009)

Notes de l'éditeur

  1. \n
  2. \n
  3. \n
  4. \n
  5. \n
  6. \n