5. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit
Type B: melding, voorschriften uit H3 en H4
• Besluit landbouw bedrijven
• mestbassins
• intensieve veehouderijen tot de IPPC-grens
• niet intensieve veehouderijen, die voorheen niet onder BL vielen
Type C: omgevingsvergunning, voorschriften uit H3
• IPPC-bedrijven
• aantal dieren boven de drempel categorie 8.3 Bor
• pelsdierhouderijen
• andere activiteiten, zoals mestvergisting, brijvoer
5
6. Categorie 8.3 Bor
• 1.200 vleesrunderen
• 2.000 schapen of geiten
• 3.750 gespeende biggen
• 200 stuks melkrundvee (exclusief vrouwelijk jongvee)
• 340 stuks vrouwelijk jongvee
• 340 stuks melkvee
• 100 paarden (exclusief dieren in opfok < 3 jaar)
• 0 pelsdieren
• 50 overige landbouwhuisdieren
> niet eerder genoemde dieren
> niet IPPC-dieren
> niet dieren bij kinderboerderij
IPPC (artikel 2.1, lid 2 Bor)
• 750 zeugen
• 2.000 vleesvarkens
• 40.000 pluimvee
6
7. Omgevingsvergunning
Bij oprichten, uitbreiden, wijzigen:
Type C
• Omgevingsvergunning milieu (art. 2.1, lid 1, onder e Wabo)
• Melding Activiteitenbesluit
Type B
• Melding Activiteitenbesluit
• Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)
(art. 2.1, lid 1, onder i, Wabo)
> MER-beoordeling
> Fijn stof
7
9. Vragen
1. Een veehouderij heeft 50 paarden in december 2012.
In februari 2013 komen er 5 veulens bij. OBM nodig?
• Antwoord nee: dieren in opfok jonger dan 3 jaar tellen niet mee.
2. Een veehouderij houdt 60 paarden in december 2012.
OBM nodig in januari 2013?
• Antwoord nee: er vindt geen wijziging plaats.
3. Een veehouderij houdt 45 paarden in december 2012.
Hij wil een stal uitbreiden met 10 paarden. OBM nodig?
• Antwoord ja: het totaal wordt 55 paarden en hiermee wordt de
drempelwaarde van 50 paarden overschreden.
9
10. OBM fijn stof
• ten minste 500 en ten hoogste 1.200 vleesrunderen
• ten minste 3.000 stuks pluimvee
• ten minste 900 varkens van diercategorieën D1 t/m D3
• bij gemengde bedrijven:
> ten minste 1.500 stuks pluimvee
> 500 gespeende biggen
> 500 landbouwhuisdieren anders dan pluimvee en gespeende
biggen
10
11. Vragen
1. Een veehouderij heeft 2.500 stuks pluimvee in december 2012.
In februari 2013 komen er 1.000 stuks bij. OBM nodig?
• Antwoord ja: de drempelwaarde van 3.500 wordt overschreden.
2. Een veehouderij houdt 3.500 stuks pluimvee in december 2012.
OBM nodig in januari 2013?
• Antwoord nee: er vindt geen wijziging plaats.
3. Een veehouderij houdt 1.000 stuks pluimvee en 50 paarden in december
2012. Hij wil uitbreiden met 1.000 stuks pluimvee. OBM nodig?
• Antwoord ja: de drempelwaarde van 1.500 wordt overschreden.
4. Een veehouderij houdt 50 paarden en 600 vleesvarkens in december
2012. Hij wil uitbreiden met 5 paarden. OBM nodig?
• Antwoord ja: de drempelwaarde van 500 landbouwhuisdieren wordt
overschreden.
11
12. OBM
• Aanvraag omvat gegevens melding
• Reguliere procedure Wabo
• Lex silencio positivo niet van toepassing
• Beoordeling MER:
> geen MER: Bevoegd gezag verleend de OBM
vergunning zonder voorschriften
> wel MER: Bevoegd gezag weigert de OBM:
omgevingsvergunning milieu nodig
• Beoordeling fijn stof:
> Weigeren als activiteit leidt tot overschrijding van de
grenswaarden voor fijn stof
12
13. Overgangsrecht OBM activiteit
• Aanvraag omgevingsvergunning
> ingediend voor inwerkingtreding en
> waarop nog niet onherroepelijk is beslist
wordt afgehandeld conform het recht voor inwerkingtreding en
als onherroepelijk gelijkgesteld met OBM
13
14. Ammoniak
Type B
• Eisen ammoniak in voorschriften (artikel 3.113 en 3.114)
• Eisen overeenkomstig Wav, met afwijking:
> Oprichten kleinschalige veehouderij wel mogelijk
> Ook toets bij wijzigen huisvestingssysteem (Wav-gat)
• Besluit huisvesting
• Referentiekader in 6.24r
Type C
• Beoordeling ammoniak op grond van de Wav
• Besluit huisvesting
14
15. Geur
Type B
• Eisen geur in voorschriften (artikel 3.115 en 3.119)
• Eisen overeenkomstig Wgv, met afwijking:
> 50%-regeling
> minimumafstand veehouderij
• Referentiekader in 6.24s
• Geurgevoelig object ipv omgevingscategorie BL
Type C
• Beoordeling geur op grond van de Wgv
15
16. Agrarische activiteiten
3.4 3.4.5 Opslaan agrarische bedrijfsstoffen
3.4.6 Opslaan van drijfmest en digestaat
3.4.7 Opslaan vloeibare bijvoedermiddelen
3.4.9 Opslaan olie in bovengrondse tank
3.5 Agrarische activiteiten
3.5.1 Gewassen telen in een kas
3.5.2 Gewassen telen in een gebouw
3.5.3 Gewassen telen in de open lucht
3.5.4 Waterbehandeling voor agrarische activiteiten
3.5.5 Aanmaken of transporteren van gewasbeschermingsmiddelen
3.5.6 Behandelen van gewassen
3.5.7 Composteren
3.5.8 Houden van landbouwhuisdieren
4 4.1 Opslaan vloeibare kunstmest in verpakking / opslagtank
4.1.7 Opslaan vaste kunstmeststoffen
4.8.1 Inwendig reinigen van werktuigen
16
18. Opslaan agrarische bedrijfsstoffen
• Agrarische bedrijfsstoffen zijn:
> dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn (vaste mest)
> kuilvoer
> bijvoedermiddelen die niet verpompbaar zijn
> gebruikt substraatmateriaal
> restmateriaal afkomstig van de teelt van gewassen
• Vanaf 3 m3
• Afstand geurgevoelige objecten
• Eisen pluimveemest
• Bodembescherming cf Besluit landbouw
• Vrijstelling bodemonderzoek
18
19. Opslaan van kuilvoer
• Uitstel bodembeschermende voorzieningen tot 1
januari 2027.
• Bodembeschermende voorzieningen niet van
toepassing op kuilvoer met drogestofgehalte
meer dan 40% (alleen afdekplicht).
• Eisen gelden niet voor in folie verpakte
veevoederbalen.
• Afstand tot geurgevoelig object 25 meter ipv 50
meter (tussen 25 en 50 meter afdekplicht).
19
20. Opslag drijfmest en digestaat
• Ook opslag digestaat
• Van Bouwtechnische Richtlijnen naar BRL 2342
• Geen eisen voor mestkelders
• Keuring door bedrijf met erkenning Besluit
bodemkwaliteit (normdocument BRL 2344)
• Afdekplicht mestbassins voor 1 juni 1987
• Referentieperiode metalen mestbassins van 20
naar 10 jaar
20
21. Huisvestingssysteem
• Uitvoering conform leaflet
• Gebruik en onderhoud conform leaflet
• Specifieke eisen voor luchtwassers
> capaciteit
> elektronische monitoring
> opleveringsverklaring
> drukkamer
> gedragsvoorschriften
21
22. Kunstmest
• Opslaan vaste kunstmeststoffen
> huidige eisen Activiteitenbesluit
• Opslaan vloeibare kunstmeststoffen in verpakking
> Afwijkend overige opslag stoffen in tanks
> Overeenkomstig Besluit landbouw/glastuinbouw
• Opslaan vloeibare kunstmeststoffen in tank
> Afwijkend overige opslag stoffen in tanks
> Overeenkomstig landbouw/glastuinbouw
22
23. Composteren
• Eisen uit handreiking compostering zijn omgezet naar voorschriften
• Minimumafstanden geur
• Minder dan 3 m3 alleen eis 5 meter insteek oppervlaktewater
Brijvoer / bijvoedermiddelen
• Geur opslag vloeibare bijvoedermiddelen en bereiden brijvoer
• Niet verpompbare bijvoedermiddelen: opslag agrarische bedrijfsstoffen
Olie in bovengrondse tank
Opslag olie in tank verplaatst naar H3
• Tank zonder certificaat: keuring/beëindiging 1-1-2015 ipv 1-6-2011
> Alle tanks met gasolie en afgewerkte olie van voor 1 januari 2000
> Ook agrarische tanks met vloeibare brandstof of afgewerkte olie van
tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2007
23