3. Beste lezer, voor u ligt het portfolio van Joseph
Kerssemeeckers. In dit document vind u een
korte beschrijving van het CV, maar vooral
voorbeelden van werk dat is uitgevoerd aan de
TU Eindhoven of bij BURO 5 Maastricht. Als dit
nog niet voldoende is kunt u de website www.
jkerssemeeckers raadplegen voor meer beelden
Joseph kerssemeeckers is geboren op 26 Juni
1983. In 2011 rond hij zijn Masteropleiding
in Stedenbouwkundig ontwerpen aan de Tu
Eindhoven af. Gedurende de eindfase van de
studie is vooral de nadruk gelegd op de Stad in het
Landschap en de rivier in de stad. Kernwoorden
van het werk zijn: “Mapping”, “Landscape
Urbanism”en “Slow City”. Inspiratie werd ondere
andere opgedaan bij Alexandre Chemetoff en
Desvigne & Dalnoky.
Tijdens de studie heeft hij ook nog gewerkt
als onderzoeksassistent bij Witteveen+Bos
voor het onderzoek “Maatschappelijke baten
van beheer”en stage gelopen bij de afdeling
stedenbouwkundig ontwerp van BURO 5
Maastricht.
2
4. In dit project wordt er gekeken naar de mate
waarin het herstel van stad en rivier hand in hand
kunnen gaan. Meer specifiek zit de uitdaging
in een opgave waarin de ontwikkeling van de
openbare ruimte de stad kan heroriënteren aan
het water.
Als casus is de stad Luik gekozen. Dit omdat de
stad in een identiteitscrisis is gekomen na het
verdwijnen van grote industriële complexen. Ook
zal na aanleg van het laatste deel van de rondweg
veel doorgaand verkeer verdwijnen uit de stad, en
dan met name van de in het verleden uitgebouwde
wegenstructuur langs de rivieroevers.
5. Door middel van een lagenanalyse worden de
problemen in de stad aangekaart. Deze analyse is
uit elkaar getrokken in tijd en functie. Hierdoor
ontstaat er een duidelijk beeld van de kansen voor
de stad. De thema’s die de rode draad vormen
zijn: Waterproblematiek, Infrastructuur, Openbare
Ruimte en Morfologie. Deze opbouw moet lijden
La cité Ardente, retour à la Meuse
tot een antwoord op de centrale vraag: Wat kan
de herontdekking van de waterstructuur en de
daarmee samenhangende ruimte betekenen voor
de opwaardering van de openbare ruimte in de
leefomgeving? En hoe kan deze opwaardering het
best vormgegeven worden?
De vraag zal uiteindelijk worden beantwoord in
een ontwerp, waarbij de eerder genoemde thema’s
een belangrijke rol spelen. Om tot een resultaat
te komen dat recht doet aan de verschillende
omgevingen zal er een “slow city” benadering
voorgesteld worden. Hierbij kan er ook een
rangschikking gemaakt worden van deelprojecten,
zodat de herontwikkeling zichtbaar wordt in
de stad zonder dat er meteen vele miljoenen in
gestoken moeten worden.
Afstuderen
Luik (B)
4
6. Het plan heeft een aantal belangrijk onderdelen.
Allereerst is het van belang om het oppervlak van
de doorsnede van de rivier te verhogen. Oevers
hoeven noodzakelijkerwijs niet lager te zijn,
het is echter wel van belang om de capaciteit
voor piekhoeveelheden minstens op peil te
houden, maar als het even kan deze te vergroten.
Anderzijds is het ook van belang om het water
zoveel mogelijk vast te houden in droge perioden.
Inspiratiebron voor de nieuwe oever is de
natuurlijke rivier, met lage groene en hoge
steenachtige oevers wordt weer terug gegaan
naar de oorsprong van de rivier. Door een voorzet
te geven in het profiel van de rivier op bepaalde
punten zal de rivier zich weer op een natuurlijke
manier kunnen ontwikkelen.
Op verscheidene punten ontmoeten stedelijke
assen met een verscheidenheid aan functies de
rivier. Hoewel het ontwerp van de rivier leidend
is zullen hier een soort van balkons langs de
rivier gerealiseerd kunnen worden. Door middel
van ontmoetingsplekken zal stad aan de rivier
gekoppeld worden.
7. Op langere termijn biedt het koppelen van ruimten
in de stad aan de rivier een toegevoegde waarde.
Een soort van “Parkway”structuur koppelt alle
ruimten van de stad. Maar ook de terugkeer van
water in de stad moet regenwater vasthouden en
afvoeren. Los van de grootschalige waterafvoer
kan het toevoegen van kleine waterelementen op
hogere niveau’s op de kade de bewustwording van
de waterstructuur bevorderen.
8. Bij BURO 5 Maastricht bestonden de
werkzaamheden als stagair/assistent ontwerper
uit het maken van analyses, uitwerken van
projecten en visualisaties en presentaties maken.
Voor onder andere Ronse de Vrijheid (linksonder)
zijn er vele analysekaarten gemaakt, maar ook
doorsneden en andere tekeningen. Voor Landgraaf
(rechts) bestond het werk ook uit het maken van
duurzaamheidsanalyses en het vaststellen van de
sloopopgave.
Verder is er nog meegewerkt aan Stationsvisie
Weesp, Trier Castelnau (D), handboek openbare
ruimte Eindhoven en centrumplan Heythuysen.
10. Maastricht is een compacte stad met weinig
groen binnen het stedelijk gebied. Omdat de
stad omringd is door verschillende landschappen,
Heuvelland, Grensmaas, Kempen en Haspengouw
hoeft dit geen probleem te zijn. Dit project gaat
over de aansluiting met het heuvelland, het
zogenaamde “Terraspark”. Het “terraspark” is
een vrij open landbouw en fruitteelt gebied, met
uitzondering van de steilere hellingen dit uit
bos bestaan. In het gebied liggen her en der nog
een aantal woningen, sportvoorzieningen en wat
boerderijen.
De stad Maastricht heeft enige jaren geleden
besloten dat er niet meer verder mag worden
gebouwd in het gebied. Maar omdat het gebied
nooit echt als recreatie gebied is gepland is het
daar niet overal even geschikt voor. De ontsluiting
is vrij slecht en het gebied is gefragmenteerd.
Ook zijn er in het verleden boeren geplaatst in dit
gebied, waarin grootschalige landbouw eigenlijk
niet past.
Zoals al vermeld zijn bestaan de hellingen uit bos,
dit komt vooral omdat ze niet geschikt bevonden
werden voor de landbouw. Maar de hellingbossen
zijn versnipperd, er zou een groot natuur en
recreatie gebied kunnen ontstaan als alle
gebieden met elkaar verbonden zouden worden.
Ook zouden de bossen op een paar plekken de stad
in kunnen steken, zodat er een begeleiding het
gebied in ontstaat.
11. Door het gebied lopen een aantal hoofdwegen
het heuvelland in. Ook loopt een zeer drukke
fietsroute langs de bebouwde kom, die onderdeel
uitmaakt van de maasdalroute. Het gebied in
lopen wandel en fietspaden die primair bedoeld
zijn als ontsluiting voor de akkerlanden. Maar de
wegen door het gebied vormen geen netwerk, er
zijn vooral oost – west verbindingen, waartussen
vaak geen connecties liggen. Door een aantal
doorsteken aan te leggen is dit gemakkelijk te
verbeteren.
Doordat het gebied niet heel breed is, is
Stadsrandgebied Terraspark
het niet echt geschikt voor grootschalige
landbouwactiviteiten. In het verleden is er echter
wel een boer in het gebied geplaatst, dit er erg
uit de toon passende gebouwen heeft neergezet.
Ook heeft de aantal jaren doorgevoerde
ruilverkaveling de typische Limburgse kenmerken
als hagen en graften doen verdwijnen. Dit tast de
landschappelijke waarde van het gebied behoorlijk
aan.
Het gebied is veel meer geschikt voor een
kleinschalig “coulissenlandschap”waar wel nog
landbouw kan plaatsvinden, maar dan meer als
gebied voor streekproducten en dergelijke. Een
voorbeeld zou kunnen zijn de streekproducten-
markt in het centrum van Maastricht.
Maastricht
12. Amsterdam-Zuidoost is een van de aangewezen
huisvestingslocaties voor de verwachte
bevolkingsgroei binnen de metropoolregio
Amsterdam. Deze bevolkingsgroei wordt op het
moment vooral bereikt met verdichting binnen het
bestaande stedelijk weefsel. Echter, het gebied
Zuid-oost omvat zeer veel groene gebieden die
niet veel toevoegen aan het woongenot. Door
op die plekken te bouwen kan er zowel een
uitbreiding van het wonen als een kwaliteitsslag
van het openbaar groen worden bereikt.
Door te kiezen voor bebouwing in combinatie met
een landschapsstijl achtige escenering van het
geheel wordt de gebruiker op geheel natuurlijke
manier langs de voorzieningen geleidt .Het
centraal park Gaasperdam is een plek met veel
13. potentieel. Zoals de naam doet vermoeden is
het centraal gelegen binnen Gaasperdam in de
nabijheid van de Gaasperplas. Op het moment
is er al een natuurtuin en een kinderboerderij
aanwezig, maar de zichtbaarheid daarvan laat
te wensen over. Door te kiezen voor bebouwing
in combinatie met een landschapsstijl achtige
escenering van het geheel wordt de gebruiker op
geheel natuurlijke manier langs de voorzieningen
geleid.
Uit analyse blijkt dat er ter plekke weinig
behoefte is aan etagewoningen, daarom
is er gekozen voor een stapeling van
eengezinswoningen met een boven- en
Centraal park Gaasperdam
onderstraat. Hierdoor kan de dichtheid hoog
blijven, maar heeft ieder bewoner toch gewoon
zijn eigen voordeur en tuin/terras.
Amsterdam