Applying social innovation models to hardware with Arduino
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7. “The past decade was about finding new
social and innovation models on the web.
The next decade will be about applying
them to the real world.”
Chris Anderson
8. Democratisering van de middelen
voor creatie.
Democratisering van de middelen
voor distributie.
9.
10. "You can think of hardware as a piece of
culture you want to share with other people.”
Massimo Banzi
11.
12. “I look at Arduino as the
physical representation
of all the great things we
got with open source
software, but now
starting to happen with
hardware.”
Phillip Torrone
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19. “It used to be just freaks in garages;
now it's freaks in garages working
together."
Limor Fried
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37. “What open hardware is for me is a system
that makes people able to learn how things
work in the world we live in, where there are
more computers than people.”
David Cuartielles
Notes de l'éditeur
Het aantal auto’s dat we in Nederland maken loopt al jaren achteruit. De traditionele maak-industrie bestaat voor een groot gedeelte niet meer in Nederland, en in vele andere Westerse landen.
Maar de maak-industrie lijkt weer terug te keren in het westen. Dit keer niet met behulp van grote fabrieken maar met behulp een laptop, Internet en bijvoorbeeld 3d printer. Technologie heeft het kunnen ontwerpen van dingen significant makkelijker gemaakt, en ook om ze dan te maken.
Middels het Internet vinden mensen die zelf iets willen maken elkaar om samen te werken aan producten. Zoals bijvoorbeeld een sprinkler op basis van open hardware en software. Net zoals er open source software is die iedereen mag aanpassen naar wens, is dat ook mogelijk met hardware door de specificaties van de hardware ter beschikking te delen. Iedereen mag deze hardware dan namaken en aanpassen voor eigen gebruik.
De open source sprinkler bevat onderdelen die je zelf kunt printen, programmeren, en aan het Internet kunt verbinden. De open source software voor de sprinkler kan door de verbinding met het Internet rekening houden met weersvoorspellingen.
En deze ontwikkeling, ook wel de maker movement genaamd, groeit steeds verder door. De kracht Internet, communities, 3d printers, open source software maar voornamelijk hardware komen in deze ontwikkeling samen. Iets maken en het delen, of zelfs verkopen, is nog nooit zo toegankelijk geweest. Chris Anderson, oud redacteur van het techblad Wired die nu een open source drone bedrijf is begonnen, omschrijft de maker movement als het toepassen van de innovatiemodellen van het web op de echte wereld.
In dit geval kan je de 3d printer of open hardware zien als de democratisering van de middelen voor creatie. Je kunt snel iets prototypen, snel iets ontwikkelen, snel kennis en mensen om te helpen of om samen te werken. Via een bedrijf als Shapeways, waar je jouw 3d ontwerpen naar toe kunt sturen om op grotere schaal te laten maken en te verkopen, is het nog nooit zo makkelijk geweest om iets wat je gemaakt hebt op de markt te brengen.
Een belangrijk aspect van de maker movement is open hardware. Open hardware is hardware waarvan de specificaties en werking voor iedereen beschikbaar is, en waar iemand op voort kan bouwen of zelf kan namaken. Deze specificaties worden gedeeld op Internet. Sommige mensen delen kennis via Internet, door bijvoorbeeld bij te dragen aan Wikipedia, anderen delen hardware. Massimo Banzi is 1 van de ontwikkelaars van Arduino - 1 van de meest gebruikte open hardware platforms op dit moment.
Hij begon met het maken van Arduino binnen de industrieel ontwerpfaculteit waar hij werkte in Italie. De hardware die ze gebruikten om prototypes te maken werd steeds duurder, en de school moest bezuinigen. Vaak waren specificaties niet altijd beschikbaar. Hij bedacht samen met anderen binnen de faculteit Arduino - een relatief simpel platform waarop gebruikers snel prototypes kunnen ontwikkelen, en dat voor anderen ook bruikbaar is om te gebruiken. Omdat iedereen er gebruik van kon maken en hun creaties kon delen, het was immers open source hardware, groeide er in een paar jaar een aardige community rondom Arduino.
Open source hardware heeft dus dezelfde eigenschappen als open source software. Phillip Torrone, een vooraanstaande persoon binnen de maker movement, zit in Arduino al het goede dat open source software de wereld heeft gebracht, maar dan met een fysieke representatie.
Maar Arduino wordt bijvoorbeeld ook gebruikt door kunstenaars. Het is toegankelijke hardware, en er is veel documentatie en hulp beschikbaar op Internet in communities. Het delen van je ontwerp kan bijvoorbeeld via websites als Instructables, waarin per stap uitleg staat hoe je iets moet maken, en waarop mensen vragen kunnen stellen of verbeteringen kunnen laten zien die zij hebben gemaakt op een ontwerp.
Er zijn nu ook open source drones die gebruik maken van open hardware. Waar drones 10 jaar geleden alleen nog voor militair gebruik waren en zo duur waren dat niemand ze kon komen, heeft onder andere de opkomst van de smartphone en open hardware ervoor gezorgt dat ze nu veel goedkoper zijn. Een drone heeft o.a. GPS, sonar, camera sensoren nodig om zelfstandig te kunnen vliegen. 10 jaar geleden kosten deze honderden of duizenden euro’s, nu ze in elke telefoon zitten zijn er heel erg goedkoop geworden.
De software die de drone aanstuurt, zowel om er zelf mee te vliegen of automatisch, is ook gebaseerd op Arduino. Je kunt het bijna zo gek niet bedenken of er is iemand op aarde die er mee bezig is om het te maken op basis van open source hardware en
Het maken van 3d ontwerpen wordt ook steeds toegankelijker. CAD software van Autodesk software is bijvoorbeeld nu gratis te gebruiken. Van je smartphone kan je een 3d scanner maken om iets te kunnen reproduceren of daarna in het digitale domein nog aan te passen.
Voorbij de 3d printer wordt er nu zelf gewerkt een printers die op basis van biologisch materiaal kunnen printer. Deze open source printer kan bijvoorbeeld met bacterieen deze tekst uitprinten. Nu nog vrij primitief, maar in de toekomst kan met dit soort technologie wellicht organen worden geprint.
De maker movement beperkt zich als community niet tot het Internet. De afgelopen jaren worden er steeds meer Maker Faires georganiseerd waarin ‘Makers’ samenkomen.
Hier ontmoeten veel makers elkaar, kunnen ze creaties van anderen bewonderen en gebruiken. Dat schept weer nieuwe verbindingen, inspiratie en kennisdeleing. Deze maker faire’s zijn ook vooral bedoeld om anderen te inspireren ook dingen te gaan maken.
Op de maker faire zie je dan ook veel kinderen met hun ouders rondlopen en dingen maken. Tijdens de maker faire in Newcastle, 1 van de grotere in Europa, vormden kinderen een groot deel van het publiek.
Maar hoe kan de maker movement gebruikt worden in het onderwijs? Een aantal voorbeelden:
Het delen en tentoon stellen van je fysieke creaties vinden mensen leuk en geeft ze voldoening. Er zijn sites waarop je ‘fysieke’ badges kunt bestellen om op bijvoorbeeld aan een tast vast te maken. Fysieke ‘gamification’ ;-)
diy.org is een voorbeeld van een site gericht op kinderen en ouders. Kinderen vinden hier allerlei Maker projecten die ze kunnen maken. Als ze het resultaat delen met bijvoorbeeld een foto verdienen ze punten en badges.
Andere makerkids kunnen ook weer reageren op wat andere kinderen hebben gemaakt. Diy.org is dus een eigenlijk een soort maker community voor kinderen.
Een andere simpele toepassing is de makey makey. Dit is een stukje hardware op basis van Arduino dat gemodificeerd om heel gemakkelijk van elk object dat geleid een interface te maken.
Hier heb ik bijvoorbeeld van de plant en het glaasje water op mijn bureau een piano gemaakt.
Maar je kunt het zo gek niet bedenken als je kunt er een interface van maken.
De maker van de Makey Makey had als doel om technologie makkelijk op een creatieve manier te gebruiken, en om mensen te leren op een andere manier de wereld te kijken. Daarnaast ben je op een basale manier aan het programmeren, stimuleer je creativiteit en kan je iets leren of elektriciteit en geleiding.
Een extremer voorbeeld is Ardusat. Dit is een satelliet op basis van Arduino hardware die vol zit met sensoren. Middels crowdfunding is genoeg geld bij elkaar gekregen om 2 satellieten te lanceren. Je kunt tijdslots kopen op de satelliet om jouw zelf geprogrammeerde experiment echt in de ruimte uit te laten voeren.
Op dit moment zijn we met drie scholen bezig om experimenten te maken voor ArduSat.
Met een Arduino starterkit zoals deze wordt je op weg geholpen als je er mee wilt beginnen. Je leert stapsgewijs hoe je een Arduino moet programmeren en hoe je allerlei motoren, LEDs en sensoren kunt aansturen en uitlezen. Bij het maken pas je kennis toe die je hebt opgedaan bij wiskunde, of maak je jouw eigen wetenschappelijke instrumenten voor een natuurkundeproef, zoals bijvoorbeeld een co2 meter. De maker movement is een manier om kennis om een toegepaste manier op te doen en op een betekenisvolle manier te gebruiken.
Khan Academy heeft ook maker materiaal beschikbaar, zoals bijvoorbeeld deze spoutbot. Een robotje dat gemaakt kan worden met basisschoolleerlingen. Met simpele onderdelen maak je een soort insect. Via videos krijg je uitleg hoe je de robot moet maken.
Een andere reden voor sommige mensen waarom dit soort hardware een educatieve waarde heeft is dat mensen leert begrijpen hoe technologie werkt in een sterk vertechnologiserende wereld. David Cuartielles, 1 van de medebedenkers van Arduino, stelt dat open hardware mensen kan helpen de wereld om hem heen te begrijpen. Maar ook om te laten zien dat je deze kunt beinvloeden, en dat technologie niet iets dat ‘nou eenmaal zo werkt’ maar dat er bewuste keuzes worden gemaakt die mede bepalen in hoe onze wereld in elkaar steekt.
Wil je met maker movement echt effectief aan de slag kunnen, dan moet je volgens de auteurs een balans zoeken tussen het geven van gerichte instructies en zelf problemen oplossen. De auters van het boek 'make to learn' halen inspiratie uit ontwerpprocessen - 'design thinking'. Ga je een spout maken, dan moet niet alles al voorgekauwt voor om het na te maken. Na maken is een belangrijk onderdeel, maar zorg in je lesontwerp ook voor ruimte om zelf dingen aan te passen of iets op een andere manier op te lossen. Daarnaast is het maken en prototypen niet iets dat altijd in een hapklaar proces is vast te leggen. Designen is vaak ook 'tinkeren' - aan kunnen klooien en zo iets leren. Voor het toetsen van dergelijke opdrachten kan je misschien beter gebruik maken van toetsing middels een aantal inzichtsvragen (vraag bijvoorbeeld 'welke tips zou je de volgende groep kinderen meegeven dit ook dit gaan maken') om zodoende feeling te krijgen hoe diep het begrip is dat de leerlingen hebben.