De Ketchum Pleon Academy organiseert jaarlijks zo'n 60 - 70 studiedagen, trainingen en workshops. Veel van deze trainingen zijn speciaal op maat gemaakt voor onze opdrachtgevers en worden in-huis gegeven. De trainingprogramma's worden altijd in overleg met u samengesteld en kunnen bestaan uit meerdere onderdelen van verschillende trainingen. Meestal starten we met een aantal intake-gesprekken zodat we de behoefte van de cursisten nog beter kunnen bepalen. De Ketchum Pleon Academy is er voor en door professionals in management, bestuur, communicatie, public affairs en marketing.
3. Een kernboodschap
Bestaat uit zinnen in spreektaal.
Beperken tot kern :
ƒƒgemiddeld 7 zinnen;
ƒƒminiverhaal, opgebouwd rond één betekenis;
ƒƒdoel: interpretatie vermijden – eenduidig;
ƒƒcirkel: een rond verhaal.
Zes vuistregels
1 Werk nooit zonder kernboodschap.
2 Denk van buiten naar binnen.
3 Zorg voor een heldere opbouw.
4 Wees chronologisch.
5 Gebruik cijfers en beeldspraak om die te verduidelijken.
6 Vermijd jargon.
3
4. 2. de brug naar je Kernboodschap
a. brugjes om uw punt naar voren te brengen
ƒƒ“Wat dit aspect betreft …”
ƒƒ“Laat me een voorbeeld geven…” “Ik zal u een voorbeeld geven…”
ƒƒ“Ons bedrijf heeft bijvoorbeeld altijd …”
ƒƒ“Ik zal uitleggen hoe wij omgaan met…”
ƒƒ“Wij zijn hier goed op voorbereid, door …”
ƒƒ“Waar wij goed in zijn…”
ƒƒ“Om uw vraag te beantwoorden kunnen we het beste kijken naar onze manier van werken …”
ƒƒ“In dit verband is het ook interessant om te weten hoe we …”
ƒƒ“Ik zal hier dieper op in gaan…”
ƒƒ“Het antwoord op uw vraag wordt duidelijk als je kijkt naar …”
4
5. 2. de brug naar je Kernboodschap
b. afleiding: begin over een nieuw onderwerp
ƒƒ“Uw vraag doet me denken aan …”
ƒƒ“Dat doet me denken aan …”
ƒƒ“In dit verband wil / zal ik iets zeggen over …”
ƒƒ“Dat brengt me op een andere vraag…” “Een interessante vraag is ook …”
ƒƒ“Ik zal u iets anders vertellen …”
ƒƒ“Dit brengt me op …”
ƒƒ“In dit verband …”
c. een eindje mee gaan …
ƒƒ“Normaal gesproken…, in normale omstandigheden…, echter, in dit geval…”
ƒƒ“Dit geldt alleen in normale omstandigheden, in dit geval echter …”
ƒƒ“Dat lijkt zo te zijn, maar toch denken wij dat …”
ƒƒ“Ja, dat is voorgekomen … echter, zoals u zult begrijpen kan ik daar nu niet op in gaan.”
5
6. 2. de brug naar je Kernboodschap
d. geen toezeggingen doen
(alternatieven voor “geen commentaar”)
ƒƒ“Het spijt me, maar omdat wij een beursgenoteerde onderneming zijn kan ik daar niet op in gaan.”
ƒƒ“Deze transactie is nog niet afgerond. Daarom kan ik er nu niets over zeggen.”
ƒƒ“Dat is vertrouwelijke informatie, dus daar kan ik helaas niets over zeggen.”
ƒƒ“We kunnen niet ingaan op de bijzonderheden. U krijgt alle informatie zodra er een besluit is genomen.”
ƒƒ“Zoals u zult begrijpen kunnen we niet ingaan op geruchten en speculaties.”
e. het onderwerp van een andere Kant beKijKen
ƒƒ“Van de andere kant bekeken …”
ƒƒ“Het is goed om eerst een stapje terug te doen…” “Wat ik eerst moet uitleggen…”
ƒƒ“In een ander verband …”
ƒƒ“Je kunt er ook op een andere manier naar kijken…”
ƒƒ“In het licht van de recente gebeurtenissen, moeten we hier opnieuw naar kijken …”
ƒƒ“Er is nog een aspect dat we niet over het hoofd mogen zien …”
6
7. 3. omgaan met vragen over concurrenten
1 Blijf bij de feiten.
2 Vermijd kwaadspreken.
3 Leg overeenkomsten op een neutrale manier uit.
4 Benadruk waarin jouw organisatie zich onderscheidt.
5 Zorg ervoor dat je een beter contact bent voor de journalist dan je concurrent.
7
8. 4. do’s en don’ts
do’s:
1 Bereid u gedegen voor.
2 Blijf zo dicht mogelijk bij uw eigen boodschappen.
3 Vertel niet meer dan nodig is.
4 Luister en kijk aandachtig.
5 Let op uw lichaamstaal.
6 Maak vooraf duidelijke afspraken over de spelregels.
7 Zeg als je het niet weet; verwijs dan door of kom z.s.m. op de vraag terug
als je de juiste informatie wel hebt.
8 Lieg nooit. Zoek bij twijfel de feiten uit en kom later terug bij de journalist.
8
9. 4. do’s en don’ts
don’ts:
1 Raak niet in paniek: blijf rustig, beleefd en word nooit agressief.
2 Wees niet bang om stiltes te laten vallen.
3 Draai niet om een vraag heen.
4 Maak geen grapjes.
5 Zeg nooit: “geen commentaar” – het is een zwaktebod en maakt de journalist
alleen maar nieuwsgieriger.
6 Verlies nooit uw geduld.
7 Ga er nooit vanuit dat het interview voorbij is zo lang de journalist nog niet weg is
(off-the-record bestaat niet).
8 U bent het visitekaartje van uw bedrijf; spreek dus nooit in de eerste persoon
– zeg niet “ik” maar “wij” of “ons bedrijf”.
9
10. 5. de checKlist voor een goed interview
1 2 3 4 5
JIJ WANNEER WIE WAT NIETS
Jij bepaalt zelf Jij bepaalt zelf Jij bepaalt tegen Jij hebt wat Wie niets te
wat je wilt wanneer je dat wie je het zegt. te zeggen. zeggen heeft, houdt
zeggen. wilt zeggen. zijn / haar mond.
10