2. Kerncijfers RIVM over hartfalen:
• Tussen de 20 en 30% van de mensen krijgt te maken met hartfalen,
• Meestal bij >70jr.
• Momenteel heeft ongeveer 1% van de volwassen bevolking deze aandoening (circa
130.000). De verwachting is dat dit aantal door de vergrijzing sterk zal toenemen.
• Jaarlijks komen er tussen de 28.000 en 44.000 patiënten bij.
• Aantal hartfalenpatiënten stijgt (schatting: 195.000 in 2025).
• Hoge kosten: de jaarlijkse kosten worden geschat op ongeveer een half miljard euro,
ruim 0,5% van het totale zorgbudget (in 2007: 450 miljoen euro, of 0,6% van het
totale zorgbudget).
• Bij ruim 6.000 overledenen wordt als hoofddoodsoorzaak hartfalen vermeld. Ter
vergelijking: voor het hartinfarct is dit 7.000. Bij een ruim drie keer zo grote groep
speelt hartfalen een rol bij het overlijden.
• De mortaliteit is hoog: binnen vijf jaar na het stellen van de diagnose is meer dan de
helft van de patiënten overleden. De primairedoodsoorzakenstatistieken geven een
vertekend beeld van het aandeel van hartfalen in de sterfte; de directe oorzaak van
overlijden is vaak weliswaar het gevolg van hartfalen, maar de dood wordt vaak
toegewezen aan een andere diagnose (hartstilstand, hartinfarct, of beroerte).
3. Hoe werkt een gezond hart?
• Het hart heeft vier holtes die zich op gecoördineerde wijze
met bloed vullen en zich legen (samentrekken)
• De gecoördineerde pompactiviteit (de hartslag) wordt
gereguleerd door het elektrische systeem van het hart.
Hoe werkt het hart?
Het menselijke hart is een geweldige pomp. Het hart heeft
vier holtes: twee kleinere, bovenste holtes (de rechter-
en linkerboezem) en twee grotere, onderste pompkamers
(de rechter- en de linkerkamer).
Speciale weefsels geven elektrische signalen af die via
vaste banen door het hart lopen en de hartslag opwekken.
Gewoonlijk start het elektrische signaal waarmee de
hartslag begint in de natuurlijke pacemaker van het hart,
de sinusknoop. Vanuit de sinusknoop wordt de impuls
verspreid over beide boezems. Vanuit de boezems gaat
de elektrische impuls naar de AV-knoop, een elektrische
brug tussen de boezems en de kamers. Na een pauze
verspreidt de impuls zich over de onderste kamers.
4. Hoe werkt een gezond hart?
• De rechterkant van het hart ontvangt van het
lichaam bloed waaraan zuurstof is onttrokken
en stuurt dit naar de longen om zuurstof op te
nemen (aangegeven met de blauwe pijlen)
• De linkerkant van het hart ontvangt van de
longen bloed dat van zuurstof is voorzien en
stuurt dit naar de rest van het lichaam waar
de zuurstof wordt afgegeven aan de organen
en de hersenen (aangegeven met de rode
pijlen)
Het hart reageert zeer nauwkeurig op de
behoeften van het lichaam – de pompsnelheid van
het bloed wordt aangepast aan de behoefte van
het lichaam aan zuurstof en voedingsstoffen voor
de cellen. Een gemiddelde persoon heeft
ongeveer 120.000 hartslagen per dag!
5. Hoe wordt hartfalen vastgesteld?
Het hart is verzwakt en pompt niet voldoende
bloed naar het lichaam en de organen
Wat wordt er bedoeld met hartfalen?
Hartfalen klinkt wellicht angstaanjagend, maar het
betekent niet dat het hart niet meer werkt.
Hartfalen is over het algemeen een ziekte die kan
worden behandeld. Het betekent dat het hart is
verzwakt en niet zo goed werkt (bloed pompt) als
zou moeten. Doordat het hart onvoldoende bloed
pompt naar de organen, zoals de nieren en de
hersenen, ontvangen deze minder zuurstof.
Doordat het hart niet goed pompt, hoopt zich vaak
vocht op in de longen of andere lichaamsdelen,
zoals de benen.
6. Hoe wordt hartfalen vastgesteld?
Welke invloed heeft hartfalen op de
bloedcirculatie?
• De hartspier is verzwakt en kan het bloed
daardoor niet efficiënt wegpompen
• Het hart wordt groter en de kamers worden
wijder
• Verminderde zuurstoftoevoer naar organen zoals
de hersenen en de nieren
7. Classificatie hartfalen:
• Matig tot ernstig – Functionele klasse III of IV van de NYHA
• Licht – Functionele klasse I of II van de NYHA
Hoe wordt hartfalen geclassificeerd?
De meeste artsen classificeren de ernst van hartfalen in een van vier categorieën, de
zogenaamde functionele klassen I, II, III of IV van de NYHA, de New York Heart Association. Met
deze klassen kan de ernst van het hartfalen van de patiënt worden gemeten op basis van de
symptomen bij normale activiteit.
Patiënten in klasse III en IV kunnen problemen hebben met ademhalen bij eenvoudige,
dagelijkse activiteiten zoals naar de brievenbus wandelen of traplopen. Veel patiënten met
hartfalen in klasse IV zijn voor het grootste gedeelte van de dag bedlegerig omdat ze zich te
zwak voelen voor eenvoudige activiteiten, zoals van de ene kamer naar de andere lopen.
Patiënten in klasse I of II zijn zich wellicht niet eens bewust van hun hartfalen. Bij sommige
patiënten treden symptomen op tijdens lichamelijke inspanning
8. Oorzaken van hartfalen:
Hartfalen ontwikkelt zich meestal langzaam na letsel aan het hart.
Voorbeelden van letsel zijn onder andere een hartaanval, te veel spanning
op het hart door een jarenlange, onbehandelde hoge bloeddruk of een zieke
hartklep.
Veelvoorkomende oorzaken van hartfalen zijn onder andere:
• aandoening van de kransslagaders (coronaire hartziekte)
• eerdere hartaanval (myocardinfarct)
• hoge bloeddruk (hypertensie)
• hartklepaandoening
• aangeboren hartafwijkingen (congenitale hartafwijkingen)
• vergroot hart (cardiomyopathie)
• infectie van de binnenwand van het hart (endocarditis)
• infectie van de hartspier (myocarditis)
• Diabetes
• 45% van van hartfalen is idiopatisch oorzaak onbekend
9. Wat is metabole cardiologie?
• Metabole cardiologie is een term die 30 jaar geleden is bedacht door Dr.
Sinatra, cardioloog.
• Metabole cardiologie bekijkt het hart op cel niveau.
• Deze vorm van cardiologie is er op gericht de hartspier cellen te regenereren.
• Zweeds onderzoek heeft aangetoond dat hartspiercellen zich wel degelijk
vernieuwen. Zij het in een heel laag tempo.
• Optimale nutriënten voorziening van de hartspiercellen is het doel van
metabole cardiologie.
• De kans op overleving van hartfalen is slechter dan veel typen kanker. Normaal
gesproken is er een 50% mortaliteit binnen 5 jaar.
10. Wat is metabole cardiologie?
Oorzaak van hart en vaatziekten volgens Dr Sinatra:
“De reden waarom wij ziek worden heeft te maken met de interigiteit van de
membranen van onze lichaamscellen. Een gezonde cel membraan werking zorgt
ervoor dat belangrijke nutriënten in de cel kunnen komen en dat gifstoffen naar
buiten kunnen worden afgevoerd”
“De celmembranen moeten kunnen “ademhalen”. Zodat het nutriënten kan binnen
laten die belangrijk zijn voor de celstofwisseling/metabolisme en gifstoffen naar
buiten kan uitscheiden die ontstaan in het celstofwisselingsproces. Hierdoor
ontstaan er gezonde biochemische reacties die het leven van het organisme kan
revitaliseren. Dit is het concept van metabole cardiologie.”
19. Metabole Cardiologie:
Het bio-energie (ATP) herstel programma:
• stap 1: Intake met ECG, arteriograph en uitgebreid bloedonderzoek
naar o.a. BNP, vitamines en mineralen, LP(A)
• stap 2: Naar aanleiding van de uitslagen van het onderzoek start de
behandeling
• stap 3: 1x per week voor vijf weken lang infuus protocol 1 + dagelijks
gebruik van voorgeschreven supplementen
• stap 4: 1x per week voor acht weken lang infuus protocol 2
• stap 5: Periodieke hercontrole: BNP, ECG , indien mogelijk EJF
• stap 6: behandeling stopt als de BNP, ECG en EJF zijn genormaliseerd.
• stap 7: Periodieke her controle. Het eerste jaar om de 3 maanden,
daarna om het half jaar. Patiënt schakelt over op
onderhoudsdosering van supplementen.
20. Metabole Cardiologie:
Het bio-energie (ATP) herstel programma:
Infuus Protocol 1: L-carnitine 5 weken
Infuus Protocol 2: L-carnitine + vit en mineralen. Dit
protocol wordt gevolgd totdat gewenste resultaat is
bereikt.
Supplementen ondersteunend:
• Cardiovitality formule Glyco-carnitine + D-ribose: 6 capsules
p.d.
• Magnesium Bisglycinaat: 3 capsules p.d
• Co-enzym Q10: 3 capsules p.d
21. Metabole Cardiologie:
Het bio-energie (ATP) herstel programma werkt
goed voor:
• Hoge bloeddruk
• Hartfalen
• Hartritme stoornissen
• Angina Pectoris
• Gedilateerde cardiomyopathie
• Fibromyalgie
22. Metabole Cardiologie:
Casus: Dhr. Janssen 55 jaar met hartfalen en
hartritmestoornissen. Hij is niet meer in staat te
werken. Heeft last van oedeem (vocht),
kortademigheid en een zeer laag energie niveau.
Zijn EJF is nog maar 30% ,zijn BNP 99 en zijn CSI is
100%.
Na 3 infusen van protocol 1 gaf dhr Janssen aan zich
al een stuk beter te voelen. Na het doorlopen van
het volledige protocol zijn de volgende resultaten
bereikt:
25. Aanbevelingen van het RIVM:
1) Maatregelen die effectief zijn in het voorkomen van atherosclerose van de bloedvaten, en
daarmee van hartinfarct en beroerte, helpen ook om hartfalen te voorkomen.
2) Hierbij dient vooral het belang onderstreept te worden van levenslange preventie,
beginnend op jonge leeftijd. Immers, hartfalen treedt meestal laat in het leven op en is het
resultaat van een ‘cumulatieve blootstelling’ aan risicofactoren.
3) Verondersteld mag worden, alleen al vanwege de relatie tussen beweging en gewicht, dat
voldoende lichamelijke activiteit kan helpen hartfalen te voorkomen.
4) Ontwikkelingen op het gebied van vroege opsporing staan sterk in de belangstelling. Veel
wordt verwacht van, bijvoorbeeld, de echocardiograaf in ‘zakformaat’ die mobiele
echocardiografie mogelijk maakt. Ook het intensieve onderzoek naar biomarkers zal mogelijk
bruikbare aanknopingspunten bieden voor opsporing van mensen met een verhoogd risico.
5) Vroege opsporing heeft pas zin als daarna maatregelen mogelijk zijn die hartfalen kunnen
uitstellen of voorkomen. Omgekeerd zijn middelen om vroegtijdige afwijkingen te kunnen
vaststellen nodig om het effect van vroege interventies te kunnen beoordelen. Vroege
opsporing en vroege interventie dienen dan ook altijd in samenhang geëvalueerd te worden.