SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  14
Mini College Free




                 Jesse Beijer
              Stef de Ruijter
                     Bao Do
               Paul de Raad

        1
Inhoud
Chris Anderson ........................................................................................................................................ 3
Samenvatting Free................................................................................................................................... 4
   Wat is gratis? ....................................................................................................................................... 4
       Gratis 101 ........................................................................................................................................ 4
       Miljoenen soorten gratis ................................................................................................................. 4
       De hele wereld is een kruissubsidie ................................................................................................ 4
       De psychologie van Gratis ............................................................................................................... 4
       De kosten van nul kosten ................................................................................................................ 4
       Het piratenbrein .............................................................................................................................. 4
   Digitaal gratis ....................................................................................................................................... 5
       Zo goedkoop dat het er niet toe doet ............................................................................................. 5
       Informatie wil gratis zijn .................................................................................................................. 5
       Concurreren met gratis ................................................................................................................... 6
       Demonetisering ............................................................................................................................... 7
       De modellen van de nieuwe media ................................................................................................. 8
       Hoe groot is de gratis-economie? ................................................................................................. 10
   De economie van gratis en de wereld van gratis .............................................................................. 10
       Econ 000 ........................................................................................................................................ 10
       Non-monetaire economieën ......................................................................................................... 11
       Verspilling is (soms) goed .............................................................................................................. 11
       Gratis-wereld ................................................................................................................................. 11
       Je krijgt waarvoor je betaald ......................................................................................................... 12
Radiohead.............................................................................................................................................. 13
Conclusie ............................................................................................................................................... 13
Wanneer is het wel en wanneer niet toe te passen?............................................................................ 13
Bedrijf die Gratis goed uitvoert ............................................................................................................. 13
Bedrijf die Gratis slecht of niet uitvoert ................................................................................................ 14
Meningen .............................................................................................................................................. 14




                                                                             2
Chris Anderson
Chris Anderson is hoofdredacteur van Wired. Dit is een vooraanstaand 'nieuwemediablad' met
website in de Verenigde Staten.
Voordat hij hoofdredacteur van Wired werd, heeft hij in verschillende andere redactiefuncties
gewerkt. Zo heeft hij onder andere gewerkt bij The Economist, waarvoor hij de eerste
internetstrategie heeft ontwikkeld en geïmplementeerd. Naast het boek Free heeft hij ook het boek
'The long tail' geschreven. Dit boek gaat over de economische verandering die plaatsvind doordat op
internet oneindig veel capaciteit is om producten aan te bieden zonder extra kosten.




                                                 3
Samenvatting Free

Wat is gratis?
Gratis 101
Het woord gratis wordt door veel mensen verkeerd begrepen, daarom is het belangrijk om hier
duidelijkheid over te brengen. Het woord ‘Gratis’ kan van alles betekenen en is in de loop der jaren
flink veranderd. Men roept dat Gratis achterdocht is, maar tegelijkertijd trekt het toch de aandacht
zoals maar weinig andere dingen dat kunnen. Als er een economie rondom het Gratis wordt
opgebouwd, moeten we eerst weten en begrijpen wat het is en hoe het werkt.

Miljoenen soorten gratis
In de commerciële wereld heeft het begrip verschillende betekenissen, die zelfs overeenkomen met
veel bedrijfsmodellen. Het komt vaak genoeg voor dat gratis niet echt gratis is. Bijvoorbeeld ‘Koop er
een en u krijgt er een gratis’ betekent niets anders dan dat je 50 procent korting krijgt als je er twee
koopt. En zo zijn er verschillende verkoopvarianten in de vorm van gratis. Uiteraard is gratis soms wel
degelijk gratis, maar dat is nauwelijks een nieuw economisch model. Dit gebeurt door bijvoorbeeld
gratis samples weg te geven bij een product. Dit soort eenvoudige marketing wekt interesse bij de
consument om het voorwerp ook voor de volledige prijs te kopen. Of gratis lucht bij een tankstation
is wat economen een complementair goed noemen. Dus een gratis product (het oppompen van je
banden) om de belangstelling voor een betaald product (al het overige zoals tanken, snoepgoed etc.)
te wekken.

De hele wereld is een kruissubsidie
Kruissubsidies zijn de kern van de uitdrukking ‘voor niets gaat de zon op’. Dit betekent dat overal op
de een of andere manier voor moet worden betaald, is het niet rechtstreeks door jouzelf dan wel
door iemand anders die belang heeft bij het product in kwestie.

Kruissubsidies werken op verschillende manieren:
        Betaalde producten die gratis producten subsidiëren. Hierbij wordt een product niet slecht
        voor een fractie van de kosten verkocht, maar helemaal weggegeven.
        Later betalen, nu subsidiëren. Een gratis mobieltje met een tweejarig abonnement is hier een
        goed voorbeeld van.
        Betalende mensen subsidiëren mensen die hetzelfde gratis krijgen. Bijvoorbeeld gratis
        entree voor vrouwen in een discotheek waarbij mannen gewoon betalen.

De psychologie van Gratis
Veel mensen denken dat gratis ten koste gaat van de kwaliteit en in het andere niet. Als iets ooit geld
kostte en nu opeens niet meer, hebben we de neiging dat met kwaliteitsverlies te associëren.

De kosten van nul kosten
Uit experimenten blijkt dat het woord gratis veel kracht heeft. Nul is een emotionele stimulans een
bron van irrationele opwinding. Zoiets is wel moeilijk op te meten. Gratis brengt een consument op
de verkeerde been zodra ze het woord gratis zien, ook al komen ze voor een gelijkwaardig product.

Het piratenbrein
Piraterij is een speciale vorm van diefstal, die zowel door de piraten als door de gebruikers van
piratengoederen als een tamelijk onschuldig misdrijf wordt gezien. Piraterij is nu juist zo’n speciale
klasse van diefstal omdat de kosten voor de rechtmatige eigenaar niet te meten zijn. Als je een
muziekalbum maakt en piraten kopiëren dat, pakken ze niet iets af wat je bezit, maar reproduceren
ze iets wat je bezit. Dit is een belangrijk onderscheid, dat in de praktijk zo’n beetje betekent dat je
geen verlies lijdt maar minder winst maakt. Piraterij is een afgedwongen vorm van gratis.

                                                   4
Digitaal gratis
Zo goedkoop dat het er niet toe doet
Lewis Strauss voorspelde in 1954 dat elektrische energie zo goedkoop zou worden dat het niet de
moeite waard was om het te meten. Dit is niet uitgekomen maar gebouwen die in die tijd gebouwd
werden (bv World trade center) gingen hier wel vanuit. Niet in elk kantoor lichtschakelaars maar dit
ging per verdieping.

Voor elektriciteit is dit onwaarschijnlijk maar voor 3 andere technologieën;
Verwerkingsvermogen van computers: het aantal transistoren (versterkt elektrische signalen) dat
chips kunnen bevatten verdubbelt gemiddeld ieder anderhalf jaar.

Digitale opslagruimte:opslagruimte (in aantal bytes) op verschillende delen van de harde schijf
verdubbelt elk jaar.

Bandbreedte:de snelheid waarmee gegevens overgedragen kunnen worden via een vezeloptische
kabel (van glas of kunststof, geleidt licht) verdubbelt elke 9 maanden.

Kosten halveren, snelheid, capaciteit verdubbelen in zelfde tijd. Dit proces blijft doorgaan, totdat het
op een gegeven moment te goedkoop is om te meten. Alles wat op deze 3 technologieën wordt
gebouwd, zal blijven dalen in prijs, totdat het het nulpunt nadert.

De snellere, betere en goedkopere technologieën komen nu samen op internet, met bv gratis
diensten als Youtube.

Carver Mead (eind jaren 70); leercurve samen met nieuwe uitvindingen/innovaties leiden tot snellere
productie en lagere prijs. Het wordt dan te goedkoop om te meten en is geen schaars goed meer
maar overvloedig beschikbaar. Men zou het moeten verspillen.
Alan Kay vertelde hoe je dit moest ‘verspillen’. Hij strooide met silicium
(wat ook wordt gebruikt in computerchips) om er leuke dingen mee te
doen, zoals iconen, muisbesturing, schermverdeling in vensters. De
Apple Macintosh is hier uiteindelijk op gebaseerd.
Kay’s doel: computers goedkoop, gebruiksvriendelijk en overal
verkrijgbaar maken, zodat zij elke niche bereiken. De gebruiker vind dan
zelf wel uit wat ze er mee willen doen.

Doordat opslagruimte te goedkoop werd om te meten is onder anderen
de iPod tot stand gekomen. Er was geen enorme vraag naar een
complete muziekcollectie in de broekzak, maar Apple zag de technologie
daarvoor wel. Ze creëerde zelf de vraag.

Het boek stelt niet dat de prijs helemaal niet meer wordt bepaald door vraag en aanbod,maar de
prijstrend op de lange termijn wordt bepaald door de technologie; hoe hoger het aanbod, hoe lager
de vraag.

Informatie wil gratis zijn
Van de ene kant wil informatie duur zijn, omdat het zo waardevol is, van de andere kant wil het gratis
zijn, omdat de kosten om informatie te verspreiden steeds lager zijn (Stewart Brand, 1984). Werd
vaak verkeerd begrepen omdat het tegenstrijdig is. Beste omschrijving: Overvloedige informatie wil
gratis zijn, schaarse informatie wil duur zijn.



                                                   5
Concurreren met gratis
1975; Micro-soft was bang dat zij geen geld meer verdiende om nieuwe software te ontwikkelen
omdat het veelal gratis werd gekopieerd. Uiteindelijk werd het gebruik van de computer normaal en
wilde het grootste deel wel voor software betalen. Echter bleef micro-soft last houden van piraterij.

In ontwikkelingslanden nam het ernstige vormen aan. Met name in China.Bill Gates wist dat piraterij
nooit helemaal verbannen zou worden en nam geen extreme maatregelen. Hij wilde, als software
dan toch gekopieerd werd, dat het dan wel zijn software zou zijn, zodat men er bij wijze van spreken
aan verslaafd zou raken. Wanneer deze landen dan ontwikkeld zouden zijn, zouden zij er ook voor
gaan betalen.Dat moment zie je nu (2009), de prijs voor besturingssystemen voor standaard laptops
is door microsoft verlaagd tot 20 dollar en men is bereid dit ervoor te betalen.

Linux komt met opensourcesoftware. Dit kon men gratis gebruiken en wijzigen. In 1991 was hier al
mee begonnen maar hoewel microsoft van het bestaan af wist zagen zij het niet als een echte
bedreiging.Pas 10 jaar later (2001) kwamen zij met een strategie om het geloofwaardig op te nemen
tegen Linux. In 2002 had Linux een marktaandeel in webserver besturingssystemen van 25% tegen
50% van microsoft.

Fase 1: ontkenningsfase
Microsoft gaat er in de eerste 10 jaar Linux vanuit dat het vanzelf weer zal verdwijnen of
onbetekenend zou blijven. Microsoft ging er vanuit dat consument geen eenvoudige, gratis software
wilde, maar gelikte, professionele afwerking. In 2003 had Linux een marktaandeel van bijna 1/3e.
Microsoft deed Linux af als een hype.

Fase 2: woede
Linux bleek een echte bedreiging en microsoft wilde dit te niet doen door het zwart te maken.
Ze wilden de gebreken van Linux blootstellen. Dit hielp ook niet. Gebrek aan bewijs leed ertoe dat
men het afdeed als kwaadsprekerij van microsoft.

Fase 3: (onder) handelen
Besef dat microsoft moest ophouden Linux zwart te maken omdat zij anders niet meer serieus
werden genomen. Ze moesten met feiten komen. Een onafhankelijk onderzoek wees uit dat
microsoft daadwerkelijk beter was. Microsoft kwam uiteindelijk zelf met een shared source
programma, maar het raakte Linux nauwelijks.

Fase 4: Depressie
Microsoft neemt Bill Hilf aan, die de leiding had over de succesvolle Linux projecten.
Hij constateerde dat microsoft niet genoeg kennis had van open source en het alleen maar als een
bedreiging zag. De IT’ers van microsoft mochten er van de advocaten ook niet mee werken omdat ze
bang waren dat door een kleine verrassing heel microsoft vrij toegankelijk zou worden.
Bill Hilf stond er alleen voor, kreeg geen budget en werkte met oude computers.

Fase 5: acceptatie
De top ging uiteindelijk om. Ze hadden alles geprobeerd om Linux uit te schakelen maar het werd
alleen maar sterker. De software van microsoft moest gaan werken in combinatie met open source.
Dit werkt aardig en het marktaandeel is nu ongeveer 20% Linux en 80% microsoft.




                                                  6
Demonetisering
Google is het grootste bedrijf ooit dat is opgebouwd uit het principe van weggeven. Het biedt nu
software aan zoals fotobewerking, tekstverwerkers en andere producten en bijna allemaal echt gratis
zonder addertjes onder het gras. Dat doen ze zoals elk modern digitaal bedrijf zou moeten doen door
veel weg te geven en geld te verdienen aan een paar dingen. Tegenwoordig heeft iedere beginner
toegang tot grote servers en kunnen ze daardoor relatief goedkoop een kleine internet start-up
beginnen. Deze bedrijven testen vaak gratis om te proberen of hun ideeën bij het publiek aanslaat,
maar Google blijft hier in de grootste. Google is begonnen als zoekmachine die beter werd in plaats
van slechter naarmate het web groter werd. Inmiddels bieden ze talloze andere producten en
diensten aan om de consumenten te binden. Dit heeft er toe geleid dat het nu een waarde heeft van
20 miljard en meer winst maakt dan alle Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen en autofabrikanten
bij elkaar. En dat voor een bedrijf waarvan het bedrijfsmodel gebaseerd is op gratis. Google bouwt
steeds meer grote datacentra met nog snellere computers met nog meer opslagruimte, hierdoor kan
de fabriek 2 keer zo veel als de fabriek ze een jaar eerder hebben gebouwd. Door deze evolutie
wordt het voor Google steeds goedkoper om je hun diensten aan te bieden. Door de schaalgrootte
wordt alles voor Google steeds goedkoper en kan het steeds lagere prijzen bedienen voor hardware,
bandbreedte en elektriciteit.

Maximumstrategien:

Gratis is de beste manier om een zo groot mogelijke markt te bereiken en massale aanhang te
krijgen. Doe wat je ook doet en doe dat maximaal in termen van distributie. Als je bijvoorbeeld een tv
serie maakt en deze verkoopt aan een zender kan je hier je geld mee verdienen. Maar om de serie
onder de aandacht te brengen schrijf je ook een blog, schakel je een pr-bureau in voor persberichten,
maak je een facebook pagina aan en maak je een twitter account aan om de mensen op de hoogte te
houden van de serie. Als de serie bezig is zet je niet getoonde beelden op youtube, schrijf je een
prijsvraag, en kijk je hoe je de serie nog meer onder de aandacht kan brengen. Alleen de deal met
zender levert geld op maar de rest draagt wel bij aan het succes van het programma, dit is een max-
strategy. Voor Google levert een nieuwe blog of elke keer dat iemand Google Maps gebruikt alweer
zo veel informatie op dat het voor hun complementaire producten zijn. Hoe meer mensen gebruik
maken van het internet hoe beter dit is voor Google zijn kernactiviteiten. Als Google met gratis
mensen kan stimuleren om meer online te gaan verdient het daar uiteindelijk meer geld mee.

Een gigantisch zuigend geluid:

Niet voor iedereen is gratis, de kranten en de muziekindustrie bijvoorbeeld leiden enorm onder de
nieuwe gratis strategieën die het internet mogelijk maakt. In 1992 had de encyclopedie-industrie
bijvoorbeeld een waarde van 1,2 miljard met als marktleider Britannica met een verkoop van
ongeveer 650 miljoen dollar. Er waren encyclopedieën die meer dan 1000 dollar kosten, in 1993
veranderde dit definitief toen microsoft encarta lanceerde voor 99 dollar. In 1996 was de
encyclopedieënmarkt 600 miljoen waar en had de waarde van Encarta 100 miljoen dollar. Voor elke
dollar die microsoft verdiende haalde het er 6 weg uit de markt. Het bedrijf verdiende geld door de
markt te krimpen. Nu heeft Wikipedia wat niets kost de markt nog verder verkleind. Dit levert geen
geld op maar door de informatie hebben wij zelf wel meer kans om geld te verdienen. Gratis
verdampt miljardenindustrieën in miljoenen industrieën maar toch blijkt de welvaart niet te
verdampen. Ze worden herverdeeld op een manier die moeilijk te meten valt.


                                                  7
De modellen van de nieuwe media
Rond 1925 gloorde de opkomst van de commerciële radio industrie aan de horizon. Tot dan toe
werden de uitzendingen gemaakt van een klein budget of werden ze betaald door de makers van de
radio ontvangers zelf. Na een prijsvraag over hoe dit anders kon werd het winnende concept kijk en
luistergeld. NBC probeerde het op een andere manier zij zochten hun weg in de radioreclame, wat
eerst niet werkte vanwege het geringe bereik maar met de komst van de kabel door AT&T
veranderde dit al snel. Nationale programma’s konden vanuit lokale plaatsen over het hele land
worden uitgezonden. Enkele jaren later volgde de televisie dezelfde weg, Radio en televisie werden ‘
gratis’ uitgezonden ondersteund door reclame. Zo werd het nieuwe mediamodel gratis geboren; een
derde partij (adverteerder) subsidieert de inhoud zodat de tweede partij (kijker of luisteraar) deze
gratis kan krijgen. Tegenwoordig vormt dit drie partijenmodel de kern van de advertentie-industrie
waar ongeveer 300 miljard in omgaat.

Advertenties buiten de media:

In de tijdschriften industrie wordt een alles aan gedaan om nooit een advertentie te plaatsen die
belang heeft bij het redactionele stuk omdat dit het vertrouwen van de lezer kan schaden.
Bijvoorbeeld een advertentie van Sony bij een stuk over een nieuwe Led-tv. Google doet met Ad-
sense precies het tegenovergestelde en hier betalen bedrijven een vermogen voor. Dit is een
verandering die met het adverteren op het internet optreed nu de markt van het adverteren naar het
internet aan het verschuiven is. Mensen gaan met een andere verwachting het internet op dan
wanneer ze bijvoorbeeld een artikel in een tijdschrift lezen. Waar het uitzendmodel eerst was irriteer
de 90% om de 10% te bereiken is dit nu omgedraaid, irriteer de 10% om de 90% te bereiken.

Hoe de nieuwe media de ouder veranderden:

Kranten realiseerden dat de Google generatie de gewoonte van hun ouders om dagelijks de krant te
lezen mogelijk niet overnam, daarom gingen ze gratis producten weg geven bij de aanschaf van een
krant. Waar de krantenindustrie hard achteruitging steeg de markt van gratis kranten met 20% per
jaar, goed voor 7% van de totale krantenomzet in 2008.

Het einde van betaalde inhoud:

Jonathan Handel, advocaat in entertainmentzaken geeft zes redenen voor de migratie naar gratis:

    1. Vraag en Aanbod: Het aanbod van inhoud is met een factor van een miljoen toegenomen
       maar we kunnen niet meer inhoud consumeren.
    2. Verlies van fysieke vorm: We hechten meer waarde aan atomen dan aan bits.
    3. Toegangsgemak: Het is makkelijker om inhoud te downloaden dan het te zoeken en te
       kopen. De bereidheid om te betalen neemt hierdoor af.
    4. De verschuiving naar met advertenties ondersteunde inhoud: Gewoonten die op het web
       ontstaan slaan over naar de rest van het leven. Als iets online gratis is moet het dan niet
       overal gratis zijn.
    5. De computerindustrie wil dat inhoud gratis is: Apple verdiend miljarden met de verkoop van
       IPod. Gratis inhoud is hier voor essentieel.
    6. Generatie gratis: De generatie die is opgegroeid met breedband is niet anders gewend.



                                                  8
Doordat je online steeds meer kan meten betalen bedrijven alleen nog maar voor resultaten. Het is
niet meer zoals vroeger; de helft van mijn advertentiekosten is verspilling ik weet alleen niet welke
helft.

De triomf van het mediamodel:

Waar je vroeger vijf hoofdcategorieën had: gedrukte pers, tv, radio, buitenreclame en uitgereikte
reclame zijn er met het internet vele mogelijkheden bij gekomen. Hierdoor zijn er vele nieuwe
reclamevormen ontstaan. Hierdoor heb je nieuwe modellen zoals CPM (kosten per duizend), CPC
(kosten per klik), CPT (kosten per transactie en leadwerving waarbij adverteerders betalen voor
namen en e-mailadressen van mensen die gebruik hebben gemaakt van gratis.

De economie van monsters en elfen:

De game-industrie is qua verkoopcijfers uitgegroeid door een concurrent van Hollywood en stevent
sneller dat wat dan ook af op gratis. De online multiplayergames zijn erg in opkomst en daarnaast zijn
ook de online ontspanningspelletjes, kinderspelletjes en apps in opkomst. We benoemen de vijf
meest succesvolle categorieën:

    1. Virtuele producten verkopen: In 2008 was WOW consequent in de top 10 van meeste
       gezochte worden op Google. De afkorting voor World of Warcraft waar mensen op zoek
       gingen naar virtueel goud, de interne valuta in het spel. In China waren er gebouwen vol
       medewerkers die bezig waren met het spel door klikken om zoveel mogelijk virtuele schatten
       te verdienen en deze door te verkopen op het web. Facebook gebruikt dit model met zijn
       digitale giften (farmville) wat het bedrijf jaarlijks zo’n dertig miljoen dollar oplevert.
       Door de spellen gratis aan te bieden en alleen mensen te laten betalen die echt willen
       betalen houd je alleen de ambassadeurs voor je spel over en die leveren het meeste geld op.

    2. Abonnees: Club penguin is een online spel voor kinderen van 6 t/m 12 jaar ontwikkeld door
       Disney. Wat in Amerika in 2006 een enorme rage werd. Het spel was gratis maar om je Iglo
       leuk in te richten kon je voor zes dollar per maand lid worden van club penguin. De 10% die
       lid werd leverde het spel jaarlijks ruim 40 miljoen dollar op.
    3. Reclame: Doordat je online snel kan inspelen op de laatste trends en veranderingen en
       constant kunt updaten kan je altijd nieuwe en up-to date reclame in spellen plaatsen. In 2008
       zag je in de aanloop naar de verkiezingen in Amerika in alle Amerikaanse racespellen op de
       Xbox 360 en PS3 aanplakbiljetten om te stemmen voor Barack Obama. Deze waren betaald
       door de campagnemakers van Obama en konden dagelijks worden aangepast om in te spelen
       op alle veranderingen.
    4. Onroerend goed: Linden labs is een virtuele onroerend goed handel. Linden Labs maakt
       virtueel zoveel land als mogelijk is en de gebruikers kunnen dit aantrekkelijk maken door er
       huizen en hele steden op te bouwen. De huur van het land varieert van 5 tot 95 dollar per
       maand afhankelijk van perceeloppervlak. Je kunt ook je eigen eiland kopen voor 1675 dollar
       en 295 dollar huur per maand. Wanneer je de huur op zegt kan het stuk land aan andere
       mensen worden toegewezen. Binnen deze second Life is ook een markt ontstaan waar
       mensen reeds bebouwde stukken land door verkochten, Anshe Chung beweert hier miljonair
       mee te zijn geworden.


                                                   9
5. Merchandise: Rond 2008 was webkinz twee jaar op rij speelgoed nummer 1 in Amerika. Je
       kocht een doodgewone knuffel in de winkel waar een code bij zat. Door deze code in te
       voeren in het bijbehorende gratis online spel kon je een eigen boerderij beginnen. Je kunt
       echter alleen meer virtuele dieren toevoegen door een echte knuffel te kopen. Een
       effectieve cyclus die honderden miljoenen heeft opgeleverd. Een goede combinatie van
       offline en online samenvoegen tot een winstgevend product.

    Gratis muziek:

    Veel platenmaatschappijen klagen dat ze kapot zijn gemaakt door de gratis muziek. Door echter
    creatief er mee om te gaan kan er toch veel geld verdiend worden met gratis muziek. Radiohead
    zette het album Rainbows online en vroeg de consument te betalen wat ze het zelf waard
    vonden. Hierdoor steeg de verkoop van de fysieke albums ook tot nummer 1 op de hitlijsten,
    waren alle concerten uitverkocht, en werd Rainbows het succesvolste album van Radiohead in
    commercieel opzicht. Daarnaast zijn er nieuwe bedrijven zoals Apple die door de gratis muziek
    veel geld verdienen door de verkoop van de IPod. Doordat mensen via de iPod overal hun
    favoriete muziek kunnen luisteren raken ze meer betrokken, gaan ze vaker naar concerten en
    kopen ze meer fan artikelen.



Hoe groot is de gratis-economie?
Er zijn veel berekeningen op los te laten en veel voorbeelden te geven maar het blijft toch vooral
natte vinger om te zeggen hoe groot de gratis economie nou eigenlijk is. Dat het groot is echter wel
duidelijk dat alleen facebook al een waarde van rond de 4 miljard heeft. De online videogame markt
bedraagt ongeveer een totale omzet van 36 miljard per jaar. Alles bij elkaar opgeteld gaat de
schrijver van het boek er van uit er wereldwijd met gratis ongeveer een omzet van 300 miljard wordt
behaald. De hoeveelheid arbeid die hierbij komt kijken is dan echter nog niet mee gerekend. Als we
kijken naar de inhoud van het web dan moeten hier ongeveer een biljoen uren in vijftien jaar aan
besteed zijn. Dit staat gelijk 32 miljoen mensen die in dezelfde tijd voltijds aan het web werken. Als je
er van uit gaat dat ongeveer 40% gratis is gedaan komt dit neer op ongeveer 13 miljoen mensen wat
bijna gelijk is aan de gehele beroepsbevolking van canada. Als al deze mensen betaald hadden
gekregen en we gaan uit van een bescheiden salaris van 20.000 dollar per jaar dan zou dit meer dan
260 miljard aan salaris zijn geweest. Oftewel Gratis is zo groot als een economie van een behoorlijk
land.



De economie van gratis en de wereld van gratis
Econ 000
In 1838 publiceerde Antoine Cournot, een Franse wiskundige uit Parijs, het boek Recherches, dat nu
als een economisch meesterwerk wordt beschouwd (in zijn tijd dachten velen daar anders
over). In het boek probeerde hij in kaart te brengen hoe bedrijven concurreren en kwam hij na
talloze berekeningen tot de conclusie dat het allemaal draaide om de hoeveelheden die ze
produceerden. Hierbij wordt als voorbeeld een fabriek dat kommetjes maakte gebruikt. Een ander
bedrijf wilde een fabriek openen om hetzelfde te doen waardoor dat bedrijf erop zou toezien dat het
niet te veel kommetjes maakte. Dan bestond namelijk het gevaar dat de markt werd overspoeld met

                                                   10
kommetjes, wat de prijs zou drukken.Joseph Bertrand, een andere Franse wiskundige, in 1883
besloot om Recherches nogeens serieus te bestuderen. Bertand vond dat er niks van klopte en heeft
half voor de grap zijn modellen veranderd. Hij stelde vast dat hetvoor de hand liggender was om de
prijs te laten dalen om hun marktaandeel te vergroten. Ze zorgden ervoor dat de prijzen net boven
de productiekosten kwam te liggen, wat‘prijszetting tegen marginale kosten heet. In de 20ste eeuw
werd er weer naar de fransen gekeken. Op markten van overvloed, waar je gemakkelijk meer spullen
kunt maken, wint Bertrand meestal; de prijs daalt inderdaad vaak tot de marginale kosten.

Omdat het internet de gedemocratiseerde instrumenten van productie (computers) combineert met
het gedemocratiseerde distributie-instrument (netwerken), is juist dat tevoorschijn gekomen wat
Bertrand zich had voorgesteld: een werkelijk concurrerende markt. Hierdoor werd een theoretisch
economisch model dat ruim een eeuw geleden werd bedacht als een grap om een andere econoom
belachelijk te maken, de wet van de prijszetting online.



Non-monetaire economieën
Geld is steeds minder het belangrijkste signaal op de markt. Daarvoor in de plaats zijn twee
non-monetaire factoren in opmars. Deze factoren zijn wat we wel de ‘aandachteconomie’ en de
‘reputatie-economie’ noemen.

Er ontstond een gifteconomie. Deze economie houd in dat je mensen iets kan geven zonder iets
ervoor terug te vragen. Het web leverde de instrumenten die nodig zijn voor een gift economie en
plotseling ontstond er een markt van gratis productuitwisseling.



Verspilling is (soms) goed
Op het internet zijn pagina’s oneindig te wijzigen. Het maakt niet uit of iemand ruimte verspilt.
Omdat wezowel op schaarse als overvloedige markten concurreren, kunnen we niet toe met één
managementstructuur.

                                    Schaarste                           Overvloed
Regels                              Alles is verboden tenzij het is     Alles is toegestaan tenzij het
                                    toegestaan                          verboden is
Maatschappelijk model               Paternalisme (wij weten wat         Egalitarisme (Jij weet zelf wat
                                    het beste is)                       het beste is)
Winstplan                           Bedrijfsmodel                       We vinden wel een manier
Besluitvormingsproces               Van bovenaf                         Van beneden naar boven
Managementstijl                     Gezag en controle                   Ongecontroleerd


Gratis-wereld
In China heeft de piratenrij gewonnen. Piraterij is in China bijvoorbeeld al goed voor 95% van de
totale muziekconsumptie, waardoor platenmaatschappijen anders moesten gaan denken. Voor een
artiest kan de piratenrij juist een voordeel zijn. De artiest krijg door piraterij namelijk enorm veel fans
die normaal niet de volle prijs zouden betalen voor zijn of haar album.

Een ander voorbeeld van piraterij zijn de namaak kleding en andere namaak spullen. Feit is echter
wel dat namaak het origineel juist kan helpen. Veel mensen die van een bepaald merk niet het
origineel bezitten hebben vaak wel de behoefte om ooit nog het originele te kopen. Verder brengen


                                                    11
de neppe producten nog altijd het merk naar buiten wat weer voor naamsbekendheid zorgt. Verder
zijn er ook nog de straatverkopers in Brazilië. Ze verkopen voor slechts 75cent een album van de
band Calypso. Het gevolg hiervan is dat Calypso enorm populair is in Brazilië. Overal waar ze komen
worden ze helemaal volgeboekt, waardoor ze niet alleen betalen voor kaartjes, maar ook voor eten
en drinken. Al met al heeft Calypso haar populariteit te danken doordat straatverkopers bijna gratis
albums hebben weggegeven.

Je krijgt waarvoor je betaald
Er zijn verschillende mensen die kritiek uiten op het gratis concept via het internet. Zo zeggen veel
mensen je betaalt toch voor de provider en je betaalt voor de toegang van het internet. Daarnaast is
veelgehoorde kritiek dat er altijd verborgen kosten zitten aan gratis. In hoofdstuk zestien staan de 14
meest gehoorde kritieken met betrekking tot gratis beschreven en wordt er bij elke kritiek een
voorbeeld gegeven. Chris Anderson pareert deze kritieken en geeft hier zijn eigen visie op




                                                  12
Radiohead
Radiohead bracht het album Rainbows online uit met het verzoek aan de mensen om te betalen wat
ze er zelf voor over hadden. De gemiddelde prijs die online werd betaald was 6 dollar. Toch werd het
commercieel gezien het beste Radiohead album ooit en dat in een tijd dat de muziekverkoop
bergafwaarts ging. Door het online gratis weg geven werd het album zo bekend dat het album in
totaal offline en online 3 miljoen keer werd verkocht, er werden 100.000 luxe boxen verkocht, de
fysieke CD kwam in de VS en VK binnen op nummer in de hitlijsten en de tournee was groter dan ooit
met 1,2 miljoen verkochte kaarten.

Hiermee bewees Radiohead dat je door dingen gratis weg te geven een breder publiek kan bereiken
waarvan een deel misschien betalende klant wordt. In het geval van Radiohead in de vorm van
concertgangers, t-shirtkopers of muziekkopers. Door het één gratis weg te geven kun je met
complementaire producten juist meer verdienen dan voorheen door alles goed op elkaar aan te laten
sluiten en niet op product winst te willen maken.


Conclusie
        Je kunt bepaalde dingen gratis aanbieden en toch winst maken. Door geld te rekenen die
        complementair zijn aan het gratis product.
        De prijstrend op de lange termijn wordt bepaald door de technologie; hoe meer er van een
        artikel is, hoe lager de prijs.
        Op het gebied van adverteren zijn er door online nieuwe maatstaven ontstaan.
        Gratis is de beste manier om een zo groot mogelijke markt te bereiken en een massale
        aanhang te creëren.
        Het woord gratis wekt een emotionele stimulans waardoor men irrationeel na denkt.




Wanneer is het wel en wanneer niet toe te passen?
Niet: Een bedrijf dat één product aan kan bieden waarbij zij zich puur richten op de verkoop en dus
niet geld kunnen verdienen met bijvoorbeeld advertenties op hun eigen webpagina. Een autobedrijf
is het oude-gratis men geeft bij aankoop van een auto bijvoorbeeld een navigatiesysteem gratis. Zij
zullen echter niet met het nieuwe-gratis kunnen werken omdat zij nooit een auto gratis aan zullen
bieden in de hoop dat men andere goederen bij hen koopt.

Wel: Bedrijven die verschillende producten aanbieden die in relatie staan met elkaar, of die dermate
populair zijn dat zij andere bedrijven zo ver krijgen te adverteren op bijvoorbeeld hun webpagina.


Bedrijf die Gratis goed uitvoert
Spotify is een bedrijf dat de principes uit het boek Free van Chris Anderson goed uitvoert. Zij zorgen
er voor dat de consument via het onlinekanaal gratis muziek luisteren en delen met hun vrienden. Op
deze manier wordt spotify verspreid door de gebruikers om de niet-gebruikers te beïnvloeden. Zij
verdienen geld door reclamesspots tussen het beluisteren van muziek door. Daarnaast kan men een
abonnement aanschaffen waarbij je geen reclame wordt getoond en onbeperkt muziek kunnen
luisteren. Uit onderzoek blijkt dat het illegaal downloaden van muziek door de dienst van Spotify flink
verminderd is.

                                                  13
Bedrijf die Gratis slecht of niet uitvoert
Entrecote restaurant Breda kwam met het primeur om hun enige gerecht, entrecote met friet en sla,
gratis aan te bieden. Het idee was om de gasten te laten betalen voor de gedronken drank. Echter,
bestelde men vaak zeer weinig drank. Nadien bedachten zij een concept waarbij gasten zelf konden
bepalen wat zij over hadden voor het gerecht. Dit bleek echter niet te werken waardoor het
restaurant ten onder ging en de eigenaar besloot om dicht te gaan.


Meningen
Bao: Het boek was redelijk goed te lezen. Het boek liet mij hierdoor out of the box denken over hoe
je het idee van gratis kunt toepassen. Ondanks dat het boek verouderd is sta ik er bij stil dat elk
bedrijf tegenwoordig het idee Gratis in zijn of haar bedrijf gebruikt om een groot mogelijke markt te
bereiken. Het mooie van dit boek is dat de voorbeelden in het dagelijks leven constant worden
toegepast.

Stef: Sommige hoofdstukken waren erg interessant. Met name waarin voorbeelden werden gebruikt.
Deze waren erg gedetailleerd en daardoor goed te begrijpen. Ik vond er echter ook een aantal
moeilijke hoofdstukken bij zitten, waarin meer op het technische gedeelte van de computer werd
ingegaan. Het leuke aan het boek vind ik dat je inzicht krijgt in de denkwijze van sommige van de
meest succesvolle bedrijven.

Jesse: Het was een makkelijk te lezen boek. Er zitten interessante hoofdstukken bij die bijdragen aan
nieuwe inzichten en die dingen aan het licht brengen waar ik nog niet eerder over nagedacht heb. Er
zaten wel een paar mindere hoofdstukken bij waar er geen duidelijke lijn in het verhaal zit en die hij
misschien beter weg had kunnen laten. De gegeven voorbeelden wat waren over het algemeen, kort,
bondig en duidelijk. Al met al een leuke boek met verfrissende inzichten.

Paul: Het was een interessant boek om te lezen, waarbij je een hele andere kijk krijgt op het inzetten
van gratis producten. Je staat er eigenlijk niet bij stil hoeveel bedrijven eigenlijk gebruik maken van
dit fenomeen. De vele voorbeelden die gebruikt worden in het boek versterken hetgeen dat de
schrijven duidelijk wilt maken en dit zorgt ervoor dat het een duidelijk geheel wordt. Een minpuntje
is wel dat het boek niet altijd even makkelijk is te lezen, doordat de schrijven regelmatig van de hak
op de tak gaat.




                                                  14

Contenu connexe

Similaire à Boekbespreking: Free

DDMA / Sanoma: Goede Doelen
DDMA / Sanoma: Goede DoelenDDMA / Sanoma: Goede Doelen
DDMA / Sanoma: Goede DoelenDDMA
 
Free - Chris Anderson
Free - Chris AndersonFree - Chris Anderson
Free - Chris Andersonschooldialoog
 
Ondernemer van het jaar 2022 worden
Ondernemer van het jaar 2022 wordenOndernemer van het jaar 2022 worden
Ondernemer van het jaar 2022 wordenKim van Amersfoort
 
Flexmarkt artikel deeleconomie
Flexmarkt artikel deeleconomieFlexmarkt artikel deeleconomie
Flexmarkt artikel deeleconomieCrowd Expedition
 
My Online Trends For 2010 Netlash report
My Online Trends For 2010 Netlash reportMy Online Trends For 2010 Netlash report
My Online Trends For 2010 Netlash reportKoen Peeters
 
Wat Zijn Sociale Media Eigenlijk
Wat Zijn Sociale Media EigenlijkWat Zijn Sociale Media Eigenlijk
Wat Zijn Sociale Media EigenlijkJohn van Dongen
 
Social Media John Van Dongen
Social Media   John Van DongenSocial Media   John Van Dongen
Social Media John Van DongenMax Mesman
 
Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld Ronald Buijsse - November 2017 ...
Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld   Ronald Buijsse - November 2017 ...Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld   Ronald Buijsse - November 2017 ...
Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld Ronald Buijsse - November 2017 ...Ronald Buijsse
 
Do's & don'ts in adverteren
Do's & don'ts in adverteren Do's & don'ts in adverteren
Do's & don'ts in adverteren guest23a7e06
 
Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...
Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...
Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...Jurjen de Vries
 
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012Jurgen Hoogendoorn
 
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?Elvi van Wijk
 
Een nieuw tijdperk vereist anders denken
Een nieuw tijdperk vereist anders denkenEen nieuw tijdperk vereist anders denken
Een nieuw tijdperk vereist anders denkenJan Lindeboom
 
Trendboek 2015: Wederopbouw
Trendboek 2015: WederopbouwTrendboek 2015: Wederopbouw
Trendboek 2015: WederopbouwBob van Leeuwen
 

Similaire à Boekbespreking: Free (20)

DDMA / Sanoma: Goede Doelen
DDMA / Sanoma: Goede DoelenDDMA / Sanoma: Goede Doelen
DDMA / Sanoma: Goede Doelen
 
Free - Chris Anderson
Free - Chris AndersonFree - Chris Anderson
Free - Chris Anderson
 
Society 3.0
Society 3.0Society 3.0
Society 3.0
 
2.0
2.02.0
2.0
 
Ondernemer van het jaar 2022 worden
Ondernemer van het jaar 2022 wordenOndernemer van het jaar 2022 worden
Ondernemer van het jaar 2022 worden
 
Flexmarkt artikel deeleconomie
Flexmarkt artikel deeleconomieFlexmarkt artikel deeleconomie
Flexmarkt artikel deeleconomie
 
Magazine tdd 2017
Magazine tdd 2017Magazine tdd 2017
Magazine tdd 2017
 
My Online Trends For 2010 Netlash report
My Online Trends For 2010 Netlash reportMy Online Trends For 2010 Netlash report
My Online Trends For 2010 Netlash report
 
Wat Zijn Sociale Media Eigenlijk
Wat Zijn Sociale Media EigenlijkWat Zijn Sociale Media Eigenlijk
Wat Zijn Sociale Media Eigenlijk
 
Social Media John Van Dongen
Social Media   John Van DongenSocial Media   John Van Dongen
Social Media John Van Dongen
 
Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld Ronald Buijsse - November 2017 ...
Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld   Ronald Buijsse - November 2017 ...Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld   Ronald Buijsse - November 2017 ...
Welkom in een bijna geoptimaliseerde wereld Ronald Buijsse - November 2017 ...
 
Do's & don'ts in adverteren
Do's & don'ts in adverteren Do's & don'ts in adverteren
Do's & don'ts in adverteren
 
Bindboek bladen 11
Bindboek bladen 11Bindboek bladen 11
Bindboek bladen 11
 
Bindboek presentatie9
Bindboek presentatie9Bindboek presentatie9
Bindboek presentatie9
 
Bindboek presentatie10
Bindboek presentatie10Bindboek presentatie10
Bindboek presentatie10
 
Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...
Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...
Society 3.0 overvloed dankzij technologie - Lisk Center Utrecht & Dutch Block...
 
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
 
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
 
Een nieuw tijdperk vereist anders denken
Een nieuw tijdperk vereist anders denkenEen nieuw tijdperk vereist anders denken
Een nieuw tijdperk vereist anders denken
 
Trendboek 2015: Wederopbouw
Trendboek 2015: WederopbouwTrendboek 2015: Wederopbouw
Trendboek 2015: Wederopbouw
 

Plus de Piet van den Boer

Frollo - Year in review - 2020
Frollo - Year in review - 2020Frollo - Year in review - 2020
Frollo - Year in review - 2020Piet van den Boer
 
Presentatie the longtail (1)
Presentatie the longtail (1)Presentatie the longtail (1)
Presentatie the longtail (1)Piet van den Boer
 
The end of_business_as_usual_–_rapport (3)
The end of_business_as_usual_–_rapport (3)The end of_business_as_usual_–_rapport (3)
The end of_business_as_usual_–_rapport (3)Piet van den Boer
 
The Shallows - What the internet is doing to our brains
The Shallows - What the internet is doing to our brainsThe Shallows - What the internet is doing to our brains
The Shallows - What the internet is doing to our brainsPiet van den Boer
 
Gastcollege lilian heijmans - loyalty marketing
Gastcollege lilian heijmans - loyalty marketingGastcollege lilian heijmans - loyalty marketing
Gastcollege lilian heijmans - loyalty marketingPiet van den Boer
 
Boekbespreking: The Search - John Battelle
Boekbespreking: The Search - John BattelleBoekbespreking: The Search - John Battelle
Boekbespreking: The Search - John BattellePiet van den Boer
 
Gastcollege Jeffrey de Grijs
Gastcollege Jeffrey de GrijsGastcollege Jeffrey de Grijs
Gastcollege Jeffrey de GrijsPiet van den Boer
 
Boekbespreking: What Would Google Do?
Boekbespreking: What Would Google Do?Boekbespreking: What Would Google Do?
Boekbespreking: What Would Google Do?Piet van den Boer
 
Boekbespreking: Alone Together
Boekbespreking: Alone TogetherBoekbespreking: Alone Together
Boekbespreking: Alone TogetherPiet van den Boer
 
Boekbespreking: The Tipping Point
Boekbespreking: The Tipping PointBoekbespreking: The Tipping Point
Boekbespreking: The Tipping PointPiet van den Boer
 
Gastcollege Joost Geurtsen - Personal Branding
Gastcollege Joost Geurtsen - Personal BrandingGastcollege Joost Geurtsen - Personal Branding
Gastcollege Joost Geurtsen - Personal BrandingPiet van den Boer
 
Rapport Usability en conversie optimalisatie
Rapport Usability en conversie optimalisatieRapport Usability en conversie optimalisatie
Rapport Usability en conversie optimalisatiePiet van den Boer
 
Gastcollege Leon Gerrits - T-Mobile
Gastcollege Leon Gerrits - T-MobileGastcollege Leon Gerrits - T-Mobile
Gastcollege Leon Gerrits - T-MobilePiet van den Boer
 
Gastcollege Wout van den dool - Triodos
Gastcollege Wout van den dool - TriodosGastcollege Wout van den dool - Triodos
Gastcollege Wout van den dool - TriodosPiet van den Boer
 
Gastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - Onetomarket
Gastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - OnetomarketGastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - Onetomarket
Gastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - OnetomarketPiet van den Boer
 
Gastcollege Rik ten Wolde - Yunoo
Gastcollege Rik ten Wolde - YunooGastcollege Rik ten Wolde - Yunoo
Gastcollege Rik ten Wolde - YunooPiet van den Boer
 
Gastcollege Richard de Vries - Architecto
Gastcollege Richard de Vries - ArchitectoGastcollege Richard de Vries - Architecto
Gastcollege Richard de Vries - ArchitectoPiet van den Boer
 

Plus de Piet van den Boer (20)

Frollo - Year in review - 2020
Frollo - Year in review - 2020Frollo - Year in review - 2020
Frollo - Year in review - 2020
 
Presentatie the longtail (1)
Presentatie the longtail (1)Presentatie the longtail (1)
Presentatie the longtail (1)
 
The longtail minicollege
The longtail minicollegeThe longtail minicollege
The longtail minicollege
 
The end of_business_as_usual_–_rapport (3)
The end of_business_as_usual_–_rapport (3)The end of_business_as_usual_–_rapport (3)
The end of_business_as_usual_–_rapport (3)
 
The Shallows - What the internet is doing to our brains
The Shallows - What the internet is doing to our brainsThe Shallows - What the internet is doing to our brains
The Shallows - What the internet is doing to our brains
 
Gastcollege lilian heijmans - loyalty marketing
Gastcollege lilian heijmans - loyalty marketingGastcollege lilian heijmans - loyalty marketing
Gastcollege lilian heijmans - loyalty marketing
 
Boekbespreking: The Search - John Battelle
Boekbespreking: The Search - John BattelleBoekbespreking: The Search - John Battelle
Boekbespreking: The Search - John Battelle
 
Gastcollege Jeffrey de Grijs
Gastcollege Jeffrey de GrijsGastcollege Jeffrey de Grijs
Gastcollege Jeffrey de Grijs
 
Boekbespreking: What Would Google Do?
Boekbespreking: What Would Google Do?Boekbespreking: What Would Google Do?
Boekbespreking: What Would Google Do?
 
Boekbespreking: Alone Together
Boekbespreking: Alone TogetherBoekbespreking: Alone Together
Boekbespreking: Alone Together
 
Boekbespreking: Purple cow
Boekbespreking: Purple cowBoekbespreking: Purple cow
Boekbespreking: Purple cow
 
Boekbespreking: The Tipping Point
Boekbespreking: The Tipping PointBoekbespreking: The Tipping Point
Boekbespreking: The Tipping Point
 
Gastcollege Joost Geurtsen - Personal Branding
Gastcollege Joost Geurtsen - Personal BrandingGastcollege Joost Geurtsen - Personal Branding
Gastcollege Joost Geurtsen - Personal Branding
 
Rapport webcare
Rapport webcareRapport webcare
Rapport webcare
 
Rapport Usability en conversie optimalisatie
Rapport Usability en conversie optimalisatieRapport Usability en conversie optimalisatie
Rapport Usability en conversie optimalisatie
 
Gastcollege Leon Gerrits - T-Mobile
Gastcollege Leon Gerrits - T-MobileGastcollege Leon Gerrits - T-Mobile
Gastcollege Leon Gerrits - T-Mobile
 
Gastcollege Wout van den dool - Triodos
Gastcollege Wout van den dool - TriodosGastcollege Wout van den dool - Triodos
Gastcollege Wout van den dool - Triodos
 
Gastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - Onetomarket
Gastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - OnetomarketGastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - Onetomarket
Gastcollege Marlous Vennegoor op Nijhuis - Onetomarket
 
Gastcollege Rik ten Wolde - Yunoo
Gastcollege Rik ten Wolde - YunooGastcollege Rik ten Wolde - Yunoo
Gastcollege Rik ten Wolde - Yunoo
 
Gastcollege Richard de Vries - Architecto
Gastcollege Richard de Vries - ArchitectoGastcollege Richard de Vries - Architecto
Gastcollege Richard de Vries - Architecto
 

Boekbespreking: Free

  • 1. Mini College Free Jesse Beijer Stef de Ruijter Bao Do Paul de Raad 1
  • 2. Inhoud Chris Anderson ........................................................................................................................................ 3 Samenvatting Free................................................................................................................................... 4 Wat is gratis? ....................................................................................................................................... 4 Gratis 101 ........................................................................................................................................ 4 Miljoenen soorten gratis ................................................................................................................. 4 De hele wereld is een kruissubsidie ................................................................................................ 4 De psychologie van Gratis ............................................................................................................... 4 De kosten van nul kosten ................................................................................................................ 4 Het piratenbrein .............................................................................................................................. 4 Digitaal gratis ....................................................................................................................................... 5 Zo goedkoop dat het er niet toe doet ............................................................................................. 5 Informatie wil gratis zijn .................................................................................................................. 5 Concurreren met gratis ................................................................................................................... 6 Demonetisering ............................................................................................................................... 7 De modellen van de nieuwe media ................................................................................................. 8 Hoe groot is de gratis-economie? ................................................................................................. 10 De economie van gratis en de wereld van gratis .............................................................................. 10 Econ 000 ........................................................................................................................................ 10 Non-monetaire economieën ......................................................................................................... 11 Verspilling is (soms) goed .............................................................................................................. 11 Gratis-wereld ................................................................................................................................. 11 Je krijgt waarvoor je betaald ......................................................................................................... 12 Radiohead.............................................................................................................................................. 13 Conclusie ............................................................................................................................................... 13 Wanneer is het wel en wanneer niet toe te passen?............................................................................ 13 Bedrijf die Gratis goed uitvoert ............................................................................................................. 13 Bedrijf die Gratis slecht of niet uitvoert ................................................................................................ 14 Meningen .............................................................................................................................................. 14 2
  • 3. Chris Anderson Chris Anderson is hoofdredacteur van Wired. Dit is een vooraanstaand 'nieuwemediablad' met website in de Verenigde Staten. Voordat hij hoofdredacteur van Wired werd, heeft hij in verschillende andere redactiefuncties gewerkt. Zo heeft hij onder andere gewerkt bij The Economist, waarvoor hij de eerste internetstrategie heeft ontwikkeld en geïmplementeerd. Naast het boek Free heeft hij ook het boek 'The long tail' geschreven. Dit boek gaat over de economische verandering die plaatsvind doordat op internet oneindig veel capaciteit is om producten aan te bieden zonder extra kosten. 3
  • 4. Samenvatting Free Wat is gratis? Gratis 101 Het woord gratis wordt door veel mensen verkeerd begrepen, daarom is het belangrijk om hier duidelijkheid over te brengen. Het woord ‘Gratis’ kan van alles betekenen en is in de loop der jaren flink veranderd. Men roept dat Gratis achterdocht is, maar tegelijkertijd trekt het toch de aandacht zoals maar weinig andere dingen dat kunnen. Als er een economie rondom het Gratis wordt opgebouwd, moeten we eerst weten en begrijpen wat het is en hoe het werkt. Miljoenen soorten gratis In de commerciële wereld heeft het begrip verschillende betekenissen, die zelfs overeenkomen met veel bedrijfsmodellen. Het komt vaak genoeg voor dat gratis niet echt gratis is. Bijvoorbeeld ‘Koop er een en u krijgt er een gratis’ betekent niets anders dan dat je 50 procent korting krijgt als je er twee koopt. En zo zijn er verschillende verkoopvarianten in de vorm van gratis. Uiteraard is gratis soms wel degelijk gratis, maar dat is nauwelijks een nieuw economisch model. Dit gebeurt door bijvoorbeeld gratis samples weg te geven bij een product. Dit soort eenvoudige marketing wekt interesse bij de consument om het voorwerp ook voor de volledige prijs te kopen. Of gratis lucht bij een tankstation is wat economen een complementair goed noemen. Dus een gratis product (het oppompen van je banden) om de belangstelling voor een betaald product (al het overige zoals tanken, snoepgoed etc.) te wekken. De hele wereld is een kruissubsidie Kruissubsidies zijn de kern van de uitdrukking ‘voor niets gaat de zon op’. Dit betekent dat overal op de een of andere manier voor moet worden betaald, is het niet rechtstreeks door jouzelf dan wel door iemand anders die belang heeft bij het product in kwestie. Kruissubsidies werken op verschillende manieren: Betaalde producten die gratis producten subsidiëren. Hierbij wordt een product niet slecht voor een fractie van de kosten verkocht, maar helemaal weggegeven. Later betalen, nu subsidiëren. Een gratis mobieltje met een tweejarig abonnement is hier een goed voorbeeld van. Betalende mensen subsidiëren mensen die hetzelfde gratis krijgen. Bijvoorbeeld gratis entree voor vrouwen in een discotheek waarbij mannen gewoon betalen. De psychologie van Gratis Veel mensen denken dat gratis ten koste gaat van de kwaliteit en in het andere niet. Als iets ooit geld kostte en nu opeens niet meer, hebben we de neiging dat met kwaliteitsverlies te associëren. De kosten van nul kosten Uit experimenten blijkt dat het woord gratis veel kracht heeft. Nul is een emotionele stimulans een bron van irrationele opwinding. Zoiets is wel moeilijk op te meten. Gratis brengt een consument op de verkeerde been zodra ze het woord gratis zien, ook al komen ze voor een gelijkwaardig product. Het piratenbrein Piraterij is een speciale vorm van diefstal, die zowel door de piraten als door de gebruikers van piratengoederen als een tamelijk onschuldig misdrijf wordt gezien. Piraterij is nu juist zo’n speciale klasse van diefstal omdat de kosten voor de rechtmatige eigenaar niet te meten zijn. Als je een muziekalbum maakt en piraten kopiëren dat, pakken ze niet iets af wat je bezit, maar reproduceren ze iets wat je bezit. Dit is een belangrijk onderscheid, dat in de praktijk zo’n beetje betekent dat je geen verlies lijdt maar minder winst maakt. Piraterij is een afgedwongen vorm van gratis. 4
  • 5. Digitaal gratis Zo goedkoop dat het er niet toe doet Lewis Strauss voorspelde in 1954 dat elektrische energie zo goedkoop zou worden dat het niet de moeite waard was om het te meten. Dit is niet uitgekomen maar gebouwen die in die tijd gebouwd werden (bv World trade center) gingen hier wel vanuit. Niet in elk kantoor lichtschakelaars maar dit ging per verdieping. Voor elektriciteit is dit onwaarschijnlijk maar voor 3 andere technologieën; Verwerkingsvermogen van computers: het aantal transistoren (versterkt elektrische signalen) dat chips kunnen bevatten verdubbelt gemiddeld ieder anderhalf jaar. Digitale opslagruimte:opslagruimte (in aantal bytes) op verschillende delen van de harde schijf verdubbelt elk jaar. Bandbreedte:de snelheid waarmee gegevens overgedragen kunnen worden via een vezeloptische kabel (van glas of kunststof, geleidt licht) verdubbelt elke 9 maanden. Kosten halveren, snelheid, capaciteit verdubbelen in zelfde tijd. Dit proces blijft doorgaan, totdat het op een gegeven moment te goedkoop is om te meten. Alles wat op deze 3 technologieën wordt gebouwd, zal blijven dalen in prijs, totdat het het nulpunt nadert. De snellere, betere en goedkopere technologieën komen nu samen op internet, met bv gratis diensten als Youtube. Carver Mead (eind jaren 70); leercurve samen met nieuwe uitvindingen/innovaties leiden tot snellere productie en lagere prijs. Het wordt dan te goedkoop om te meten en is geen schaars goed meer maar overvloedig beschikbaar. Men zou het moeten verspillen. Alan Kay vertelde hoe je dit moest ‘verspillen’. Hij strooide met silicium (wat ook wordt gebruikt in computerchips) om er leuke dingen mee te doen, zoals iconen, muisbesturing, schermverdeling in vensters. De Apple Macintosh is hier uiteindelijk op gebaseerd. Kay’s doel: computers goedkoop, gebruiksvriendelijk en overal verkrijgbaar maken, zodat zij elke niche bereiken. De gebruiker vind dan zelf wel uit wat ze er mee willen doen. Doordat opslagruimte te goedkoop werd om te meten is onder anderen de iPod tot stand gekomen. Er was geen enorme vraag naar een complete muziekcollectie in de broekzak, maar Apple zag de technologie daarvoor wel. Ze creëerde zelf de vraag. Het boek stelt niet dat de prijs helemaal niet meer wordt bepaald door vraag en aanbod,maar de prijstrend op de lange termijn wordt bepaald door de technologie; hoe hoger het aanbod, hoe lager de vraag. Informatie wil gratis zijn Van de ene kant wil informatie duur zijn, omdat het zo waardevol is, van de andere kant wil het gratis zijn, omdat de kosten om informatie te verspreiden steeds lager zijn (Stewart Brand, 1984). Werd vaak verkeerd begrepen omdat het tegenstrijdig is. Beste omschrijving: Overvloedige informatie wil gratis zijn, schaarse informatie wil duur zijn. 5
  • 6. Concurreren met gratis 1975; Micro-soft was bang dat zij geen geld meer verdiende om nieuwe software te ontwikkelen omdat het veelal gratis werd gekopieerd. Uiteindelijk werd het gebruik van de computer normaal en wilde het grootste deel wel voor software betalen. Echter bleef micro-soft last houden van piraterij. In ontwikkelingslanden nam het ernstige vormen aan. Met name in China.Bill Gates wist dat piraterij nooit helemaal verbannen zou worden en nam geen extreme maatregelen. Hij wilde, als software dan toch gekopieerd werd, dat het dan wel zijn software zou zijn, zodat men er bij wijze van spreken aan verslaafd zou raken. Wanneer deze landen dan ontwikkeld zouden zijn, zouden zij er ook voor gaan betalen.Dat moment zie je nu (2009), de prijs voor besturingssystemen voor standaard laptops is door microsoft verlaagd tot 20 dollar en men is bereid dit ervoor te betalen. Linux komt met opensourcesoftware. Dit kon men gratis gebruiken en wijzigen. In 1991 was hier al mee begonnen maar hoewel microsoft van het bestaan af wist zagen zij het niet als een echte bedreiging.Pas 10 jaar later (2001) kwamen zij met een strategie om het geloofwaardig op te nemen tegen Linux. In 2002 had Linux een marktaandeel in webserver besturingssystemen van 25% tegen 50% van microsoft. Fase 1: ontkenningsfase Microsoft gaat er in de eerste 10 jaar Linux vanuit dat het vanzelf weer zal verdwijnen of onbetekenend zou blijven. Microsoft ging er vanuit dat consument geen eenvoudige, gratis software wilde, maar gelikte, professionele afwerking. In 2003 had Linux een marktaandeel van bijna 1/3e. Microsoft deed Linux af als een hype. Fase 2: woede Linux bleek een echte bedreiging en microsoft wilde dit te niet doen door het zwart te maken. Ze wilden de gebreken van Linux blootstellen. Dit hielp ook niet. Gebrek aan bewijs leed ertoe dat men het afdeed als kwaadsprekerij van microsoft. Fase 3: (onder) handelen Besef dat microsoft moest ophouden Linux zwart te maken omdat zij anders niet meer serieus werden genomen. Ze moesten met feiten komen. Een onafhankelijk onderzoek wees uit dat microsoft daadwerkelijk beter was. Microsoft kwam uiteindelijk zelf met een shared source programma, maar het raakte Linux nauwelijks. Fase 4: Depressie Microsoft neemt Bill Hilf aan, die de leiding had over de succesvolle Linux projecten. Hij constateerde dat microsoft niet genoeg kennis had van open source en het alleen maar als een bedreiging zag. De IT’ers van microsoft mochten er van de advocaten ook niet mee werken omdat ze bang waren dat door een kleine verrassing heel microsoft vrij toegankelijk zou worden. Bill Hilf stond er alleen voor, kreeg geen budget en werkte met oude computers. Fase 5: acceptatie De top ging uiteindelijk om. Ze hadden alles geprobeerd om Linux uit te schakelen maar het werd alleen maar sterker. De software van microsoft moest gaan werken in combinatie met open source. Dit werkt aardig en het marktaandeel is nu ongeveer 20% Linux en 80% microsoft. 6
  • 7. Demonetisering Google is het grootste bedrijf ooit dat is opgebouwd uit het principe van weggeven. Het biedt nu software aan zoals fotobewerking, tekstverwerkers en andere producten en bijna allemaal echt gratis zonder addertjes onder het gras. Dat doen ze zoals elk modern digitaal bedrijf zou moeten doen door veel weg te geven en geld te verdienen aan een paar dingen. Tegenwoordig heeft iedere beginner toegang tot grote servers en kunnen ze daardoor relatief goedkoop een kleine internet start-up beginnen. Deze bedrijven testen vaak gratis om te proberen of hun ideeën bij het publiek aanslaat, maar Google blijft hier in de grootste. Google is begonnen als zoekmachine die beter werd in plaats van slechter naarmate het web groter werd. Inmiddels bieden ze talloze andere producten en diensten aan om de consumenten te binden. Dit heeft er toe geleid dat het nu een waarde heeft van 20 miljard en meer winst maakt dan alle Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen en autofabrikanten bij elkaar. En dat voor een bedrijf waarvan het bedrijfsmodel gebaseerd is op gratis. Google bouwt steeds meer grote datacentra met nog snellere computers met nog meer opslagruimte, hierdoor kan de fabriek 2 keer zo veel als de fabriek ze een jaar eerder hebben gebouwd. Door deze evolutie wordt het voor Google steeds goedkoper om je hun diensten aan te bieden. Door de schaalgrootte wordt alles voor Google steeds goedkoper en kan het steeds lagere prijzen bedienen voor hardware, bandbreedte en elektriciteit. Maximumstrategien: Gratis is de beste manier om een zo groot mogelijke markt te bereiken en massale aanhang te krijgen. Doe wat je ook doet en doe dat maximaal in termen van distributie. Als je bijvoorbeeld een tv serie maakt en deze verkoopt aan een zender kan je hier je geld mee verdienen. Maar om de serie onder de aandacht te brengen schrijf je ook een blog, schakel je een pr-bureau in voor persberichten, maak je een facebook pagina aan en maak je een twitter account aan om de mensen op de hoogte te houden van de serie. Als de serie bezig is zet je niet getoonde beelden op youtube, schrijf je een prijsvraag, en kijk je hoe je de serie nog meer onder de aandacht kan brengen. Alleen de deal met zender levert geld op maar de rest draagt wel bij aan het succes van het programma, dit is een max- strategy. Voor Google levert een nieuwe blog of elke keer dat iemand Google Maps gebruikt alweer zo veel informatie op dat het voor hun complementaire producten zijn. Hoe meer mensen gebruik maken van het internet hoe beter dit is voor Google zijn kernactiviteiten. Als Google met gratis mensen kan stimuleren om meer online te gaan verdient het daar uiteindelijk meer geld mee. Een gigantisch zuigend geluid: Niet voor iedereen is gratis, de kranten en de muziekindustrie bijvoorbeeld leiden enorm onder de nieuwe gratis strategieën die het internet mogelijk maakt. In 1992 had de encyclopedie-industrie bijvoorbeeld een waarde van 1,2 miljard met als marktleider Britannica met een verkoop van ongeveer 650 miljoen dollar. Er waren encyclopedieën die meer dan 1000 dollar kosten, in 1993 veranderde dit definitief toen microsoft encarta lanceerde voor 99 dollar. In 1996 was de encyclopedieënmarkt 600 miljoen waar en had de waarde van Encarta 100 miljoen dollar. Voor elke dollar die microsoft verdiende haalde het er 6 weg uit de markt. Het bedrijf verdiende geld door de markt te krimpen. Nu heeft Wikipedia wat niets kost de markt nog verder verkleind. Dit levert geen geld op maar door de informatie hebben wij zelf wel meer kans om geld te verdienen. Gratis verdampt miljardenindustrieën in miljoenen industrieën maar toch blijkt de welvaart niet te verdampen. Ze worden herverdeeld op een manier die moeilijk te meten valt. 7
  • 8. De modellen van de nieuwe media Rond 1925 gloorde de opkomst van de commerciële radio industrie aan de horizon. Tot dan toe werden de uitzendingen gemaakt van een klein budget of werden ze betaald door de makers van de radio ontvangers zelf. Na een prijsvraag over hoe dit anders kon werd het winnende concept kijk en luistergeld. NBC probeerde het op een andere manier zij zochten hun weg in de radioreclame, wat eerst niet werkte vanwege het geringe bereik maar met de komst van de kabel door AT&T veranderde dit al snel. Nationale programma’s konden vanuit lokale plaatsen over het hele land worden uitgezonden. Enkele jaren later volgde de televisie dezelfde weg, Radio en televisie werden ‘ gratis’ uitgezonden ondersteund door reclame. Zo werd het nieuwe mediamodel gratis geboren; een derde partij (adverteerder) subsidieert de inhoud zodat de tweede partij (kijker of luisteraar) deze gratis kan krijgen. Tegenwoordig vormt dit drie partijenmodel de kern van de advertentie-industrie waar ongeveer 300 miljard in omgaat. Advertenties buiten de media: In de tijdschriften industrie wordt een alles aan gedaan om nooit een advertentie te plaatsen die belang heeft bij het redactionele stuk omdat dit het vertrouwen van de lezer kan schaden. Bijvoorbeeld een advertentie van Sony bij een stuk over een nieuwe Led-tv. Google doet met Ad- sense precies het tegenovergestelde en hier betalen bedrijven een vermogen voor. Dit is een verandering die met het adverteren op het internet optreed nu de markt van het adverteren naar het internet aan het verschuiven is. Mensen gaan met een andere verwachting het internet op dan wanneer ze bijvoorbeeld een artikel in een tijdschrift lezen. Waar het uitzendmodel eerst was irriteer de 90% om de 10% te bereiken is dit nu omgedraaid, irriteer de 10% om de 90% te bereiken. Hoe de nieuwe media de ouder veranderden: Kranten realiseerden dat de Google generatie de gewoonte van hun ouders om dagelijks de krant te lezen mogelijk niet overnam, daarom gingen ze gratis producten weg geven bij de aanschaf van een krant. Waar de krantenindustrie hard achteruitging steeg de markt van gratis kranten met 20% per jaar, goed voor 7% van de totale krantenomzet in 2008. Het einde van betaalde inhoud: Jonathan Handel, advocaat in entertainmentzaken geeft zes redenen voor de migratie naar gratis: 1. Vraag en Aanbod: Het aanbod van inhoud is met een factor van een miljoen toegenomen maar we kunnen niet meer inhoud consumeren. 2. Verlies van fysieke vorm: We hechten meer waarde aan atomen dan aan bits. 3. Toegangsgemak: Het is makkelijker om inhoud te downloaden dan het te zoeken en te kopen. De bereidheid om te betalen neemt hierdoor af. 4. De verschuiving naar met advertenties ondersteunde inhoud: Gewoonten die op het web ontstaan slaan over naar de rest van het leven. Als iets online gratis is moet het dan niet overal gratis zijn. 5. De computerindustrie wil dat inhoud gratis is: Apple verdiend miljarden met de verkoop van IPod. Gratis inhoud is hier voor essentieel. 6. Generatie gratis: De generatie die is opgegroeid met breedband is niet anders gewend. 8
  • 9. Doordat je online steeds meer kan meten betalen bedrijven alleen nog maar voor resultaten. Het is niet meer zoals vroeger; de helft van mijn advertentiekosten is verspilling ik weet alleen niet welke helft. De triomf van het mediamodel: Waar je vroeger vijf hoofdcategorieën had: gedrukte pers, tv, radio, buitenreclame en uitgereikte reclame zijn er met het internet vele mogelijkheden bij gekomen. Hierdoor zijn er vele nieuwe reclamevormen ontstaan. Hierdoor heb je nieuwe modellen zoals CPM (kosten per duizend), CPC (kosten per klik), CPT (kosten per transactie en leadwerving waarbij adverteerders betalen voor namen en e-mailadressen van mensen die gebruik hebben gemaakt van gratis. De economie van monsters en elfen: De game-industrie is qua verkoopcijfers uitgegroeid door een concurrent van Hollywood en stevent sneller dat wat dan ook af op gratis. De online multiplayergames zijn erg in opkomst en daarnaast zijn ook de online ontspanningspelletjes, kinderspelletjes en apps in opkomst. We benoemen de vijf meest succesvolle categorieën: 1. Virtuele producten verkopen: In 2008 was WOW consequent in de top 10 van meeste gezochte worden op Google. De afkorting voor World of Warcraft waar mensen op zoek gingen naar virtueel goud, de interne valuta in het spel. In China waren er gebouwen vol medewerkers die bezig waren met het spel door klikken om zoveel mogelijk virtuele schatten te verdienen en deze door te verkopen op het web. Facebook gebruikt dit model met zijn digitale giften (farmville) wat het bedrijf jaarlijks zo’n dertig miljoen dollar oplevert. Door de spellen gratis aan te bieden en alleen mensen te laten betalen die echt willen betalen houd je alleen de ambassadeurs voor je spel over en die leveren het meeste geld op. 2. Abonnees: Club penguin is een online spel voor kinderen van 6 t/m 12 jaar ontwikkeld door Disney. Wat in Amerika in 2006 een enorme rage werd. Het spel was gratis maar om je Iglo leuk in te richten kon je voor zes dollar per maand lid worden van club penguin. De 10% die lid werd leverde het spel jaarlijks ruim 40 miljoen dollar op. 3. Reclame: Doordat je online snel kan inspelen op de laatste trends en veranderingen en constant kunt updaten kan je altijd nieuwe en up-to date reclame in spellen plaatsen. In 2008 zag je in de aanloop naar de verkiezingen in Amerika in alle Amerikaanse racespellen op de Xbox 360 en PS3 aanplakbiljetten om te stemmen voor Barack Obama. Deze waren betaald door de campagnemakers van Obama en konden dagelijks worden aangepast om in te spelen op alle veranderingen. 4. Onroerend goed: Linden labs is een virtuele onroerend goed handel. Linden Labs maakt virtueel zoveel land als mogelijk is en de gebruikers kunnen dit aantrekkelijk maken door er huizen en hele steden op te bouwen. De huur van het land varieert van 5 tot 95 dollar per maand afhankelijk van perceeloppervlak. Je kunt ook je eigen eiland kopen voor 1675 dollar en 295 dollar huur per maand. Wanneer je de huur op zegt kan het stuk land aan andere mensen worden toegewezen. Binnen deze second Life is ook een markt ontstaan waar mensen reeds bebouwde stukken land door verkochten, Anshe Chung beweert hier miljonair mee te zijn geworden. 9
  • 10. 5. Merchandise: Rond 2008 was webkinz twee jaar op rij speelgoed nummer 1 in Amerika. Je kocht een doodgewone knuffel in de winkel waar een code bij zat. Door deze code in te voeren in het bijbehorende gratis online spel kon je een eigen boerderij beginnen. Je kunt echter alleen meer virtuele dieren toevoegen door een echte knuffel te kopen. Een effectieve cyclus die honderden miljoenen heeft opgeleverd. Een goede combinatie van offline en online samenvoegen tot een winstgevend product. Gratis muziek: Veel platenmaatschappijen klagen dat ze kapot zijn gemaakt door de gratis muziek. Door echter creatief er mee om te gaan kan er toch veel geld verdiend worden met gratis muziek. Radiohead zette het album Rainbows online en vroeg de consument te betalen wat ze het zelf waard vonden. Hierdoor steeg de verkoop van de fysieke albums ook tot nummer 1 op de hitlijsten, waren alle concerten uitverkocht, en werd Rainbows het succesvolste album van Radiohead in commercieel opzicht. Daarnaast zijn er nieuwe bedrijven zoals Apple die door de gratis muziek veel geld verdienen door de verkoop van de IPod. Doordat mensen via de iPod overal hun favoriete muziek kunnen luisteren raken ze meer betrokken, gaan ze vaker naar concerten en kopen ze meer fan artikelen. Hoe groot is de gratis-economie? Er zijn veel berekeningen op los te laten en veel voorbeelden te geven maar het blijft toch vooral natte vinger om te zeggen hoe groot de gratis economie nou eigenlijk is. Dat het groot is echter wel duidelijk dat alleen facebook al een waarde van rond de 4 miljard heeft. De online videogame markt bedraagt ongeveer een totale omzet van 36 miljard per jaar. Alles bij elkaar opgeteld gaat de schrijver van het boek er van uit er wereldwijd met gratis ongeveer een omzet van 300 miljard wordt behaald. De hoeveelheid arbeid die hierbij komt kijken is dan echter nog niet mee gerekend. Als we kijken naar de inhoud van het web dan moeten hier ongeveer een biljoen uren in vijftien jaar aan besteed zijn. Dit staat gelijk 32 miljoen mensen die in dezelfde tijd voltijds aan het web werken. Als je er van uit gaat dat ongeveer 40% gratis is gedaan komt dit neer op ongeveer 13 miljoen mensen wat bijna gelijk is aan de gehele beroepsbevolking van canada. Als al deze mensen betaald hadden gekregen en we gaan uit van een bescheiden salaris van 20.000 dollar per jaar dan zou dit meer dan 260 miljard aan salaris zijn geweest. Oftewel Gratis is zo groot als een economie van een behoorlijk land. De economie van gratis en de wereld van gratis Econ 000 In 1838 publiceerde Antoine Cournot, een Franse wiskundige uit Parijs, het boek Recherches, dat nu als een economisch meesterwerk wordt beschouwd (in zijn tijd dachten velen daar anders over). In het boek probeerde hij in kaart te brengen hoe bedrijven concurreren en kwam hij na talloze berekeningen tot de conclusie dat het allemaal draaide om de hoeveelheden die ze produceerden. Hierbij wordt als voorbeeld een fabriek dat kommetjes maakte gebruikt. Een ander bedrijf wilde een fabriek openen om hetzelfde te doen waardoor dat bedrijf erop zou toezien dat het niet te veel kommetjes maakte. Dan bestond namelijk het gevaar dat de markt werd overspoeld met 10
  • 11. kommetjes, wat de prijs zou drukken.Joseph Bertrand, een andere Franse wiskundige, in 1883 besloot om Recherches nogeens serieus te bestuderen. Bertand vond dat er niks van klopte en heeft half voor de grap zijn modellen veranderd. Hij stelde vast dat hetvoor de hand liggender was om de prijs te laten dalen om hun marktaandeel te vergroten. Ze zorgden ervoor dat de prijzen net boven de productiekosten kwam te liggen, wat‘prijszetting tegen marginale kosten heet. In de 20ste eeuw werd er weer naar de fransen gekeken. Op markten van overvloed, waar je gemakkelijk meer spullen kunt maken, wint Bertrand meestal; de prijs daalt inderdaad vaak tot de marginale kosten. Omdat het internet de gedemocratiseerde instrumenten van productie (computers) combineert met het gedemocratiseerde distributie-instrument (netwerken), is juist dat tevoorschijn gekomen wat Bertrand zich had voorgesteld: een werkelijk concurrerende markt. Hierdoor werd een theoretisch economisch model dat ruim een eeuw geleden werd bedacht als een grap om een andere econoom belachelijk te maken, de wet van de prijszetting online. Non-monetaire economieën Geld is steeds minder het belangrijkste signaal op de markt. Daarvoor in de plaats zijn twee non-monetaire factoren in opmars. Deze factoren zijn wat we wel de ‘aandachteconomie’ en de ‘reputatie-economie’ noemen. Er ontstond een gifteconomie. Deze economie houd in dat je mensen iets kan geven zonder iets ervoor terug te vragen. Het web leverde de instrumenten die nodig zijn voor een gift economie en plotseling ontstond er een markt van gratis productuitwisseling. Verspilling is (soms) goed Op het internet zijn pagina’s oneindig te wijzigen. Het maakt niet uit of iemand ruimte verspilt. Omdat wezowel op schaarse als overvloedige markten concurreren, kunnen we niet toe met één managementstructuur. Schaarste Overvloed Regels Alles is verboden tenzij het is Alles is toegestaan tenzij het toegestaan verboden is Maatschappelijk model Paternalisme (wij weten wat Egalitarisme (Jij weet zelf wat het beste is) het beste is) Winstplan Bedrijfsmodel We vinden wel een manier Besluitvormingsproces Van bovenaf Van beneden naar boven Managementstijl Gezag en controle Ongecontroleerd Gratis-wereld In China heeft de piratenrij gewonnen. Piraterij is in China bijvoorbeeld al goed voor 95% van de totale muziekconsumptie, waardoor platenmaatschappijen anders moesten gaan denken. Voor een artiest kan de piratenrij juist een voordeel zijn. De artiest krijg door piraterij namelijk enorm veel fans die normaal niet de volle prijs zouden betalen voor zijn of haar album. Een ander voorbeeld van piraterij zijn de namaak kleding en andere namaak spullen. Feit is echter wel dat namaak het origineel juist kan helpen. Veel mensen die van een bepaald merk niet het origineel bezitten hebben vaak wel de behoefte om ooit nog het originele te kopen. Verder brengen 11
  • 12. de neppe producten nog altijd het merk naar buiten wat weer voor naamsbekendheid zorgt. Verder zijn er ook nog de straatverkopers in Brazilië. Ze verkopen voor slechts 75cent een album van de band Calypso. Het gevolg hiervan is dat Calypso enorm populair is in Brazilië. Overal waar ze komen worden ze helemaal volgeboekt, waardoor ze niet alleen betalen voor kaartjes, maar ook voor eten en drinken. Al met al heeft Calypso haar populariteit te danken doordat straatverkopers bijna gratis albums hebben weggegeven. Je krijgt waarvoor je betaald Er zijn verschillende mensen die kritiek uiten op het gratis concept via het internet. Zo zeggen veel mensen je betaalt toch voor de provider en je betaalt voor de toegang van het internet. Daarnaast is veelgehoorde kritiek dat er altijd verborgen kosten zitten aan gratis. In hoofdstuk zestien staan de 14 meest gehoorde kritieken met betrekking tot gratis beschreven en wordt er bij elke kritiek een voorbeeld gegeven. Chris Anderson pareert deze kritieken en geeft hier zijn eigen visie op 12
  • 13. Radiohead Radiohead bracht het album Rainbows online uit met het verzoek aan de mensen om te betalen wat ze er zelf voor over hadden. De gemiddelde prijs die online werd betaald was 6 dollar. Toch werd het commercieel gezien het beste Radiohead album ooit en dat in een tijd dat de muziekverkoop bergafwaarts ging. Door het online gratis weg geven werd het album zo bekend dat het album in totaal offline en online 3 miljoen keer werd verkocht, er werden 100.000 luxe boxen verkocht, de fysieke CD kwam in de VS en VK binnen op nummer in de hitlijsten en de tournee was groter dan ooit met 1,2 miljoen verkochte kaarten. Hiermee bewees Radiohead dat je door dingen gratis weg te geven een breder publiek kan bereiken waarvan een deel misschien betalende klant wordt. In het geval van Radiohead in de vorm van concertgangers, t-shirtkopers of muziekkopers. Door het één gratis weg te geven kun je met complementaire producten juist meer verdienen dan voorheen door alles goed op elkaar aan te laten sluiten en niet op product winst te willen maken. Conclusie Je kunt bepaalde dingen gratis aanbieden en toch winst maken. Door geld te rekenen die complementair zijn aan het gratis product. De prijstrend op de lange termijn wordt bepaald door de technologie; hoe meer er van een artikel is, hoe lager de prijs. Op het gebied van adverteren zijn er door online nieuwe maatstaven ontstaan. Gratis is de beste manier om een zo groot mogelijke markt te bereiken en een massale aanhang te creëren. Het woord gratis wekt een emotionele stimulans waardoor men irrationeel na denkt. Wanneer is het wel en wanneer niet toe te passen? Niet: Een bedrijf dat één product aan kan bieden waarbij zij zich puur richten op de verkoop en dus niet geld kunnen verdienen met bijvoorbeeld advertenties op hun eigen webpagina. Een autobedrijf is het oude-gratis men geeft bij aankoop van een auto bijvoorbeeld een navigatiesysteem gratis. Zij zullen echter niet met het nieuwe-gratis kunnen werken omdat zij nooit een auto gratis aan zullen bieden in de hoop dat men andere goederen bij hen koopt. Wel: Bedrijven die verschillende producten aanbieden die in relatie staan met elkaar, of die dermate populair zijn dat zij andere bedrijven zo ver krijgen te adverteren op bijvoorbeeld hun webpagina. Bedrijf die Gratis goed uitvoert Spotify is een bedrijf dat de principes uit het boek Free van Chris Anderson goed uitvoert. Zij zorgen er voor dat de consument via het onlinekanaal gratis muziek luisteren en delen met hun vrienden. Op deze manier wordt spotify verspreid door de gebruikers om de niet-gebruikers te beïnvloeden. Zij verdienen geld door reclamesspots tussen het beluisteren van muziek door. Daarnaast kan men een abonnement aanschaffen waarbij je geen reclame wordt getoond en onbeperkt muziek kunnen luisteren. Uit onderzoek blijkt dat het illegaal downloaden van muziek door de dienst van Spotify flink verminderd is. 13
  • 14. Bedrijf die Gratis slecht of niet uitvoert Entrecote restaurant Breda kwam met het primeur om hun enige gerecht, entrecote met friet en sla, gratis aan te bieden. Het idee was om de gasten te laten betalen voor de gedronken drank. Echter, bestelde men vaak zeer weinig drank. Nadien bedachten zij een concept waarbij gasten zelf konden bepalen wat zij over hadden voor het gerecht. Dit bleek echter niet te werken waardoor het restaurant ten onder ging en de eigenaar besloot om dicht te gaan. Meningen Bao: Het boek was redelijk goed te lezen. Het boek liet mij hierdoor out of the box denken over hoe je het idee van gratis kunt toepassen. Ondanks dat het boek verouderd is sta ik er bij stil dat elk bedrijf tegenwoordig het idee Gratis in zijn of haar bedrijf gebruikt om een groot mogelijke markt te bereiken. Het mooie van dit boek is dat de voorbeelden in het dagelijks leven constant worden toegepast. Stef: Sommige hoofdstukken waren erg interessant. Met name waarin voorbeelden werden gebruikt. Deze waren erg gedetailleerd en daardoor goed te begrijpen. Ik vond er echter ook een aantal moeilijke hoofdstukken bij zitten, waarin meer op het technische gedeelte van de computer werd ingegaan. Het leuke aan het boek vind ik dat je inzicht krijgt in de denkwijze van sommige van de meest succesvolle bedrijven. Jesse: Het was een makkelijk te lezen boek. Er zitten interessante hoofdstukken bij die bijdragen aan nieuwe inzichten en die dingen aan het licht brengen waar ik nog niet eerder over nagedacht heb. Er zaten wel een paar mindere hoofdstukken bij waar er geen duidelijke lijn in het verhaal zit en die hij misschien beter weg had kunnen laten. De gegeven voorbeelden wat waren over het algemeen, kort, bondig en duidelijk. Al met al een leuke boek met verfrissende inzichten. Paul: Het was een interessant boek om te lezen, waarbij je een hele andere kijk krijgt op het inzetten van gratis producten. Je staat er eigenlijk niet bij stil hoeveel bedrijven eigenlijk gebruik maken van dit fenomeen. De vele voorbeelden die gebruikt worden in het boek versterken hetgeen dat de schrijven duidelijk wilt maken en dit zorgt ervoor dat het een duidelijk geheel wordt. Een minpuntje is wel dat het boek niet altijd even makkelijk is te lezen, doordat de schrijven regelmatig van de hak op de tak gaat. 14