Presentatie over de verschillende aspecten van het schrijven van teksten voor websites. Daarnaast een vertaling van schrijven op taalniveau B1 naar het web.
2. Waar gaan we het over hebben Schrijvenvoor het web Doelgroepen Toegankelijkheid, vindbaarheid en gebruiksvriendelijkheid Schrijven op B1-taalniveau Aan de slag!
3. Ken je doelgroep Hoe komen bezoekers op de website terecht? Google Analytics resultaten
4. Ken je doelgroep Bezoekers komen in ruim 50% van de gevallen binnen via eenzoekmachine (meestal Google) Bezoekers volgen niet altijd de hiërarchische structuur: komen in lang niet alle gevallen dan op de homepage uit Dus: zie iedere pagina als een homepage! Iedere webpagina moet je los van een andere webpagina kunnen lezen
5. Je websitebezoekers ‘Gewone’ websitebezoekers. Bekijken de website met een browser zoals Internet Explorer, Firefox, Safari (Apple) of Chrome Websitebezoekers met een handicap. Bekijken de website met een screenreader zoals Thunder, of met een braillelezer, of maken gebruik van de ‘lees voor’-functie Zoekmachines. Spideren de website
7. De websitebezoeker Bekijkt de website in een F-vorm Makkelijk en snel te scannen teksten: informatie overzichtelijk presenteren Veel tussenkoppen Veel witruimtes Niet te lange alinea’s Korte zinnen en duidelijke tekst Opsommingen
8. De websitebezoeker met een handicap Denk aan: blind, slechtziend, dyslexie, kleurenblind, doof of slechthorend (alternatief voor audio), mensen die de muis niet goed kunnen bedienen Bekijkt de website (meestal) niet via een ‘bekende’ browser, maar via screenreader, brailleleesregels of bekijkt de website met grote letters / lees voor. Bijvoorbeeld screenreader (voor slechtzienden en blinden): programma dat de website voorleest
10. De websitebezoeker met een handicap Heeft veel behoefte aan structuur Structuur zowel voor als achter de schermen: deel is techniek, deel is webredactie Techniek: semantiek broncode, verborgen navigatie, ‘lees voor’-mogelijkheid, grote letters, etc Webredactie: links, afbeeldingen, (tussen)koppen, etc
11. De websitebezoeker met een handicap Er zijn richtlijnen opgesteld voor toegankelijke websites Waarmerk Drempelvrij Drie niveaus:Toegankelijkheid prioriteit 1Toegankelijkheid prioriteit 2Webrichtlijnen
12. Quickscan Niveau 1 = voldoen aan 16 eisenNiveau 2 = voldoen aan 46 eisenNiveau 3 = voldoen aan 125 eisen Zelf testen of een webpagina voldoet aan 47 van de 125 richtlijnen www.webrichtlijnen.nl
13. Voorbeeld webrichtlijn voor webredacteur IJkpunt 10.1: Zorg ervoor dat communicatieve elementen hun betekenis niet alleen via kleur overbrengen
14. Voorbeeld webrichtlijn voor webredacteur IJkpunt 10.1: Zorg ervoor dat communicatieve elementen hun betekenis niet alleen via kleur overbrengen
15. Zoekmachine Spidert websites ‘eens in de zoveel tijd’ Frequentie groter als er vaker nieuwe content is Eigenlijk je grootste blinde bezoeker Je kunt kijken door de ogen van een zoekmachineVia bijvoorbeeld: www.seo-browser.comwww.webconfs.com
16. Wat ‘ziet’ een zoekmachine? De broncode van de pagina Teksten op de pagina zelf Links die naar de pagina toegaan en de linkteksten, zowel van de eigen site als van externe websites Paginatitel en metagegevens Structuur van de pagina (tussenkoppen (H2, H3), Opsommingen, Tabellen, vetgedrukt/schuin Alternatieve teksten van afbeeldingen en video Linkteksten naar documenten en andere pagina’s
17. Wat ‘ziet’ een zoekmachine niet? Afbeeldingen Animaties in bijvoorbeeld Flash Kaarten Video’s De opmaak van de pagina
18. Hoe werkt de zoekmachineranking? (1) Google kijkt naar: Links vanaf (andere) websites naar de pagina‘Blijkbaar is een pagina belangrijk als er vaak naar wordt gelinkt’ Inhoud linkteksten. Vergelijk ‘Ondernemersagenda’ als linktekst met ‘klik hier voor meer informatie’ Trefwoorden die op de pagina voorkomen. Het is niet ‘hoe vaker, hoe beter’. Google is ook niet dom ;) Keyword density: circa 5 – 10 %
19. Hoe werkt de zoekmachineranking? (2) Google kijkt naar: Trefwoorden die worden weergegeven in de paginatitel, tussenkoppen, vetgedrukt/schuin, achter afbeeldingen, in tabellen, opsommingen, etc. ‘Dan is het kennelijk een belangrijk woord voor die pagina’ Techniek (W3C, laadtijd van de pagina, etc)
21. Dus wat is van belang? Zoekmachine (en websitebezoeker met beperking) vormt zich een beeld van de pagina op basis van:structuuralternatieve gegevenscontent Overigens goede structuur en content ook van belang voor ‘gewone’ websitebezoeker!
22. Wat zijn deze alternatieve gegevens? Paginatitel (metatitle) Paginaomschrijving (metadescription) Zoekwoorden (keywords) Tussenkoppen Links Alt-teksten bij afbeeldingen Tabellen Documenten URL
23. Paginatitel (metatitle) Geeft goede omschrijving van de pagina Staat bovenaan de pagina, in menu, in overzicht Wordt weergegeven in rangorde als ‘H1’ Idealiter 8 – 10 woorden (richtlijn, geen verplichting) Wordt in Google weergegeven als titel Trefwoorden in paginatitel belangrijk voor ranking zoekmachine Titel ook aantrekkelijk genoeg om op door te klikken
24. Paginaomschrijving (metadescription) Geeft goede omschrijving van de inhoud van de pagina Trefwoorden in omschrijving belangrijk voor ranking Maximaal 250 tekens Wordt vaak in Google weergegeven als omschrijving Wordt ook in ‘eigen’ zoekresultaten en in overzichten (vacatures, nieuws) weergegeven als omschrijving Call to action (aantrekkelijk genoeg om door te klikken)
25. Zoekwoorden (keywords) Geeft de belangrijkste trefwoorden van de pagina weer Werd eerder veel door Google gebruikt, maar nu in mindere mate. Wordt wel (deels) gebruikt door interne zoekmachine. Maximaal 200 tekens
26. Tussenkoppen Zijn belangrijk voor structuur en leesbaarheid Vullers: Worden weergegeven als H2, H3, etc (niet vet) Maken het de websitebezoeker makkelijk om een website te scannen Is voor de websitebezoeker met handicap en zoekmachine makkelijk om de structuur beter te doorgronden Zoekmachine vindt trefwoorden als tussenkop (H2, H3, etc) belangrijker dan ‘platte tekst’
28. Links Belangrijk om goede, beschrijvende linktitel mee te geven Dus niet: ‘Lees verder’ of ‘Klik hier voor meer informatie’ Wel: ‘Alles over de gemeente’ of ‘Overzicht woonzorgcentra in Noord-Holland’ Bezoeker wil graag vooraf weten wat er achter een link zit (geen verrassingen!), dus kondig het aan als de bezoeker naar een andere website gaat
29. Links Bezoeker wil ook graag meteen het antwoord vindenop de beloofde inhoud in de link, dus zorg dat de linkomschrijving de lading goed dekt! Inhoud linkteksten ook extra belangrijk voor websitebezoekers met een handicap (overzicht van alle links) en zoekmachines (trefwoorden in linktekst zeggen iets over inhoud pagina) In CMS automatisch melding bij externe website (icoon)
31. Alt-teksten bij afbeeldingen Alternatieve tekst (alt-tekst) voor als afbeeldingenniet worden weergegeven Tekst zie je als je met je muis over de afbeelding heengaat en je cursor stilhoudt Belangrijk voor zoekmachine, bezoeker die afbeeldingen niet kan zien (screenreader, afbeelding kan niet worden geladen, etc) Let ook op naamgeving afbeelding zelf (niet: DCX7865097.jpg, maar: Zorginstelling_Bloemenhof.jpg)
32. Tabellen Hebben altijd een beschrijvende titel Toegankelijkheid: altijd duiding rijen en kolommen Duiding rijen en kolommen ook van belang voor zoekmachines en toegankelijkheid Geen lege cellen, geen samengestelde cellen
33. Tabellen: voorbeeld Screenreader bij verkeerde opbouw leest: In CMS voorkomen we dit door techniek, daarnaast mogen er geen lege cellen voorkomen
34. Documenten Kunnen als bijlage worden geplaatst bij een webpagina Komen onderaan de pagina in een lijst (dus niet in tekst) Binnen tekst zelf dus verwijzing Bij voorkeur documenten in PDF A1/A (= open standaard) en dus niet in Word Ook hier weer: goede, beschrijvende linknaam In CMS automatisch bestandsgrootte + bestandsformaat achter link
35. URL URL is bijvoorbeeld www.naam.nl/actie Belangrijk dat de belangrijke trefwoorden in de URLstaan voor zoekmachines In CMS automatisch paginatitel in URLBijvoorbeeld. www.naam.nl/categorie/actie in plaats van www.naam.nl/?pageid=876.html Niet interessant voor schrijvers, wel voor webredacteur
36. Samenvatting Schrijven voor het web Goede mix zien te vinden tussen:Gebruiksvriendelijkheid (overzichtelijke presentatie, gebruik afbeeldingen en video’s) Toegankelijkheid (rekening houden met een brede doelgroep) Vindbaarheid (in zoekmachines)
37. Even alles laten bezinken Zijn er verder nog vragen? Pauze Na de pauze verder met Schrijven op B1-taalniveau
38. Schrijven op B1-taalniveau Verschillende taalniveaus vastgesteld door de Raad van Europa TaalniveausA1 – A2 – B1 – B2 – C1 – C2 A1 = voorleesboek voor kinderen C2 = wetenschappelijke tekst
39. Schrijven op B1-taalniveau Teksten van overheid en bedrijfsleven vaak te moeilijk Meestal geschreven op C1-niveauLezers zijn beperkter taalvaardig dan de schrijvers van deze teksten Oplossing? Verlaag het taalniveau van je teksten! Teksten op B1-taalniveau leesbaar voor circa 75% van je bezoekers
41. B1 Structuur (1) Kernboodschap vooraan: direct in eerste alineaZodat bezoeker meteen antwoord vindtPas in rest van de alinea’s achtergrondinformatie Maak veel gebruik van tussenkoppenZodat de tekst makkelijk te scannen isNiet creatief in tussenkoppen (op web)Ideale tussenkop: 4 a 5 woorden, gericht op inhoudVullers: tussenkoppen in H2, H3, etc (dus niet bold)
42. B1 Structuur (2) Informatie die bij elkaar hoort, plaats je ook bij elkaarJe geeft duidelijke verbanden tussen informatieVerbindingswoorden en verwijzingen:‘deze’, ‘die’, ‘ook’, ‘daarna’ Je presenteert je tekst in hapklare brokkenIndeling in verschillende alinea’s (4 tot 6 regels) Maak gebruik van witruimtes, opsommingen, linksVullers: opsommingen niet zelf maken (met streepjes oid, maar via opmaak in CMS!
43. B1 Structuur (3) Iedere pagina moet los van een andere pagina gelezen kunnen worden op het web! Dus zorg altijd voor kop en staart Lengte van een webtekstNiet één format voor aan te gevenUit ene onderzoek blijkt dat gebruikers liever klikken, uit ander onderzoek blijkt dat er liever wordt gescrolld.....In ieder geval niet té lang: plaats alleen die informatie die de bezoeker nodig heeft
44. B1 Zinnen (1) Niet te lange zinnen! Richtlijn: maximaal circa 15 woorden per zinAfwisselend wat langere en kortere zinnen, dat leest wel zo prettig Schrijf actief en concreetGeen lijdende vormen: dit leest moeilijk en maakt een zin onnodig langHulpwerkwoorden zoveel mogelijk vermijden: zullen, kunnen, gaan
45. B1 Zinnen (2) Per zin één kernboodschapKernboodschap vooraan Zeg wat je bedoeltGeen tangconstructiesGeen omslachtig of ontwijkend taalgebruikGeen dubbele ontkenningen
46. B1 Woorden (2) Gebruik alledaagse woordenDus woorden die vaak voorkomen Geen: dure woorden, jargon, juridisch taalgebruik,ambtelijk taalgebruik, ouderwetse woorden, buitenlandse woorden
47. B1 Woorden (1) Geen uitdrukkingenMaar zo concreet mogelijk Woorden met een negatieve klank zoveel mogelijk vermijden (zoals hier ;))
48. Testen of je tekst voldoet! Doe de B1-test! Op de website van Accessibilitywww.accessibility.nl/internet/tools/leesniveau_tool
49. Aan de slag! Zelf aan de slag:Checklist Schrijven voor het WebChecklist Schrijven op B1-niveauAanleverformat tekstenSchrijfwijzer Na cursus aanspreekpunt voor vragen