1. FLIPPING THE CLASSROOM
VMBO 3
BY CHINOEK VAN DE VEN &JASJA PRICK

2. TODAY’S SUBJECT: ADVERBS
• Wat is een adverb?
• Hoe zien ze eruit?
• Hoe herken je ze in een zin?

3. ADVERBS
• Opdracht 1: zet de woorden in een andere volgorde, zodat je een kloppende zin hebt.
• tired/is/he/extremely

4. ADVERBS
• He is extremely tired

5. WAT IS EEN ADVERB?
• Adverb = bijwoord
• Een bijwoord geeft extra informatie over :
• Een werkwoord
• een bijvoeglijk naamwoord
• Een ander bijwoord

6. HOE ZIET EEN ADVERB ERUIT?
• -ly
• slow  slowly
• happy  happily
• bad  badly
• Veelvoorkomende uitzonderingen:
• Very
• Fast
• Often

7. HOE HERKEN JE EEN ADVERB IN EEN ZIN?
• Een adverb geeft antwoord op de volgende vragen:
• Hoe?
• Wanneer?
• Waar?
• Op welke manier?
• In hoeverre?

8. SOME EXAMPLES OF ADVERBS
• Een aantal voorbeelden:
• ‘the woman was slowly walking towards me’
• ‘he was quietly listening to the story’
• ‘the tiger was lazily sleeping in the sun’

9. NOW YOU TRY TO FIND THEM!
• “he often bakes extremely delicious brownies, which he eats directly after getting them out of the oven
quickly.”

10. • “he often bakes extremely delicious brownies, which he eats directly after getting them out of the oven
quickly.”

11. TIME TO SHOW OFF YOUR SKILLS!
• Vertaal deze zinnen naar het Engels. Gebruik de Engelse woorden erbij.
1. Hij loopt snel (quick)
2. Ze zingt mooi (beautiful)
3. Hij rijdt langzaam (slow)
4. Ze liepen voorzichtig (careful)