2. COLOFON
Opgesteld door
Kwaliteitsteam Groene Hart;
Pieter Jannink, stedebouwkundige
Sjef Jansen, bioloog
Frits van der Schans, landbouweconoom
Jan Willem Bosch, landschapsarchitect en voorzitter
Datum
februari 2012
Oplage
100 stuks
5. 5Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Inleiding
Het zijn onzekere tijden voor het natuur- en landschapsbeleid in
Nederland. Het Rijk schuift verantwoordelijkheden door naar de
provincies, die hieraan een eigen invulling kunnen geven. Deze ope-
ratie gaat wel gepaard met enorme bezuinigingen (€ 600 miljoen).
Het enige dat nog echt vaststaat is de realisatie van de Natura 2000
gebieden.
Het Groene Hart is de verantwoordelijkheid van drie provincies;
Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. De bescherming van kwetsbare
veengebieden moet een hoge prioriteit blijven houden. Zonder
veenweiden verliest het Groene Hart zijn landschappelijke karakter
en – minstens zo belangrijk – leidt de verbranding van het veen tot
twee andere problemen. De uitstoot van grote hoeveelheden CO2
wat bijdraagt aan de klimaatverandering en de – niet overal gelijk-
matige – daling van het maaiveld waardoor het beheersen van de
waterveiligheid steeds moeilijker en kostbaarder wordt. Harmoni-
satie van het (landschaps-)beleid van de drie provincies is door het
wegvallen van de betrokkenheid van het Rijk meer dan ooit nood-
zakelijk. Wat zijn echter de mogelijkheden om nog daadwerkelijk in
het Groene Hart te investeren nu alle subsidiebronnen zijn opge-
droogd? Hoe moet het veen nu worden beschermd? En hoe krijgt
het Groene Hart nog echt betekenis voor recreatie?
Het Rijk heeft in voorgaande kabinetsperiodes veel gronden aan-
gekocht in het Groene Hart, onder andere ten behoeve van de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Aanvullend hierop was het de
bedoeling `Robuuste verbindingszones` en `RodS- gebieden` (Re-
creatie om de Stad) te realiseren. Deze laatste twee gebieden zijn
door het huidige kabinet geschrapt. Een deel van deze gronden is al
wel ingericht en/of overgedragen aan terreinbeherende instanties
zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of één van de Provinci-
ale Landschappen. Maar een aanzienlijk deel is aangekocht en nog
in bezit van het Rijk. Deze gronden zijn nog niet uitgeruild en/of
ingericht. De inrichting van natuurgebieden op veen ging tot nu toe
vaak gepaard met zeer kostbare ingrepen, waaronder het afplaggen
van de bovenlaag. Voor die ingrepen waren de afgelopen jaren al
te weinig middelen en dat tekort is alleen maar groter geworden.
Niet voor niets overwegen provincies nu een aanzienlijk deel van
de reeds aangekochte gronden weer te verkopen om zo de inrich-
ting van natuur te (kunnen) realiseren. Maar is dit een verstandige
strategie en is het wel slim deze nog niet ingerichte gronden van de
hand te doen?
Bruidsschat voor het Groene Hart
Fundament voor een nieuwe koers
6. afb. 1. Donkere gebieden zijn de diepe veenweiden, deze kunnen daarom
het diepst weg zakken.
7. 7Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Veilig met het veen
Als gevolg van drooglegging oxideert het veen. Zonder veranderin-
gen aan te brengen in de huidige drooglegging daalt het veen tot
maximaal anderhalve meter per eeuw. De eindigheid van het veen
in het Groene Hart is hierdoor eenvoudig te voorspellen. De effec-
ten van verdwijnend veen kun je nu al zien in het landschap. Zo ligt
er plaatselijk na het baggeren geen zwart veen, maar grijze klei-
brokken langs de oever. Op de kaartenreeks op pagina 8 en 9 is te
zien hoe snel het de komende eeuwen zal gaan. Bij het verwachte
klimaatscenario met toenemende temperaturen zijn binnen 50 jaar
al flinke stukken veenlandschap verdwenen. Het grondgebruik kan
hierdoor drastisch veranderen. De landbouw zal het intensieve slo-
tenpatroon niet meer in stand willen houden als dat uit oogpunt
van bodem en waterhuishouding niet meer nodig is. Veenweiden
kunnen veranderen in droogmakerij achtige landschappen met een
geheel ander grondgebruik. Want naast grasland is dan ook akker-
bouw mogelijk.
Gebieden waar juist nog dikke veenlagen van vijf tot zes meter dik
aanwezig zijn (de diepe veenweiden) zullen door het verdwijnen
van het veen het diepste wegzakken. Op afbeelding 1 zijn deze ge-
bieden weergegeven. Als we niets doen ontstaan op deze plekken
dus hele diepe putten in het landschap. Naast effecten op het land-
schap zijn er aanzienlijke kosten voor het waterbeheer.
Terwijl de bodem daalt stijgt de zeespiegel. Hierdoor komt onze
veiligheid steeds meer in het geding. Om het Groene Hart veilig te
houden moet er worden gesleuteld aan het watersysteem. In natte
tijden zal er veel meer water moeten worden afgevoerd, terwijl er
in droge tijden juist meer behoefte aan water zal zijn om de veenge-
bieden van voldoende water te voorzien. Daarmee kan de oxidatie
en de verdere afname van het veen worden beperkt.
Het oxideren van het veen veroorzaakt nu jaarlijks een CO2 uitstoot
van zo’n 2,5 miljoen ton! Dit is vergelijkbaar met de CO2 uitstoot
van 1 miljoen auto’s of een halve kolencentrale. Ter waardebepa-
ling: Het Parool meldde een tijd geleden dat EON en Elektrabel 300
miljoen euro subsidie krijgen voor een CO2-opslagproject voor hun
kolencentrale op de Maasvlakte, om 1 miljoen ton CO2 per jaar on-
der de Noordzeebodem te injecteren!
Naast grotere gemalen zal er in het Groene Hart meer bufferend
vermogen nodig zijn, zowel in de polders als in de boezems. Be-
staande boezems moeten worden uitgebreid. Bestaande woonlin-
ten, die een enorm kapitaal vertegenwoordigen dreigen door het
zakken van het veen in de problemen te komen. Deze linten vragen
om een specifiek (hoger) peil om te voorkomen dat fundamenten
wegrotten en huizen wegzakken. Als we in staat zijn om het veen
veel minder te laten oxideren en dus minder te laten zakken, wor-
den ook de woonlinten beter beschermd. Hiermee worden veel
kosten bespaard.
11. 11Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
boezem
CO2 CO2 CO2 CO2
H2O H2O H2O H2O H2O
boezem
CO2 CO2 CO2 CO2
H2O
boezem
H2O H2O H2O H2O
CO2 CO2 CO2
boezem
H2O H2O H2O H2O
Oxidatie veen
> vrijkomen van CO2
> maaiveld verlaging
> watertechnische bedreiging woonlinten
drastische en zeer kostbare aanpak watersysteem
noodzakelijk
Woonlinten dreigen door het oxidatie van het veen in de
problemen te komen
<<
<<
<<
12. jaarlijkse uitstoot Groene Hart
2.5 miljoen ton CO2/jaar
vergelijkbaar met uitstoot van 1 miljoen auto’s of
een 1/2 Amercentrale
In de gebieden met een dunne veenlaag komt
bij het baggeren de klei al naar boven.
(Vista, 2002)
13. 13Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Van tijd tot tijd merken we overigens hoe kwetsbaar we zijn en hoe
groot de risico’s zijn van het huidige waterbeheer. Een voorbeeld
hiervan zagen we vorige maand nog in Noord-Nederland. Als derge-
lijke extreme weersomstandigheden zich in West-Nederland voor-
doen zijn de gevolgen echter vele malen erger. Dan worden ook
steden bedreigd. Volgens het Kwaliteitsteam kunnen we dus niet
anders dan het water leidend maken voor functies in het Groene
Hart.
Het Kwaliteitsteam vindt dat er duidelijke keuzen moeten worden
gemaakt. Het is vrijwel onmogelijk het zakken van de veenbodem
helemaal te stoppen. De ondiepe veengronden zijn op den duur
niet te behouden. Alleen resoluut vernatten biedt daar soelaas.
Daarvoor bestaat onvoldoende draagvlak en ook dat heeft grote
effecten op het landschap. Daarom kiest het Kwaliteitsteam voor
de bescherming van de diepe veenweiden. Daar is nog veel te red-
den en zijn grote toekomstige uitgaven voor waterbeheer en water-
veiligheid te voorkomen. Met name een vijftal veenkernen zonder
kleidek hebben daarbij prioriteit: in de Alblasserwaard, Krimpener-
waard, rondom Gouda, Meije-Zegveld en de Ronde Hoep.
Het voorstel is dan ook om de inspanningen te concentreren op
deze gebieden. Alleen zo kunnen de meest kwetsbare delen van het
Groene Hart worden bewaard, het meeste CO2 worden gespaard
en dure waterhuishoudkundige maatregelen ten behoeve van de
woonlinten worden voorkomen. We stellen voor deze gebieden
passief te vernatten in combinatie met een extensivering van de
landbouw.
concentratiegebieden, keuze voor de diepe veenweiden
14. Verworven niet ingerichte gronden: 5.187 ha (3,2%)
(Waarvan 1.508 ha in eigendom bij Bureau Beheer Landbouwgronden)
Verworven ruilgronden: 3.054 ha (1,9%)
(Volledig in eigendom bij Bureau Beheer Landbouwgronden)
Groene Hart
180.824 ha
Na een proces van administratieve ruilverkaveling is de bruidsschat rond 2050
op de juiste plaats binnen de veenkerngebieden gelegd.
In deze gebieden vindt passieve vernatting plaats
circa 10% bebouwd gebied
1.802 ha
landbouw / natuur / water
162.742 ha
15. 15Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Zie grond als het startkapitaal, de Bruidsschat!
De drie Groene Hart provincies beschikken over een enorm kapitaal
in de vorm van circa 6000 hectare grond die nog niet is ingericht
of uitgeruild. Dit areaal grond vertegenwoordigt een totale waarde
van zeker 200 tot 250 miljoen euro. Het Kwaliteitsteam Groene Hart
adviseert om dat maatschappelijk kapitaal niet te grabbel te gooi-
en door gronden in de uitverkoop te doen in combinatie met heel
dure inrichting van natuurgebieden! Benut dit kapitaal als Bruids-
schat voor een nieuw begin, gericht op de bescherming van het
veen in combinatie met nieuwe mogelijkheden voor gebruik van
het Groene Hart en het nakomen van Europese afspraken. Gebruik
de economische spin off van deze ontwikkeling steeds voor nieuwe
investeringen in het Groene Hart!
Verworven niet ingerichte gronden + ruilgronden
buiten Natura 2000
6.930 ha
Nog te realiseren Natura 2000
1.329 ha
Bruidsschat
5.601 ha (3,4%)
Uitruilen, passief vernatten, meer geduld en niet meer in-
richten
Basis voor het idee is een ruilmechanisme met als startkapitaal de
reeds aangekochte gronden; de Bruidsschat. Deze gronden wor-
den (voor zo ver mogelijk) uitgeruild naar gebieden met het meest
kwetsbare veen en naar gebieden waar nog Natura 2000 opgaven
liggen. Bij voorkeur levert dit aaneengesloten gebieden op, waar
een eenduidig peilbeheer wordt gevoerd. Door passief vernatten,
wordt het veen gespaard en vermindert de daling van het maai-
veld. Verdere inrichtingsmaatregelen blijven achterwege. In ieder
geval wordt er geen kostbaar veen meer afgegraven! De tijd doet
zijn werk. Want de gronden vernatten vanzelf doordat het veen ver-
der daalt en er geen verder peilaanpassingen plaatsvinden. Deze
gronden mogen beperkt bemest worden, waardoor ze geleidelijk
verschralen en meer natuurwaarden krijgen. Met iets meer geduld
kan veel worden bereikt en er zijn geen hinderlijke ingrepen in het
landschap meer nodig.
16. Koe in de wei hoort nadrukkelijk tot de mogelijkheden Verdere inrichtingsmaatregelen blijven achterwegen, alleen nog passief vernat-
ten en veen niet meer afgraven.
17. 17Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Niet verkopen, maar verpachten
De grond wordt verpacht aan een ieder die met een goed idee
komt, dat past binnen de randvoorwaarden van het gewenste
gebruik. Veelal zijn dat boeren al dan niet in samenwerkingsver-
banden met bijvoorbeeld natuurorganisaties, ondernemers in de
recreatie, of bewoners. Doorgaan met melkveehouderij (de koe in
de wei) is gewenst en hoort nadrukkelijk tot de mogelijkheden. Wel
zullen de geleidelijk nattere en deels schralere omstandigheden lei-
den tot een andere bedrijfsvoering. Daarom is de pachtprijs ook
(veel) lager dan bij reguliere pacht het geval is. Er is een grote be-
trokkenheid van de streek en het landschap blijft op oorspronkelijke
wijze in stand.
18.
19. 19Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
‘Groene Hart TRUST’ basis voor nieuw elan en continuïteit
Voor een goed beheer van de Bruidsschat wordt de `Groene Hart
TRUST’ opgericht met daaronder een nieuw gebiedsfonds voor
het innen van de pacht. Groene Hart provincies dragen gezamen-
lijk zorg voor de TRUST . De organisatie is klein en overzichtelijk
en naast pachtinkomsten krijgt het gebiedsfonds ook inkomsten
uit gebiedsontwikkelingen in het Groene Hart. Te denken valt aan
bestemmingswinst in situaties waarbij eigen grond worden benut
voor nieuwe economische activiteiten zoals recreatie of bij herbe-
stemming van (agrarische) bedrijfswoningen naar burgerwoningen.
Kortom, de TRUST verpacht en zorgt dat opbrengsten en inkom-
sten, worden geïnvesteerd in het Groene Hart. De TRUST brengt
elan in het Groene Hart en genereert eigen inkomsten en is hier-
door niet afhankelijk van de grillen van subsidie instrumenten. De
TRUST is betrouwbaar en zorgt voor continuïteit.
20.
21. 21Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Benut de kansen voor vestiging en medegebruik van de
groene ruimte
De voorgestelde aanpak biedt een uitgelezen kans om het mede-
gebruik van de groene ruimte van meet af aan te integreren. De
toegankelijkheid en de dooradering van het Groene Hart voor fiet-
sers, wandelaars en waterrecreanten kan immers sterk worden
verbeterd. De combinatie van pachtgronden van de TRUST met
het bieden van planologische ruimte voor medegebruik, levert een
interessante combinatie op van landbouw, Groene Hart natuur en
belevingsaspecten.
De aanpak biedt niet alleen kansen voor dagrecreatie maar ook
voor verblijfsrecreatie en wonen. Juist in een tijd dat er door over-
heden niet of beperkt in het landelijk gebied geïnvesteerd wordt,
kan de markt behulpzaam zijn. In ruil voor groene investeringen
en een bijdrage aan de Trust wordt planologische ruimte geboden
voor de bouw van (recreatie)woningen en landgoederen. Dit zal
enerzijds een bijdrage leveren aan de gewenste ontwikkeling van
het landschap en anderzijds aan een wervend vestigingsklimaat in
het Groene Hart. De ontwikkelingen zijn kleinschalig, voegen zich
in het landschap en zijn ondersteunend aan de dooradering van de
groene ruimte.
Binnen het Groene Hart zijn er bijna 7000 agrarische bedrijven
actief. Jaarlijks stopt ca. 5% van deze bedrijven (zo’n 350 stuks).
Daarna wordt veelal de agrarische woonfunctie omgezet naar
een reguliere woonfunctie. Deze omzetting gaat gepaard met een
aanzienlijke waardevermeerdering welke deels ingezet zou kun-
nen worden voor de ruimtelijke ontwikkeling van het Groene Hart.
Deze waardevermeerdering kan ten goede worden gebracht van de
TRUST. Dat geldt ook voor een deel van de waardevermeerdering
van voormalige agrarische bedrijfswoningen die nu als burgerwo-
ning in gebruik zijn, maar nog niet als zodanig zijn bestemd.
22.
23. 23Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Vertrouwen (trust) in melkveehouderij en grondgebonden
landbouw
De gronden van de TRUST behouden de agrarische bestemming,
met een kwalitatieve verplichting van verminderde drooglegging.
Deze verminderde drooglegging heeft pas op termijn effect op het
landbouwkundig gebruik. De drooglegging vermindert immers niet
door vernatting, maar door het waterpeil minder snel te laten zak-
ken dan de bodemdaling. De pachtprijs die de TRUST in rekening
brengt voor deze gronden is afhankelijk van het opbrengend ver-
mogen en het gewenste beheer van de gronden.
Omdat de kwalitatieve verplichting op termijn leidt tot lagere kos-
ten voor de waterschappen is het logisch dat deze organisaties een
bijdrage leveren aan de TRUST.
De lagere waarde van de gronden in de veenkernen maakt deze
tevens aantrekkelijk om er agrarische natuur (‘natuurbraak’) op te
realiseren. In het kader van het nieuwe Gemeenschappelijk land-
bouwbeleid dienen agrariërs ‘natuurbraak’ te realiseren op 7%
van hun bedrijfsoppervlakte om in aanmerking te komen voor een
Brusselse inkomensondersteuning van ca. 150 euro per ha cultuur-
grond.
Die natuurbraak zal deels op de agrarische bedrijven overal in het
Groene Hart worden gerealiseerd, maar wellicht ook op nog te
verwerven gronden. Dan zijn de relatief goedkope gronden in de
veenkernen aantrekkelijk. Immers een deel van de waarde van deze
gronden is al afgekocht door vergoeding voor de opgelegde kwalita-
tieve verplichting van verminderde drooglegging.
Als het bijvoorbeeld gaat om de helft van de gronden voor natuur-
braak dan zijn dat ca. 5000 ha.
24.
25. 25Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Inkomsten TRUST
De TRUST verkrijgt haar inkomsten uit de exploitatie van de groene
ruimte. Het Kwaliteitsteam heeft nu slechts globaal naar de moge-
lijke inkomsten kunnen kijken. In de beginjaren zullen de inkomsten
van de TRUST nog beperkt zijn, maar als het systeem gaat lopen,
vindt een gestage groei van de inkomsten plaats. Globaal is bere-
kend dat de jaarlijkse inkomsten kunnen oplopen van enkele mil-
joenen in de beginjaren tot meer dan vijfentwintig miljoen na ca.
tien jaar.
Het inkomen van de TRUST komt uit:
• Pacht op landbouwgronden
• Verkoop van bouwrechten ten behoeve van landgoederen
• Verkoop van bouwrechten ten behoeve van (recreatie)wonin-
gen
• Inkomsten uit herbestemming van voormalige agrarische be-
drijven
• Inkomsten uit het bieden van planologische ruimte buiten de
veenkerngebieden
• Bijdrage waterschappen*
*Deze bijdrage is gerelateerd aan geplande investeringen in het water-
systeem die als gevolg van de voorgestelde aanpak niet meer nodig zijn.
Uit de inkomsten van de TRUST kunnen recreatieve voorzieningen
worden betaald. Ook kan er geïnvesteerd worden in een verdere
groei van de gronden van de TRUST.
26.
27. 27Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Rijk:
Stel de aangekochte en nog niet ingerichte gronden in het Groene
Hart beschikbaar aan de Trust Groene Hart van de provincies en
doe ze niet in de uitverkoop.
Provincies:
Ga aan de slag met de TRUST en zorg dat het kapitaal in het Groene
Hart blijft en groeit! De in het verleden aangekochte gronden vor-
men de Bruidsschat van het Groene Hart en daarmee het funda-
ment onder een nieuwe koers die het veenweidelandschap zowel
beschermt als een nieuwe betekenis geeft. Het brengt investerin-
gen en een nieuwe economische dynamiek in het Groene Hart op
gang. Het Groene Hart krijgt via een fijn dooraderd netwerk daad-
werkelijk recreatieve betekenis voor de Randstad.
Waterschappen:
Breng de besparingen in beeld in de kosten van de waterhuishou-
ding die het gevolg zijn van de voorgestelde aanpak. Kapitaliseer
deze besparingen in een jaarlijkse bijdrage aan de TRUST.
Ondernemers en initiatiefnemers:
Kom met initiatieven en ideeën op het gebied van landbouw, wo-
nen, recreatie en toerisme die passen binnen de randvoorwaarden
van de bescherming van het veen.
Schrijf op goede gronden in op de door de TRUST te verpachten
gronden!
Rode draad van de Bruidsschat
• Veilig met het veen!
• Zie grond als het startkapitaal, de Bruidsschat!
• Uitruilen, passief vernatten, meer geduld en niet meer inrich-
ten!
• Niet verkopen, maar verpachten!
• ‘Groene Hart TRUST’ basis voor nieuw elan en continuïteit!
• Benut de kansen voor vestiging en medegebruik van de groene
ruimte!
• Vertrouwen (trust) in melkveehouderij en grondgebonden
landbouw!
OPROEP
28. Fictief deel diepe veenweiden
Bestaande situatie met bebouwingslint en op de
voorgrond een boezem met beperkte capaciteit
29. 29Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Fictief deel diepe veenweiden
Toekomstige situatie
• Het gebied vernat passief, nieuwe bosjes met een omvang van een
eendenkooi worden aangelegd. Hierin worden nieuwe (recreatie)
woningen opgenomen. Een nieuw wandelpadennet is hieraan ge-
koppeld en ontsluit het buitengebied voor wandelaars
• De boezemcapaciteit wordt verdubbeld, gelijktijdig worden de voor-
zieningen voor waterrecreatie verbeterd
• Bestaand bebouwingslint lint wordt beter beschermd doordat wa-
terpeilen gehandhaafd kunnen worden zonder kostbare waterhuis-
houdkundige maatregelen
30. Fictief deel diepe veenweiden
Bestaande situatie met bebouwingslint en rechts
een natuurgebied
31. 31Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
Fictief deel diepe veenweiden
Toekomstige situatie
• Het gebied vernat passief, een nieuw landgoed sluit aan op het be-
staande natuurgebied
• Het buitengebied wordt beter ontsloten voor wandelaars
• Bestaand bebouwingslint lint wordt beter beschermd doordat wa-
terpeilen gehandhaafd kunnen worden zonder kostbare waterhuis-
houdkundige maatregelen
32.
33. Voorbeeld van nieuwe bosjes waarin (recreatie)woningen zijn opgenomen. Er wordt geïnvesteerd in het landschap!
34.
35. Het Groene Hart wordt toegankelijker voor de recreant, dooradering met wandelpaden, in combinatie met enkele (vakantie)woningen in nieuwe bosjes
37. De passieve vernatting vergroot de natuurwaarden van de sloten en biedt tevens een bijzondere woonkwaliteit
38.
39. Nieuw landgoed, in nieuw bos aansluitend op bestaand natuurgebied, passieve vernatting leidt hier tot breder water, meer natuur en belevingsaspecten
40.
41. Nieuwe woningen in het Groene Hart met een tot de verbeelding sprekende woonkwaliteit
42.
43. 43Bruidsschat voor het Groene Hart
Kwaliteitsteam
P.C. Jansen, R.F.A. Hendriks en C. Kwakernaak.
Behoud van veenbodems door ander peilbeheer.
Maatregelen voor een robuuste inrichting van het westelijk
veenweidegebied.
Alterra-rapport 2009. ISSN 1566-7197.
Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL 2011)
BRONVERMELDING