5. Alle mannen waren daardoor bang voor haar. En niemand wilde met haar trouwen.
6. De koning was wanhopig. Wat kon hij doen om z’n dochter te helpen ? Hij vroeg ‘t zijn tovenaar.
7. De tovenaar zei: “Als de prinses iets aanraakt dat niet smelt, dan wordt de betovering doorbroken.”
8. De koning was blij. De volgende dag schreef hij een wedstrijd uit : “Degene die een voorwerp meebrengt dat m’n dochter kan aanraken zonder dat het smelt, mag met haar trouwen.”