Landsverordening rechtspositieregeling griffier van de state
1. RECHTSPOSITIEREGELING GRIFFIER VAN DE STATEN
Artikell
1. Om tot griffier der Staten te worden benoemd, moet men Nederlander zijn en
ingezetene van Sint Maarten.
2. De voorgenomen kandidaat voor benoeming tot griffier beschikt over de kwaliteiten
neergelegd in het Functieboek Griffie Staten vastgesteld bij reglement van de Staten.
Artikel2
1. De griffier kan niet tegelijk zijn:
a.
lid van de Raad van Advies;
b. lid van de Aigemene Rekenkamer;
c. lid van de Staten;
d. lid van een ander adviesorgaan;
e. Ombudsman;
2. De griffier mag overigens geen andere of nevenfunctie aanvaarden, waarvan de
uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn ambt of op de
handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen
daarin. Indien de griffier een andere of nevenfunctie wenst te aanvaarden, doet hij
hiervan vooraf mededeling aan het Presidium van de Staten. Voor het aanvaarden
van de desbetreffende functie is de instemming van het Presidium van de Staten
vereist.
3. Alvorens zijn ambt te aanvaarden, legt degene die is aangesteld als griffier in handen
van de voorzitter van de Staten af:
a. de eed of belofte dat hij tot het verkrijgen van zijn benoeming aan niemand iets
heeft gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven, alsmede dat hij van
niemand enige belofte, gunst of geschenk zal aannemen om in zijn ambt iets te
doen of na te laten;
b. de eed of belofte van trouw aan de Staatsregeling.
Artikel3
1. De Staten ontslaan de griffier:
a. op eigen verzoek;
b. bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar;
c. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is
veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is
gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
e. bij de aanvaarding van een van de functies als bedoeld in artikel 4, eerste lid;
f. bij het verlies van het Nederlanderschap;
g. bij het verlies van het ingezetenschap van Sint Maarten.
2. De Staten kunnen de griffier ontslag verlenen:
a. wanneer hij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie
te vervu lien;
b. wanneer zich een omstandigheid als bedoeld in artikel 2, derde lid, voordoet.
2. Artikel4
1. De griffier wordt geschorst:
a. indien hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;
b. indien tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek terzake van een misdrijf is
ingesteld;
c. wanneer hij bij niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens
misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is
opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. wanneer hij bij niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele
is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld.
2. De griffier kan worden geschorst indien er een ander ernstig vermoeden is voor het
bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan in de gevallen als
bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, of artikel 3, tweede lid, zouden
kunnen leiden.
Artikel5
Indien het voornemen bestaat de griffier te schorsen of te ontslaan, anders dan in de
gevallen bedoeld in artikel 4, onderdelen a en b, wordt hij in de gelegenheid gesteld
hierover zijn mening kenbaar te maken.
Artikel6
De griffier geniet een jaarlijkse bezoldiging welk wordt vastgesteld door het Presidium
van de Staten. De bezoldiging wordt geïndexeerd gelijk de bezoldiging van ambtenaren.
Artikel7
De griffier geniet een toelage voor representatie van zes percent van zijn bezoldiging.
Artikel8
1. Aile wettelijke regelingen welke voor ambtenaren geld en en betrekking hebben op:
a. verlof;
b. de vakantieuitkering;
c. de tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging;
d. het pensioen;
e. de uitkering bij hun overlijden, en het pensioen van hun nagelaten betrekkingen
zijn, voor zover hierin niet bij deze landsverordening is voorzien, op de griffier van
toepassing.
2. Voor de toepassing van de regelingen, bedoeld in het eerste lid, wordt de griffier
gelijkgesteld met een ambtenaar in de hoogste schaal en trede ingevolge de regeling
voor de bezoldiging van ambtenaren.
3. De griffier kan, op voordracht van de Staten worden opgenomen in regelingen, welke
geen wettelijke regelingen zijn als bedoeld in het eerste lid en niet algemeen voor
ambtenaren gelden.
3. Artikel9
Bij reglement van de Staten kan een onkostenvergoeding aan de Griffier worden
toegekend voor het gebruik van een eigen mobiele telefoon of een eigen motorvoertuig,
of kan anderszins worden voorzien in telefoon of motorvoertuig ten behoeve van de
dienst.
Artikell0
De vaststelling voor het eerst van de bezoldiging van de griffier geschiedt door het
Bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten in de vorm van een tijdelijke regeling
in afwachting van de vaststelling conform artikel 6 van deze landsverordening.
Artikelll
Deze landsverordening wordt aangehaald als: Rechtspositieregeling Griffier Staten.
4. MEMORIE VAN TOEUCHTING bij de Rechtspositieregeling grittier Staten
Aigemeen deel
De landsverordening regelt de rechtspositie van de griffier van de Staten. Voor het
opstellen van het antwerp is geput uit de regeling die gold voor de griffier van de Staten
van de Nederlandse Antillen en de Landsverordening Ombudsman.
De griffier van de Staten vervult een essentiële rol in het goed functioneren van de
Staten. De griffier ondersteunt de voorzitter en geeft leiding aan de griffie.
Ingevolge het Reglement van Orde van de Staten komen aan de griffier vergaande
bevoegdheden toe wat betreft de griffie. Niet alleen is de griffier belast met het beheer
van de griffie, hij is oak belast met doen van voordrachten aan de Presidium tot
benoeming, schorsing of ontslag van het griffiepersoneel. Oak treedt de griffier op als
bevoegd gezag voor de uitoefening van de overige rechtspositionele bevoegdheden ten
aanzien van het griffiepersoneel.
Het beheer van de griffie omvat niet alleen het voorbereiden en afwerken van de
vergaderingen van de Staten, maar oak het beheer van een bibliotheek en archief. Het
archief is openbaar aangezien het overgrote deel van de Statenstukken openbaar zijn.
Zodoende dient het archief niet enkel de Staten maar de gehele gemeenschap.
Artikelsgewijs deel
Artikel 1
In het eerste artikel worden de aanstellingsvereisten voor de griffier neergelegd. De
griffier dient Nederlander te zijn en tevens natuurlijk oak ingezetene van Sint Maarten.
De griffier dient te beschikken over voldoende kennis en ervaring in een vergelijkbare
functie. Ais spil in het functioneren van de Staten is het noodzakelijk dat de griffier
beschikt over voldoende kennis van het recht, in het bijzonder het staatsrecht. Gelet op
de kleinschaligheid van de Sint Maartense samenleving wordt anders dan voor de
Nederlandse Antillen was geregeld, niet de eis gesteld dat de voorgenomen kandidaat
dient te beschikken over een academische opleiding in het recht, maar wel over
academische opleiding.
Anders dan de regeling voor de griffier van de Staten van de Nederlandse Antillen is
verder geen leeftijdsvereiste opgenomen. Gelet op het vereiste van gelijke behandeling
en de ontwikkeling van de samenleving is het stellen van een leeftijdsvereiste niet langer
objectief te rechtvaardigen.
Artikel2
In artikel 2 zijn de incompabiliteiten met de functie van griffier opgenomen. In artikel
57, derde lid, van de Staatsregeling is reeds opgenomen dat de griffier niet tevens lid
van de Staten kan zijn. Oak voor het aanvaarden van nevenfuncties door de griffier zijn
voorschriften gegeven. Op hoofdlijnen zijn deze ontleend aan de Landsverordening
Ombudsman en vergelijkbaar met andere functionarissen in Hoge Colleges van Staat.
Artikelen 3, 4 en 5
Deze artikelen maken steeds deel uit van aile landsverordeningen regelende een Hoge
College van Staat en zijn als zodanig standaard. De artikelen vullen de bevoegdheid van
de Staten tot schorsing en ontslag verder in en bieden rechtsbescherming aan de griffier.
5. Artikelen 6, 7, 8 en 9
Deze artikelen bevatten de kern van de rechtspositie van de griffier. De hoogte van de
bezoldiging wordt gerelateerd aan de hoogste schaal in het ambtelijk apparaat. Deze
koppeling is ook terug te vinden in artikel 8, tweede lid. Artikel 8 regelt dat de overige
rechtspositionele regelingen die gelden voor het ambtelijk apparaat ook gelden voor de
griffier. Bij de toepassing van deze regelingen wordt de griffier gelijkgesteld met een
ambtenaar in de hoogste schaal en trede.
Artikel 7 regelt een percentage van de bezoldiging als representatiekosten.
Artikel 9 geeft aan de Staten de bevoegdheid een onkostenvergoeding aan de griffier toe
te kennen voor het gebruik van een eigen mobiele telefoon en een motorvoertuig. De
Staten kunnen verkiezen een telefoon of motorvoertuig voor de dienst ter beschikking te
stellen. De regeling dient wel bij reglement van de Staten te worden vastgesteld.
Of deze onkostenvergoeding wordt belast is afhankelijk van de invulling die wordt
gegeven aan de wetgeving op de inkomstenbelasting.
Artikel 10 geeft de overgangsbepaling van de bezoldiging van de griffier aan. Dit is
overeenkomstig met de overige Hoge Colleges van Staat.
Artikel 11 bevat de citeertitel. Er is geen bepaling voor inwerkingtreding opgenomen
aangezien de inwerkingtreding is geregeld in additioneel artikel II bij de Staatsregeling.
***