Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
10gc 3.13A
1.
2. Het is heel vroeg in de ochtend, maar Hope is al volledig aangekleed.
Naast haar zit Snoopy. Ze zucht. “Snoop? Denk jij dat ik er al klaar
voor ben? Studeren bedoel ik. Straks is de taxi er al…”
3. Snoopy blijft Hope een lange tijd aankijken. Daarna miauwt hij vrolijk
en springt hij van het bed af. Hope grinnikt. “Ik hoop dat dat een ja
was, en anders heb ik er ook niet zoveel aan.” Ze geeft Snoopy een
laatste knuffel en sleept haar koffers naar de woonkamer.
4. Per twee sleept ze haar koffers naar de deur. Er vormt zich langzaam
een flinke stapel, maar het is ook niet niets wat ze allemaal mee moet
nemen. Bovendien, haar nieuwe schriften en boeken zijn ook allemaal
al ingepakt.
5. Carine loopt naar haar dochter toe en sluit haar dicht in haar armen.
Haar enige dochter vliegt uit… “Ik ga je missen meisje.” fluistert ze.
“Bel je ons? We willen heel graag nog een keer je kamer zien.” Hope
knikt. “Natuurlijk, ik wil jullie ook heel vaak zien.” glimlacht ze.
6. Ook Justin neemt Hope in zijn armen. “Je weet het he?” “Vrienden met
de Lama‟s en cheerleaders, uit de buurt van de koeien, hard leren,
niet teveel feesten, lol hebben.” somt ze op. Justin lacht. “Ja, ik denk
dat je het wel weet.” De taxi toetert. Hope gaat het jongvolwassen
leven in…
7. Hope kijkt haar ogen uit als ze aankomt. Het is even doorbijten nu,
maar als ze het eenmaal gezellig heeft, zal dit vast gauw een dagelijks
leven worden. Ze besluit maar gelijk een kamer te gaan huren, dan is
ze even bezig.
8. Na het studentenhuis te hebben doorzocht, en de kamers op de
bovenverdieping te hebben afgekeurd, kiest Hope uiteindelijk voor een
van de wat kleinere kamers naast de dames wc en computers. Ze
vraagt een niet storen bordje aan en hangt hem maar vast op.
9. Ze kleed zich vlug om. Ze is niet echt een type voor jurkjes. Wat nu...
Noah en Ella zouden ook hier ergens moeten zitten. Opnieuw loopt
Hope de kamer uit. Het duurt even, maar uiteindelijk komt ze een
bordje met „Ella’s Room‟ tegen. Ze neemt niet de moeite om aan te
kloppen en loopt naar binnen.
10. Ella is druk bezig grote dozen uit te pakken. Noah zit op een bank die
midden in de kamer staat. “Morgen Hope!” lacht hij. Ella hangt een
schilderijtje op en steekt vlug haar hand op. “Wat is hier allemaal aan
de gang?” grinnikt Hope. “Och, mijn kamer is al klaar, maar Ella moet
een complete woonkamer van de hare maken. ” Ella kreunt. “No! Ik
noem een bed, een bank en een kleedje niet klaar.” Noah haalt zijn
schouders op. “Ik voel me er nu al thuis.”
11. Hope ploft lachend naast Noah neer. “Ja, maak het jezelf maar
gemakkelijk.” tiert Ella. “Die bank moet daar tegen de muur, help
liever!” Ze raast heen en weer met allerlei voorwerpen in haar handen
en moet af en toe iemand van de bank wegtrekken om iets te helpen
tillen. “Hope, is jouw kamer al klaar?” vraagt Ella vanachter een
deken. Hope schud haar hoofd. “Dan doen we dat zo.”
12. Zo gezegd, zo gedaan. Toen Ella redelijk tevreden was met haar
kamer, beenden ze naar die van Hope, die er nog precies zo uitzag
als ze hem had aangetroffen. Ella schudde afkeurend haar hoofd.
“Heb je al een kleurenschema gekozen?” Hope haalde haar
schouders op. “Als je dat niet doet, heb je kans dat ze bij elkaar
vloeken, wat vind je een mooie kleur?” Hope keek even rond. Haar
blik viel op Ella‟s rode jurk. “Rood.” “Oke, dat word dus rood-wit. Mee
eens?” Hope knikte maar. Haar vriendin wist precies wat ze deed, dus
ze liet haar maar haar gang gaan.
13. En terecht. Even keek Hope de kamer door. Nog wat kaal. Maar ze
hoefde maar met haar vingers te knippen en het werd geregeld, want
zodra Ella klaar was met haar verf, planten en versiersels, was de
rood-witte kamer van Hope perfect. Hope knikte goedkeurend en viel
haar vriendin om de hals. “Dankje El! Dat had ik nooit alleen gekund!”
gilde ze. Ella lachte.
14. Hope ploft met een zucht op haar bed neer en rekt zich uitgebreid uit.
Ella gaat gracieus op de rand zitten. Hope kijkt de kamer rond. Het is
wel heel erg gaaf geworden… “Ella, je bent briljant.” verzucht ze. Ella
glimlacht en bestudeert haar nagels. “Dat weet ik toch.” Daarna staat
ze op. “Ik ga vast even de specialisaties doorkijken.” meld ze, en
daarna loopt ze de kamer uit.
15. Hope denkt even diep na en kijkt dan uit het raam. Het is redelijk
helder weer, en echt zin om iets voor school te gaan doen heeft ze
niet. Ze springt van haar bed af en haalt een warme trui met
jogginsbroek uit een van de laden. Misschien dat ze even kan gaan
rennen, haar gedachten verzetten en dan een begin maken.
16. Ze loopt naar buiten en zet meteen een stevig tempo in. Alleen het
ritme van haar hart, en wat frisse buitenlucht, dat zal haar vast goed
doen. Nog goed voor haar figuur ook. Ze luistert naar het gepiep van
haar nieuwe schoenen op de tegels. Diep ademt ze in. Ja, dit is
heerlijk.
17. Net op dat moment breekt de hemel open. Een stortvloed aan dikke
druppels valt uit de lucht. Hope kreunt. Ze ging zo lekker. Ze voelt
haar hartslag langzaam verlagen. Ze kijkt om. Ze weet niet precies
hoe ze gerend is, maar nergens is het studentenhuis te zien. Dan
maar even een schuilplek zoeken, besluit ze.
18. Een paar minuten rent ze over de stoep en door grasvelden, maar dan
ziet ze iets veelbelovends aankomen. Het is een overgroeid plekje, in
een hoek van de muur. Niet overkapt. Hope besluit het te onthouden,
want zou het niet heerlijk zijn, op dat bedbankje zitten met een goed
boek in de zon? Hope glimlacht bij die gedachte en jogt verder.
19. Pas als ze bij het eerste de beste raam komt, ziet ze waar ze
eigenlijk is. Door het raam ziet ze haar kamer. Als ze niet met de
minuut natter werd, zou ze de slappe lach krijgen. Het is duidelijk dat
ze nog niet helemaal bekend is met het gebied. Verdwaald in de tuin
van het studentenhuis…
20. Nadat ze zich binnen wat heeft afgedroogd en zich heeft omgekleed
loopt Hope naar boven om het studentenhuis wat te verkennen. Ze
zoekt eigenlijk een van de lesboeken, ze hebben namelijk al wel wat
huiswerk opgekregen. Dat valt haar oog op een automaat. Fijn. Als ze
vroeger op school de automaat tegenkwam moest ze gewoon iets
kopen. Even grinnikt ze en dan loopt ze erop af.
21. Twijfelend gaan haar vingers over de knoppen. Sinas? Cola? Of toch
een Ice Tea? Hoeveel geld heeft ze eigenlijk bij zich? Na een muntje
van 2 euro in de automaat te hebben gegooid, drukt ze toch op de
knop van 7up. Het blikje rolt aan de onderkant in de opvangbak van
de automaat. Ze pakt het blikje en haar wisselgeld en loopt de trap
weer af. Terug naar waar ze mee bezig was. „Focus. Boekenkast.‟
fluistert ze zichzelf toe.
22. Beneden komt ze toch nog een boekenkast tegen, en ze vist er een
boek over kunstgeschiedenis uit. Ze heeft als specialisatie kunst
gekozen en deze methode zou ze graag gebruiken om te leren. Ze
sloft terug naar haar kamer.
23. Daar gooit ze alle verzamelde spullen op haar bed. Lacherig laat ze
zichzelf erachteraan vallen. Ze zucht en sluit haar ogen. Het is een
uitputtende dag, maar ze sleept zich er wel doorheen. Hope grinnikt.
Wat zeurt ze nou, ze heeft nog geen letter geleerd! Ze gaat rechtop
zitten, maakt het blikje open en legt het boek op het voorwoord. Daar
gaat ze dan.
24. Zo kruipt tergend langzaam de dag voorbij. Ze typt een hoofdstuk aan
haar paper over Siamese tweelingen en hun gevolg op uitstel en
afleiding. Ze heeft haar eerste college en leert wat kunststukken met
hun maker uit haar hoofd. Ze wil meteen hard aan de slag, dat scheelt
haar later werk.
25. Maar als er om 6 uur nog geen eten verschijnt (ook zonder lunch),
word Hope de honger teveel, en sluipt ze naar de kantine. Daar is
niemand. Er hangt een schort over het aanrecht en de radio staat aan.
‘S-music, S is good for you!’ Hope besluit dan maar zelf voor het eten
te zorgen. Nu zullen haar kookkunsten getest worden.
26. Vrolijk stapt Hope naar de koelkast toe. Deze is vrijwel leeg. Even
gaat ze de opties af. Er ligt een pak gehakt, een blok kaas en wat
broodjes. Niet zoveel keuze dus. Hope haalt alle ingrediënten eruit. Ze
zullen vast tevreden zijn met cheeseburgers, maar de vegetariërs
kunnen een bolletje kaas krijgen. Ze drapeert de ingrediënten over het
aanrecht en neuriet mee met het intro van het liedje dat word opgezet.
“If I could write you a song, and make you fall in love, I would already
have you up under my arm…” zingt ze mee.
27. Ze legt een paar van de hamburgers in pan. “I used up all my tricks. I
hope that you like this, but you probably won't. You think you're cooler
than me” Vrolijk draait ze de burgers om. Dit kan ze wel vaker doen,
het maakt haar niet uit.
28. Het duurt niet lang voor er een schaal cheeseburgers op het aanrecht
staat. Zelf neemt ze ook een bord mee. Ze wil nu eindelijk wel eens
iets eten.
29. Hope neemt een hap. Ze zijn nog best goed gelukt ook, beseft ze.
Langzaam stroomt de kantine vol met hongerige studenten. Ook Noah
heeft een cheeseburger gepakt. “Zit je helemaal alleen?” vraagt hij. Ze
glimlacht en knikt. Noah schuift een stoel naar achter en gaat aan het
tafeltje bij haar zitten.
30. Hij neemt een hap. Dit is de eerste keer dat ze „Alleen‟ zijn, sinds de
kus. Beseft Hope. Ze bloost. Stom ook, ze weet van zichzelf dat ze
bedoelt zonder Ella. Maar geen liefde moet tussen hen inkomen. Ze
neemt vastbesloten een hap. “Ze zijn echt goed gelukt, van wie heb je
leren koken?” Hope schrikt op van de vraag en grinnikt. “Mijn vader,
hij kookt in een restaurant, en ik kook met hem sinds mijn 7e.” Noah
lacht vrolijk met haar mee.
31. “Ga je mee trouwens, vanavond?” vraagt hij dan. “Waarheen?” Noah
lacht. “Ella baalt dat ze pas een feest mag geven als ze afstudeert,
dus ze wil vanavond uitgaan.” Hope grinnikt. Ja, dat klinkt als typisch
iets voor Ella. “Ik ga wel mee, waar gaan jullie heen?”
32. “Ik dacht aan DVU, bowlen en misschien nog een bar.” Hope kijkt op.
Ella kijkt haar afwachtend aan. “Dat klinkt goed.” vind Hope.
33. Zo gezegd, zo gedaan. Die avond staan Hope, Ella en Noah voor de
populaire studenten nachtclub „DVU‟. Vlammenwerpers blazen voor
de ingang. Door de glazen deur schieten verschillende kleuren naar
buiten. Ze lopen naar binnen.
34. Terwijl Noah en Ella de vloer meteen oplopen, ploft Hope op een van
de barkrukken. Ze voelt zich niet prettig. Op een of andere manier
voelt ze zich jaloers. Die gedachte duwt ze weg. Het is stom. Ella is
zijn broer, maar toch steekt het. Bovendien, Noah is maar een
jeugdliefde! Ze moet zich er overheen zetten.
35. Ze strijkt haar pony uit haar gezicht. “Een shandy graag.” meld ze aan
de vragend kijkende barvrouw. Ze kan wel even een drankje
gebruiken. Eén shandy. Niet meer. Het laatste wat ze wil is dronken
worden.
36. Ze neemt een slok en zucht. Ze wil niet verliefd zijn. Dat doet Hope
denken aan haar schooltoneelstuk. Een andere, modernere versie van
Romeo en Julia. „Ik haat de liefde die ik voel.‟ had Romeo gezegd. Nu
pas snapte ze hoe hij zich had moeten voelen, wat de zin voor hem
betekende.
37. “Moet je niet dansen?” Ze herkent ze stem onmiddellijk. De stem van
haar Romeo. Hope zucht. Wat doet ze nou romantisch, hij is niet op
haar, ze moet het opgeven. Ze zet haar beste glimlach op en draait
zich om naar Noah. “Mag ik deze dans van u mevrouw?” vraagt hij op
een toon die haar doet lachen.
38. Zo staat ze even later toch op de dansvloer. Noah‟s stem klinkt schor,
zo hard probeert hij boven de muziek uit te komen. Hope lacht. “Mijn
nicht vertelde me, dat het laatste wat je moet doen praten in een disco
was. Dat lukt niet.” Noah grinnikt. “Gelijk heeft ze.”
39. “Ga je mee naar buiten? Ik word helemaal benauwd hiervan.” roept hij
boven de bonzende muziek uit. Hope knikt. Ze kan het wel geloven,
zoveel mensen op elkaar, zoveel lichaamswarmte… En dan de
lampen en het gedans…
40. Ze staan op het dakterras. Hope ademt de frisse lucht diep in. “Je had
gelijk.” mompelt ze alleen maar. Noah glimlacht.
41. Zijn hand streelt voorzichtig een haar uit haar ogen. Hope glimlacht,
maar haar gezicht betrekt meteen. Wat is dit? Hij wou haar niet, hij
wees haar af… Noah ziet het.
42. Hij pakt voorzichtig haar hand vast. “Kus me, Hope Bruijn.” fluistert
hij. Hope knijpt haar ogen dicht. Ze droomt weer. Maar ze kan niet
dromen, het voelt zo vreselijk echt. Hij wees haar af, maar hij wil dat
ze hem zoent. Gebruikt hij haar alleen maar? Hope bijt op haar lip.
Ze wil het zo graag, en dit is haar kans.
43. Noah doorbreekt haar twijfels door teder zijn lippen op de hare te
plaatsen. Een tinteling gaat door haar lichaam. Ze kan het niet blijven
ontkennen, ze is nog verliefd op hem.
44. Zachtjes duwt Hope hem van haar af. Noah kijkt haar vragend aan.
“Het is toch wat je wilt?” Oh, ja, ze wil niets liever. Maar toch. “Ik-jij-je
was niet verliefd op me.” stamelde ze. Noah doet zijn mond open om
iets te zeggen. Hope schud haar hoofd. “Ik wil je smoesjes niet.”
45. Ze rent de trappen af en stapt de eerste de beste taxi in.
46. Op haar kamer slaat ze haar armen om haar benen. Wat heeft ze
gedaan. Wat als hij het wel meende, wat als hij wel verliefd op haar
was, net zo van haar hield als zij van hem? Dan had ze hem keihard
afgewezen. Maar het was zo raar… Hij wou niet dat ze hem zoende,
maar andersom kon het wel?
47. De volgende ochtend word Hope op dezelfde plek wakker. Ineen
gedoken met haar kleding nog aan. Voorzichtig maakt ze haar ogen
open. Ze moet wel echt uitgeput zijn geweest. Ze staat op en veegt
haar wangen droog. Afwezig staart ze uit het raam.
48. “Voel je je al iets beter?” Hope kijkt om. In de deuropening staat Ella.
Vragend kijkt ze haar aan. “No zei dat je je niet lekker voelde, en
eerder naar huis was gegaan.” legt ze uit. Hope knikt, alsof ze het zich
ineens herinnert. “J-ja, dat klopt…” stamelt ze. “Ik voel me al veel
beter.” Ella knikt goedkeurend. “Een nacht slaap kan veel doen. Het
was ook een stressvolle dag, gister.”
49. Ella helpt Hope haar boeken en schriften te verzamelen en loopt met
haar mee naar de kantine, waar Noah al druk bezig is. Hope zucht. De
laatste die ze wil zien, maar aan de andere kant ook de enige. Ze
schuift aan en bladert naar de pagina waar ze een verhaal over
Leonardo da Vinci aan het maken was. Ze schrijft verder. Na een
lange tijd aan het huiswerk te hebben gezeten, staat Noah op. “Hope,
je moet genoeg slaap krijgen, dan herstel je snel. Ik neem je boeken
wel mee.” Hope zucht, maar staat op.
50. Hope loopt zo snel mogelijk vooruit, maar op de helft halen twee
warme armen haar in. Hope bijt op haar lip. “Noah?” zucht ze. Noah
zet een stap terug en ploft op de bank neer. “Sorry.” fluistert hij. “Ik wil
het je uitleggen.”
51. Hope laat zich naast hem op de bank neerzakken. Noah legt een
hand op zijn arm neer. “Je moet begrijpen, ik was wel verliefd op je
Hope, en het is alleen maar sterker geworden.” Hope reageert niet. “Ik
schrok zo toen je me zoende, het was vreselijk onverwacht, i-ik heb
me daar verkeerd bij gedragen.” beschaamd keek hij naar de grond.
“Lieve, lieve Hope, kun je het me vergeven, kun je me alsjeblieft
vergeven dat ik me zo gedroeg?”
52. Hope staat op en loopt een eindje door de kamer. Noah volgt haar
bezorgd op de voet. “Kijk uit, je bent ziek weet je nog?” grapt hij, met
een scheve glimlach. Hope glimlacht. “Vertrouw je me?” fluistert Noah
dan.
53. En als antwoord gaat Hope op haar tenen staan, zodat ze haar lippen
op die van Noah kan zetten, om hem voorzichtig te zoenen…