SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  23
Télécharger pour lire hors ligne
Op het kerkhof van de familie Capulet is het doodstil. De lantaarns werpen
een, griezelig schijnsel over de grafstenen. Plots kraakt de poort. Roderick
en een vriend van hem komen het kerkhof oplopen. ‘Houd daar de wacht en
fluit maar om me te waarschuwen als er iemand aankomt. Ik weet dat dit
een plek van respect is, maar in het donker voel ik me er toch nooit
helemaal veilig.’
De vriend knikt. ‘Nou, fijn, dit is wel de meest waardeloze plek om op wacht
te staan.’ Roderick negeert het en loopt door de mist heen naar binnen.
‘Hallo, Julia,’ glimlacht hij als hij bij haar open grafkist staat. ‘Ik heb rozen
voor je meegenomen. Vijf euro per roos, want dat heb ik allemaal voor je
over.’
Ook Romeo komt het kerkhof op lopen, onder de inmiddels inktzwarte lucht.
Hij blijft even staan en staart naar de donkere wolken die zich samenpakken.
Hij zucht. ‘Ook de wolken weten wat er me te wachten staat. Maar ik zal
samen met Julia zijn.’ Met een besliste pas loopt hij tussen de grafstenen
door naar binnen. Roderick kijkt op. ‘Romeo?!’
Romeo blijft staan. ‘Hoor eens, ik ben radeloos, dus, ehm, ga maar beter
weg.’ Aarzelt hij. Roderick heft woedend zijn vinger op. ‘Weg? Jij- jij, jij bent
degene die Tybalt heeft vermoord, het is allemaal jouw schuld! Door jou is
mijn lieve Julia van verdriet gestorven. Je hebt álles van ons afgepakt, alles is
misgegaan.’ Romeo laat een schamper lachje horen. ‘Misgegaan? Zeg dat
wel. Kun je nu gaan?’ zegt hij kil.
Roderick heft zijn lamp op. ‘Ik weg? Jij komt je hier verkneukelen bij haar
lichaam, dat laat ik je niet doen, jij hebt hier niets te zoeken, vuile
moordenaar, jij moet hetzelfde lot ondergaan als Julia, maar pijnlijker, als
het even kan.’ Voegt hij er zachtjes aan toe. Romeo lacht nogmaals. ‘Oh
Roderick, ook daar ben ik het mee eens, daarom ben ik hier.’ Roderick kijkt
hem even verbouwereerd aan maar rent dan op hem af. ‘Gaan we moeilijk
doen? Goed dan,’ mompelt Romeo.
Zo rollen de mannen langs Julia’s kist. De vriend, die buiten nog steeds op
wacht staat, hoort hun geschreeuw. ‘Ze vechten! Ik ga de soldaten
waarschuwen.’ Met die woorden rent hij het kerkhof af. ‘Ik weet niet hoe je
Julia zoiets aan kon doen.’ Gromt Roderick, terwijl hij hijgend zijn handen
om Romeo’s nek sluit. ‘Maar je zult niemand anders meer kwetsen.’
Romeo hapt naar lucht en tast met zijn hand de grond af. De zaklamp moest
daar ergens liggen. Lucht, lucht, hij moest lucht hebben, zo wilde hij niet
sterven. Zijn hand stuit op iets hards. Hij grijpt de zaklamp en laat hem met
een harde klap op Rodericks hoofd vallen. Hijgend ligt Romeo daar even. Hij
duwt Rodericks lichaam van zich af en komt moeizaam overeind. Hij zucht
wanhopig. ‘Hij had nog gelijk ook. Ik bén een moordenaar.’
Hij draait zich om naar Julia. ‘Oh mijn lieve Julia, ik kom eraan, we zullen snel
samen zijn, ik heb hier niets meer te zoeken.’ Hij drukt een kus op haar
lippen en drinkt het flesje helemaal leeg. ‘Apotheker, je had gelijk, je gif is
snel, zo sterf ik met een kus.’ Moeizaam buigt hij zich over de kist voor een
laatste kus, maar daarna zakt hij op de grond. ‘Kom maar op dood, ik zal bij
mijn Julia zijn.’ Mompelt hij. De laatste adem komt over zijn lippen, en hij ligt
dood aan Julia’s kist.
                                     ~
Broeder Laurens loopt het kerkhof op en ziet licht uit de tombe komen. ‘Oh
god, ik ben bang dat er iets verschrikkelijks is gebeurd,’ mompelt hij. Hij
beent zo snel mogelijk tussen de mistbanken door naar binnen. ‘Oh nee,
Romeo, doodsbleek, naast Julia’s kist, en daar ligt Roderick! Alles is mislukt.’
Julia knippert loom met haar ogen en komt langzaam overeind. ‘Laurens?
Waar is mijn Romeo? Hij zou toch bij me zijn als ik ontwaakte?’
In de verte klinkt lawaai. Broeder Laurens maakt een wanhopig geluidje. ‘Oh
arme, lieve Julia, alles is misgegaan. Romeo is hier net geweest, en hij
geloofde dat je dood was, en hij hield zoveel van je dat hij niet alleen achter
wilde blijven. Hij ligt naast je.’ Julia slaat haar handen voor haar mond. Een
traan loopt over haar wang. ‘Romeo? Romeo? Mijn liefste Romeo, was ik
maar vijf minuten eerder geweest, alles was goed gekomen.’
Het lawaai in de verte komt dichterbij. ‘Julia, we moeten vluchten,’ merkt de
monnik zenuwachtig op. ‘De soldaten komen eraan. We moeten weg uit
deze hel, naar een veilige plek.’ Buiten klinken stemmen. ‘Toe Julia, ik durf
niet langer te blijven.’ Julia schudt haar hoofd en neemt Romeo op haar
schoot. ‘Nee, ik weiger weg te gaan. Ik wil niet zonder Romeo leven. Gaat u
maar, vlucht maar.’ Broeder Laurens knikt bergripvol. ‘Jullie liefde is zo
grenzeloos dat hij ook daar zal overleven. Vaarwel, Julia.’ Hij vlucht naar
buiten. Julia blijft alleen achter met haar geliefde.
Geluidloze tranen lopen over haar wangen. ‘Oh Romeo, is dat het gif dat je
genomen hebt? Zou er nog genoeg op je lippen zitten?’ Ze buigt zich over
zijn lichaam en drukt een kus op zijn lippen. Ze maakt een wanhopig
geluidje. ‘Je lippen zijn nog warm, oh was ik maar iets eerder geweest. Maar
ik zal niet verder leven zonder de man die mijn zuurstof is.’ Ze zoekt zijn
zakken af en vind een dolk. ‘Dit zal voldoen. Tot straks, mijn lieve Romeo.’ Ze
drukt een kus op zijn lippen en steekt de dolk in haar borst. Ze sterft in zijn
armen.
De soldaten lopen het kerkhof op. ‘Doorzoek het alles en arresteer iedereen
die je tegenkomt,’ beveelt een van de soldaten. Ze komen de tombe binnen.
De soldaat die voorop loopt trekt wit weg. ‘Wat een horrortoneel! Daar ligt
Roderick, niet zo lang geleden vermoord, en daar Romeo en Julia, pas
gestorven. Maar Julia was toch al eerder gestorven?’
Een tweede soldaat komt binnen en knikt. ‘Ze lag hier opgebaard, maar dit is
niet mogelijk. Waarschuw de Capulets en de Montaques.’ De man knikt en
snelt naar buiten. Twee andere soldaten slepen broeder Laurens mee naar
binnen. ‘Deze monnik probeerde te vluchten. Hij zucht en jankt, we zullen
hem ook hier houden.’ De kolonel komt een beetje verbouwereerd naar
binnen stommelen. ‘Welke ramp is er gebeurd dat ik hier midden in de
nacht heen ben geroepen?’
‘Kolonel, hier ligt Roderick, vermoord, Romeo, dood, en Julia, al lang dood,
maar nog warm en pas gestorven,’ vertelt de soldaat die het dichtste bij het
tafereel staat. De Capulets en de Montaques komen ook binnen. ‘Wat is er
aan de hand, iedereen gilt en jankt buiten, mensen roepen om Romeo, en
ook Julia’s naam word genoemd,’ vraagt Capulet, die naar binnen komt.
Montaque slaat een arm om zijn vrouw. ‘Oh Romeo, ben je zo ongeduldig
geweest dat je je vader verdrongen hebt bij het graf? Waarom moest jij
eerder sterven?’
Er valt een stilte. Gehuil galmt in de kamer, kaatsend en echoënd tegen de
stenen muren, als iedereen het tafereel in zich opneemt. ‘Ik ben hier het
meest bij betrokken, maar ik heb niets met de moorden te maken.’ De
kolonel knikt. ‘Vertel wat je weet.’ Broeder Laurens haalt diep adem. ‘Hij,
Romeo, heb ik in het geheim getrouwd met Julia, daar. Ze hielden zielsveel
van elkaar, maar waren als de dood dat hun ouders het niet zouden
accepteren.’ Hij pauzeert even om Montaque en Capulet een donkere blik
toe te werpen.
‘Hun huwelijksdag was Ties sterfdag, en de dag van Romeo’s verbanning.
Julia huilde niet echt om de dood van haar neef, maar meer om de
verbanning van haar geliefde. En om haar los te weken van dat verdriet heb
jij,’ Hij knikt naar Capulet. ‘Haar gedwongen tot een huwelijk met een man
waarvan ze niet hield. Ze wanhopig kwam bij mij voor raad om dit tweede
huwelijk te voorkomen. Ik gaf haar een slaapdrank waardoor ze 42 uur lang
dood leek. Ik schreef Romeo een brief waarin ik vertelde dat hij haar in de
tombe waar ze werd opgebaard kon ophalen zodra ze wakker werd, en ze
zouden kunnen vluchten.’
‘Maar door een ongelukkige combinatie van omstandigheden heeft die brief
hem nooit bereikt. Ik hoorde daarvan en ben zo snel mogelijk naar haar graf
gegaan, waar Romeo, zoals ik vreesde, zelfmoord had gepleegd, en Roderick,
zo blijkt meegesleept heeft in de dood. Op dat moment werd Julia wakker.
We hoorden van alle kanten soldaten aankomen, toen ben ik gevlucht, en
heeft Julia zelfmoord gepleegd.’
De kolonel schud afkeurend zijn hoofd. ‘Waar zijn die haatzaaiers? Zijn jullie
nu tevreden?!’ Capulet en Montaque kijken elkaar aan. Geen van beiden
had ooit zoiets vreselijks gewild. ‘Kijk maar even heel goed naar wat jullie
hebben aangericht, Montaque en Capulet, kijk vooral heel goed. Iedereen is
gestraft, maar was dit nou nodig?’ Capulet reikt zijn hand uit naar
Montaque. ‘Vriend Montaque, het is veel te ver gegaan. Ik vraag je om mijn
vredesverzoek te accepteren.’
Montaque knikt en schud hem de hand. ‘Maar al te graag, en ik zal meer
doen dan dat. Ik laat een gouden beeld maken van Julia, live Julia, die altijd
zo oprecht was.’ Capulet zucht. ‘En Romeo zal zijn laatste rustplaats krijgen
naast zijn geliefde, daar zorg ik persoonlijk voor. De trieste slachtoffers van
onze rampzalige haat.’
Een sombere vrede hangt over deze morgen
     Ontroostbaar wendt de zon zich af
   Laten we elders gaan met onze zorgen
  Op termijn volgen de vergeving of straf
 Nooit trof het noodlot twee geliefden zo,
  Als mooie Julia en haar dierbare Romeo.
Hoofdstuk 9

Contenu connexe

Plus de . .

3.4
3.43.4
3.4. .
 
3.3
3.33.3
3.3. .
 
Vakantie kent 2012- 2
Vakantie kent 2012- 2Vakantie kent 2012- 2
Vakantie kent 2012- 2. .
 
Vakantie kent 2012 1
Vakantie kent 2012 1Vakantie kent 2012 1
Vakantie kent 2012 1. .
 
3.2
3.23.2
3.2. .
 
3/3
3/33/3
3/3. .
 
2/3
2/32/3
2/3. .
 
1/3
1/31/3
1/3. .
 
3.1
3.13.1
3.1. .
 
2.18
2.182.18
2.18. .
 
2.17
2.172.17
2.17. .
 
2.16 a
2.16 a2.16 a
2.16 a. .
 
Fotobump
FotobumpFotobump
Fotobump. .
 
2.15 B
2.15 B2.15 B
2.15 B. .
 
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1. .
 
2.3
2.32.3
2.3. .
 
2.2
2.22.2
2.2. .
 
Picspamverjaardag
PicspamverjaardagPicspamverjaardag
Picspamverjaardag. .
 
'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again
'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again
'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again. .
 
Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace.... .
 

Plus de . . (20)

3.4
3.43.4
3.4
 
3.3
3.33.3
3.3
 
Vakantie kent 2012- 2
Vakantie kent 2012- 2Vakantie kent 2012- 2
Vakantie kent 2012- 2
 
Vakantie kent 2012 1
Vakantie kent 2012 1Vakantie kent 2012 1
Vakantie kent 2012 1
 
3.2
3.23.2
3.2
 
3/3
3/33/3
3/3
 
2/3
2/32/3
2/3
 
1/3
1/31/3
1/3
 
3.1
3.13.1
3.1
 
2.18
2.182.18
2.18
 
2.17
2.172.17
2.17
 
2.16 a
2.16 a2.16 a
2.16 a
 
Fotobump
FotobumpFotobump
Fotobump
 
2.15 B
2.15 B2.15 B
2.15 B
 
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
 
2.3
2.32.3
2.3
 
2.2
2.22.2
2.2
 
Picspamverjaardag
PicspamverjaardagPicspamverjaardag
Picspamverjaardag
 
'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again
'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again
'Cause baby tonight, the DJ got us falling in love again
 
Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
 

Hoofdstuk 9

  • 1.
  • 2. Op het kerkhof van de familie Capulet is het doodstil. De lantaarns werpen een, griezelig schijnsel over de grafstenen. Plots kraakt de poort. Roderick en een vriend van hem komen het kerkhof oplopen. ‘Houd daar de wacht en fluit maar om me te waarschuwen als er iemand aankomt. Ik weet dat dit een plek van respect is, maar in het donker voel ik me er toch nooit helemaal veilig.’
  • 3. De vriend knikt. ‘Nou, fijn, dit is wel de meest waardeloze plek om op wacht te staan.’ Roderick negeert het en loopt door de mist heen naar binnen. ‘Hallo, Julia,’ glimlacht hij als hij bij haar open grafkist staat. ‘Ik heb rozen voor je meegenomen. Vijf euro per roos, want dat heb ik allemaal voor je over.’
  • 4. Ook Romeo komt het kerkhof op lopen, onder de inmiddels inktzwarte lucht. Hij blijft even staan en staart naar de donkere wolken die zich samenpakken. Hij zucht. ‘Ook de wolken weten wat er me te wachten staat. Maar ik zal samen met Julia zijn.’ Met een besliste pas loopt hij tussen de grafstenen door naar binnen. Roderick kijkt op. ‘Romeo?!’
  • 5. Romeo blijft staan. ‘Hoor eens, ik ben radeloos, dus, ehm, ga maar beter weg.’ Aarzelt hij. Roderick heft woedend zijn vinger op. ‘Weg? Jij- jij, jij bent degene die Tybalt heeft vermoord, het is allemaal jouw schuld! Door jou is mijn lieve Julia van verdriet gestorven. Je hebt álles van ons afgepakt, alles is misgegaan.’ Romeo laat een schamper lachje horen. ‘Misgegaan? Zeg dat wel. Kun je nu gaan?’ zegt hij kil.
  • 6. Roderick heft zijn lamp op. ‘Ik weg? Jij komt je hier verkneukelen bij haar lichaam, dat laat ik je niet doen, jij hebt hier niets te zoeken, vuile moordenaar, jij moet hetzelfde lot ondergaan als Julia, maar pijnlijker, als het even kan.’ Voegt hij er zachtjes aan toe. Romeo lacht nogmaals. ‘Oh Roderick, ook daar ben ik het mee eens, daarom ben ik hier.’ Roderick kijkt hem even verbouwereerd aan maar rent dan op hem af. ‘Gaan we moeilijk doen? Goed dan,’ mompelt Romeo.
  • 7. Zo rollen de mannen langs Julia’s kist. De vriend, die buiten nog steeds op wacht staat, hoort hun geschreeuw. ‘Ze vechten! Ik ga de soldaten waarschuwen.’ Met die woorden rent hij het kerkhof af. ‘Ik weet niet hoe je Julia zoiets aan kon doen.’ Gromt Roderick, terwijl hij hijgend zijn handen om Romeo’s nek sluit. ‘Maar je zult niemand anders meer kwetsen.’
  • 8. Romeo hapt naar lucht en tast met zijn hand de grond af. De zaklamp moest daar ergens liggen. Lucht, lucht, hij moest lucht hebben, zo wilde hij niet sterven. Zijn hand stuit op iets hards. Hij grijpt de zaklamp en laat hem met een harde klap op Rodericks hoofd vallen. Hijgend ligt Romeo daar even. Hij duwt Rodericks lichaam van zich af en komt moeizaam overeind. Hij zucht wanhopig. ‘Hij had nog gelijk ook. Ik bén een moordenaar.’
  • 9. Hij draait zich om naar Julia. ‘Oh mijn lieve Julia, ik kom eraan, we zullen snel samen zijn, ik heb hier niets meer te zoeken.’ Hij drukt een kus op haar lippen en drinkt het flesje helemaal leeg. ‘Apotheker, je had gelijk, je gif is snel, zo sterf ik met een kus.’ Moeizaam buigt hij zich over de kist voor een laatste kus, maar daarna zakt hij op de grond. ‘Kom maar op dood, ik zal bij mijn Julia zijn.’ Mompelt hij. De laatste adem komt over zijn lippen, en hij ligt dood aan Julia’s kist. ~
  • 10. Broeder Laurens loopt het kerkhof op en ziet licht uit de tombe komen. ‘Oh god, ik ben bang dat er iets verschrikkelijks is gebeurd,’ mompelt hij. Hij beent zo snel mogelijk tussen de mistbanken door naar binnen. ‘Oh nee, Romeo, doodsbleek, naast Julia’s kist, en daar ligt Roderick! Alles is mislukt.’ Julia knippert loom met haar ogen en komt langzaam overeind. ‘Laurens? Waar is mijn Romeo? Hij zou toch bij me zijn als ik ontwaakte?’
  • 11. In de verte klinkt lawaai. Broeder Laurens maakt een wanhopig geluidje. ‘Oh arme, lieve Julia, alles is misgegaan. Romeo is hier net geweest, en hij geloofde dat je dood was, en hij hield zoveel van je dat hij niet alleen achter wilde blijven. Hij ligt naast je.’ Julia slaat haar handen voor haar mond. Een traan loopt over haar wang. ‘Romeo? Romeo? Mijn liefste Romeo, was ik maar vijf minuten eerder geweest, alles was goed gekomen.’
  • 12. Het lawaai in de verte komt dichterbij. ‘Julia, we moeten vluchten,’ merkt de monnik zenuwachtig op. ‘De soldaten komen eraan. We moeten weg uit deze hel, naar een veilige plek.’ Buiten klinken stemmen. ‘Toe Julia, ik durf niet langer te blijven.’ Julia schudt haar hoofd en neemt Romeo op haar schoot. ‘Nee, ik weiger weg te gaan. Ik wil niet zonder Romeo leven. Gaat u maar, vlucht maar.’ Broeder Laurens knikt bergripvol. ‘Jullie liefde is zo grenzeloos dat hij ook daar zal overleven. Vaarwel, Julia.’ Hij vlucht naar buiten. Julia blijft alleen achter met haar geliefde.
  • 13. Geluidloze tranen lopen over haar wangen. ‘Oh Romeo, is dat het gif dat je genomen hebt? Zou er nog genoeg op je lippen zitten?’ Ze buigt zich over zijn lichaam en drukt een kus op zijn lippen. Ze maakt een wanhopig geluidje. ‘Je lippen zijn nog warm, oh was ik maar iets eerder geweest. Maar ik zal niet verder leven zonder de man die mijn zuurstof is.’ Ze zoekt zijn zakken af en vind een dolk. ‘Dit zal voldoen. Tot straks, mijn lieve Romeo.’ Ze drukt een kus op zijn lippen en steekt de dolk in haar borst. Ze sterft in zijn armen.
  • 14. De soldaten lopen het kerkhof op. ‘Doorzoek het alles en arresteer iedereen die je tegenkomt,’ beveelt een van de soldaten. Ze komen de tombe binnen. De soldaat die voorop loopt trekt wit weg. ‘Wat een horrortoneel! Daar ligt Roderick, niet zo lang geleden vermoord, en daar Romeo en Julia, pas gestorven. Maar Julia was toch al eerder gestorven?’
  • 15. Een tweede soldaat komt binnen en knikt. ‘Ze lag hier opgebaard, maar dit is niet mogelijk. Waarschuw de Capulets en de Montaques.’ De man knikt en snelt naar buiten. Twee andere soldaten slepen broeder Laurens mee naar binnen. ‘Deze monnik probeerde te vluchten. Hij zucht en jankt, we zullen hem ook hier houden.’ De kolonel komt een beetje verbouwereerd naar binnen stommelen. ‘Welke ramp is er gebeurd dat ik hier midden in de nacht heen ben geroepen?’
  • 16. ‘Kolonel, hier ligt Roderick, vermoord, Romeo, dood, en Julia, al lang dood, maar nog warm en pas gestorven,’ vertelt de soldaat die het dichtste bij het tafereel staat. De Capulets en de Montaques komen ook binnen. ‘Wat is er aan de hand, iedereen gilt en jankt buiten, mensen roepen om Romeo, en ook Julia’s naam word genoemd,’ vraagt Capulet, die naar binnen komt. Montaque slaat een arm om zijn vrouw. ‘Oh Romeo, ben je zo ongeduldig geweest dat je je vader verdrongen hebt bij het graf? Waarom moest jij eerder sterven?’
  • 17. Er valt een stilte. Gehuil galmt in de kamer, kaatsend en echoënd tegen de stenen muren, als iedereen het tafereel in zich opneemt. ‘Ik ben hier het meest bij betrokken, maar ik heb niets met de moorden te maken.’ De kolonel knikt. ‘Vertel wat je weet.’ Broeder Laurens haalt diep adem. ‘Hij, Romeo, heb ik in het geheim getrouwd met Julia, daar. Ze hielden zielsveel van elkaar, maar waren als de dood dat hun ouders het niet zouden accepteren.’ Hij pauzeert even om Montaque en Capulet een donkere blik toe te werpen.
  • 18. ‘Hun huwelijksdag was Ties sterfdag, en de dag van Romeo’s verbanning. Julia huilde niet echt om de dood van haar neef, maar meer om de verbanning van haar geliefde. En om haar los te weken van dat verdriet heb jij,’ Hij knikt naar Capulet. ‘Haar gedwongen tot een huwelijk met een man waarvan ze niet hield. Ze wanhopig kwam bij mij voor raad om dit tweede huwelijk te voorkomen. Ik gaf haar een slaapdrank waardoor ze 42 uur lang dood leek. Ik schreef Romeo een brief waarin ik vertelde dat hij haar in de tombe waar ze werd opgebaard kon ophalen zodra ze wakker werd, en ze zouden kunnen vluchten.’
  • 19. ‘Maar door een ongelukkige combinatie van omstandigheden heeft die brief hem nooit bereikt. Ik hoorde daarvan en ben zo snel mogelijk naar haar graf gegaan, waar Romeo, zoals ik vreesde, zelfmoord had gepleegd, en Roderick, zo blijkt meegesleept heeft in de dood. Op dat moment werd Julia wakker. We hoorden van alle kanten soldaten aankomen, toen ben ik gevlucht, en heeft Julia zelfmoord gepleegd.’
  • 20. De kolonel schud afkeurend zijn hoofd. ‘Waar zijn die haatzaaiers? Zijn jullie nu tevreden?!’ Capulet en Montaque kijken elkaar aan. Geen van beiden had ooit zoiets vreselijks gewild. ‘Kijk maar even heel goed naar wat jullie hebben aangericht, Montaque en Capulet, kijk vooral heel goed. Iedereen is gestraft, maar was dit nou nodig?’ Capulet reikt zijn hand uit naar Montaque. ‘Vriend Montaque, het is veel te ver gegaan. Ik vraag je om mijn vredesverzoek te accepteren.’
  • 21. Montaque knikt en schud hem de hand. ‘Maar al te graag, en ik zal meer doen dan dat. Ik laat een gouden beeld maken van Julia, live Julia, die altijd zo oprecht was.’ Capulet zucht. ‘En Romeo zal zijn laatste rustplaats krijgen naast zijn geliefde, daar zorg ik persoonlijk voor. De trieste slachtoffers van onze rampzalige haat.’
  • 22. Een sombere vrede hangt over deze morgen Ontroostbaar wendt de zon zich af Laten we elders gaan met onze zorgen Op termijn volgen de vergeving of straf Nooit trof het noodlot twee geliefden zo, Als mooie Julia en haar dierbare Romeo.