Werk(plek) begeleiding - 'Wie heeft de lead'? - ROC van Twente
Leren in de praktijk
1. in de
Leren praktijk
Opbrengsten doorbraakproject werkplekleren ROC van Twente
2. Colofon
Interviews en eindredactie: Hans Morssinkhof Publicity
Redactie: Gerard Rikken, Cindy Poortman, Kristel van der Wilk-Elfering
November 2011
2
3. Inhoud
‘ We weten nu beter hoe we de bpv moeten inzetten.’ 5
Interview met Peter Weusthof
door Henk Ritzen, Edith Wanschers, Cees Terlouw en Gerard Rikken
Werkplekleren: handelingsvoorschriften ter verbetering 33
door Henk Ritzen, Edith Wanschers, Cees Terlouw en Gerard Rikken
door Henk Ritzen, Edith Wanschers, Cees Terlouw, Bert van Veldhuizen
en Gerard Rikken
Interview met Edith Wanschers
door Fanny Pliester-Prins
Interview met Cees Terlouw
door Niek van Toor
Interview met Natascha Prins
‘We moesten de vanzelfsprekendheden loslaten.’ 113
Interview met Trudy Bults en Gea Schonewille
‘Zo’n project brengt nieuw elan en innovatie.’ 119
Interview met Ritzo Bloem en Freek Boswinkel
Interview met Jos Toebes en Frans Konst
Interview met Gerard Rikken
Tweegesprek tussen Cees Terlouw en Henk Ritzen
door Arlicia Gecer en Jwan Shamoon
Epiloog 155
door Cindy Poortman
3
5. ‘We weten nu beter hoe
we de bpv moeten inzetten’
Interview met Peter Weusthof, voorzitter van klankbord- en stuurgroep
‘werkplekleren’. Deze klankbordgroep bestaat uit directeuren van de be-
trokken MBO Colleges en vertegenwoordigers van bedrijven/instellingen.
‘Wat me nog het meest is opgevallen, is het belang van de kleine dingen. De student
wil graag aandacht, die zit daar maar alleen in dat stagebedrijf. Eén telefoontje kan
dan genoeg zijn om hem of haar een prettiger gevoel te geven en zijn motivatie
en daarmee zijn leeropbrengsten te stimuleren. Zo eenvoudig kan het soms zijn.’
Peter Weusthof, hoofd van de dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg van het ROC van
Twente en daarnaast voorzitter van zowel de klankbordgroep als de stuurgroep,
klinkt aangenaam verrast. ‘Dit is een heel belangrijk project geweest. We weten nu
beter waarop we moeten inzetten.’
Vooral met het oog op de begeleiding van de studenten, de afspraken met hem of haar en met
-
tive, toepassing van die incentive en dan weer meten. Iedereen gaat dan vanzelf nadenken
we nodig hebben om nog beter te kunnen bepalen hoe we de bpv moeten inzetten.’
5
6. Competentiegericht
verder leren, nieuwe inzichten en competenties opdoen. Als school moeten we ons daar-
de uitkomsten van de bpv.’
Dat brengt allereerst de opdracht met zich mee om als instelling de studenten goed voor-
kloof in beeld gebracht, nu kunnen we die dichten.’
-
-
uitgewezen. Heeft ook laten zien dat iedereen daaraan behoefte heeft: studenten, docen-
maar die moeten we wel mobiliseren. Mede daarom hebben we steeds pragmatisch inge-
Bedrijfsleven
wilden zetten, de fasen die we daarin zagen. Zo hebben ze ons scherp gehouden; het
-
weten hoe het mbo-stelsel in elkaar steekt. Ze willen weten wat ze aan ons hebben, wat ze
6
7. -
kunnen. Dat willen ze graag, want ze willen de studenten een goede stage bieden, daar
-
Het vervolg
Daar ligt dus voldoende stof om mee door te gaan. Weusthof knikt. ‘Ik kan zo al één van de
-
hun eigen wielen uit te vinden. We richten daarnaast een kenniskring bpv op, waarin we
wel, dat andere directies geïnteresseerd raken. We hebben nu immers voorbeelden die
Kleine dingen
uitdaging en de opgave om meer maatwerk en meer differentiatie te bieden, al naar ge-
tschool daarvoor meer inzetten; ik kan me voorstellen dat het nog meer een tool wordt om
op afstand te begeleiden. Daar valt winst te boeken.’
behoefte bestaat. De input daarvoor kwam van de docenten zelf, net als van de studenten
basis om op voort te bouwen.’
9. Het doorbraakproject
werkplekleren ROC
van Twente
Henk Ritzen¹, Edith Wanschers²,
Cees Terlouw3, Gerard Rikken²
Vraagarticulatie verwachtingen studenten en praktijkopleiders
Dit artikel is het eerste uit een reeks van drie over het doorbraakproject werkplekle-
ren binnen het ROC van Twente. Het beschrijft de verwachtingen van studenten en
praktijkopleiders over de beroepspraktijkvorming (vraagarticulatie/nulmeting) en
is een samenvatting van de papers die werden gepresenteerd tijdens de Onderwijs
Research Dagen in Leuven (2009) en Enschede (2010).
Het tweede artikel gaat in op de verbeteringen (handelingsvoorschriften in de vorm
van interventies) die door docenten worden ingezet om de beroepspraktijkvorming
van hun opleiding te verbeteren. Het derde artikel beschrijft de effecten van de in-
gezette verbeteringen in de beroepsopleidingen en is een bewerking van een paper
dat werd gepresenteerd tijdens de Onderwijs Research Dagen in Maastricht (2011).
Samenvatting
uit van het opleidingscurriculum van mbo-opleidingen. Hoe kunnen docenten het leerpro-
-
-
neering en Informatie Dienstverlening een nulmeting verricht. Het doel hiervan is het arti-
-
dan de helft van mening dat er goed met hen wordt gecommuniceerd.
¹
Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente
² ROC van Twente
3
Hogeschool Saxion
10. Aanleiding
In 2008 concludeerde de Algemene Rekenkamer dat de voorbereiding van de student en
moeten daarom hun stagebegeleiding verbeteren, ervoor zorgen dat allochtone studenten
1
is een goede
-
2
van
studenten uit het mbo. Hun conclusies komen overeen met de bevindingen van de Alge-
-
rele problemen rond de organisatie en communicatie van de stages. Een van de cruciale
-
3
’, staan de volgende vier thema’s
centraal:
-
lisering, simulatie als leerplaats; afwisseling school-werk.
- Leerprocessen focus op proces van competentieontwikkeling op de werkplek, partici-
-
len en leermiddelen, beoordeling.
- Co-makership met focus op regionale samenwerking op ontwerpniveau en op uitvoe-
Het regionale -
-
-
kelen de studenten hun beroepscompetenties op de werkplek onder begeleiding van hun
Dit artikel, het eerste uit een reeks van drie, presenteert de resultaten van de vraagarticu-
latie die in de vorm van een nulmeting is uitgevoerd. Doel van deze vraagarticulatie is het
1 Met stage wordt bedoeld ‘werkplekleren’ en ‘beroepspraktijkvorming’ (afgekort bpv).
2
3 Met werkplekleren wordt bedoeld ‘stage’ en ‘beroepspraktijkvorming’ (afgekort bpv).
10
11. en van de factoren die het leren op de werkplek kunnen bevorderen: realiteitsgehalte van
de werkplek; realiteitsgehalte van de taakinhoud; ontwikkelingsgerichtheid van taaksitua-
In het onderstaande wordt ingegaan op de uitgangspunten van het regionaal doorbraak-
Regionaal doorbraakproject werkplekleren ROC van Twente
-
sche ontwikkeling, zoals genoemd in de arbeidsmarktmonitor en daarmee gerelateerde
-
-
petentie-eisen gesteld aan zowel nieuwe instromers als aan zittend personeel. Aan de
en hbo slechts ten dele voldoen; een groot deel van deze arbeidsplaatsen zal worden
-
-
-
noemde doelen te realiseren. De regionale samenwerking levert een goede basis om via
-
-
professionele interventies en het ontwikkelen van regionaal lerende netwerken de be-
-
delingsvoorschriften ontworpen die ten behoeve van mbo-opleidingen en hun leerbe-
11
12. Methode
De vraagarticulatie is een enkelvoudige casestudie die in de vorm van een nulmeting is
Onderzoeksvragen
-
volgende onderzoeksvragen:
1 Wat verwachten studenten van de opleidingen Middenkader Engineering, Informatie
-
ming inzake de voorbereiding, de communicatie, de studieloopbaanbegeleiding, de
Instrumentatie
-
-
-
gen. Daarnaast worden de aspecten tevredenheid en motivatie gemeten aan de hand van
bestaat uit drie semi-gestructureerde interviews die in panelgesprekken met studenten en
Betrouwbaarheid schalen
Tabel 1 Betrouwbaarheden subschalen studenten
Naam schaal Alpha’s N items Respondenten
.83 8 152
Communicatie 6 151
.86 6 150
6 150
5 152
.81 5 153
Motivatie 5 151
12
13. Tabel 2: Betrouwbaarheden subschalen praktijkopleiders
Naam schaal Alpha’s N items Respondenten
Voorlichting 6
Communicatie 6
.83 5
5
Studieloopbaanbegeleiding
.81
.88 6
Resultaten ‘studenten’
communicatie, studieloopbaanbegeleiding, beoordeling en begeleiding van hun docenten
-
van de
De groep studenten is als volgt samengesteld.
Tabel 3 Respondentgroep studenten
Respondentgegevens Experimentgroep (0-meting)
N
Geslacht Leeftijd
Aantal respondenten
studenten Gem.
N % M V Min. Max.
leeftijd
5 108 15 20
Informatie Dienstverlening
26 2 35 61
Middenkader Engineering
23 23 0 18 21
108 15 61 21.8
Vraagarticulatie op basis van schriftelijke vragenlijsten
-
geleiding van de docenten en de mate waarop studenten ervaren dat de studieloopbaan-
Met behulp van de Mann-Whitney-test is onderzocht of de verwachtingen van de studenten
4 In de BBL, of Beroepsbegeleidende Leerweg werkt de student vier dagen per week in een bedrijf/instel-
ling en gaat hij doorgaans één dag (of twee avonden) per week naar school. Het praktijkonderdeel maakt
minimaal 60% van de opleiding uit.
5 In de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) gaan studentstudenten de hele week naar school. Minimaal 20% 13
van de opleidingstijd bestaat uit de stages.
14. dat de verwachtingen van de studenten van de opleidingen Informatie Dienstverleningen
-
van die van de studenten van de opleidingen Informatie Dienstverlening. Dit betekent dat
-
-
-
-
Vraagarticulatie op basis van interviews
studenten de volgende knelpunten:
-
-
hun motivatie om hen te begeleiden niet bevordert.
Conclusie afstemming van de verwachtingen op de stages: hoewel alle informatie over
-
15. Opleidingsstructuur:
-
-
passing van catalogi, databank en bronnen.
- De lessen communicatie worden door studenten als nuttig ervaren, maar worden te laat
aangeboden.
-
gens in eigen beheer uitprinten; de opleiding gebruikt verouderde software.
Conclusie opleidingsstructuur: tudenten ervaren de ‘verkeerde‘ volgorde van de lesstof
-
Leerwerkproces
- De bezoeken door de docenten van de beroepsopleiding vinden fragmentarisch en
onregelmatig plaats, waardoor docenten geen intensief contact met de studenten op
de werkplek onderhouden.
15
16. -
het leerwerkproces.
- De voorafgaand aan de stage geformuleerde leerdoelen van studenten worden onvol-
doende geïntegreerd in het leerwerkproces.
-
proces goed of fout gaat; begeleidingsgesprekken vinden nooit dan wel fragmentarisch
-
-
Algemeen kunnen we over ‘de afstemming verwachtingen’ concluderen dat de voorlich-
-
-
leerwerkproces dat de begeleiding beter moet worden afgestemd op de inhoud van de
opleiding, de inhoud beter moet worden afgestemd op de leerwerkplek van de studenten
Resultaten ‘praktijkopleiders’
-
6
.
van hun opleiding te verbeteren. Deze komen aan de orde in het tweede artikel in dit boek.
Respondenten
-
-
ingevuld.
6 Zie hieronder: ‘Werkplekleren binnen het ROC van Twente: werken de interventies?’
7 Zie hieronder: ‘Werkplekleren: handelingsvoorschriften ter verbetering van de kwaliteit van de beroeps-
praktijkvorming.’
16
17. Tabel 4: Respondenten praktijkopleiders, werkbegeleiders
Bpv-begeleiders van branche Aantal respondenten
Respons
Informatiedienstverlening 66
Middenkader Engineering 62
128
256 81
-
Tabel 5: Ervaringsjaren praktijkopleiders
Hoe lang begeleidt u al studenten
6 - 10
5 6 3 1 15
Informatiedienst-
verlening Ik ben werkbegeleider 2 2 2 0 6
2 3 2 11
Middenkader
Engineering Ik ben werkbegeleider 2 2 0 2 6
15 15 2 0 32
Ik ben werkbegeleider 3 3 2 2 10
31 13 80
-
-
voorlichting van en tevredenheid over de beroepsopleidingen; de opleidingen verschillen
-
-
kader Engineering het laagst. Het onderdeel ‘beoordeling’ van de opleiding Middenkader
Begeleiding en communicatie: ervaringen praktijkopleiders
De tweede onderzoeksvraag richt zich op de relatie tussen begeleiding en communicatie,
18. met andere woorden: is de communicatie van de docent van invloed op de kwaliteit van de
-
Figuur 1: Lineaire regressie begeleiding versus communicatie
R2
Communicatie en informatie
-
-
-
18
19. -
docent met de student wel gewaardeerd, maar is de communicatie van de docent met de
-
-
Conclusies
dat zowel de begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming als de communicatie tussen
student en praktijkopleider -
-
hypothesen en acties geleid:
-
-
- -
van een doorlopende leerroute naar het hbo op basis van de huidige ervaringen in de
de randvoorwaarden van de communicatie, kaders, logistiek, e.d., van de organisatie
leiden tot verbeterprocessen op het gebied van de stage-inhoud als stagebeoordeling.
-
Discussie
In dit deel van de discussie wordt een aantal trends gesignaleerd.
Docenten en praktijkopleiders
-
20. -
gesloten op de belevingswereld van de studenten en hun beeld van hun toekomstig beroep.
Studenten participeren in werkverbanden
Participeren is het vermogen om in de werkgemeenschap mee te doen, waardoor nieuwe
-
-
de volgende eisen aan de beroepsopleiding: ‘Leren als competentieontwikkeling is partici-
reisgids fungeert langs interessante vormen van participatie in plaats van een overzicht van
-
beroepsopleidingen onvoldoende deel uit van de leerwerkprocessen.
van aanpassing in de verschillende werkgemeenschappen: school en arbeid. Docenten
-
-
Werkplekleren als pedagogische praktijk
Het participeren in arbeidssituaties binnen de stages is een geheel ander proces dan leren
geïntegreerd in de beroepshandelingen van de student en treedt er geen transferprobleem
-
kunde en houdingen. Door te participeren in de werkomgeving maakt de student mee hoe
-
-
20
21. dient deze spanning gethematiseerd te worden; pas dan is de stage een pedagogische
Ervaringen van studenten in de arbeidspraktijk
-
21
22. Referenties
Meer co-makership tus-
sen onderwijs en onderzoek. Stimulansen voor benutting van kennis over, voor en
door beroepsonderwijs.
Conferentie, Den Haag.
Tijdschrift
voor medisch onderwijs
Leren en werken. Deventer: Kluwer Academic Publis-
hers.
Beroepspraktijkvorming in het MBO. Ervaringen van
leerbedrijven.
Beroepspraktijkvorming in het MBO
Den Haag: Algemene rekenkamer.
Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie
-
seren van interactie met lokale innovatienetwerken. Cees Doets, Kees Hammink,
Onderwijskundig leiderschap in de bve.
Vernieuwend vakmanschap. Een drieluik over beroepsonderwijs
en innovatie.
-
Een doorbraak forceren voor werkplekleren
Landelijke tussenrapportage doorbraakproject werkplekleren 2008-2009
IVA.
Projectplan: een doorbraak in werkplekleren (onderdeel
ROC van Twente).
Leermogelijkheden van de
werkplek.
Leren op de werkplek: zijn
communicatie en verwachtingen communicerende vaten?
Werk-
plekleren in het mbo, managen van verwachtingen en relaties. Casus ROC van
Twente.
22
24. Vervolg bijlage 1
Tabel 2
Sum of
df Mean Square F Sig.
Squares
Voorbereiding 2 ,000
Within Groups ,535
151
Communicatie 2 6,036 10,858 ,000
Within Groups 82,281 ,556
150
Studieloopbaan- 6,606 2 3,303 ,005
begeleiding Within Groups
2 ,000
Within Groups
2
Within Groups
151
2 ,000
Within Groups 150 ,532
152
Motivatie 2
Within Groups ,531
150
25. Bijlage 2
Resultaten Mann-Whitney Test
Ranks
Sum of
Groep N Mean Rank
Ranks
Voorbereiding 23 608,00
22
Communicatie 22
23 553,00
Studieloopbaanbegeleiding 22 528,00
23
21
22
23
22 580,50
23
Motivatie 22 568,50
23 20,28
Test Statistics(a)
Studie-
Voorbe- Commu- Bege- Beoor- Tevre- Moti-
loopbaan-
reiding nicatie leiding deling denheid vatie
begeleiding
231,00
Z -1,80 -,502
Asymp. Sig.
,616 ,088
a Grouping Variable: groep
25
26. Bijlage 3
Ranks
Sum of
groep N Mean Rank
Ranks
Voorbereiding 22 36,66 806,50
Communicatie 23
106
Studieloopbaanbegeleiding 23
105
128
1118,50
105
23
130
23 668,00
108
131
Motivatie 23
106
Test Statistics(a)
Studie-
Voorbe- Commu- Bege- Beoor- Tevre- Moti-
loopbaan-
reiding nicatie leiding deling denheid vatie
begeleiding
553,500 818,500 866,000
806,500 1118,50 668,000
Z -2,682 -5,163
Asymp. Sig.
,000 ,001 ,026 ,000
a Grouping Variable: groep
26
27. Bijlage 4
Ranks
Sum of
groep N Mean Rank
Ranks
Voorbereiding 23
130
Communicatie 22 885,50
106
128
Studieloopbaanbegeleiding 22
105
21 801,50
105
126
22 63,82
22 1002,50
108
130
Motivatie 22 1326,00
106 65,38
128
Test Statistics(a)
Studie-
Voorbe- Commu- Bege- Beoor- Tevre- Moti-
loopbaan-
reiding nicatie leiding deling denheid vatie
begeleiding
632,50 1151,00
885,50 801,500 1002,500 1326,0
Z -2,221 -3,380 -2,031 -,163
Asymp. Sig.
,026 ,001 ,000 ,006 ,555
a Grouping Variable: groep
29. ANOVA
Sum of
df Mean Square F Sig.
Squares
Voorlichting ,108 2 ,068
Within Groups
55,502
2 ,523 0,32
Within Groups 30,552 68
Communicatie ,031 2 ,015 ,022
Within Groups
,321 2 ,160
Within Groups 68
2 0,18
Within Groups 18,823
2 ,055
Within Groups ,516
Bijlage 6
Opleidingen Total
Praktijkopleiders
Praktijk-
IDV ME Onderwijs-
opleiders
assistent
helemaal
5
oneens
oneens 12
goed geïnformeerd
omtrent: uw rol en taak niet oneens, 6
niet eens
student. eens 36
helemaal eens
20 16
30. Bijlage 7
Opleidingen
Praktijkopl. Praktijkopl. Praktijkopl. Total
IDV ME OA
“Communicatie met de helemaal oneens
oneens 22
bpv”. De bpv-docent
kwam voldoende vaak niet oneens, niet
18
op bpv-bezoek. eens
eens 20
helemaal eens
20 15
30
33. Werkplekleren:
handelingsvoorschriften
ter verbetering van de
kwaliteit van de
beroepspraktijk-
vorming (stages)
Henk Ritzen¹, Edith Wanschers²,
Cees Terlouw3, Gerard Rikken²
Vraagarticulatie verwachtingen studenten en praktijkopleiders
Na het eerste artikel over de verwachtingen van studenten en praktijkopleiders in
de beroepspraktijkvorming (vraagarticulatie/nulmeting), gaat de blik nu naar de
verbeteringen (handelingsvoorschriften in de vorm van interventies) die docenten
(kunnen) inzetten om de beroepspraktijkvorming van hun opleiding te verbeteren.
Dit tweede artikel werd in 2011 gepubliceerd in nummer 5 van Onderwijs en ge-
zondheidszorg. De effecten van de handelingsvoorschriften in de beroepsopleidin-
gen komen aan de orde in het derde artikel.
Samenvatting
-
-
aspecten voorlichting, communicatie, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding/beoor-
deling van studenten.
Doelstelling
evaluatie van een duurzaam, samenhangend geheel van maatregelen en interventies ge-
33
34. op mbo- of hbo-niveau op de stage- of werkplek. Personen, materialen en/of processen
-
-
De handelingsvoorschriften maken deel uit van het competentiegericht curriculum en van
innovatie op twee niveaus gerealiseerd:
-
analyse systematisch gezocht wordt naar optimale professionele interventies om werk-
-
Onderzoek
-
systematisch wordt gezocht wordt naar optimale professionele handelingsvoorschriften
-
woord op de vraag hoe de communicatie en begeleiding van stages in het beroepsonder-
Theorie
de evaluatie van de resultaten en werkprocessen. Het relationele aspect van communica-
-
-
wordt een samenvatting gegeven van de communicatieve aspecten geformuleerd door
35. Tabel 1: Samenvatting relationeel, situationeel en informationeel aspect van communicatie
Situationeel aspect:
Relationeel aspect: Informationeel aspect:
hoe en wanneer
wie communiceren? wat communiceren?
communiceren?
Non-verbale communicatie
Variabelen
Relevantie
Vanuit eigenperspectief
Handelingsvoorschriften inzake voorlichting
Welke acties op het gebied van voorlichting worden binnen de drie beroepsopleidingen
Handelingsvoorschrift 1: voorlichting door de bpv-docent aan de student
Voorlichting (door bpv-docent/opleiding)
Voor
Wat moeten ze weten? Hoe?
wie?
zoeken en dit presenteren aan klasgenoten
en advies te geven over de bpv. Waar liepen ze
tegen aan, hoe is dat opgelost.
Laat ze daar vragen en antwoorden uitwisselen
Studieloopbaanbegeleiding en methodische
35
36. Handelingsvoorschrift 2: voorlichting door de bpv-docent aan de BBL-student en de prak-
tijkopleider
VOORLICHTING (door bpv-docent/opleiding)
Voor
Wat moeten ze weten? Hoe?
wie?
klasgenoten.
Waar liepen ze tegen aan, hoe is dat opgelost.
-
-
ten. Laat ze daar vragen en antwoorden uitwisselen
-
studenten of maak een dvd.
-
-
ten.
-
er belangstelling is voor meer informatie over de op-
De inhoud en structuur van de opleiding.
Hand-outs.
-
Hand-outs.
.
Handelingsvoorschriften inzake communicatie
goede samenwerking wordt bevorderd door eenduidige en heldere communicatie over
36
37. -
ken aan het leerproces van de student. Daarnaast vereist ook het managen van elkaars
verwachtingen veel aandacht.
Handelingsvoorschrift 3: communicatie van bpv-docent naar student, naar praktijkopleider
en naar management
VOORLICHTING (door bpv-docent/opleiding)
Voor Wat moeten we doen? Hoe?
wie?
-
Met de student
ste bpv-maanden.
start bpv.
-
heid tonen.
daar aan houden.
Communiceer:
voorafgaand aan de start van de stage.
-
seling.
kan bereiken.
-
wachten. worden opgelost.
student zich bevindt.
-
dent.
-
-
van student.
-
in de planning. op naam.
-
speciale gebeurtenissen of voor de afsluiting van de bpv-periode.
38. VOORLICHTING (door bpv-docent/opleiding)
Voor
Wat moeten we doen? Hoe?
wie?
-
waarden voor werkbegeleider/
- bent wanneer er leerlingen stagelopen.
voor student. -
en inbedding in gehele team.
- aanspreekpunt de voorkeur.
leidingsbeleid.
-
veau van student voor de bpv.
Handelingsvoorschriften inzake studieloopbaanbegeleiding
-
verschillen moeten daarom voorafgaand aan de bpv in kaart worden gebracht. Vervolgens
-
kader in de begeleiding van de bpv-studenten.
Handelingsvoorschrift 4: studieloopbaanbegeleiding vanuit het perspectief van de docent,
ten behoeve van de student en de praktijkopleider
Voor
Wat moeten we doen? Hoe?
wie?
Praktijkopleider
punten leerling zichtbaar te maken.
- -
keuze/ doorstroomwens naar het hbo. ven aangaande de ontwikkeling van stu-
- -
Handelingsvoorschriften inzake begeleiding en beoordeling
studenten, goede bereikbaarheid, oprechte interesse en het bieden van voldoende en
relatie met de student opgebouwd, die leidt tot een kwalitatief intensieve begeleiding.
-
-
38
39. Handelingsvoorschrift 5: begeleiding en beoordeling door de bpv-docent
BEGELEIDING/BEOORDELING (door BPV-docent)
Wat Hoe?
Student voorbereiden: -
digheden.
Voorbereiding
-
- der op de hoogte als dit niet gelukt is.
op BPV
gen; -
drachten door middel waarvan de student kennis
-
sturen.
Voorwaarde voor goede begeleiding: docent heeft
-
van coaching.
-
Begeleiding tijdens BPV
-
van relevante informatie.
werkbegeleiding.
-
praten over alternatieve aanpak.
-
taten. met y te maken had
- -
spreken.
-
gelen,
-
werking
Beoordeling
Eind opdracht / verslag:
formulering voegen;
van de betreffende opleiding. -
40. Slot
de drie mbo-opleidingen zullen resulteren in verbetering van de communicatie van de be-
worden gebruikt.
-
-
-
-
verbeteringen en management van draagvlak binnen de docententeams om boven-
staande verbeteracties versneld te implementeren.
-
en werken alleen succesvol als de zender de communicatie-inhoud kwalitatief goed over-
41. Referenties
Verbindingen tussen de wereld van het leren en de wereld van de ar-
beid: bedrijven aan het woord. -
Samen werken aan leren op de werkplek: Op weg naar
co-design en co-makership van scholen en bedrijven. ’s-Hertogenbosch: Cinop
Een doorbraak forceren voor werkplekleren.
Landelijke tussenrapportage doorbraakproject werkplekleren 2008-2009.
IVA.
Interne communicatie: Van theorie naar praktijk. Amsterdam: Cout-
inho.
Projectplan: een doorbraak in werkplekleren (onderdeel
ROC van Twente)
zorginstelling bevorderen. In: Onderwijs en gezondheidszorg
Werkend Leren, Lerend Werken. Professionalisering van do-
centen in Persoonlijk en organisatieperspectief.
‘En nu het woord bij de daad voegen’. Doctoraalscriptie. En-
42.
43. Werkplekleren binnen het
ROC van Twente: werken
de interventies?
Henk Ritzen¹, Edith Wanschers²,
Cees Terlouw3, Bert van Veldhuizen4, Gerard Rikken²
Dit is het laatste artikel van een reeks van drie. Na de beschrijving van de verwach-
tingen van studenten en praktijkopleiders over de beroepspraktijkvorming (vraag-
articulatie/nulmeting) van het Twents doorbraakproject werkplekleren, kwamen de
handelingsvoorschriften (interventies) aan de orde die door docenten zijn ingezet
om de beroepspraktijkvorming van hun opleiding te verbeteren. Dit beschrijft de
effecten van deze handelingsvoorschriften. Het is de bewerking van een paper dat
werd gepresenteerd tijdens de Onderwijs Research Dagen te Maastricht (2011).
Samenvatting
vorige artikel beschreven, binnen de drie deelnemende beroepsopleidingen werken. De
onderzoeksvraag gaat uit van de ervaringen van studenten op de aspecten voorbereiding,
communicatie, studieloopbaanbegeleiding, begeleiding en beoordeling van de docent. En
communicatie vanuit de opleiding van de student.
is een onderzoeksontwerp ontwikkeld, waarvan de resultaten zowel kwantitatief als kwali-
-
school van Amsterdam
44. -
beoordeling en tevredenheid. Hun motivatie is weliswaar verbeterd, maar nog niet sig-
-
variabelen voorlichting, beoordeling en tevredenheid nog geen vooruitgang is geboekt.
-
Onderzoeksvragen
-
concludeerd dat:
de stage.
onderzoek, werd geconcludeerd dat:
-
45. -
1. Hoe ervaren studenten van de opleidingen Middenkader Engineering, Informatie
de voorbereidingen, de communicatie, de studieloopbaanbegeleiding, de begeleiding
Achtergrond
Perspectieven op werkplekleren1
-
nomen.2
-
Tabel 1: Perspectieven op werkplekleren (gebaseerd op Fenwick, 2008)
Perspectief Leren is … Sleutelkwesties
1 Individuele een individueel proces
kennis waarin nieuwe concepten,
verwerving vaardigheden en gedrag worden
gebruikt en opgeslagen. Meten van competentie.
Verkleinen van de kloof tussen investering in
training en resultaat.
constructie van nieuwe of
veranderde betekenissen
dialoog door individuele en collectieve werk beïnvloeden.
3 Netwerk ontvangen van informatie die
voorziening zich beweegt door een netwerk organiseren van content.
op een lineaire manier en die Afbreken van netwerkbegrenzingen.
niet beïnvloed wordt door de
ontvangen van informatie die Interactie tussen individu, groep en
leren zich beweegt door een netwerk organisatie.
op een niet -lineaire manier.
Leerfasen.
5 Individuele individuele groei door individuele
leervermogen.
ontwikkeling Het individu staat centraal: het De relatie tussen werk en individuele
individu leert en beïnvloedt de ontwikkeling.
groep.
1 Met dank aan dr. Bert van Veldhuizen die een bijdrage heeft geleverd aan het theoretisch kader dat hier
onder het kopje ‘achtergrond’ wordt beschreven.
2 Onstenk, 1997; Klink, 2001; Fuller & Unwin, 2003; Illeris, 2004; Hövels, 2005; Blokhuis & Nijhof, 2006;
Poortman, Nijhof & Nieuwenhuis, 2006; Poortman, 2007; Nijhof & Nieuwenhuis, 2008; Fenwick, 2008; Tyn-
jälä, 2008; Nelen, Poortman, Grip, Nieuwenhuis & Kirschner, 2011.
46. Perspectief Leren is … Sleutelkwesties
6 Individuen in verwerven van kennis en Welke omgevingen hebben een positief effect
gemeenschap vaardigheden van het individu
door actie in de gemeenschap
bemiddelende factor. Individu en
omgeving beïnvloeden elkaar
is participatie, belichaamd in de
of Practice’ om tegemoet te komen aan veranderende
druk.
Manieren om de dynamiek te faciliteren.
8 Co-participatie
en ligt in co-participatie.
co-emergence werk. Individuele en sociale
kennisontwikkeling.
met elkaar ‘verstrengeld’ in Rekenschap geven van veranderende noties
van wat nuttige kennis is.
-
tekenisgeving.
gaat uit van de vooronderstelling dat kennis gesitueerd is en voor een deel het resultaat is
3
. Leren vindt,
-
heid die ontstaan en worden onderhouden door een continu proces van onderhandeling
over betekenissen.
-
peripheral participation’ duidt op de manier waarop nieuwkomers zich de typerende opvat-
-
-
-
3 Lave & Wenger, 1991; Brown, Collins & Duguid, 1989; Brown & Duguid, 1991.
47. -
-
-
kelen en leren. In de literatuur over ‘communities of practice’ ligt de focus sterk op de
Het curriculum van de werkplek
-
-
de uitnodigende kwaliteiten van de werkplek bepalen in hoeverre het individu betrokken
-
verdeling wordt o.a. bepaald door de perceptie van de competenties van de betrokkene,
-
sen fulltimers en parttimers, tussen teams met een verschillende rol en status of tussen de
‘Agency’ is het vermogen van individuen om door hun acties verschil te maken in
-
op prestaties leveren in het werk of meer op leren en ontwikkelen. In het eerste geval kie-
48. -
activiteiten die de lerende onderneemt en tot een goed einde brengt. De keuze van het
het werk is georganiseerd. Andere of betere leerresultaten worden niet bereikt door het
leren te reorganiseren, maar door interventies in de manier waarop het werk is georga-
-
de werksituatie wat en hoe geleerd wordt, maar de interactie tussen de ‘affordances’ van
de werksituatie en de ‘agency’ van het individu. Die interactie wordt getypeerd door on-
Figuur 1: Model voor werkplekleren (gebaseerd op Billett et al., 2003a; Billett, Ehrich, &
Hernon-Tinning, 2003b)
‘Agency’
Acti Acti Acti Acti Werkresultaten
viteit viteit viteit viteit Leerresultaten
participatie
interne hulpbronnen
Begeleiding
‘Affordances’
-
ticipatie in werkactiviteiten die worden gepland vanuit het perspectief van dat leren. De
49. De opeenvolging van werkactiviteiten vanuit een leerperspectief noemen we het
’curriculum van de werkplek.’ De opbouw hiervan wordt evenzeer bepaald door de ‘agen-
-
doen om te leren, de begeleiding, de stimulansen die van de cultuur en van de leidingge-
welke werkactiviteiten als eerste leerervaringen in aanmerking kunnen komen. Die eer-
om die werkactiviteiten zo te plannen dat een continue ontwikkeling in de richting van de
-
vinden naar de interne hulpbronnen.
50. -
Werkplekleren in het mbo: ‘mixed model’
-
voor wordt opgeleid, vindt werkplekleren plaats binnen een arbeidsmarktstelsel van ‘be-
-
-
-
-
-
Werkplekleren onderdeel van competentiegericht onderwijs
-
ren van de leerprocessen op de werkplek en/of het vergroten van het aandeel van werk-
-
-
beroepsopleiding is met name relevant voor kwalitatief hoogwaardige varianten van werk-
plekleren, dualisering en simulatie als leerplaats. Daarnaast is er de afwisseling tussen
school en werk, met als doel studenten vanuit hun beroepsopleiding te laten ingroeien
50
51. -
Werkplekleren op het niveau van de opleiding
-
-
-
dan ook vorm en inhoud aan het primaire proces van de opleiding. Alle andere processen
-
Figuur 2: Kernspelers binnen de nulmeting van het Twents doorbraakproject werkplekleren
docenten
opleiders
Primair proces
studenten
-
-
-
-
51
52. -
-
voering daarvan en de evaluatie van de resultaten en processen daarna. Hierboven werd
alle niveaus behoren tot de relevante succesfactoren voor samenwerking tussen beroeps-
-
-
aspecten is een aantal relevante aandachtspunten gekozen, die als kader dienen ter be-
Tabel 2: Samenvatting relationeel, situationeel en informationeel aspect van communicatie
Relationeel aspect: Situationeel aspect: Informationeel aspect:
Wie communiceren? Hoe en wanneer communiceren? Wat communiceren?
Dagelijkse gang van zaken:
Bereikbaarheid - Goede voorlichting
- Problemen oplossen
Non-verbale Tijdigheid en regelmaat
Variabelen
communicatie Gezamenlijk realiseren doelen
Relevantie - Helderheid doelen
- Vertrouwen - Noodzaak voor ontvanger
- Committment - Voordeel ontvanger Onderhouden relaties
- Vanuit eigen perspectief
verwachtingen
- Informatie uitwisselen
II Methode
Enkelvoudige casestudie
52
53. -
Figuur 3
Onderzoeksdesign doorbraak werkplekleren ROC van Twente 2009-2011
X = BPV+ en Vr L. = vragenlijst4
persoonskenmerken van studenten en docenten het effect niet kunnen beïnvloeden.
Dataverzameling
-
tingen en vier eindmetingen5
-
basis van de resultaten van de pilot is de betrouwbaarheid van de schalen berekend. Naar
4 Zie voor de interventies ‘Werkplekleren: handelingsvoorschriften ter verbetering van de kwaliteit van de
beroepspraktijkvorming (stages)’, opgenomen als tweede artikel in deze bundel.
5 De eindmeting die in deze paper gepresenteerd wordt, is in feite een tussenmeting. Het doorbraakproject
heeft een doorlooptijd tot juli 2011, daarna worden de resultaten van de ‘werkelijke’ eindmeting gerappor-
teerd. In deze paper wordt de tussenmeting gepresenteerd als eindmeting.
53
54. -
wachtingen en ervaringen, tevredenheid en motivatie aangepast.
Het kwalitatieve deel bestaat uit acht semigestructureerde interviews met studen-
ten en zes interviews met groepen docenten en teamleiders; de resultaten worden in het
artikel van Necer en Shamoon beschreven.
Respondenten
-
vrouw.
Tabel 3: Respondenten vragenlijstonderzoek
Studenten Respons N Praktijkopleiders
Opleiding
Groep Total N 0- meting Eindmeting Total N Respons N
Controle 86 - 128
106 88
Middenkader Controle 1 36 21 - 66
28 26 - -
Engineering Controle 2 38 - - -
56
Informatie Controle 32 26 - 65
Dienstverlening 28
Controle
Experiment 303 236 (78%) 194 (64%) 243 105 (43%)
Het kwalitatieve deel is een dieptestudie waarin op basis van semi-gestructureerde vra-
-
55. Betrouwbaarheid schalen
getrokken.
Tabel 4: Betrouwbaarheden subschalen
Schaal Alpha N of items Valid Cases
.83 8 152
Communicatie 6 151
.86 6 150
6 150
5 152
.81 5 153
Motivatie 5 151
III Resultaten
In deze paper worden alleen de kwantitatieve resultaten gepresenteerd.
De eerste onderzoeksvraag
De eerste onderzoeksvraag had betrekking op de ervaringen van de studenten ten aanzien
-
nicatie, de studieloopbaanbegeleiding, de begeleiding van de docent en de beoordeling.
Voormeting (verwachtingen) versus eindmeting (realisatie)
-
wachtingen en belevingen; de variabele studieloopbaanbegeleiding is daarentegen zwak
-
communicatie werd het verschil in verwachting en realisatie vooral gevonden in de items:
55
56. -
-
geleiding verwachtte de student meer van de docenten dan dat ze hebben gerealiseerd.
-
56
58. -
-
-
-
De ‘tevredenheid’ over de mate waarop de student door de opleiding wordt geïn-
-
De variabele ‘motivatie’ is verbeterd doordat studenten vaker dan voorheen de
-
Middenkader Engineering
-
-
gerealiseerd.
-
58
60. -
score komt overeen met de grotere tevredenheid van deze groep studenten over hun op-
leiding.
Informatie Dienstverlening
-
60
61. De tweede onderzoeksvraag
de begeleiding en communicatie van de opleiding.
-
-
-
Onderwijsassistent
dan in voorgaand cohort voldoende informatie over de student geeft, zodat begeleidings-
De scores op de variabele ‘voorlichting’, ‘beoordeling’, ‘studieloopbaanbegeleiding’
Middenkader Engineering
-
61
62. -
denten en vervolgens studenten informeren.
Informatie Dienstverlening
-
beter geïnformeerd over de student over de student, zodat begeleidingsgesprekken zin-
-
dent. Volgens hen geeft het nieuwe beoordelingsformulier minder goed de relevante as-
variabelen ‘communicatie’ en ‘voorlichting’.
-
Tabel 6: Praktijkopleiders: resultaten experimentele en controlegroep
Onderwijs Middenkader Informatie
Assistent Engineering Dienstverlening
Variabele Praktijkopleiders
Std. Std. Std.
N Mean N Mean N Mean
Dev. Dev. Dev.
controlegroep 16 3,13 1,05 20
Voorlichting
58 1,08 3,12 3,25 1,11
controlegroep 15 3,01 20
Communicatie
55 3,18 3,55
controlegroep 38 3,36 0,62 15 0,66
53 18 3,66 1,01
controlegroep 3,62 15 0,53
55 18 3,55 0,66 0,56
controlegroep 15
55 0,51 18 3,80 0,56
controlegroep 3,13 15 3,12 0,80 18 3,10
18 3,20 0,68 3,20
62
63. Regressieanalyse op de afhankelijke variabele begeleiding
-
deeld is en dat een betrouwbare regressieanalyse uitgevoerd kan worden. Er is een sig-
-
Figuur 4: Verband tussen communicatie en begeleiding
-
2
van de variantie van de variabele ‘begeleiding’ verklaard wordt uit de variantie van de
IV Conclusies
-
-
63
64. hoog waren. Daarmee kan er vanuit worden gegaan dat de beoordeling van de beroeps-
en de controlegroep van de opleidingen Middenkader Engineering, Informatie Dienst-
Onderwijsassistent
-
-
met studenten van het voorgaand cohort verbeterd.
laagst gemiddelde score is voor het item: ‘Ik ben tevreden over de informatie over de bpv,
hebben de interventies succes gehad.
-
-
-
sproken werden, waren van mening dat het contact met de opleiding beter verliep en dat
-
-
tieontwikkeling van de student. Daarnaast beschikte de docent meer dan het voorgaande
Middenkader Engineering
65. -
dat had ook wel via de post gekund.’
-
-
minder tevreden
-
en het naleven van gemaakte afspraken.
Daarentegen scoort de waardering voor het beoordelingsmodel van de opleiding Mid-
Informatie Dienstverlening
De resultaten van studenten van de opleiding Informatie Dienstverlening beperken zich tot
-
-
-
-
-
voorwaarden. De docent beschikte vaker dan voorheen over voldoende informatie over de
65
66. student, zodat de begeleidingsgesprekken zinvoller verliepen.
-
opleiding, alleen de start was erg chaotisch en niet goed georganiseerd, hetgeen in het
De tweede onderzoeksvraag heeft betrekking op de wijze waarop de praktijkopleiders de
begeleiding en communicatie van de opleiding ervaren.
-
-
basis van de interventies binnen de drie beroepsopleidingen wordt geconcludeerd dat de
kwaliteit van de begeleiding wordt bepaald door de kwaliteit van de communicatie.
weergegeven op het gebied van de voorbereiding, uitvoering en beoordeling van de stage.
66
67. Tabel 7: Veranderingen binnen de opleidingen
Veranderingen Middenmanager Veranderingen Informatie
Veranderingen Onderwijsassistent
Engineering Dienstverlening
lesmodule van drie maand.
communicatie met het
worden mede begeleid door tweede bpv-week.
begeleidingsgesprek met
meer aandacht voor student.
achtergrond info geven
organiseren. over de student.
begeleiding en beoordeling
van bpv-opdrachten: meer
houdingsaspecten.
docent.
de bpv.
dezelfde persoon.
begeleiden elkaar op de werkplek.
V Discussie
-
-
keling, implementatie en evaluatie van een duurzaam, samenhangend geheel van maat-
regelen en interventies gericht op het doen verwerven of ontwikkelen van generieke en/of
68. Figuur 5: Ontwerpproces en onderzoek per deelnemende opleiding doorbraakproject
werkplekleren
Verwachte
- -
format opbrengst
opleiding practice evidence based onderzocht ten aanzien van de voorbereidingen op hun
stage, de communicatie, de studieloopbaanbegeleiding, de beoordeling en de begeleiding
-
verloop van de stage.
van Informatie Dienstverlening hebben meer gemotiveerd en tevreden aan de beroeps-
-
leerproces van mbo-studenten beperkt zich tot gesitueerd leren dat op de werkplek plaats-
sprake is van een positieve samenhang tussen het leren op de werkplek en de individuele
68
69. geen aanzetten gevonden om werkplekleren vanuit de participatiemetafoor in te richten.
-
-
-
werkplek plaatsvinden vanuit de participatiemetafoor te organiseren. Hiertoe zullen deze
-
-
-
-
opleidingen om nieuwe vormen van werkplekleren en de beoordeling van de resultaten
-
-
volgens ook doorvertaald worden op het niveau van het opleidingscurriculum. Dat kan als
-
riabelen als tevredenheid en motivatie zullen de ‘agency’ van studenten hebben beïnvloed.
wordt direct verbeterd als de communicatie met de bpv-docent in kwantiteit en kwaliteit
toeneemt.
In dit onderzoek is hard gewerkt om de afstemming van verwachtingen door ver-
betering van de voorlichting en voorbereiding, door betere afstemming en bereikbaarheid
ze daarmee ook invloed uitoefent op de leerresultaten zal uit vervolgonderzoek moeten
houden met werkplekleren te managen. Vanuit de onderzoeksresultaten hebben we hier
70. -
cesbenadering. De kwalitatieve analyse van de interviews zal meer zicht moeten geven
op de motieven, verwachtingen en relaties die de verwachtingen van studenten kunnen
verklaren.
71. Referenties
Meer co-makership tus-
sen onderwijs en onderzoek. Stimulansen voor benutting van kennis over, voor en
door beroepsonderwijs.
Conferentie, Den Haag.
Human Resource Development: organiseren van het leren
Stu-
dies in Continuing Education
Co-participation at work: knowing and working knowledge. Paper pre-
sented at the Productive learning at work
South Wales, Australia.
New Direc-
tions for Adult And Continuing Education
-
ment. In: Journal of Workplace Learning
work. In: Studies in the Education of Adults
Identities at work
Springer.
Knowledge and Practice: Presentations and Identities
-
cies. In: International Journal of Educational Research
How small business learnt about the
goods and services tax. Lessons for vocational education and training. Adelaide:
Journal of Vocational Education and Training
-
plekleren. In: Pedagogische Studiën
In: Educational Researcher
-
Organization Science,
Colo Barometer,
Beroepspraktijkvorming in het MBO. Ervaringen van
leerbedrijven.