2. Het is zaterdagavond en Tessa staat in het park. Ze is een kwartier te vroeg, maar ze kon gewoon niet meer thuis blijven zitten. De zenuwen gieren door haar maag. Ze kijkt het park rond.
3. ‘Zou Eva er ook al zijn?’ vraagt ze zich hardop af. Ze kijkt naar de mensen in het park. Dan draait ze zich om. Snel zet ze een stapje achteruit. ‘Kan je niet uitkijken?’ vraagt ze geschrokken.
4. Dan pas ziet ze da het Dave is. Hij kijkt naar de grond en loopt dan verder. ‘Ook hallo.’ Zegt Tessa geërgerd en kijkt hoe hij verder loopt.
5. Ze kijkt op haar klokje en loopt dan achter Dave aan. Ze gaat voor hem staan en kijkt hem vriendelijk aan. ‘Ik ben opzoek naar iemand.’ Zegt ze, maar Dave reageert niet.
6. ‘Waarom ben jij hier?’ vraagt ze om het gesprek op gang te brengen. Dave haalt zijn schouders op en wil verder lopen. Tessa voelt hoe haar bloed begint te koken.
7. ‘Kan je dan nooit eens normaal tegen iemand doen!’ roept ze kwaad. ‘Vind je het gek dat niemand tegen je praat, je zegt toch nooit wat terug.’ Dave kijkt haar even verbaasd aan en loopt dan toch door.
8. Tessa kijkt hem na en voelt hoe ze weer wat rustiger wordt. Ze wilde eigenlijk helemaal niet zo tegen Dave uitvallen, maar door de zenuwen doet ze gekke dingen. Ze loopt naar de afgesproken plek en onder het schijnsel van de lantaarnpaal ziet ze een gestalte staan.
9. Ergens komt de persoon haar bekend voor. Voorzichtig zet ze een stap dichter bij. De persoon beweegt nauwelijks. ‘Eva.D?’
10. Het gestalte draait zich om en Tessa kijkt recht in de grijze ogen van Dave. ‘Dave?’ Tessa voelt hoe ze begint te duizelen.
11. Al die tijd dacht ze met Eva te praten. Ze dacht zelfs dat ze op vrouwen viel! De verwarring in haar hoofd wordt steeds groter.
12. Nu pas snapt ze het. Eva.D is het omgekeerde van Dave. Verward zet ze een stap achteruit. Ze schudt haar hoofd. ‘Dit kan niet.’ Mompelt ze.
13. ‘Dit is een vergissing, ik had niet moeten komen.’ Ze loopt verder achteruit. ‘Sorry van wat ik gezegd heb.’ Ze voelt hoe de tranen in haar ogen opwellen en ze loopt snel weg.
14. “Het kan niet, het is niet waar.” Blijft ze maar in haar hoofd herhalen. “Dave, stille Dave die nog nooit een woord gezegd heeft is Eva.” Stug loopt ze door. Ze wil niet achterom kijken. Plots hoort ze een warme, mannelijke stem en ze voelt een arm haar pols stevig vast houden. ‘Wacht.’
15. Tessa laat zijn warme stem tot haar doordringen. ‘Laat het me uitleggen.’ ‘Wat valt er nog uit te leggen? Ik heb een jaar lang al mijn gevoelens aan je vertelt. Ik voelde me prettig bij jou. Ik dacht dat je een vrouw was en ik dacht dat ik verliefd op je was!’
16. Als ze merkt wat ze heeft gezegd kijkt ze even naar de grond. Op een rustigere toon gaat ze verder: ‘Dat is toch duidelijk. Het was één grote leugen.’ Dave kijkt haar even ontzet aan. ‘Rustig Tessa.’ Zegt hij weer met zijn warme stem. Tessa voelt hoe er steeds meer tranen in haar ooghoek komen.
17. ‘Ik ben rustig. Hoelang?’ vraagt ze. ‘Hoelang wat?’ ‘Hoelang weet je al dat ik Tezzie was?’ Dave kijkt even naar de grond en begint dan te praten.
18. ‘Sinds die ontmoeting in de bibliotheek. Je vertelde me hoe je je ergerde aan mij en toen wist ik dat jij het was.’ Tessa zwijgt even. ‘Sorry daarvoor.’
19. ‘Maar waarom heb je niets gezegd. Ik vertrouwde je. Je wist wie ik was en nog zei je niets. Je vertelde me over je beste vriendin en ik nam gewoon aan dat je een vrouw was.’
20. Een klein lachje verschijnt op het gezicht van Dave. ‘Dacht je dat echt?’ Tessa knikt verlegen. Dave haalt even adem. ‘Ik zei toch dat je teleurgesteld in me zou zijn.’
21. ‘We kunnen beter niet meer afspreken.’ Zegt hij en hij draait zich om. ‘Wacht! Ik meende niet wat ik over je zei. Ik heb nog zoveel vragen voor je!’ roept Tessa. ‘Ik ken je, je meende wel wat je zei.’ Mompelt Dave en hij loopt weg. Tessa blijft verbaasd achter.