1. Par. 7 – Wat doen water, wind en ijs met het landschap? Kringloop van de landschappen: 1. Aardplaten botsen => gebergte ontstaat 3. Materiaal vult de lage delen 2. Bergen slijten af 4. Dit vormt een nieuw gesteente
2.
3. 2. Nieuw Oud gebergte gebergte 1. Aardplaten botsen => gebergte ontstaat 2. Bergen slijten af 3. Materiaal vult de lage delen 4. Dit vormt een nieuw gesteente
4. 3. Afbrokkeling = verwering Uitschuring = erosie Ophopen = sedimentatie 1. Aardplaten botsen => gebergte ontstaat 2. Bergen slijten af 3. Materiaal vult de lage delen 4. Dit vormt een nieuw gesteente
5.
6.
7. Par. 8 – Hoe ontstaan bergen; vulkanen en aardbevingen? Bergen, aardbevingen Aardbevingen (tsunami’s) Aardbevingen Vulkanen Botsende platen waarbij één plaat onder de andere schiet. Schurende platen Uit elkaar drijvende platen Botsende platen, waarbij beiden platen opstuwen.
8. Wanneer je de plaatjes van de botsende en uit elkaar drijvende platen combineert, zie dat deze bewegingen met elkaar samenhangen: continentale plaat oceanische plaat
9. Het gesmolten materiaal van de oceanische plaat, moet ergens anders de aarde weer uitstromen. Dit gebeurt op de plek waar de aardkorst het dunste is: bij de uiteen drijvende platen. Door deze vulkaanuitbarsting, drijven de oceaanplaten weer verder uit elkaar en richting de continentale platen. Wanneer dit langs de hele rand van de oceanische plaat gebeurt, zie je een mid-oceanische rug. continentale plaat oceanische plaat